In den komkommertijd.
Ie Jaargang,,
No. 261.
Bureau OUDE SINGE2L, 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
>n het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
>er post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Dinsdag
16
Augustus
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Oroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege' meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
(Ingezonden.)
Vooral in "deze dagen, nu Kamer-, Sta
ten- en Gemeenteraadsleden het verga
deren lijdelijk gestaakt hebben, om zich
in „zalig nietsdoen" te kunnen vermeien
in den vreemde of in de schoonste! stre
ken van ons vaderland, zijn onze pers
organen ongetwijfeld zeer da,nkbaar, wan
neer belangrijke mededeelingen aange
kondigde wetsontwerpen of verschenen
iappoif:n hunnen lezers stof tot lezen
ien spreken kunnen aanbieden.
Niet alleen dat „"Moeder Natuur" hare
beschermende hand over „de Koningin
der Aarde" uitstrekt, door er zorg voor
te dragen, dat sommige p'ereboomen voor
den tweeden keer in vollen bloei staan,
of dat enkele zonnebloemen hare colle
ga's in lengte den loef afsteken door zich
'tot eene hoogte van ruim vier meters
boven den giond te verheffen, ook onze
onze actieve leden van Leiden's Vroed
schap en niet het minst onze hooge Re-
geering zorgen voor" lees- en spreekstof
in dezen komkommertijd.
Daar heb je b.v. ons anti-revoilutionnair
Raads- en Statenlid Mr. Briët met zijn
voorstel lot afschaffing van de Leidsche
ker;mis.
Al was het een publiek geheim, dat
vroeg of laat dit voorstel komen ;zou,
bet was zeker goed gezien om in dezen
stillen tijd, op den vooravond van de
kermis, de Leidsche Courant met Heze
jnededeeling in kennis te stellen. Men;
Werd er als het ware onwillekeurig door
laangespoord, om er eens een kijkje te ne-
Jmen en dan zijn oordeel uit te spréken
Laat ik u zeggen,, dat ook ik van deze
„vingerwijzing" gebruik gemaakt heb.
Zoowel 'des middags als des avonds heb
ik de kermis bezocht op een "der drukste
dagen.
Begrijpelijkerwijze was de jeugd den
ieersien keer in grooten getale aanwezig
en men kon het haar aanzien, dat zij aan
de verschillende vermakelijkheden geno
ten, ook ten genoege van de vele moe
ders, die haar vergezelden.
"Maar des avondswelk eene tegenstel-
stelling! Zonder in den breede de voor-
en nadeelen van de kermis na te'gaan,
kan ii'k mij zeer goed voorstellen, dat
het aantal van hen, die vóór afschaffing
zijn, hoe langer hoe meer stijgt. Wanneer
men tot walging zag die uitspattingen)
van kermisvreugd en men hoorde die
„zang" en taal, dan zal dat zeker een ar
gument zijn om het voorstel van Mr. Briët
aan te nemen.
De verschijning van het Rapport van de
slachthuis-commissie komt voorzeker in
dezen komkommertijd zeer te stade. Of
het opzet of toeval geweest is, het is
mij onbekend, maar het is ongetwijfeld
op een goéden tijd verschenen. Het is
natuurlijk mijn plan niet een critiek op dat
rapport te geven.
Dit is wel zeker, dat we één of nieer
belangrijke raadszittingen te wachten heb
ben, en vertrouwen wij, dat de voorstellen
..van de Comissie óf in zijn geheel of ee-
jnigszins gewijzigd aangenomen gullen
Worden. Een woord van "hulde en aan de
Commissie en aan Mr. Aalberse, die het
initiatief tot vorming er van nam, mag
hier zeker niet ontbreken.
Het slachthuis heeft nooit in de gunst
gestaan van de Leidsche ingezetenen. In
dertijd hebben de voorstanders mét klem
vóór de oprichting gepleit, als noodzake
lijk voor de volksgezondheid; anderen
noemden het naaperij van de groote ste
den. Zoek dat maar uit; vooral als ge
dan weet, dat een heftig tegenstander er
Van, als Dr. den Houter, destijds was,
(door onze Regeering tot Inspecteur van
die Volksgezondheid werd benoemd.
Enfinhet slachthuis staat er nu een-
maai, en als de inkomsten wat meer en
jde uitgaven wat minder worden, komt er
■misschien nog wel eens een tijd, dat wij
gaarne eene wandeling langs den Mare-
singel doen.
40 'miilliioen, 'zegge veertig m i 11 i o e u
Holiandsche guldenns, voor onze
kustverdediging en het bericht, dat dezer
dagen in de Pers de rondte deed, om de
tractementen der officieren met de a.s. be
grooting met 200 a 300 gulden te verhoo-
gen.
Het is zeker te verwachten, dat onze
Kamerleden dit niet als „zoete koek zullen
slikken";- ongetwijfeld zal er nog menig
woordje over geschreven en gesproken
werden. Als leek op het gebied van leger
en vlootwezen (ik heb zelfs niet eens ge
schutterd) ligt het met op mijn weg, om
eene breedvoerige betooging er tegen te
voeren. Wel hoop en vertrouw ik, dat
onze Kamerleden zich minstens driemaal
mogen bedenken, vóór zij hun stem aah
'beide wetsontwerpen zullen geven.
Wij, Katholieken huldigen geenszins
het afkeu rings waardige stelsel van
„Geen man en geen cent" voor Land-
of zeemacht, maar billijk is het m. i. elke
onnoodige uitgave beslist van de hand
te wijzen.
Wanneer wij zien, dat in Neerlands Re
sidentie 'n vredestempel gewrocht wordt
en wij vernemen, dat er eerstdaags
in datzelfde 's Gravenhage miilioeiien zul
len worden aangevraagd voor kustverde
diging en verhooging van officieren-trac-
tementen, dan kunnen wij begrijpen, dat
er dikwerf met alle Vredesbeweging den
spot gedreven wordt.
Dikwerf wordt e r beweerd, dat er
voor Leger en vloot wel geld gevonden
kan worden, terwijl dit voor andere zaken
gewoonlijk ontbreekt.
Toen eenige jaren geleden oriïder het
ministerie-Rink werd voorgesteld om de
salarissen der onderwijzers wat hooger
te stellen, dan de minister voorstelde,
was de gèheele Regeering met alle Ka
merleden het roerend eens, dat dit wel
r.oodig was, maar het geld er voor ont
brak. En nu schijnt er wél geld te zijn
voor ónze officieren. Ra, ra, wat is dat?
Mogen iwij ten slotte hopen, dat het
voor 's Lands belang niet noodzakelijk is,
dat de Staten-üeneraal deze uitgaven
moeien voteeren.
Leiden, 12 Aug. 1910. "Ant. S.
Dat ook onze Regeering niet ten achter
blijft voor wat afwisseling in deze dagen
bewijzen de aangekondigde aanvrage van
De Katholieke Sociale Week.
Zondagavond werd in de St. Jozef-
gezellen-vereeniging te Amsterdam de 5e
Soc. Week geopend door Jhr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck.
Telegrammen werden verzonden aan
Z. H. den Paus aan Mgr. Gallier en H.
M. de Koningin.
De eerste spreker was pater F. Hen-
drichs S. J. over het onderweip „de
Kerk en de Sociale kwestie."
Spr. zou geen dorre les geven. De ver
gadering vroeg een woord van geestdrift
en liet onderwerp leidde van zélf daartoe.
Spr. had er naar gestreefd den practischeu
kant van de kwestie'te laten zi n. Daartoe
meende spT. niet beter te kunnen doen
dan aan zijn gehoor voor te stellen de fi
guur van Wilhelm Emanuel von Ketteler,
Bisschop van Mainz.
~;Spr. Nvil den Bisschop vólgen aan de
hand van diens acht geschriften, die alle
tot conclusie hebbende Kerk is ten laat
ste de eenig-aangewezène tot het oplossen
der sociale kwestie.
'Neem de conclusies van von Ketteler en
wij zijn er; de Kerk is de eenig aange
wezene bij de oplossing der sociale kwes
tie. Ieder werken van Katholieken óp so
ciaal terrein, gaat noodzakelijk uit van
het gezag. Men heeft ons in den laatsteh
tijd, naar aanleiding van de Pauselijke
Encycliek andere ideeën willen aanwrij
ven. Maar wij, die door 't handhaven
van het gezag 'de maatschappij dienen,
ceren noodzakelijk Haar, die 'door het
dragen van de Kroon in ons dierbaar va
derland tevens draagt het hoogsle wereld
lijk gezag en wij achten het daarom on
mogelijk dat iets in ons werken onwelge
vallig zou zijn aan onze dierbare Konin
gin Wilhelmina (daverend applaus).
De taak van Von Ketteler is verv olgens
geweest om te vormen in zijn bisdom
een kern van degelijke priesters, een Ka
tholiek vereenigingsleven op 'ieder gebied,
voor mannen en vrouwen, en dien zware„
strijd te aanvaarden tegen de regeering
op schoolgebied Ieder sociaal werk had
zijn hart en zijn hoofd. Gen enkel heeft hij
er verzuimd. In Berlijn bedelde hij 50.000
Mrk. bijeen voor een Katho'jejk ziekenhui®
en hij stichtte) In alle plaatsen van zij^
bisdom ziekenhuizen. IHet Werk' det ge
vangenissen, "bescherming van dienstbo
den, ha,d zijn volle sympathie. .Hij richtte
een Boerenbond op met boerenleenban
ken. vEn voornamelijk de gezellenvereerii-
gingende stichtingen van vader Koljidng,
bevorderde hij zijn geheeel leven.
Spreker heeft het leven van dezen Bis
schop meen en te moeten schetsen voor
zijn gehoor, omdat in dit leven het werk
der Kerk op sociaal gebied zoo schitterend
uitstraalt. Men heeft het werk van von
Ketteler genoemd, de voorbereiding van
de groote encyclieken van Leo XIII over
de sociale kwesties.
Spreker wekte zijn gehoor op bij het
ondervinden van moeilijkheden, bij het
werken op sociaal terrein, op te zien tot
von Ketteler.
Na zijn dood heeft hij gezegevierd. Zoo
zal de Kerk altijd zegevieren en allen
die werken volgens Haar geest.
In de middagvergadering van Maandag
sprak de heer A. H. J. Engels, over
„Volksontwikkeling"
Spr. noemde volksontwikkeling een een
voudig woord, dat echter eene 'diepe
grondgedachte in zich sluit.
Volksontwikkeling is de groote factor
tot het bereiken van den socialen vrede.
Spr. wil aantoon en,'dat de socialistische
opvatting betreffende de volksontwikke
ling geen voldoening geeft en niet geeft,
wat de rnensch verlangt.
Het socialisme laat leegte en onvoldaan
heid achter, zooals spr. bij zijn omgang
met de arbeiders herhaaldelijk heeft op
gemerkt
Spr. zet nader uiteen ho,e ook bij de
hoogcre standen geen geiluk bestaat zon
der God. Ook een volksontwikkeling zon
der God brengt geen geluk aan. "Daarom
voldoet het socialisme op den duur niet.
Volksontwikkeling 'noemt spr. eene
'harmonische ontwikkeling van verstand,
gevoel en wil.
'Spr. bepleit het vakonderwijs en het
technisch onderricht. "Vele patroons in de
industrie zien het hooge "belang hiervan
niet in. ,Toch is volksontwikkeling noo
dig, om het geestdoodende van den fa
brieksarbeid op te heffen.
In onze dagen wordt door den Katho
lieken veel aan volksontwikkeling ge
daan. Er is een krachtig streven onder de
lagere standen, om zich tot meerdere be
schaving op te werken. Dit is noodzakelijk
wil de arbeider eene betere soCTale wetge
ving verkrijgen en de bestaande wetten
beter tot ontwikkeling brengen.
Het algemeen streven naar ontwikke
ling is hieruit te veitjlaren, dat meer en
beter wordt ingezien, dat gemeenschappe
lijke samenwerking noodig is voor den
algemeenen maatschappieiijken welstand
en vrede.
Dit nu is zonder doelmatige volksont
wikkeling niet te bereiken. De ernstige
medewerking van het volk kan niet wor-
gemist.
Ook kunnen geen sociale hervormingen
tot stand komen, zonder dat zekere ont
wikkeling zélfs door de laagste standen
den verkregen is. Daartoe is het lager
onderwijs niet voldoende. Meer algemee-
ne ontwikkeling kan worden verkregen
door:
lo. algemeene werkliedenorganisaties
of volksbonden.
'Spr. wijst hierbij op den strijd in En
schedé, aandringende op betere ontwikke
ling voor leiders van vakvereenigingenp
De volksontwikkeling 'moet geschie-
door ihet woord in lezingen en voor
drachten en door het geschreven woord ïn
dagbladen, ien tijdschriften en "brochu
res.
Tot volksontwikkeling Is, naar spr's
meening noodig vermindering van ar
beidsduur.
De Katholieken hebben voor de volks
ontwikkeling :een grooten steun in de j>a-
tronaten. Ook door de geestelijkheid
wordt de volksontwikkeling zeer ge
steund.
Tenslotte wijst spr. op cïen direefcen
invloed van het nauwer samengaan der
verschillende krachten, dat een groote fac
tor is voor de volksontwikkeling.
Wanneer de jonge Roomsche studenten
meer contad zoeken met de lagere stan
den, zullen zij betere kennis opdoen van
de sociale toestanden.
Zoo ook met ingenieurs e. a.
Resumeerende, betoogt spreker, dat ee
ne verstandige ontwikkeling van het volk
dringend noodig is, Deze ontwikkeling
zal "etihter altoos vruchteloos zijn, wan
neer ,zij niet gaat aan 'de hand vah jdan
gods diensti
Maildag ayo.njd te aqhj uur ga| pater
B. de Greeve O. F. M., een les over „de
plicht der meergegoeden en ontwikkelden
tot den socialen arbeid."
De meergdgóedan en ontwikkelden
zijn tot socialen arbeid verplicht, aldus
spr. Daartoe behoort allereerst een uit
eenzetting over het begrip „Stand." Een
beroep is wat anders dan stand. Als spr.
het heeft over stnad, dan bedoelt hij geen
beroepsstand. Ook geen (erfelijke stand,
als b.v. adelstand; ook niet den stand in
den zin van meer bezit hebben dan een
ander. Spr. bedoelt met stand: geroepen
zijn tot een sociale óf politieke functiei.
Leidend beginsel zijn, dat is het wezen
van „stand."
Hoe staat dit in verband met heit be
zit? Rijkdom is het middel om tot een
hoogeren stand te geraken en ten tweede
om den stand op te houden. jWel moeten
op de eerste plaats gaven van hoofd en
hart het voornaamste kenmerk van dien
stand zijn, maar er is een zekere statie
noodig, die aan den stand een zékeren
luister geeft. Dat is noodig voor de massa.
Ten derde heeft iemand die hoogen ar
beid verricht, grooter belooning noodig.
Maar de rijken zijn door God aangewe
zen als rentmeesters om de goederen vol
gens plicht en recht uit te deelen.
Het gevolg van stand is, dat er invloed
van uitgaat. Maar niet omgekeerd. Omdat
men rijk is, gaat er nog geen invloed van
ons uit. Dit wordt in onze plutocratische
eeuw; helaas zoo gauw vergeten.
In tegenstelling met de sociaal-demo
craten, aldus spr., willen de Katholie
ken geen afschaffing van standen. In
tegendeel maar waar de Katholieken
volgens spreker, haar streven moeten is
de afstanden tusschen de standen klei
ner te maken. Volgens den wil van God
is het standenverschil een noodzakelijk
heid, dit volgt uit de natuurlijk' vastge
stelde orde. Volgens spr. is het te ver-
oordeelen, dat de overgroote menigte
in dienst treedt van slechts zeer weini
gen dat de arbeid geen voldoende voor
deel oplevert voor een behoorlijk be
staan. Ons ideaal moet zijn, dat ieder
een die wil werken, moet kunnen klim
men tot wat we thans noemen den mid
denstand. Dus de standen behouden,
maar de afstanden verkorten.
Spreker zet eerst uiteen, wat hij ver
staat onder socialen arbeid en waarin
deze bestaat. Den plicht daartoe heeft
iederhoe meer men bezit, hoe groo
ter plicht. Deze plicht kom allereerst
voort uit rechtvaardigheid. Over sociale
rechtvaardigheid zijn de geleerden het
oneens.
Onderscheidt men in het algemeen
strikte, wettelijke en verdeelende recht
vaardigheid, dan zou sjjr. de sociale
rechtvaardigheid het liefst brengen tot
de wettelijke en ze aldus definieeren:
sociale rechtvaardigheid heeft het alge
meen belang tot doel.
Een Katholiek is een sociaal wezen
bij uitnemendheid. Spr. zette uiteen, hoe
de sociale rechtvaardigheid verplicht uit
liefde. Aan liefde zal men den Chris
ten kennen. Als de hoogere standen be
grijpen, hoeveel ellende zij kunnen stil
len en voorkomen, zullen zij de liefde
beter beoefenen.
Ook is sociale arbeid voor de hoo
gere standen verplicht uit gehoorzaam
heid, aan 't gezag van'de pauselijke uit
spraken en encyclieken en ten Plotte
uit noodzakelijke tegenweer.
De Brusselsche Tentoonstelling
vei brand.
Een verschrikkelijke brand heeft in
den nacht van Zondag op Maandag ruim
een derde der geheele Brusselsche We
reldtentoonstelling vernield.
Het Nederlandsche paviljoen en de
Nederlandsche afdeeling machinegalerij
hebben geen schade geleden.
Wij vernemen dat het Nederlandsche
Paviljoen alleen is behouden geworden,
doordat de gevel van het Parijsche ge
bouw recht is gebleven en van Holland
had de brand zich gemakkelijk tot
Duitschland uitgebreid.
Om te "beginnen is het hoofdgebouw
van België zelf, geheel in vlammen
opgegaan. Dan de EngeLshe afdee
ling, waar mildelijk uitgeleende oudheid
kundige verzamelingen waarvan het ver
lies niet te herstellen is, verloren zijn
gegaan.
Zondagnacht sprak men va.i een scha
de van 500 millioen francs. Laten wij
hopen, dat dit cijfer tot een minder hui
veringwekkende afmeting teruggebracht
zal kunnen worden.
De Belgische nationale trots heeft;
door de vernieling van het hoofdgebouw)
met dat al een gevoeligen knak gekre
gen. j
Onder den verschen indruk van het
ongeluk spreekt het Handelsblad van;
Antw. van een nationale ramp.
„De slag, die Brussel treft, is tneei;
dan een plaatselijk onheil, 't is in den;
vollen zin des woords een nationale
ramp. Inderdaad, de tentoonstelling vap
Brussel ^as niet het werk der hoofd
stad alleen, niet een kleinood waarop
de Brusselaars alleen het recht hadden;
te bogen, en trotsch te zijn. Zij was)
het werk van alle Belgen, het voorwerp
van ons aller 'trots, de apotheose va*
onze economische welvaart, $e verheer
lijking van het genie onzer bevolking.
Eene kortsluiting is voldoende geweest
om het werk, dat jaren voorbereiding)
heeft gevraagd, op een paar uren groo-
tendeels te vernielen.
Heel de rechtervleugel der tentoon
stelling is de prooi der vlammen gewor
den. De uitgebreide hallen der Belgi
sche afdeeling, die aan den vreemdeling
alles toonden wat het vernuft der kleine
Belgische natie weet te wrochtende)
uitgebreide Engelsche sectie, de Fran-
sche afdeeling, de hallen der electrici-
teit, de Italiaansche galerijen, zijn ge-
geheel of gedeeltelijk vernield. De Na-
tiënlaan, waar men aan de terrassen,-
der koffiehuizen zoo gaarne de woeling
van het volk nazag en alle talen der we
reld hoorden, is langs een kant neerge-
brand. Het grootste deel der overdektd
hallen bestaat niet meer en wat er over
schiet van de tentoonstelling, doet ons
ons nog enkel zooveel te meer de ver
nieling betreuren, van "de Belgische en'
van andere afdeelingen.
Het was een feestdag voor heel het
land, toen op 23 April de opening der;
tentoonstelling plaats had en de voor
zitter van bet uitvoerend comiteit, dei
minister van arbeid, en ten slotte Z.
M. de Koning in verheven woorden de
beteekenis der groote plechtigheid had
den toegelicht. Nog nooit had Belgiëj
aan de wereld de macht zijner nijver
heid de beteekenis van zijn handel, de
grootheid van zijn economischen bloei
zoo schitterend getoond als in deze om
standigheid. En .terecht ipochten, voofl
deze indrukwekkende uiting van ons na
tionaal vernuft, de Oude en d[e Nieu
we Wereld aan het kleine België den
groet hunner bewondering en van hup
eerbied brengen.
Dat alles is nu een rookende puin
hoop, de vrucht van jaren arbeid, een'
geheel dat millioenen en nog millioenen
waarde had, is gedeeltelijk vernield.
Aan de bijzonderheden, die wij overal
verspreid vinden, ontleenen wij nog het
volgendei
Het was omstreeks 9 uur 's avonds
toen het schrikkelijk geroep zich ver
spreidde BrandBranden reeds toen'
ging van den hoofdgevel der tentoon
stelling, boven de hovingen, naar den
rechtervleugel, een rosse gloed in de
lucht, die op verren afstand werd ge
zien. Het waren het post- en telegraaf-
en telefoonbureel en dit van het uitvoe-
comiteit, dat in brand stond.
Onder de ontzaglijke menigte, die nog
in de prachtig verlichte hovingen rond
wandelde, ontstond er een paniek, zoo
als niemand van de toeschouwers er eep
ooit had bijgewoond. Vrouwen en_ kin
deren werden onder de voeten vpr'trap-
peld en men zag van alle kanten lieden*
die als waanzinnigen rondliepen, en;
trachten te vluchten. Onmiddellijk wer
den de reddingswerken ingericht.
De pompiers van dienst in de tentoon
stelling kwamen toegesneld, maar het
vuur had toen rèeds, in deze licht ont
vlambare gebouwen zulke uitbreiding
genomen, dat zij volslagen machteloost
waren. Op korten tijd waren heel de
Belgische afdeeling en die der electri-
citeit slechts één vuurzee.
Daarna werd de Engelsche sectie aan
getast en letterlijk in een omzien, zoo'
groot als zij was, vernield.
Men gaf op dit oogenblik bevel Oud-
Brussel te ontruimen. De wind joeg)
naar Terkamerenbosch een dichte regen'
van vonken, die zelfs voortvloog tot
in de Louisalaan. Al de beschikbarie troe
pen van het garnizoen zijn "bij hoog-:
dringendheid opgeëischt. De pom
piers van al de gemeenten der Brussel
sche omgeving en de troepen van feet