Ingezonden Stukken. Gemengd Nieuws. Rechtszaken. Dienstbodenrecht. Dij vonnis van 26 Juli jl. gaf de kan tonrechter t€ Arnhem een voor dienst boden en hunne meesteressen niet on belangrijke bes'.issng. Een dienstmeisje had bij den aanvang van het jaar 1910 haar mevrouw Nieuw jaar gewenscht, waarop deze haar een Nieuwjaarsfooi van f7.50 ter hand stel de. Ongeveer 6 weken later zegde het Pieisje hare dienstbetrekking tegen 1 Mei op, met dit gevolg echter, dat hare mee- Isteres bij haar afscheid op 30 April haar van het verdiende loon de op 1 Januari 11910 ontvangen f7.50 afhield. Zij be weerde immers, dat het in ontvangstne- ïnen van de Nieuwjaarsfooi beteekende, dat haar dienstbode zich verbond, om niet vóór 1 Augustus van datzelfde jaar te vertrekken. De 'dienstbode achtte zich in haar rechten verkort en bracht het geschil voor den kantonrechter. Beide partijen lieten hun zaak door hun advocaten bepleiten, en het nieuwsgie rige publiek zag met belangstelling den "uitslag van den strijd tegemoet. De kantor echter besliste, dat het plaatselijk gebruik te Arnhem mede brengt, dat, indien eene dienstbode, met den aanvang des jaars, Nieuwjaar "wcnscht en de fooi in ontvangst neemt, zij zich daardoor verplicht, om niet met 1 Mei te vertrekken. In het bedoeld ge val was het meisje met 1 Mei weggegaan en was zij hare verplichting dus niet na gekomen, zoodat mevrouw terecht f7.50 van haar loon had afgetrokken. Onze gedienstigen mogen dit vonnis in heur ooren knoopen i Diefstal van een revolver en van automobielbanden. Voor de vacantiekamer der Amster- d'amsche rechtbank heeft terechtgestaan een 23-jarig rijwielhersteller, recidivist, beklaagd van diefstal van een revolver en 13 automobielbanden, in den nacht van 22 op 23 Juni jl., uit het onderstuk van een perceel aan de Vrolikstraat. Een agent, die de ronde deed, vond de deur lopen en de sloten verbroken. Beklaagde ontkende, zeggend, dat twee onbekenden hem hadden opgedragep die autobanden te verkoopen. Van een revol ver wist hij heelemaal niets. Toch ver klaarde een opkooper, dat bekl. hem de banden volgens den eigenaar een yvaarde hebbende van f 600. voor f 67.50 had verkocht. Tot zoo lagen prijs, omdat, volgens getuige, de maten zoo in courant waren. Doch bij nadere overwe ging zag hij toch van den koop af. Op merkelijk ook dat deze getuige een vol ledige beschrijving kon geven van de hem door bekl. aangeboden revolver, welke beschrijving volkomen overeenstemde lm et die van den eigenaar. Een ander poli tie-agent verklaarde, dat jhij in den vroegen morden vap genoem den datum bekl., toen met een snorretje vermomd, in de Hamonglaan had ont boet met de banden aan een touw om zijn nek. Ook de moeder van bekl., hoe wel niet als getuige verschenen, had in de instructie verklaard, haar zoon in het bezit van de banden te hebben gezien. De subst.-offiecier mr. Luyken pias horst achtte uit de reeks yap aanwijzin gen het ten laste ^legde, in weerwil van bekl.'s ontkentenis, vaststaande en vorderde tegen hem een jaar en 9 maan den gevangenisstraf. Verdediger was mr. Schrotlen. ESPERANTO. i III. Thans volge hier een beknopt over zicht van de Esperanto-spraakkunst. Alfabet. Dit verschilt hierin van het Nederlandsche, doordat er 5 letters met een kapje, namelijk c, g, h, j en s, en 1 met een boogje, n.l. u, in voorkomen, ter wijl de letters q, w, x en y, er piet in worden aangetroffen. N.B. De letters met een kapje en met een boogje zullen hier worden aange duid door ze schuin te zetten'. Uitspraak. Klinkers: a als in vader, )e als in ledig,, i als Ln liter, o als inbo- ven, u als oe, in boeken en uals korte oe. Medeklinkersc als ts in plaatsen, c als tsj in plaatsje, g als zachte k in hakbördj, g als dzj, h als ch in kachel, als zj, s jals sj in glaasje en v als w. Rededeelen 1. Het bepalend lidwoord Is „la" zonder onderscheid voor geslacht, getal of naamval. Een onbepaald lid^ woord bestaat niet. 2. Het zelfstandig (naamwoord eindigt steeds op „o". Het meervoud wordt gevormd door achter voeging van „j". Er zijn slechts twee (naamvallen: de eerste en de vierde; de vierde wordt gevormd van den eersten door achtervoeging van JtnDe andere (naamvallen worden door middel van voorzetsels uitgedrukt: de tweede „de" (van) en de derde door „al" (aan). Voor beeld grondwoordpatr' le n.v. en kelvoud la patro (de vader), meervoud la patroj 2e n.v. enkelvoud: 'de la patro, meervoud de la patroj 3e n.v. enkelvoud: al la patro, meervoud: al la patroj 4e n.v. enkelvoud: la pa tron, meervoud: la patrojn. 3. Het bijvoegelijk naamwoord eindigt steeds op „a". Verbuiging pis bij het zelfstandig naamwoord. De vergrootende trap wordt uitgedrukt door middel van het woordje „pli" (meer) en de overtref fende door „plej" (meest). Het „dan" vpfl, den vergi o.otepden tr,ap wen dt weer gegeven door „ol" en het „van" van den overtreffen'den door „el". Voorbeeld pli blainka ol nëgo (witter dan sneeuw) la plej bela el ciuj (de schooinste van allen.) 4. De hoofdtelwoorden zijn unu (een) du (twee), tri (drie), kvar (vier), kvin (vijf), ses (zes), sep (zeven), ok (acht, na// (negen), dek (tien), cent (honderd), mil (duizend). Zij zijn onverbuigbaar. Tientallen en honderdtallen' worden verkregen door eenvoudige naast-elkaar- plaatsing: 1875 mil okcent sepdekl kvin. De rangtelwoorden worden ge vormd door achtervoeging van den uit gang van het bijvoegelijk naamwoord („a"): la kvin a (de vijfde). Veelvouden worden verkregen door het achtervoegsel „obl"triobla (drievou dig), breuken door „on" kwarono (een vierde) en verzamelwoorden door „op" duope (met tweeën). Van de hoofd telwoorden worden ook nog zelfstandige naamwoorden en bijwoorden gevormd: deko (een tiental), unne (ten eerste). 5. De persoonlijke voornaamwoorden zijn mi (ik) ci (jij), weinig gebruiktli (hij), voor een mannelijk wezen si (zij), voor een vrouwelijk wezen; (hij, zij, het), voor dieren en zakensi (zich), voor het onderwerp van den zin, enkelv. en meerv.ni (wij) vi (gij of U), en kelv. en meerv.ili (zij), voor personen, dieren en zaken. Zij worden verlogen als de zelfstan dige naamwoorden, nemen echter geen meervoudsvorm aan. De bezittelijke voor naamwoorden worden gevormd door ach tervoeging van de uitgang van het bij voegelijk naamwoord („a"): mia (mijn). 6. Het werkwoord verandert noch voor getal noch voor persoon. Vormen: van de aantoonende wijs eindigt de tegenwoordi ge tijd op „as" mi faras (ik doe), de ver leden op „is": li faris (hij deed) en de toekomende op „os"ili faros (zij zullen doen)de voorwaardelijke wijs gaat uit op „us"si farus (zij zou doen), de ge biedende en aanvoegende op „u"faru (doe), vi faru (doet), li faru (hij doe), ni faru (laat ons doen) en de onbepaalde op „i"fari (doen); van de bedrijven de deelwoorden vormt men het tegen woordige door „ant"faranta (doende), het verleden door „ant"farinta (heb bende gedaan) en het toekomende door „ont"faronta (zullende doen), en van de lijdende deelwoorden wordt 't tegen woordige gevormd door „at" farata (ge daan wordende), het verleden door „it": farita (gedaan geworden zijnde) en het toekomende door „ont" faronta (zullen de gedaan worden). Van de deelwoorden worden pok zelf standige naamwoorden en bijwoorden gevormd: la skribanto (de schrijver), li revenis vundite (hij keerde gewond te rug). Er is slechts één hulpwerkwoord', n.l. esti (zijn). Mi estos skribinta (ik zal geschreven hebben), vi estis patataj (gij werdt verzocht). Het „door" van den lijdenden vorm wordt weergegeven door „de"gï estas konata de c\u](het \vordt door allen gekend). 7. De bijwoorden worden gevormd, door „e" achter een grondwoord te plaatsen. De trappen van vergelijking worden op dezelfde wijze gevormd als bij de bijvoegelijke naamwoorden. 8. Alle voorzetsels regeeren den lsten naamval. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Wel Ed. Heer Redacteur! Beleefd verzoek ik UEd. een plaatsje af fe staan voor het voegende en wel naar aanleiding van het ingezonden stuk van den Heer P. de Jong te Roelofarendis- veen. Het schrijven heeft op mij een onaan- genamen indruk gemaakt en wel om drie redenen, le dat het niet gewenscht is om de gekalmeerde gemoederen opnieuw in gisting te brengen, 2e om de onjuistevoor stelling van zaken, en 3e om de spottende toon van het schrijven van den Heer de Jong in zulke ernstige aangelegenheden Wat het eerste punt betreft weet ieder, dat onze veilingen sedert enkele dagen weer geregeld worden bezocht en dat geen enkele wanklank wordt gehoord. Of het een onmiddellijk gevolg is van mijn vorig schrijven in de „Leidsche Courant" wil ik niet beweren, maar dat mijn wensch n.m. dat de veilingen een even gemoede lijk verloop zouden hebben als te voren, in vervulling is gegaan, is tot groote vol doening van allen een feit geworden. Nu de tweede reden: Aangaande de beurt van veilen op Maandagavond 11 Juk li mag bij enkelen verschil van meening bestaan hebben doch het verdere ver loop in deze heeft ieder duidelijk ge maakt dat wij ons niet vergisten. Dat de uitsluiting van onze veiling be staan zou hebben in mijn verbeelding is een krasse bewering. Ieder weet dat tel kens bijeenkomsten gehouden en afspra ken gerpaakt werden om niet te gaan naar de veiling van Tuindersbelang. Tfouk weus ieder Veender weet ook dat meer dan een avond vooral voor de augurken slechts een of twee kooplieden kwamen om te koopen. Ook behoort er een zekere moed toe om te durven beweren dat nie mand er over denkt Tuindersbelang er eer .grief van te maken dat zij Izelve ver zendt. Immers kwam de voorzitter der Kooj>- liedenvereeniging ontkennen dat van we- ge het bestuur den leden gevraagd is, of Jeuiand der lpdep eep miudel wist pin te voorkomen dat .Tumdersbelang doet koopen op de velingen en verzenden;. Kan de voorzitter ontkennen dat op Zaterdag 9 Juli daarover een spoed- eisch erode vergadering gehouden is*? Kan de voorzitter ook ontkennen, dat dengene die voor ons koopt op de veilin gen, in en buiten de vergadering opi de ruwste wijze daarvan een verwijt is ge maakt geworden? Ook is het een feit dat tegen mij per soonlijk ernstige bedreigingen zijn geuit, wanneer ik de verzending vanwege de vereeniging bleef bevorderen en wel zoo ernstig, dat degenen welke er getuige van waren, ten zeerste deed ontstellen. Mij dunkt dat ik wel reden had tie schrijven, dat ,er een grief schijnt te bestaan tegen onze vereeniging wegens verkoop aan personen in het buitenland en het kras is te beweren, en als het ware uit te roepen, door den heer (de Jong: „niemand onzer die er over denkt daarvan een grief te maken." Meerdere bewijzen om de bemerking van den heer de Jong te weerleggen „dat niemand onzer daaraan denkt", acht ik overbodig. Wat aangaat de derde reden, n.m. de spottende toon van het schrijvenAldus behoort men niet le schrijven over een ernstige zaak. Immers de uitsluiting van onze vei ling is een zeer ernstige zaak geweest, waarvan ik niet gaarne de verantwoording op mij zou willen nemen. Gelukkig heeft ons bestuur er zich goed door weten te helpen, zoodat vaa,k onze leden ruim schoots de „markt" kon uitbetaald wor den. Echter had dit anders kunnen loop-en. Niet zonder reden sloegen alle tuinders met de grootste bezorgdheid' de beweging gade. Jriet wel en wee van den tuinder hangt toch af van dezen tijd des| jaars. Nu verwacht hij de vrucht te plukken van zijn moeizamen arbeid. Dat nu een tuin der moet zien dat alles wordt aangewend om zijn producten niet af te nemen,. is, dunkt mij, wel een zeer ernstige aangele genheid. Verder waardeer ik het, en voorzeker allen met mij, die maar eenigszins be trokken zijn in de Veensche belangen, dat de kooplieden het mogelijk gemaakt hebben, dat de veilingen weer een evein gemoedelijk verloop hebben als te voren en mochten enkele uitdrukkingen in dit antwoord soms hinderlijk zijn, dan ver zoek ik ze niet op te nemen als Verwijtin gen, maar als feiten, noodig geworden door het ingezonden stuk, van den heer de Jong. Dat ons streven niet gericht is om den koopman te drukken, blijkt wel dat wij nimmer leveren aan firma's welke reeds bediend worden door tusschenkomst van kooplieden uit Roe'.ofarendsveen. Dit zal zeker ook getuigd moeten worden door d:m voorzitter der Koopiiedenvereeniging. Zelfs al tweemaal hebben wij ons ten opzichte van hemzelf teruggetrokken bij firma's in Engeland. Hopende dat de ingetreden kalmte nim mer meer verbroken wordt, teekent onder dank voor de verleende plaatsruimte, Uw dw. dn,., G. H 1 s c h e r, Secr. Tuindersbelang. Mijnheer de Rediacteur. Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruim te aan mij te willen afstaan, bij voorbaat mijn hartelijken dank. Aan het ingezonden schrijven van J. M. in uw blad van Woensdag 27 dezer, inzake afschaffing der Leidsche kermis, wensch ik nog iets toe te voegen.Wat de toelichting en motiveering aangaat van het voorstel van den heer Briët is mij niets bekend, alhoewel het niet moeilijk valt daarnaar te gissen. Herinneren doe ik mij zeer goed op •welke gronden dergelijke voorstellen ver dedigd werden, zooals verleden jaar te Utrecht, en eenige jaren geleden te Haar lem, waar door verschillende Protestant- sche kerkgenootschappen werd aange drongen tot afschaffing der kermis over te gaan. .Waar het tot stemmen kwam, weid-en deze met groote meerderheid van stemmen verworpen. Immers Burgemees ter en Wethouders van Utrecht adviseer den om dt voorsitel niet aan te 'nemen en wel om de volgende reden-en Ten eerste is de kermis nog bij een groot gedeelte van het volk gewild. Ten tweede, als wij de kermis afschaf fen moet daar wat voor in de plaats ko men, en dan komen we weer op hetzelfde terug, alleen met een andere benaming. Ten derde, waar de kermis afgeschaft wordt, krijgt men de kans, dat er een kermesse d' été ontstaat, waar het publiek tegen entree toegang zal hebben en zoo doende een gedeelte van het volk wordt uitgesloten. .Ten vierde geeft het voor de gemeente 's jaarlijks een aardig vpördeel van dui zenden guldens, welke alsdan zullen ver vallen. Mij dunkt, dat deze motiveering voor het behoud der kermis ook voor onze stad Leiden geldt. Immers men kan Lei den niet bij steden als Amsterdam, Rot terdam en Den Haag vergelijken, plaat sen waar het iedere week kermis is, om het zoo eens te noemen. Want daarbij vergeleken is Leiden een hofje. Ja, wij hebben hier nog een p Oc- toberfeest dat zoowel als de kermis een historisch verleden heeft. Alleen is er eenig principieel verschil tusschen. Dan fteftbefl wg ,om de vijf jaar studentepij^eg- ten, waar het volk weinig aan heeft, want noch de beurs van middenstander, noch van werkman laat toe om f3 ientrée te be talen, zooals onlangs op de Eermesse d'été werd gegeven, en ging het daar zoo on schuldig toe? Ik betwijfel het! Daarom dan ook niet gesmaald op die kermis, ook niet op 3 Octoberefest, want deze kon den ware volksfeesten zijn, wanneer zij, die nu zoo daartegen ageeren, zich niet afzonderden on ook aan d-e kermisvreugde deelnamen, door zich ook onder het-volk te begeven. Dan kunnen zij, dae zich aan buiten sporigheden, zooals het misbruik maken van sterken drank (wat helaas bij alle feesten een tieurige rol speelt) een voor beeld nemen aan hen, -die op gepaste,'maar prettige wijze kermis vieren. Door alles af te schaffen verbeteren wij de menschen niet, wel verbitteren. Zeer zeker is dit een punt de overwe ging wel waard. Er zijn toch een groot aantal middenstanders wien de kermis nog een aardig voordeel afwerpt. Ja, wier uitgaven er jaarlijks naar geregeld zijn en moeten wij die menschen deze bron van inkomsten ontnemen, zij, die toch al zoo gebukt gaan ond-er concurrentie, coöpera tie en jaarlijks verhoogde belastingen? Ten slotte wat zal men er mede bereiken? Heeft daar de geachte heer Briët wel eens over nagedacht? Men zal er dit mee be reiken, dat zeer velen, die nu nog In onze stad hun vermaak zoeken, dat elders zul len gaan doen. Zij zullen naar Den Haag gaan, die toch al, bij onze stad vergeleken, zooveel aantrekkelijks biedt, om niet te spreken van het zedenbederf, dat daar welig tiert. En gaan wij dan niet van kwaad tot erger? Om nog een voorbeeld te noemen: Eenige jaren geleden w-erd op een der dorpen in den omtrek de kermis afge schaft. Wat was daarvan het gevolg? Dat een groot gedeelte der dorpelingen naar het naastbij gelegen plaatsje ging om daar kermis te vieren. Het was dan ook spoe dig weer, dat op- voorstel van een Katho liek gem een te raadslid, de kermis weer werd ingevoerd. En daarom alles wat aanstoot geeft voo-r de goede zeden geweerd (wat tot nu toe gesch-edd-e) en men houdt de menschen hier. H. B. J. W ij t e n b u r g. 1ste Groenesteeg. ,T w e e m ed e d e el i n g e n. „Het Volk" bevat twee merkwaardige medie- deeldngen aan het hoofd. De eerste betreft de door den directeur van „Het Volk" georganiseerde p'.eizier- rei zen naar Brussel. De tweede is een uitnoodaging aan de abonné's, die tijdelijk Amsterdam verla ten om tijdig hun adres buiten op te ge ven,. Beide meded-eeüngen doen eenigszins vreemd aan in een blad voor del arbei derspartij, meentde „Tijd." In het Lossersche Veld is eer gisteren de bliksem ingeslagen in de wo ning van een fabrieksarbeider. De vrouw en het kind werden beiden verlamd. De vrouw kreeg spoedig de spraak terug; het kind is nog niets beter. In een tuintje van een woning in de 1ste Helmersstraat te Amsterdam zat een kip te broeden, toen het tuintje bij den hevigen regenval van de vorige week werd overstroomd, zoodat de arme kip geheel in het water geraakte. Toch bleef zij trouw op haar post, niettegen staande zij genoodzaakt was met ge- rekten hals den kop boven water te hou den. .Toen zij uit haar benarden toestand werd verlost, viel ze in zwijm, doch door zorgvuldige verpleging kwam de trouwe moeder weer op haar verhaal. Dat de eieren, die op uitkomen waren, echter bedorven waren, behoeft zeker wel geen betoog.. Attente ouders, j— Dat er door het reizend publiek heel wat mogelijke en onmogelijke voorwerpen in den trein, wachtkamer of op perrons worden ach tergelaten is geen nieuwtje, maar Wat een familie uit Hengelo eergisteren vergat laat niet iedereen achter. Tusschen Al melo en Hengelo bemerkte een der fami- leileden dat een der kinderen niet present was. Na de revue te hebben gepasseerd mankeerde een zoontje van vier jaar op het appèl. Te Almelo had men intusschen het jongentje aangetroffen en den chef te Hengelo in kennis gesteld dat het kindje met den eerstvertrekkenden trein zou op- gezonden worden. Do nderdagavond is in de Lan- gendelft te Middelburg het zesjarig zoon tje van den gemeentewerkman P., onen- de in den Kareisgang aldaar, door den postwagen, die den dienst tusschen het postkantoor en het station onderhoudt, omgereden. Een der wielen raakte den slaap van den jongen en dit had onmiddel lijk den dood tengevolge. Het lijkje werd binnengebracht bij dokter Verhcyden. Door de politie wordt een streng onder zoek ingesteld in hoeverre de koetsier van den postwagen schuld aan het ongeval heeft. De 16-jarige C. B., wonende in den polder Oud-Bonavontura, gemeente Strijen, liep te dicht onder den draaien- den watermolen door, met het ongeluk kig gevolg dat hij door een der wieken gegrepen en doodgeslagen' werd. V e r du i s t e*r i n g. De chef det prolojnga^ Afdeling yan. het .b^kjers- kantoor Oyens en Zonen te Amsterdam) is ontslagen, wegens door hem gepleeg de ernstige fraude. Hij heeft voor eeit bedrag van f 100.000 verduisterd met spe-* culeeren. Bij 't vervoeren van een groo-i ten telephoontoren langs den Noordsim- gel te Rotterdam, schoot een der zwengel-, houten los, waardoor de voerman zoodia'- nig tegen het lichaam getroffen werd) dat hij bewusteloos neerviel. In het gerechtsgebouw binnengedragen; werd hem daar door den gevangenisdok ter, dr. van Deevnter, de eerste hulpver leend, waarna hij naar eht ziekenhuis aan: den Berkweg vervoerd is. Een kantonrechter voor de rechtbank. De kwestie van mr. ,Tj.; Sleeswijk, gewezen griffier van het kan tongerecht te Sneek, thans kantonrechter te Bolsward, tegen wien, volgens besluit van den gemeenteraad van Sneek, ver volging zal worden ingesteld, omdat hij weigert een bedrag van f 4.31 voor de waterleiding te voldoen, heeft zich, naar, de „Nieuwe Sneeker Courant" meldt als volgt toegedragen Toen indertijd mr. Sleeswijk nog te Sneek woonde, werd door hem aanslui ting aan de waterleiding verzocht, waar voor toen door hem het gewone contract werd geteekend, doch de groote van den verlangden meter niet werd ingevuld. In zijn buurt was een a>/4 leiding dus moest men bij hem ook een amet-er plaatsen, wat geschiedde. Mr. Sleeswijk echter, had zijne bereke ning gemaakt volgens een i/o duims meter en weigerde daarom de aangeboden kwi tantie te betalen. Het dagelijksch bestuur heeft daarop alles geprobeerd, en deed o.a.het voor stel om mr. Sleeswijk dan volgens een 1/2' duims meter te laten betalen, maar dan den water toevoer af te snijden, doch hij wenschte niemand namens den Raad: te ontvangen. De postkwitantie kwam onbetaald van Bolsward terug, terwijl mr. S. geen reden verkiest op te geven waarom. Een der raadsleden noemde in de Don- •derd&g 1.1. gehouden raadszitting de ma nier, waarop de heer Sleeswijk de ge meente Sneek wil behandelen een „fles- schentrekkerij", die men allerminst zou verwachten van iemand, die geroepen is in ons land voor handhaving van het recht te waken. Slechts één der vroede mannen achtte het niet de moeite waard, de zaak te ver volgen en stelde voor den post te laten loopen. De andere hëeren waren van mee ning, dat men alle mogelijke dingen moest aanwenden om de f4.31 betaald te krij gen. De zaak is thans in vollen gang en binnenkort zal de kantonrechter zich voor de rechtbank over zijn gedrag hebben te verantwoorden. Van andere zijde wordt gemeld De kantonrechter grondt weigering op onverschuldigdheid dier vordering. Hij heeft moeten ondervinden, dat in de door hem aan het bureau der waterleiding af gegeven en tot bewijs strekkende verkla ring, het door hem ingevulde cijfer voor meterhuur op voornoemd bureau is ver- valscht. Hij heeft in November 1909 aan den directeur geweigerd, de te hoog ge stelde kwitanties te betalen, doch deze doen aanbieden het bedrag door hem ver- scnuldigc. krachtens de door hem afgege ven verklaring. Dit bedrag, hooger dan hetgeen thans wordt gevorderd, is op hoogen toon geweigerd. Instede van te voldoen aan de overeenkomst heeft ge noemde directeur de watertoevoer afge sneden. De kanton r. heeft na deze grieven de, onrechtmatige handeling elke minr.elij- lijke onderhandeling met dien directeur als geëindigd beschouwd. Of dus de kan tonrechter nalatig is geweest, of dat hier sprake is van een grove contractbreuk! aan de zijde van de directie der waterlei ding, zal nu voor den rechter wel blijken.- De heer G. B. Hunter, van de; Cunard-Lijn, heeft aan een verslaggever van het Newcastle Journal iets verteld over het nieuwe stoomschip, dat de maat schappij van plan is te laten bouwen. Dei bijzonderheden zijn nog niet vastgesteld,- zeide hij, maar het schip zal zeker groo- ter worden ;en sneller loopen clan dq Olympic en de .Tetanie de leviathans die de werf van Harland en Wolff te Belfast voor de White-Star-lijn bouwt, en dat zijn al schepen van 255 M. lengte en 'ruim 27) M. breedte. De Hamburg-Amerikaansche1 lijn laat te Hamburg een schip bouwerij dat grooter is dan de Olympic en Titanic,- inaar de nieuwe Cunarder wordt nog grooter dan het Duitsche sch.p. Waar-* schijnlijk zal de Cunarder turbine-machi-* nes krijgen. De Gil Blaspubliceerteen open brief van een ingenieur, diie verzekert eert inrichting te hebben uitgevonden, die allq spoorwegongelukken onmogelijk maakt* Lastige passagiers. Op haaij thuisreis naar Java heeft de „Tjikini" van de Java-China-Japan-Lijn, een 400_tal Chineesche koelies mee moeten pemep voor Ned.-Indië. Het was een rumoerig zoodje, vertelt het „Soer. Nbld.", en de scheeps-officie-* ren hadden de h.anden vol om ze in be-< dwang te houden. De kerels dachtenl heusch, dat ze aan boord de wet konden! stellen. Met z'n vierhonderden afstammen lingen van Macao'sche piraten en For-. mqsaansche menscheneters, voelden ze zich tegenover het handjevol Europeanen! geweldig de baas. Hun beleedigende en uittartende hotf-* ding was ten slotte piet meer te glikl&etfj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6