Lijkverbranding. Ie Jaargang, No. 254. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege' meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN en een GEÏLLUS TREERD ZONDAGSBLAD. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Kort Verslag van de vergaderingen der Kamer. .Het Kort Verslag der vergaderingen yan die j.weedie Kamer der Staten-Giene- :raa! verschijnt in den avond van eiken dag, waarop de Kamer vergadert. De abonnementsprijs bedraagt fl. 'Men hbonneert zich voorden tijd van een geheel zittingjaar. Voor de verzending van Tiet Verslag aan abonnementen binnens lands is geen port verschuldigd. Wij stellen onze lezers echter in die gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge ven, het Kort of Analytisch Verslag te bekomen voor den prijs van 50 cent. 'De verzending van het Verslag ge schiedt ook in dit geval portvrij. "Alle betalingen van het Kort Verslag geschieden bij vooruitbetaling. De aandacht van hen, die reeds voor Be vorige zitting op het Kort Verslag iwaren geabonneerd, wordt er op geves tigd, dat het noouig is om, wanneer zij ,ook gedurende de nieuwe zitting het Ver slag weder wenschen te ontvangen, zich Opnieuw te abonneeren, en dat het, met [het oog op eene geregelde toezending van het begin der zitting af, gewenscht is (dat vooral iTIJDIG te doen. Om de bestelling te vergemakkelijken, komt in dit nummer een formulier voor, hetwelk dluideliifc: ingevuld, aan de Administratie, OUDE SINGEL 54, LEIDEN, moet gezonden worden. DE DIRECTIE, I. Daar is een streven om de lichamen (ónzer dooden niet meer te brengen' naar [begraafplaatsen, doch naar yerbrandings- Iplaatsen ,z.g. crematoria. Van dit breven getuigt ons reeds de (geschiedenis der heidensche volkeren. 't Is duidelijk", zoo duidelijk, dat een krachtige verdediger van lijkverbranding ft moet erk'ennen ,dat de begraving is Het klooster Marienhaven te Warmond. 7) Naast de broeders mag elk klooster [een aantal conversen houden, doch dit imag hi et de helft van het aantal monni ken overtreffen, tenzij met speciale toe- (stemming van de drie priors der aange sloten kloosters. Voor het houden van gewone kostgan gers is steeds het verlof der drie priors yereischt. Wanneer niet alle broeders m convent bijeengeroepen worden, maar alleen het jcollege der seniores, zullen hieronder ver- jStaan worden de supprior, de kelderwaar- (der en de twee biechtvaders, "die door Ben prior worden aangesteld. Uitvoerig wordit de visitatie der kloos ters geregeld. Deze zal beurtelings in een (der kloosters gehouden worden en hvee (dagen duren. De visitator verschijnt met twee m'ètgezellen, waarbij zich de prior ,(Van het derde klooster mét twee gezél- Jen voegt. De monniken worden daarna lallen beurtelings volgens hunnen ouder- B'om voorgeroepen om over de toestanden Jn het te onderzoeken klooster te getui gen, en als de meerderheid der monniken (Zich voor de afzetting van den prior ver klaart, zal deze zijn ontslag moeten aan vragen. .Wie als prior tegen de regels "der iorde handelt rhoet afgezet worden. Ook (de supprior én de kelderwaarder worden |n het onderzoek [betrokken en moeten 1 hun ontslag vragen, als dit ongunstig voor hen uitvalt. T)ver "de twee andere kloos ters wordt op deze conferentie op ge- lafee üjjze W0$eii d^r „de pudste wijze yan lijkbezorging in Be geschidenis" en dat verbrandingen' slechts uitzonderingen waren. ,Doch in' de latere eeuwen van het heidensch tijdvak, in de laatste^ tijden van 'de Grieken en "Romeinen zien we steeds meer en meer de verbranding de plaats innemen van de begraving. T>it feit is te verklaren èn uit prac- fischer redenen, èn ails een gevolg, dat zich heeft ontwikkeld uit de godsdiensti ge overtuiging dier volkeren. Uit practisch,e redenen. De Romei nen en Grieken "hadden een hoogen eerbied voor hunne, 'dooden en daar het in hun groote ooi logen dikwijls geschiedde, dat de gesneuvelde strijders door de vijanden werden bespot en ver minkt, werd langzamerhand door allen de verbranding geëerbiedigd als het middel om die grievende behandeling te voorkomen. De lijkverbranding is ook een gevolg van hun godsdienstige overtuiging. [Zij erkenden in het vuur, als 'n uitstraling van de goddelijke zon, een reinigende kracht .Merkwaardig is het daarom, dat zij door den bliksem getroffenen, als reeds geheiligd door het vuur, niet ver brandden maar begroeven. Het Christendom maakt een einde aan lijkverbranding, zoodat zeker in de ze vende eeuw de gewoonte uit de samen leving was verbannen. In 1789, het jaar der Fransche revo lutie, kwam met andere heidensche gods- dienst-practijken weer boven het verlan gen om de dooden te verbranden. Deze richting verkreeg echter toen niet veel aanhangers. Evenzoo mislukte een po ging bij de omwentelingen in 1825. Doch met een congres te Florence in 1870 is een streving begonnen', welke zich nu steeds verder tradit uit te brei den. Na de wettelijke erkenning in Ita lië, is de lijkverbranding ook door de wet toegestaan en verschillende Duitsche sta ten, in Frankrijk, Engeland, Denemar ken, Zweden, Noorwegen, Spanje en in eenige kantons van Zwitserland. Hoe staat 't met deze beweging in ons land Alle ministeries hebben tot nu toe ge weigerd de lijkverbranding wettelijk te erkennen en.toe te staan, ofschoon reeds verschillende adressen aan de Kroon, de Tweede Kamer en de Ministers zijn ge richt. Er bestaat in ons land sinds 1874 een vereeniging, welke in 1903 is ge noemd: „Vereeniging voor facultatieve lijkverbranding". In 1907 hield deze vereeniging een algemeene vergadering, waar besloten werd een crematorium te bouwen in de gemeente Driehuizen, tusschen 'Sand- poort en Velzen. De kosten, ongeveer niet de kloosterlingen zélf ondervraagd, maar geschiedt het onderzoek naar aan leiding van het schriftelijk rapport. De supprior hoort hiervoor tweemaal alle monniken van zijn klooster en rapporteert hierover aan de naar die conferentie te zenden broeders. Het rapport blijft ge heim en wordt buiten tegenwoordigheid van den betrokken prior behandeld. Ook tijdens de conferentie kunnen de supprior en de monniken aan den afwezigen prior berichten zenden over den toestand in zijn klooster. Het klooster Jesse was oo"k tot de aan sluiting der kloosters toegelaten en de biechtvader bezocht hiertoe de conferen- tie. De visitatie geschiedde hier steeds door den prior van Zibekelo, die zich hierbij liet bijstaan door den prior van IJselstein of door dien van Warmond. Deze onderlinge visitatie werd in 1440 door dien abt van Camp bevestigd, doch in 1446 herroepen door den abt van Zibe kelo, fungens auctoritate capituli genera lis, o.a. op grond dat de keuze der priors niet aan het generaal convent toekwam maar aan het college der seniores, dat het ontslag der waardiLgheidsbekleediers aan den prior zelf toekwam en niet aan de visitatores, en van andere afwijkingen van de algemeene regelen dier Cister- cienser kloosters. Deze "herroeping werd in het volgend jaar vernietigd' door den abt van Camp, "die de naleving "der oude voorschriften gebood. Eene nadere uitwerking van de colli- gatie Werd gegeven door het statuut van 1425, van de priors dier drie kloosters uitgegaan. Hierbij werd herhaald dat elk' klooster verplicht Was, om een broeder,- df§ m gen d;er tyjfê kfcjftsfers zeventig duizend gulden, zouden moeten! worden betaald uit een te voren bijeen gebracht kapitaal. Dit kapitaal schijnt nog niet aanwezig te zijn. Het aantal leden bedroeg toen ^715, verdeeld in 15 afdeelingen. Tot dan toe werden de leden vervoerd naar Ham burg of Mainz; op de vergadering werd besloten in 't vervolg naar Bremen de lijken over te brengen. De kosten zijn' natuurlijk zeer hoog, zoodat de vereeni ging besloot 200 giftden als tegemoet koming in de yervoer-kosten te verlee- rien. «^"Den 19den Maart 1886 is door |ee'n decreet uit Rome het vraagstuk der lijk verbranding voor den Katholiek beslist. Het wordt Ojns verboden deel te ne men aan de beweging ten gunste der lijk verbranding, en zijn eigen lijk of dat van anderen te doen verbranden, in dit de creet wordt de lijkverbranding „een af schuwelijk misbruik" genoemd. Daar dit decreet wordt gebruikt als wapen tegen de kerk door geleerden en nog veel meer door niet-geleerden, is 't nuttig de gronden te zoeken, op welke deze .kerkelijke uitspraak rust. Is het verbranden in strijd met de wetten der natuur, welke de kerk gebiedt te eerbie digen Een ontkennend antwoord moeten we op deze vraag geven. We kunnen niet zeggen, dat onze natuur ons direct, dui delijk en klaar, zegt, dat we de lijken miet mogen verbranden, door 't ver branden immers geschiedt hetzelfde pp snelle wijze, wat Boor het begraven op langzame wijze plaats heeft. Evenmin wordt ooic de lijkverbranding direct verboden door het Öude- of Nieu we Testament. Ook liet katholieke dogma, datgene, wat de kerk met haar onfeilbaar leerge zag als haar leer heeft verkondigd, pleit noch voor noch tegen lijkverbranding. Volgens het dogma der Verrijzenis „zullen allen met het lichaam hetwelk zij nu hebben verrijzen", maar die verrijze nis blijft evengoed voor God mogelijk^ hetzij het lichaam snel door het vuur, óf langzaam in de aarde is ontbonden. Welke kan Ban de grond der Kerk zijn voor haar strenge veroordeeling? Ten eerste: Ofschoon de verbran ding niet in strijd is met de natuurwetten', onze natuur zegt, Bat ze minder passend is. De mensch voelt een hooge [eerbied voor het ontzielde lichaam. Die eerbied, den mensch van nature eigen, is nog dieper bij den Katholiek, die weet, dat door middel van dat lichaam zijn ziel is gereiViigd door liet Doopsel, en is ge sterkt met Christus' Vleesch en Bloed hij voelt diep het dreigende woord van tot prior gekozen werd, af te staan, be halve den eigen prior, doch hierbij werd deze beperking gemaakt, dat zelfs de prior van een klooster de benoeming naar el ders had te volgen, indien hij afkomstig was uit het klooster waarvoor een nieuwe prior te benoemen viel. Van buiten de drie kloosters zoude bij uitzondering ook een prior mogen gekozen worden, doch alleen indien hij zich verbond tot de re gelen der cólligatie. Niet alleen voor tien gekozene werd een "driejarig verblijf in het klooster geëischt, dodh ook tot het kiezen zouden alleen die monniken wor den opgeroepen, die drie jaar in het kloos ter waren. ,Ten opzichte van "de visitatie wordt be paald, dat elk prior minstens eenmaal per jaar het hem aangewezen klooster zal be zoeken, en dat hij met drie dagen "brood en "bier zal gestraft worden, indien hij, des vermaand, niet binnen een maand verbetering aanbrengt. "Elk klooster zal steeds den visitator "kunnen ontbieden en daarenboven zullen de monniken bevoegd zijn om hunnen eigen prior te vermanen, wanneer deze niet geheel ïüjn plicht be tracht, Da nadere aansluiting "der kloosters leidde tot eene broederschap, waarbij zij elkander deelachtig maakten aan"de goede werken en 2ich verbonden, om de over ledenen in de diensten te gedenken. Tot deze broederschap schijnen pok andere kloosters te zijn toegetreden. In het me morieboek Vajn ?t klooster te [Warmond vindt mén naast kloosterlingen uit IJsel stein en 'Zibekelo p.a. die vermeld uit die ypftsLy;? m Tietjer Lpjteu Ja Aiitxcr- den apostel„indien iemand den "tem pel Gods verderft, hqm zal God verder ven, want de tempel £io,ds is heilig, en die tempel zijt gij". Ein is 't nu niet veel meer in over eenstemming met dien eerbied, dat wij het lichaam toevertrouwen aan de natuur, wa.ar geen menschen-hand 't lean aan raken, dan dat wij het in 't vuur werpen, en zelf door kunstmatige aanwending Ber natuur-krachten het Jichaam plotseling, en als 't ware rnet geweld doen verdwij nen Ten tweede. Ofschoon het Katho liek dogma de Verbranding niet uitsluit, is toch de begraving veel meer overeen komstig dit dogma. De Katholiek weet, Bat zijn lichaam eens zal verrijzen in heerlijkheid: „In mijn vleesch zal ik aanschouwen (den Heer, mijnen God" zegt job. Als we nu dat geloof in uiterlijke daden willen uitbeelden, zullen we de begraving kie zen boven de verbranding. Bij het begraven in de aarde blijven bewaard die beelden zoo uiterst ge schikt om p-ris die geloofsleer treffend en heerlijkschoon voor oogen te houden. Het beeld van den slaap en van het zaad. Christus zelf, de Apostel en de ker kelijke liturgie stellen pns den Bood van 't lichaam voor als een slaap, die gevolgd wordt door een opstanding, een Jierle- ving. Christus zelf zeide yanMen gestorven Lazarus„Onze vriend Lazarus is in geslapen, maar ik' ga hem uit den slaap wekken", en Paulus noemt den Zalig maker: „Eersteling der ontslapenen". De priester bidt treffend-schoon voor den doode: „Gedenk pok, o Heer, uwe dienaren en dienaressen, welke, getee- kend door het kruis, ons zijn vooruitge gaan en thans sluimeren in de rust des v redes". Welnu men kan van het lichaam zeg gen dat het slaapt als 't rust in de narde en niet als we het verbranden. De H- Schrift stelt ons ook den dood van 't lichaam voor onder het beeld van het zaad, hetwelk i.n de aarde wordt uit gestort. Die vergelijking nu blijft slechts bewaard bij de begraving. Het lichaam wordt Ln de aarde van het kerkhof ge legd gelijk het zaad in de akker. Gelijk het zaad onder de stralen der lente-zon zal ontkiemen en in volle levenskracht opbloeien, zoo ook zal het lichaam, ge sterkt door Gods liefde-zon, verrijzen in heerlijkheid en kracht om te gaan le- van het eeuwig leven. Wij kunnen als derden grond van het kerkelijk verbod noemen de onafge broken gewoonte der Christenen. Nadat de wereld had aanschouwd dien droeven stoet, waarbij Nicodemus droeg het lichaam van zijn gestorven Verlosser om pen, „Buttenbruyck", groot en klein Buer- lo, ;s Hemelspoorte te [Heemstede, Ga- lilea bij Monnikendam, [Waarschot, Wa teringen en Zierikzee. Behalve de officieele bepalingen In tie akte van 1423 zijn geen bijzonderheden over Be cólligatie yit de akten bekend. BEZITTINGEN VAN HET KLOOSTER. Groot is het aantal begunstigers in het memorieboek vermeld. ,Wij treffen hier bij in de eerste plaats aan de hertogen Aelbrecht, Willem èn Jan van Beyeren, verschillende leden van 'de geslachten van den Woude en van "Alkemade, aanzien lijken als Hendrik van Zoudenbalch, de ken van sinte Marie tq Utrecht, Gijs- brecht van Brederode, Ariaen van 'Ma- thenesse te Schiedam, Beer Adriaien van Poelgeest, Machtelt van JRaephorst, ge huwd met Henric van Naeldwijck, verschil lende geestelijken uit Leiden, Warmond, Wassenaar en omliggende dorpen en een groot aantal familieleden van'in het kloos ter opgenomen monniken. Dit laatste is ook de reden van het landbezit in allerlei plaatsen op vrij groo- ten afstand van Warmond. Van het Idoos- ter vallen voornamelijk bezittingen aan te iwijzen in Ledden, Noordwijk, Oegst- geest, Voorhout, en Warmond, en verder in Alfen, Berkel, Bodegraven, Charlois, Dirksland, Dorp bij Delft, 'sGravenha- ge, Hazerswoude, Heenvliet, Katwijk, Koudekerk, Langerak, Leaderdorp, Lisse, Monster, Noordwijkerhout, Rijnsburg, Sassenherim, Wassenaar en Zuidwijk, Zoe te rwou de en "Zuid-Beveland, en stadren- ten uit Leiden en uit dien BrieL Verschillende personen, die aan het koster gehecht ye^o^itgn higr- Bit te gaan begraven in een nieuw graf,- heeft de Christenheid h|are dooden ook willen begraven, en niet verbranden. De vierde reden, welke de kerk tot haar veroordeelende uitspraak heeft be-^ wogen is verreweg Be meest be-j slissende en de gewichtigste^ zóó zelfs 0at we deze de eenig volkomen^ beslissende zouden kunnen noemen. Deze is gelegen in het feit, dat de strij ders voor de lijkverbranding openlijk ebkennen, dat zij die lijkverbranding wenschen om te proclameeren; hun ongeloof aan een toekom-i stig leven, om te hebben een teeken, een symbool, van Be vernietiging van den[ geheel en mensch, een teeken dus van' grof ongeloof. iZij maken de lijkverbranding, ofschoon! 'deze op zichzelf dit niet is, tot een ma-i nifestatie hunner anti-Chiste- lijke ideeën tot een wapen om "de maatschappij te berooven van het geloof aan een eeuwig leven, aan een verrijzenis y van het lichaam. Zeer vele uitspraken 2ouden we kun nen aanhalen ofn! Bit te bewijzen1."[Wij ver wijzen echter naar de breede, we ten schappelijke verhandeling over de lijk verbranding door prof. P. Groenen, uit gegeven door de apologetische vereeni-i ging. j Hier kunnen voldoende zijn enkele zeer duidelijke woorden. Dr. Tini, de hoofdman der lijkverbran-, ding in Italië, schreef o.a.: „Tegenover het paradijs, het vagevuur en de hel der, kerk hebben \yjj de verheerlijking, Ide vergetelheid en den vloek der geschiede nis." Dat juist de vrijdenkers de lijk- verbanding eischen is duidelijk uit een vrijdenkerscongres te Luikhetwelk let terlijk zegt: „dat de lijkverbranding is een wijze van lijkverbranding, welke alge meen door de vrijdenkers wordt ge wenscht". Waarom wenschen zij de lijk verbranding? Omdat deze uitroeit hier volgen de woorden van een vrijmet selaars revue „het bovennatuurlijk be wustzijn, dat den mensch boven het te genwoordige leven verheft, hen hier be neden slechts als pelgrims leert leven en hem alles leert opofferen j/oor een ge luk, dat met den dood op 't kerkhof be-, gint". i l: „De priester", aldus in een vrijmetse laars-circulaire verafschuwt daaronü de lijkverbranding, omdat hij, voorstan der als hij in alles is van de domheid, in het onderhavige geval tracht te specu^ leeren op den dood om er een ellen dige winst van te halen". Ieder ziet in dat het ongeoorloofd is deel te nemen aan een gebruik, hetwelk volgens de instellers een teeken is van| bij begraven te worden en herdachten het in hun testament Gunstig werkten hier op ook de aflaten, die aan het klooster verleend waren. In 1434 werd een aflaat verkregen van Martinus episcopus Magio- nensis, die slechts in extract "bewaard is,- en in 1469 werd van 6 kardinalen te Rome' een uitvoerige aflaat van 100 dagen ver worven. Aan verschillende schenkingen waren bezwarende bepalingen verbonden, fretzijf vfrpliichfe missen en memoriediensten,- hetzij verplichte uitkeeringeJi van spijs en drank aan "de kloosterlingen. Deze pictan- dies bestonden gewoonlijk in wijn en „scoenbroet", een fijner soort gebak. Ook andere versnaeprïngen waren echter niet uitgesloten en in het memorieboek vinden' wij hiernaast ook zakn, steur, schapenkaas ■en amandelen, vermeld. OPHEFFING VAN HET KLOOSTER,. Het is bekend, diat het klooster tijdens het beleg van Leiden werd vernield en dat de i nkomsten uit de kloostergoederen aan de Leidsche Universiteit werden toeges wezen, onder verplichting om aan Be oude bewoners onderstand te veideenen. Hier over bevat het archief van den rentmeester zooverre dit in het Leidsch Gemeentear- uit 1574 en 1581. Uit het eerstgenoemde stuk zien wij, dat Be inkomsten toen op_ 2500 carolusgulden werden geschat en hiervan aan den oud^prior Anthoiris Her- mansz. een jaargeld van 200 pond' werd! toegekend, aan twee religieuzen elk van 120 pond en aan een leekebroeder £0. pond. In 1581 verzocht H.uybert Pietersz^ leekebroeder, die toen 50 gulden per jaaf trok, om Bit ibqdrag tot 125 guWqn teyeïV hppgep,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1