Alibert Riel Katholieken, DUYNSTEE VAN DER VELDEN, Rapenburg No. 30, ingang hoek Houtstraat. Kassiers en Comtnissionnairs in Effecten. ideeling, den heer Dietz, van des ochtends halfacht tot ongeveer twaalf uur noodig waren voor het bewaren van een goede orde. Buiten op straat, waar gelegenheid was derde klasse kaartjes voor Leidien te kod- pen, ware twee lange queu's opgesteld, waarvan de eene somtijds tot op het Rijs- wijksce plein, dhe andere onder de over- Tapping tot nabij den Parallelweg reikte. Ooik in de vestibule en voorbij de con trole tot aan de rap naar de richting Am sterdam stonden de reizigers in twee queu's opgesteld. Kwam nu een trein voor de richting Leiden voor, dan werden uit de gang tot het perron zooveel men- schen toegelaten, als er naar schatting in den trein konden. Daardoor werd ei- voorkomen, dat ook maar ó£n oogenblik gedrang van eenige beteekenis ontstond onder de duizenden die naar de Leidsche feesten trokken. Velen gingen dan ook per as want een lange file auto's en rijtuigen trok den [Haagweg langs. AanOiet station Leiden was een apart controle-hek gemaakt. Niet jninder dan 28000 passagiers zijn door de Hollandsche spoor alhier binnengebracht. De Staats spoor voerde 2500 a- 3000 personen Lei den binnen. De Katwijksche en Noord- wijksche stoomtram telde 6051 passa giers. Naar schatting zullen er ongeveer 60 a 20.000 vreemdelingen geweest zijn. Dinsdag. Leiden heeft gisteren Zijne Doogheid Fr ede ïik Hendrik met zijn koninklijke gas ten op grandiose wijze ontvangen. Vandaag zullen de vorstelijke perso nen zich gewaardigen de openluchtver- tooning, hun ter eere gegeven, bij te wonen. Het zonlicht schijnt heer over de Sin gelgracht en doet het Romaansche kasteel weerspiegelen in het water, waarop blan ke waterlelies naast helgele plompen zachtkens wiegelen. .Tegen de zijkanten van 't bouwwerk bloeien rijkelijk de gele lissen en bloemhagen rijzen statig langs langs de oevers omhoog. Hoog boven pp de tribunes heeft het Utrechtsch Stedelijk Orkest plaats ge nomen, voor deze gelegenheid zeer sterk t>ezet en aangevuld en daarneven het 160 ;Stemmen rijke gemengde koor van Toon kunst te Leiden. De uitvoering zou een bijzonder ca chet dragen, doordien H. M. de Konin gin moeder en Z. K. H. Prins Hendrik haar met hunne hooge tegenwoordig heid zouden vereeren. Reeds alles was voor het Koninklijk bezoek ni orde gebracht. Door de goede zorgen van onzen stad genoot, den heer W. van Veen, prijkte op het statino de ontvangstsalon le Jd. met schoone palmenversieringen, waar- tusschen witte lelies, terwijl in artistieke vazen bouquetten delphinium Koningin jWilhelmiina stonden, Een nieuwe verschei denheid van den bekenden Leiidschen bloemist. Door het o-verlijden van de prinses v. iWied is echter het Vorstelijk bezoek hedenmoregn plotseling afgeseiud. Bij het bericht van die verhindering aan het Studentencorps heeft H. M. te vens doen weten, dat H. M. erkentelijk bleef voor de schitterende wijze waarop de studenten voornemens waren H. M. te ontvangen. De voorstelling. 't Is aan een sprookje gelijk, het spel van het Huwelijk van Reynalt van Nassau Her tog van Gelre en Alionora van Engeland men komt zóó onder de bekoring van het onberispelijke mimenspel, van de over weldigende muziek, van den heerlijken zang, van de rijke costuums, het oude tooneel, de schilderachtige omgeving, dat elke handeling van de spelers, elke toon der muziek u meer en meer meesleept en doet genieten van een kunstwerk, van een onvergelijkelijk schoon tooneelspel 't Is onbeschrijfelijk mooi, dit oude dra matische stuk, waarinj alle spelers door hun gracielijke en waardige gebaren ons herrinneren aan tijden, vef achter ons liggend. Het oog wordt geboeid door de kleurenglans en kleurenharmonie dezer costuums, het ontsaginboezemende der wapenrustingen Eerste handeling. Daar langs den bloeienden oever van het Plantsoen komt over'tOud-HolIandsch bruggetje de bruiloftstoet van Reynald en Alionora aan omringd door een aantal lieve kinderen in lichtblauwe kleeding, met kransjes van meiblóempjes op 't hoofd en meitakken in de hand. De stoet nadert het grafelijk slot dat glinstert in zonne- weelde, en komt op het voorgedeelte. Edellieden en pages vergezellen Reynald II de Zwarte, die terugkomt van Sluis in Vlaanderen, waar hij zijn tweede gemalin, Alionora, zuster van Eduard III van Enge land, plechtig in ontvangst heeft genomen. Daar schreiden Reynald en Alionora statig den hof op; hoe wuiven de on schuldige kinderkens met hun meitakken; hoe blijde treden hofdames en edellieden hen tegemoet! 't Is een feest van blijd schap, van liefde en van Mei. Het orkestvoorspel heeft opgehouden en mannenstemmen zetten het bruidskoor in. Opgewekt is hun muziek uit den zang spreekt levensgeluk. De Mei gaat als een. jong heraut; in wit en blauw, in rood en goud, zijn bonte ronde, En roept door Gelres wijde land van Overzicht tot Teisterbant zijn blijde konde! Alionora en Reynald nemen op hen troon plaats en ontvangen de huldiging hunner onderhoorigen. Eerst begroetten hen de hovelingen en de kinderen, die de meitakken aan hun voeten neerleggen, Dan komen de landslieden hun gaven offeren. Ondertusschen is het mannenkoor verstomd; het vrouwenkoor neemt den zang over en een tweestemmig liefdeslied vertolkt de gevoeiens van de pas ge huwde echtgenooten. 1c hebbe in mijns herten hovekyn Den scoonsten mey gheplant; Nu door dat open veynsterkyn Street, liefste lief, die hant! Aensiet den wonderliken mey, Den scoonsten in den lande, Ende pluct der bloemen suvere snee Met uwen snewynen handen. Blijdschap 'en geluk straalt op ieders gelaat, geen wanklank wordt gehoord. Niet lang zal deze zoete stemming duren. Ziet gij ginds niet dat bootje, aan de boeg met een zwaan gesierd, dat gewrikt wordt door een page en waarin een zanger in diep gepeins verzonken nederzit? De man bemerkt niets van de feesten op het slot en onwillig schut hij het hoofd ^als men hem aanroept te landen. Geen zang wordt gehoordalleen het orkest speelt en sombere toonen ont lokken de musici aan hun instrumenten. Het ontwijkend schudden van den on bekenden zanger verdriet den graaf; hij geeft bevel aan zijne dienaren den onwillige te pakken en dadelijk gaat een page in een boot en noodzaakt den weer spannige aan land te gaan. Voor Reynald gebracht, dwingt deze hem te zingen, zonder acht te slaan op de woorden van Alionora, die hem poogt van zijn voornemen af te brengeu. Baritons zetten „Dat Liet van den Sang- her" in. Beklemmend is elke strofe en ontsteld worden de aanwezigen door den vreemdeling. Angstig kijken zij elkaar aan een edelman trekt zijn zwaard om den vermetele te dooden en verschikt vluchten de kinderen weg en zoeken veiligheid in den gang van het kasteel. Ghi wilt met macht, Heer Grave, dwinghen Den gheest dien gheen en dwinghen can?... Een sangher es een eerlic man. Die loghene en laet haer niet besinghen, laat de dichter den onbekenden zanger zeggen. Hij voorspelt, dat het geslacht Gelre niet vegl goeds te wachten staat en hoe het door eigen schuld ten onder zal gaan. ic sach dat lant verdeelt in veden, Uw zonen doot ende kinderloos, Ic sach den viant starc endejboos Ic bleef in tranen neergheseten Alionora heeft het hoofd vooroverge bogen; zij tracht den toorn van haar gemaal te kalmeeren, maar in zijn drift geeft Reynaid bevel den onheil voorspellenden troubadour gevangen te zetten. Het feest is verstoord. Graaf en gravin trekken zich met hun gevolg terug en het koor geeft middelerwijl de gevolgen weer, die het voorgevallene heeft gewekt. Het mannenkoor zet het noodlot motief in en vraagt Waartoe werd den mensch geschonken De ijdle gave der voorspelling Die niets dan onheil boodschapt? Hierin spreekt de ontevreden en drif tige Reynalt. Het gemengde koor neemt dra den zang over en laat licht stralen achter de duistere wolken. Wil uw toekomst mij verzwijgen, Wil uw toekomst mij verkonden, Maar bewaar mij voor de zonde Die uw straf moedwillig inroept! Niet te dragen zijn uw slagen Als ik zoo mij schuldig weet! Tweede handeling. De tweede handeling valt verscheidene jaren later. Twee zonen, Reynalt en Edu- art, zijn uit de echtverbintenis geboren. De sombere voorspelling van den zanger heeft zich gedeeltelijk vervuld: Reynalt verwaarloost zijne vrouw en deze verwijlt eenzaam met hare vrouwen op het slot. Zij draagt thans een wit kleed met zacht gele mantel erover; op de treden van haren troon zitten haar beide zopen en het hof is onder indruk van de droefheid der hertogin. Terwijl Alionora door een verrukkelijk gebarenspel haar hartelied weergeeft, vertolkt het koor haar gevoelens door een lied. Nu tighen wi versceijden, Een elc na sinen cant: Hi coos die lichte weyden, Hi liet mi tdonckere lant. Aandoenlijk mooi klinkt dit lied over het water. Alionora verwacht de thuiskomst van haar gemaalniets kan haar evenwel uit haar sombere gedachten opbeuren, waaruit zij gewekt wordt door de bood schap, dat de zieken, die dagelijks door haar verzorgd worden voor de slotpoort staan. Zij laat hen binnenkomen en rijst op om die ongelukkigen te helpen. Er zijn onder hen arme oude vrouweneen kreupele; kinderen in schamele klee ding een schrille tegenstelling vor mend met de omgeving van het kasteel. Eerst echter knielt Aleonora met hare geheel hof neder en heft snikkend de handen ten hemel ,om van God kracht af te bidden. Dan rijst zij weer gesterkt op en begeeft zich onder de armen, ter wijl het koor het lied der „Bermherti- cheit" aanheft. Liefdevol behandelt Alio nora de kranken en bemoedigend spreekt zij hen toe. Opeens wordt een melaatsche op een baar binnengedragen, een oude man met haren en baard. Allen deinzen vol schrik terug voor dezen gevreesde zieke; de moeder des melaatschen valt voor de gravin neder en smeekt haar den on- lukkige te helpen. Zonder schroom nadert zij, verbindt en verzorgt den zieken man. De speelsters, die deze rol vervullen, doen dit met buitengewone waardigheid en ernst. We hooren het koor zingen O Vrouwe doe ghi nederboocht Ende in demoedicheit ghekniet Die rauwe wonden aen u toocht Met uwen hoghen handen Na tbeelt ons Heren daer hi liet Den throon om onse ellende, Ziet gij die ridderschaar, die daar over de slotbrug binnen rijdt met de edelen Reynalt aan het hoorn. Trompetgeschal kondigt hun komst aan nog een oogen blik, en zij treden de burcht binnen en komen op de binnenplaats, waar Alia- nora nog pas met haar kranken bezig was. Blijde wil Alianora haar gemaal te gemoel sneilen en omhelzen, verheugd over zijn behouden terugkomst uit den strijd, waarna hij de neerlaag leed. Een vrouw uit haar gevolg Joanr.aJvan Batenberg, springt plots tusschen beiden en wijst waarschuwend op den melaat schen, zoo juist door de gravin verbon den. Dit motief grijpt Reyalt rede aan om Alianora te verstooten. Looden ontzitting valt over de aanwezigen. De twee knapen gaan naar hun vader en trachten hem te vermurwen, maar tever geefs. Norsch gestemd over zijn in den oorlog geleden smaad wijst hij zijn kin deren terug, Met droefheid worden ze door de moeder ontvangen, die hen mee neemt en zich met haar vrouwen verwijdert Gij wil verstooten Der engelen genoote Wier naam in 't Boek des Levens staat? zingt het koor waarschuwend den hertog tegen Gij hebt gekozen Voor hemels rozen Den bloei der aarde, die vergaat... Klinkt het Reynalt weder tegen als allen zich van het terras verwijderd hebben en alleen Johanna van Batenberg met Rey nalt zijn overgebleven. De hertog biedt haar een ring en zij geeft hem een bloem. Beiden gaan gearmd langzaam af Mijn arm ten allen tijde Mag willig voor u strijden, Mijn voeten gaan waar gij 't gebiedt, Mijn hart blijft wonend Met uwe zonen. Bij de eedle die gij Van u steet! Dit slot van den koorzang teekent de inwendige gevoelens van Reynalt weer. Wel verstiet hij „Der engelen genoote" en koos „Den bloei der aarde" maar zijn hart bleef aan Alianora gehecht. Derde handeling. Het tooneel van het spel is een geheel ander. Jagers komen op met geschoten wild, zwanen, reeën, herten, reigers. Zij leggen hun last neer en vröolijk klinkt hun lied: Een Gelderschman, een jagersman! Halilalom, hatilalie 1 Zij zetten zich luidruchtig aan een feestmaal, waaraan ook Reynalt en Jo hanna van Batenburg verschijnen. De hertog is somber gestemd en neemt wei nig of geen deel aan de feestvreugde. Zelfs „Dat Liet van den Rhijnscen Wijn" vermag hem niet opvroolijken. Daar komt een nar opzetten en zingt een lied, waarin hij spot met Reynalts gevoelens. Hij vertelt hoe daar was „een ridder aan den Wael, een heer van minne- lycken zeden," en geeft weer hoe Reynalt niettegenstaande de vele feesten, die hij heeft geviert, verlangt naar Alianora, de moeder zijner zonen. Ant van Batenburg heftig verontwaardigd, staat op. Ook Reynalt, is geprikkeld en verheft zich van zijn zetel, allen zijn in beweging en ziet, daar in den middeningang, hoog boven alles uit, staat Alianora, de handen op de schouders van haar beide jongens. Reynalt wankelt achteruit en Johanna van Batenburg sluipt stilletjes weg en verlaat het tooneel door een der poorten van de zware 'torens. Statig daalt Alianora, die een donkeren mantel draagt, de trappen af en komt voor op het tooneel, waar zij haar over- gewaad afwerpt en voor Reynalt staat is een smetteloos blank kleed als symbool harer reinheid. Reynalt knielt voor haar néder en kust de rand van het gewaad. Het koor verwoordt Alianora's gevoelens door de lied. Wilt ondersoecken nu, So biddic u, Mijn lieve Here, Crancheit ende smet, Den blaem daermet Si mi onteren. Liefdevol beurt Alianora Reynalt op en terwijl zij zich met hunne kinderen te rugtrokken, heft het koor den eindzang aan, de zang van late liefde: Dieper rijst de najaarsmorgen over uw hereenden bond. e artistieken leiding beruste bij Henricus de muziek is van den heer F. S. A. Koeberg en de tekst der liederen van Dr. P. C. Boutens, Door huune samenwerking (kon het anders) is een kustwerk geschapen, dat op meesterlijke wijze werd uitgebeeld. De composties werden door het Utrechtsch Stedelijk Orkest en door Toonkunst op bewon derenswaardige wijze verklankt. Ziet! Daar komen zij aangevaren. Vooraan, geverfd in de kleuren van 's Prinsen wapen, het blauw en het goud, is de boot van' Zijne Hoogheids trom petters, zes in getal, die thans niet als roep ten oorlog, maar voor blijdschap en aandacht hun gouden instrumenten klinken laten» L 1 Prins Frederik Hendrik met zijn trein van twintig edellieden bemant een vaar tuig, „De Vrede-Rijck" genoemd, dat in grootte alle de anderen overtreft. Bij hem is gezeten Hare Majesteit-zelve,, Henriette Maria, Koninignne van Enge land en moeder van de Piincenbruid. Het Engelsche gevolg der "Koningin is gezeten in een boot, die blauw en rood geschilderd is, „de Maeghd van' Groot- Britanien" geheeten. De groote ivoor en gouden sloep met het blauwe berghout, getooid met roode en witte rozen, „de Princebruydt", draagt Tiet jonge bruids paar Prins Willem van Oranje en Maria Henriette, de dochter van den Koning van Engeland, met hun gevolg van vrien den. Daar gin'ds in die boot van grijs met het gouden boeisel is de Koningin van Bohemen gezeten, Elizabeth, Keurvor- stinne van de Palts en Hertogin van Beieren, dochter van Jacob den Eer sten. Bij haar, in die blanke kleed ij, staan hare twee zonen, de prinsen Ro bert en Maurits, om hunne uitgelatenheid en' onstuimige 'dapperheid veelal „de! Dolle Palatijnen" genoemd. Verder zien wij in de geel-blau\v ge verfde boot met oranje berghout veld maarschalk Willem, graaf van' Nassau- Siegen, vergezeld van menig beroemd krijgsman, staande onder de bevelen van' de Staten-Generaal. Van de kleinere vaar tuigen, is het zWart-wit-geblokte bemand met het gevolg van den Frieschen Stad houder en het zwart-rood-gepunte met hooggeplaatste militairen, kolonels V2n verschillende regimenten voetvolk. De Prinsen van Portugal, pretendenten naar de Kroon, varen rond in de blauwteP boot, die wit gestreept is. Wanneer de vaartuigen, na q,enigen tijd door één geroeid te zijn, hunne? plaatsen gevonden hebben, nadert, voor afgegaan door trompetters van Amster dam, de boot, waarin gezeten zijn de voornaamste magistraten, die den Prins bij zijn Blijde Incomste ontvangen heb ben. Wanneer deze kleine vloot de andere vaartuigen nabij is gekomen, houdt de Drost van Muyden, Pieter Cornelisz. Hooft, tot de hooge gasten een „Toe- spraeck^ uitnoodighende de doorlochte gasten tot het bijwonen van het ghebae- renspel." Vorstin von Wied. f H. K. H. de Vorstin-Moeder van Wied geboren Prinses Marie der Nederlanden is, blijkens heden ontvangen bericht, overleden. De overleden Prinses, dochter van wijlen Z. K. H. Prins Frederik der Neder landen, was geboren 5 Juli 1841 en ge huwd te Wassenaar met Z. D. H. Willem, Vorst von Wied, overleden 22 October 1907. Wij vernemen nader dat de Vorstin- weduwe van Wied, de Nederlandsche Prinses Marie, hedenochtend in haar woonplaats Neuwied, na een zeer kort stondige ongesteldheid is overleden, dus nagenoeg onverwacht. De gisterenochtend geconstateerde ver schijnselen van koorts deden een zoo spoedig uiteinde niet vermoeden. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht in den morgen van 22 Juni 1910, medegedeeld door het Kon. Nederl. Meteorologisch Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 766.3 Coruna. Laagste barometerstand 755.4 Malinhead. Verwachting tot den avond van 23 Juni 1910, zwakke meest zuidwestelijke wind, bewolkt tot zwaarbewolkte lucht, waarschijnlijk regen of onweersbuien. Zelfde temperatuur. Laatste Bericliitera, (Gedeeltelijk gecorrigeerd.) 's GRAVENHAGE 22 Juni. Naar men verneemt is het bezoek van den Koning en de Koningin van Belgie tegen 15 Sep tember a.s. te verwachten. Marktberichten. AMSTERDAM, 22 Juni. Aangevoerd 22i vette kqjveren le 80 a 82., 2e kw. 70 a 75' 53 nuchtere kalveren 10 a 14., 435 vette varkens,' le kw. 55 a 56., 2e kw. 52 a 53.,overz, en geld le kw. 55 a 56., 2e kw. 51 a 52 c. per Kilo. ROELOF ARENDSVEEN,21 Juni. Aan de groen- tenveiling van den Tuindersbond „Eendrachf maakt Macht" werden heden aangevoerd peulen^ 75 a 1.02 ct. doperwten capucijnen 95a00ct, pel zak van 10 K.G. aardbeien 12 a 24 ct. pel K.G. Wortelen 0— h 0 ct. per bos. Aanvoer 92 zak peulen 0 doperwten 78! zak capucijners 16 K.G. aarbeien oCO bol Wortelen. WOERDEN, 22 Juni. Aanvoer ter kaasmarkt, 527 partijen. Prijs Goudsche kaas le soort f 2S a f31,50. id. 2e soort f25 a f28,50, id. zwaar dere f 30.00 a f31,50 Edammer kaas le soort f a f —.00, id. 2e soort f 00.00 a f 00.00, Goud sche gestempelde f 30 a 34.Alles per 50 kilo. Handel traag. CORRESPONDENTIE. J. B., te N.-V. Toezending adressen gewenscht. Beurs van Amsterdam. 22 Juni 1910. Nederland. 3% Obi. Ned. Werk. Schuld 3% Cert. dito 2 dito Hongarije. Goudl. 4%. Oostenrijk. 5% Obl. April-Oct. Dito 4% Jan-Juli. Portugal 4% Obl.Tabaksmon. 3% Obl. le serie Rusland.4%% Obl. 1909Ned.Rec. 4%% dito Obl. 1909 4 dito bij Hope Co. a. G. R. 125 4 dito 6e Emiss. Servië 4% Obl. 1895 Mexico 5% Goudl. '99 Brazilië. Fund. L. 1898 Columbia 3% Gee. B. Schuld Venezuela 3% Dipl. Sch. 1905 37o Amsterdam 1900-01 47o Leiden 1896. Aand. N. West. <SPac.Hyp.B.C. Amalg. Copper Cy. C. v. Aand. Cert. v. Amer. Car <5 Found C. Un. Cigar. M. C. v. A. Cert. v.g. A. Unit. StaiSteelCorp. Cert. v. pref. Aand. dito Aand. Barge Moormann (liq.) Amst. Cult. Mij. der Vorstenl. Aand Kol. Bank Ned. Handelsmpij. Rescontre 5 Gew.aand.„Ketahoen"Mijnb.Mij. Redjang Lebong Mijnb. Mij.aand. Aand. Great Lobars Gee. Holl. Petr. A. Aand K. N. M. t. expl. v. Petr. Br. a f 1000 Aand. Moeara Enim Petr. Mij. Aand. Sum Palemb. Petr. Mij. Gew. aand. intern. Merc. Mar.Cy. Pref. aand. dito. dito. Aand. Amsterdam Deli Comp. Aand. Deli Cultuur Mij. Aand. Deii-Mij. Aand. Nieuwe Asahan Tab. Mij. Aand. Un. Langkat PI. Cert. v. Aand. Maxw. Land Gr. Cert. v. aand. Peruv. Corp. Lim. Cert. v. Pref. aand. Corp. Lim. Aand. Holl. ljz. Spoormij. Aand. Mij. t. Expl. v. Staatssp. Gest. Obl. Boxtel-Wesel 1875-80 Aand. Warschau-Weenen Spw. Cert. v. aand. Atchison Topeka Cert.v. aand. Chesapeake ócOhio Cert, v.aand. Denv. Rio Gr. Sp. Gew. aand. Erie Sp. Mij. 47o General Lien Bonds dito Gew. A. Kans. City South Rw. Mexic.Intern.PirorLien Obl.4%% Cert. V. aand. Miss. Kans. T. 47o le Hyp. Obl. dito Aand. N.-Y. Ontario Western Cert. v. gew. aand. Rock Island Gew. aand. South Pacific Afgest. gew. aand. South Rlw. Cert.v. gew.aand. Union Pac.Rlr. 4% Goud Obl. Union Pac. Rlr. Gew. aand. Wabash Leeningen Amsterdam a f 100 Paleis voor Volksvlijt 1867 Aand. Witte Kruis 2Antwerpen 1887 4% Hongaarsche Hypb. 1884 4% Theiss. Regulir. Ges. 1880 5 7o Staatsl. Oostenrijk 1860 3 70 Madrid 1868 Turksche loten 1870 Congoloten 1888 Panama-kanaal loten Prolongatie rente 5 5% ADVERTENTIE N. Bedrijfboer (R.=K.) Gevraagd tegen Sept. a.s. voor een kleine nog op te richten modelhoeve in Noord-Brabant BEDRIJFBOER, gehuwd, of broer en zuster, be kwaam om zelfstandig het melk en veebedrijf uit te oefenen. Brieven met volledige inlich tingen worden ingewacht onder nr. 3801, bureau Leidsche Cou rant. AMEUBLEMENTEN, Mare 36. Telph. 829 Beveelt zich beleefd aan. koopt niet in winkels, waar zede- kwetsende artikelen uitgestald en voorhanden zijn. Koopt aan stations-boekenkasten of kiosken alleen die lectuur, welke zeker geen gevaar oplevert. 291) LEIDEN. Interc. Tel. No. G-1. vorige K.oer Koers, hede 901{6 90% 90% 90% 75 oi% 94% 96 87 87% 81% 100%$ 102% 47% 57 101% 87 170% 65% 177% 149% 32% 44H 40% 122% 25% 176 100% 19% 109 ï-é 1.75 79 95% 118% 159% 175% 70 52% f46.50 f67.75 96% 67% 94%, 5% 18% 27% 73% 32% 38% 44% 40% 1236;; 25% 175% 100% 19% 1.75 70% 52%

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 3