13
De uitslag te Noordwijk,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Ie Jaargang,
No. 233.
3)c C^icbche Sou/tarnt
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAO, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post f 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
Woensdag
Juli
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van I5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden-
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege* meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
Per bulletin hebben wij gisteravond
reeds te Noordwijk de verblijdende tijding
jcunnen bekend maken, dat de twee Ka-
'tholieke candidaten voor den gemeente
raad gekozen gijn.
En nog wel gekozen met een goede
[meerderheid van -stemmen.
Zoo had de heer A, v. d. Berg 44
istemmen meer dan de heer W. van Boe
len en kwam de heer Th. van Went met
iniet minder dan 80 stemmen boven den
heer Schilderman tjiit de bus.
Deze uitslag gaat zelfs onze verwach
ting 'te boven.
Het bewijst jntusschen, hoe flink er
van Katholieke zijde actie is gevoerd, om
onze condidaten gekozen te krijgen, en
hoe trouw de Katholieken ter stembus
Zijn getrokken.
Deze uitslag bewijst, dat de Noordwij-
ikers zich niet hebben laten beïnvloeden
door de agitatie en de tendentieuze „in
gezonden stukken" van den heer Tap
pen beek en de zijnen.
W,e kunnen .ons voorstellen dat deze
heer zich erg onbehaaglijk moet gevoelen.
Schreef hij niet, dat, als de Katholieke
candidaten n ie t gekozen zouden worden,
het aanzien der Katholieke leiders onbe
twistbaar zou geschokt zijn, en dat die
leventueele niet-lierkiezing een motie van
[wantrouwen zou beduiden tegen den heer
iV a n der Meer, ook van zijn eigen
ipartijgenooten
Het moet dan nu wel voor den heer
jjappenbeck vaststaan, dat het aan
zien der Katholieke leiders niet alleen niet
is geschokt, maar gestegen, en dat de
houding van dien heer van der Meer
in de bekende strandkwestie èn door „zijn
leigen partijgenooten èn door een groote
meerderheid van kiezers geacht is te zijn
de juiste en rechtvaardige.
Wij verheugen ons in dezen uitslag.
En wij brengen hulde aan de activi
teit onzer kiezers, die op zoo waardige
wijze de overwinning wisten te bevechten.
De uitslag te Noordwijk levert het be
wijs, welk een groote kracht gelegen is
dn goede samenwerking en eendrachtig
willen en welke bezieling er kan uitgaan
bij den strijd voor een rechtvaardige zaak.
Frankrijk.
Het Belgische Koninklijk paar te Parijs
Het Belgische Koninklijk paar is gis
ter t£ 4 uur te Parijs aangekomen en met
gioote plechtigheid ontvangen.
Op een feestmaal in het Elysée ter
jeere van het Belgische Koninklijk paar
legde president Fallières den nadruk op
(de gevoelens van Frankrijk ten opzich
tte van België, gevoelens welker oor
sprong teruggaat tot onvergetelijke his
torische herinneringen. De ^president
Ikende aan wijlen koning Leopold qen
geer groot aandeel toe in ,de peweging
[voor een nauwere aansluiting tusschen
(beide volken. Hij achtte ji-et een geluk
|dat die beweging zich thans zelts tot in
'Afrika uitbreidde tusschen de Belgische
en de Franscne bezittingen. Fallières zei
lde overtuigd te zijn, dat de Koning die
Wederzijdsche toenadering zou aanmoe
digen en prees ten slotte den weldadi-
;gen arbeid van koningin Elisabeth.
De Koning zeide in zijn antwoord dat
Zijn verblijf te Parijs hem de gelegen-
jheid schonk aan Frankrijk bij den aan-
[vang zijner regeering de vernieuwde ver
zekering te geven van de onveranderlij
ke vriendschap van Jiet Bejgische volk.
|De steun, door Frankrijk in de eerste
tijden van België's onafhankelijkheid ver
leend, en alle bewijzen van vriendschap
Idie sinds gegeven zijn, hebben de dank
baarheid van België verhoogd. De Ko-
|njng wees verder op de schitterende
(deelneming van Frankrijk aan de tentoon
stelling te Brussel en hij zeide/ich te
Verheugen in de betrekkingen van goede
buurschap in Afrika. De Koning bracht
(ten slotte hulde aan liet Fransqhe be
schavingswerk. ill Afrika.
Duitschlandi,
De encycliek in Saksen.
Naar uit Saksen gemeld wordt heeft
de Paus het eigenhandig schrijven van
den: koning van Saksen over de Borro-
meusencycliek met een eigenhandig
schrijven beantwoord, waarin hij den ho
ming verklaart, dat hij nooit het plan
had de Duitsche protestanten te belee-
digen' en dat hij het misverstand door
het niet publiceeren der encycliek reeds
uit den! weg geruimd heeft.
Oostenrijk.
„Johann Orth".
Het hooge gerechtshof in Oostenrijk
heeft een proces in behandeling genomen,
dat zal dienen, om het wettelijk bewijs te
leveren van den dood van „Johann Orth"
Onder diezen naam trok in Juli 1890 de
aartshertog Johann Salvator de wijde we
reld in, na afstand te hebben gedaan van
alle rechten, die zijn hooge geboorte mee
bracht
'Sinds Johann Orth met zijn schip „St.
Margarete" den 12den Juli 1S90 van
Buenos Ayres vertrok, is nooit meer iets
van hem vernomen. Waarschijnlijk is het
schip met man en muis vergaan in den
storm, die in den nacht van 20 Juli tus
schen den 40sten en 50sten graad zuider
breedte aan de Argentijnsche kust woed
de. Iedlere poging, in het werk gesteld om
sporen van ,,St. Margarete" en den aarts
hertog of van zijn vrouw, die met hem
scheep ging, te ontdekken, bleef vruchte
loos. Nooit ook heeft men iemand der be
manning weergezien. Hierbij komt nog,
dat Johann Orth nimmer sinds dien met
zijn familie of met zijn gevolmachtigden
correspondent briefwisseling heeft onder
houden.
Het thans begonnen proces werd aan
hangig gemaakt door den aartshertog Jo
seph Ferdinand een neef en de erfge
naam van Johann Salvator. Het vermo
gen ,door den verdwenen aartshertog na
gelaten, bedraagt ongeveer 3.500.000 kro
nen en zal geheel overgaan in handen van
Joseph Ferdinand.
Het Oostenrijksch gerechtshof heeft'n
termijn van zes maanden vastgesteldi,
waarin Johann Orth iets over zich moet
laten vernemen. Gebeurt dit niet, dan zal
het wettige bewijs van zijn overlijden ge-
teekend worden.
Amerika.
De hitte.
De hitte in Amerika duurt nog altijd
onverminderd voort. Hoewel de tempera
tuur in New-York gisteren iets gedaald
was bij een lichte noodwestenwind, tee-
kende de thermometer nog 98 graden
Fahrenheit. Negen ongevallen met doo-
delijken afloop kwamen voor, waardoor
het getal dooden tot zeventien is ge
stegen. Een persoon pleegde zelfmoord
en een ander viel neer op de rails yan
de Elevated RaiLoad. Het aantal onge
lukken te Philadelphia was bijna even
groot en bok te Boston kwam een groot
aantal sterfgevallen voor. Maandag was
de temperatuur te Washington 102 gra
den. Het verkeer op de booten en spoor
wegen te New-York was enorm. Meer
dan 500.000 menschen zijn de gloeien
de stad ontvlucht om aan het stranjd
verfrissching te vinden, en 30.000 men
schen brachten den nacht op het strand
door. De Gaekwar van Baroda die thans
te New-York is, verklaarde dat de hit
te erger was dan hij ooit in Indië had
meegemaakt. „Het is haast ondragelijk
door de groote droogte", zeide hij. „Ik
heb mij in Indië nooit zoo weinig op
mijn gemak gevoeld". Tevergeefs hoopt
men dat onweders des nachts een kleine
opfrissing zouden brengen.
Tweede Kamerverkiezing Helmond.
Uitgebracht 5487 geldige stemmen.
Hiervan verkregen de heeren A. Fles-
kens 3222 en mr. I. Swane 2265 stem
men, zoodat gekozen is de heer A. Ftes-
kens.
Burgemeester van Schiedam.
In de gisteren gehouden raadszitting te
Schiedam deelde de burgemeester, dr. M.
A. Brandts, mede, met ingang van 1 Oc
tober ontslag te hebben aangevraagd.
Koninklijke Besluiten.
Aan den generaal-majoor H. F. D.
Braams, inspecteur der cavalerie, is op
aanvrage met ingang van 1 Augustus 1910
ter zake van langdurigen dienst en alzoo
krachtens de artt. 39, punt 2a en 40 der
wet van 9 Juni 1902 (Stbl. no. 89), onder
toekenning van pensioen, eervol ontslag
uit den militairen dienst verleend.
Met ingang van 1 Augustus zijn be
noemd:
bij het wapen der cavalerie:
tot generaal-majoor, inspecteur van het
wapen, de kolonel R. H, O. baron van der
Capellen, commandant van het 3e regi
ment huzaren;
b/ij en staf van het wapen
tot majoor, de ritmeester C. E. M. de
rBuyn, van dien staf, directeur van het re
monte-depot;
bij het 2e regiment huzaren
tot commandant van het korps, de ko
lonel H. C. P. L. Mathon, commandant
van het 4e regiment huzaren, en zulks on
der eervolle ontheffing uit zijn tegenwoor
dig bevel;
tot ritmeester, de eerste-luit. Jhr. P. A,
C. M. van Haeften, van het 4e reg. huz.
bij het 3e reg. huzaren, tot kolonel,
commandant van he* korps, de luitenant
kolonel H. D. Twiss, van den staf der
cavalerie, toegevoegd aan den inspecteur
van het wapen;
tot majoor, de ritmeester G. J. A. ba
ron van Hardenbroek van Ammerstol, ad
judant van het 2e reg. huzaren
bij het ,4e regiment huzaren, tot com
mandant van het korps, de kolonel A. J.
P. Metelerkamp, commandant van het 2e
regiment huzaren, en zulks onder eer
volle ontheffing uit zijn tegenwoordig be
vel.
Is, met ingang van 1 Augustus:
lo. toegevoegd aan den chef van den
generalen staf, ten einde te worden belast
met de waarneming van de functie van
sous-chef van dien staf, de luitenant-kolo
nel van den generalen staf W. H. van
Terwisga, hoofd (der Ilde afdeeling van
het departement van oorlog, onder gelijk
tijdige eervolle ontheffing uit laatstbe
doelde betrekking;
2o. in zijn rang en ouderdom van rang
overgeplaatst bij den generalen staf, de
majoor jhr. G. A. A. Alting von Geusau,
van het 4e regiment infanterie;
3o. aangeewzen tot hoofd der Ilde af
deeling van het departement van oorlog,
de majoor jhr. Alting von Geusau, voor
noemd.
Zijn benoemd bij het wapen der cava
lerie, bij hun tegenwoordig korps, tot eer
ste luitenant, de tweede luitenants jhr.
L. M. van Reigersberg Versluys, W. A.
van den Wall Bake en M. Brevet, onder
scheidenlijk van het le, 4de en 2e reg.
huzaren
bij het wapen der artillerie:
lo. bij den staf van het wapen, tot kapi
tein, de eerste luitenants O. Witsen Elias,
D. de Kreuk en J. Jungeling, allen van
dien staf, onderscheidenlijk lid der com
missie van proefneming, werkzaam bij de
munitiefabriek en werkzaam bij de werk
plaatsen voor draagbare wapenen.
tot kapitein, toegevoegd aan dien com
mandant der Stelling van Den Helder, de
eerste luitenant F. H. W. Haanebeek, van
het 1ste reg. vesting-artillerie, thans ge
detacheerd ten bureele van voornoemden
commandant;
2o. bij het tegenwoordig korps, tot ka
pitein-adjudant, de eerste-luitenants ,W.
de Waal en J. D. Schaap, adjudanten on
derscheidenlijk bij het 1ste regiment veld
en bij het 1ste regiment vesting-artillerie.
3o. bij het 4de regiment vesting-artille
rie, tot kapitein, de eerste-luitenant A.
Kooiman, van het 2e regiment vesting-ar
tillerie;
tot eerste-luitenant* de tweede-luitenant
W. J. ,T. Haitsma Muiier, van het korps;
Met ingang van 25 dezer:
bij het wapen der genie, bij het regi
ment genietroepen, tot eerste-luitenant,
de tweede luitenants J. de Ronde Bresser
en L. J. T. van den Heuvel, beiden van
het korps.
Huisvlijttentoonstelling.
Een groot aantal personen van hooge
positie woonde de openingsplecntigheid
in de feestzaal van de Huisvlijttentoon
stelling bijoud-ministers, Kamerleden,
gezanten, het dagelijksch bestuur Van de
gemeente, de commissaris der Koningin
enz. enz., trouwens de meesten van hen
hadden in het eere-comité of een der an-
<dei£ fio.mité'è yan. d$ tefltponstejilng of
een der afdeelingen van jjen Volksbond
tegen Drankmisbruik, van welke vereeni-
ging de tentonostelling uitgaat, zitjting.
Onnoodig dus hen afzonderlijk te noe
men.
De regeeriiig was vertegenwoordigd
door minister Talma, die de openingsre
de hield.
Vooraf heette de voorzitter van' Jiet
algemeen comité voor de tentoonstelling,
prof. dr. S. D- van. Veen, de aanwezi
gen welkom. i I
Hij verhaalde vervolgens de wordings
geschiedenis dezer tentoonstelling, waar
toe het initiatief genomen was door den
Volksbond tegen Drankmisbruik, een
zeer bekende, maar nog te .weinig ge
steunde vereeniging, die reeds een aan
tal jaren de bevordering van de huis
vlijt op haar program heeft en vooral
in de laatste jaren ten deze actief is.
Zoo werd de eerste tentoonstelling voor
huisvlijt gehouden1 in 1903 door de afdee
ling Winterswijk met zóó groot succes,
dat in 1907 op voorstel van de afdeeling
Deventer besloten werd, te onderzoeken,
in hoeverre een nationale tentoonstelling,
van den bond zeiven uitgaande, succes
zou hebben. Gevolg daarvan was, dat in
1908 werd aangevangen met de voorbe
reidende maatregelen, die thans na een
ingespannen arbeid van twee jaar, na
veel moeite en teleurstellingen, geleid
hebben tot de nu te openen tentoonstel
ling. Veel steun en belangstelling hebben
het slagen echter mogelijk gemaakt en
hun, welke dien steun verleenden, die
belangstelling toonden, brengt de rede
naar dank. In de eerste plaats aan het
hoofdbestuur van den bond, die het gan-
sche kapitaal beschikbaar stelde dat in
kas is, vervolgens aan de leden van de
Koninklijke familie, die medailles uit
loofden en vooral aan prins Hendrik,
die daarenboven nog het eere-voorzitter-
schap aanvaardde, en ware hij niet om
persoonlijke redenen verhinderd, hier
aanwezig geweest zou zijn. Ook den le
den van het eerecomité, mannen van hoo
ge positie en van roemrijken naam, .die
de tentoonstelling steunden en waarvan
velen de plechtigheid bijwonen, zegt hij
dank, evenals den minister van binnen-
lanklsche zaken en de volksvertegen
woordiging, die medewerkten tot het ver
kenen van f 5000 Rijkssubsidie, het ge
meentebestuur en den raad, die de ge
meente tot het waarborgfonds deden bij
dragen en vooral spreekt hij zijn waar
deering uit voor he+geen de jvaarnemen-
de burgemeester, de heer Jansen zoowel
in deze qualiteit als in die van onder
voorzitter der tentoonstelling te haren
gunste had gedaan. Eindelijk richt (hij
zich ook Jot de gezanten van vreemde
mogendheden, die door hun machtigen
invloed hebben teweeg gebracht, dat
zoo belangrijke inzendingen uit het bui
tenland zijn ontvangen, tot de inzenders
zeiven ten slotte, die de tentoonstelling
tot een zoo interessante hebben gemaakt.
Hij laat hierop een opwekking vol
gen om in het waarborgfonds nog bij te
d,ragen wat er te kort schiet, een tekort,
dat hij toeschrijft aan de onwetendheid,
ten aanzien van het wezen van huisvlijt
heerschende, de fatale dwaling, die vele
menschen huisvlijt doet verwarren met
huisindustrie, dat er 'ongeveer het te
genovergestelde van is.
Uitweidende over de beteeken is van
huisvlijt en haar belang in den strijd voor
al het goede, waarvoor .de J3ond zich
in de bres stelt, herhaalt hij wat hij daar
over reeds in het officieel orgaan schreef.
Aan het einde dier rede gekomen,
spreekt hij nog eens waardeering uit
over hetgeen de dames en heeren deden,
welke de tentoonstelling hadden te or
denen.
Hij erkent, dat onder de aangenomen
15,000 a 16,000 voorwerpen vele lee-
lijk zijn, maar men heeft gemeend, de
goede bedoeling te moeten waardeeren
en mocht men iets tegenkomen, dat wel
licht beter in een gruwelkamer dan in een
keur-tentoonstelling thuis hoort, dan
aanvaarde men het, als een voorbeeld,
hoe de huisvlijt niet moet worden be
oefend.
Aan het slot verklaart hij de woor
den uit Schiller's Glocke:
„Von der Stirne heiss
Rinnen muss der Schweiss"
enz. op d eze tentoonstelling toe te pas
sen, evenals het daarop volgende:
„Doch der Segen kommt von oben".
(Applaus).
De voorzitter ,van den Volksbond, d«(
heer mr. F. G. Snijder van )Vissenkerke^
beantwoordt de rede van prot. Van Veen^
zijnerzijds zijn vreqgde te kennen geven
de over het tot sta^'d komen der tentoou-
stelling daar hij in deze 't bewijs ziet hoe
zeer reeds de huisvlijt wordt aangegre
pen door een groot deel des volks als
een middel tot veredeling, als een wapen
tegen lediggang en verder dankt hij na
mens den bond de aigemeene commissiö
en alle sub-commissies, die daaruit voort
kwamen, bovenal ^en algemeenen voor
zitter zelf, die zich zooveel moeite ge
troostte. Hij spreekt den wenscfi uit, dat
het prachtige weer, dat de opening be
gunstigt, de tentoonstelling QOj{ getrouw]
zal blijven, opdat deze zon, evenals die
op het vignet van den Volksbond: Zelf-
beehersching, huiselijk geluk, welvaart
zal uitstralen.
Daarna is de heer Talma, de minister
van landbouw, nijverheid handel aan
het woord, „tot zijn leedwezen" immers
het spijt hem, .dat de minister van bin-
nenlandsche zaken, wiens taak het was,-
deze tentoonstelling te openen, genood
zaakt is, de Eerste Kamerzitting bij te
wonen.
De heer Talma prijst dit werk, als een!
bewijs, dat de Volksbond begrepen heeft,
naast zijn negatief werk, zijn aansporen
tot onthouden, ook een positief werkj
te moeten doen. Zooals de Bond Flo-
ralia in haar werk helpt, zoo bevordert
hij nu ook de huisvlijt, een zaak, die tot
zijn, spreker's, departement schijnt te
behooren, omdat zij „arbeid" betreft,
maar hoe anders is deze arbeid dan ^ie;
waarmee dit departement meestal heeft
te maken en waarbij het geldt den arbei
der te beschermenHier is arbeid in
vrijen tijd, een soort van arbeid, did
men niet meer wist, dat bestond in een
tijd, waarin men arbeid alleen begrijpt
als een middel om den strijd om het be
staan uit te vechten en die vaak storend
werkt op het gezinsleven. Deze arbeid!
daarentegen komt in het gezin niet sto
rend, maar met een zeer bepaalde, schoo-
ne taak, geestelijk en intellectueele prik
kels te brengen, waardoor de mensch
veredeld wordt.
Hij stelt de huisvlijt, ook beschouwd
als een fatsoenlijk soort huisindustrie,
die echter de Volksbond geenszins be
doelt te bevorderen, tegenover hetgeest-
doodende van den dikwijls tot het uiter
ste verdeelden arbeid in de fabrieken.
In zeker opzicht is men met het doen aan
huisvlijt dus zeer reactionnair, immers
in veel vroeger tijd, was er geen andere
arbeid dan huisarbeid.
Maar toen ook was er nog schoon -
heidszin en liefde tot het werk, toen'
was er nog de drang iets moois en iets
nuttigs te maken, niet slechts de noodza
kelijkheid om het brood te verdienen'.
Welnu, deze tentoonstelling -kan veel
doen om dit schoone terug te brengen'.
Wel is waar moet £et vooral konten)
van' de school, maar in afwachting daar
van 'doet ook déze tentoonstelling een
nuttig pedagogisch en sociaal-ethisch
werk.
Onder sociaal-democratische
heerschappij.
De heer Roodhuyzeo heeft bij do Sta'-
tenhërstemmingen de sociaal-dlemocraten
tegenover de rechtsche candidaten aanbe
volen.
De „Nieuwe Ct." adviseerde onthou
ding.
Gevolg hiervan was een polemiek;
waarbij de secretaris der Liberale Unie
een „bloc van links" bepleitte.
De „Nieuwe CL" is daar niet op ge
steld en zij motiveert zulks met deze rede-
neeiing: Als ge een bloc vari links vormt
moet ge hopen op een meerderheid aan de
stembushebt ge een meerderheid aan de
stembus dan moet ge met dat bloc regee-
ren; en regeert ge met dat bloc, dan
zal het staan onder de heerschappij der
sociaal-democratie.
Voor dit laatste bedankt de „N. Ct.''
Er is tegen de redeneering van het
oud-liberale blad niets in te brengen, zegt
„Het Huisgez"
De sociaal-democraten erkenden inder
tijd trouwens zelf en gingen er groot op;
dat het ministerie-De Meester onder de
zweep van Troelstra stond.
Bij ieder volgend linkscli ministerie zal
dit in nog 3tcrker mate het geval zijn;
daar met de verdere aftakeling der libera
len de aanwassende groei der sociaal-d£-
mqcrafte gelijken £rqd fiQUdfc