Alibert Riel
Katholieken,
DUYNSTEE VAN DER VELDEN,
Rapenburg No. 30, ingang hoek Houtstraat.
Kassiers en Comtnissionnairs in Effecten.
ideeling, den heer Dietz, van des ochtends
halfacht tot ongeveer twaalf uur noodig
waren voor het bewaren van een goede
orde.
Buiten op straat, waar gelegenheid was
derde klasse kaartjes voor Leidien te kod-
pen, ware twee lange queu's opgesteld,
waarvan de eene somtijds tot op het Rijs-
wijksce plein, dhe andere onder de over-
Tapping tot nabij den Parallelweg reikte.
Ooik in de vestibule en voorbij de con
trole tot aan de rap naar de richting Am
sterdam stonden de reizigers in twee
queu's opgesteld. Kwam nu een trein
voor de richting Leiden voor, dan werden
uit de gang tot het perron zooveel men-
schen toegelaten, als er naar schatting
in den trein konden. Daardoor werd ei-
voorkomen, dat ook maar ó£n oogenblik
gedrang van eenige beteekenis ontstond
onder de duizenden die naar de Leidsche
feesten trokken.
Velen gingen dan ook per as want een
lange file auto's en rijtuigen trok den
[Haagweg langs.
AanOiet station Leiden was een apart
controle-hek gemaakt. Niet jninder dan
28000 passagiers zijn door de Hollandsche
spoor alhier binnengebracht. De Staats
spoor voerde 2500 a- 3000 personen Lei
den binnen. De Katwijksche en Noord-
wijksche stoomtram telde 6051 passa
giers.
Naar schatting zullen er ongeveer 60 a
20.000 vreemdelingen geweest zijn.
Dinsdag.
Leiden heeft gisteren Zijne Doogheid
Fr ede ïik Hendrik met zijn koninklijke gas
ten op grandiose wijze ontvangen.
Vandaag zullen de vorstelijke perso
nen zich gewaardigen de openluchtver-
tooning, hun ter eere gegeven, bij te
wonen.
Het zonlicht schijnt heer over de Sin
gelgracht en doet het Romaansche kasteel
weerspiegelen in het water, waarop blan
ke waterlelies naast helgele plompen
zachtkens wiegelen. .Tegen de zijkanten
van 't bouwwerk bloeien rijkelijk de gele
lissen en bloemhagen rijzen statig langs
langs de oevers omhoog.
Hoog boven pp de tribunes heeft het
Utrechtsch Stedelijk Orkest plaats ge
nomen, voor deze gelegenheid zeer sterk
t>ezet en aangevuld en daarneven het 160
;Stemmen rijke gemengde koor van Toon
kunst te Leiden.
De uitvoering zou een bijzonder ca
chet dragen, doordien H. M. de Konin
gin moeder en Z. K. H. Prins Hendrik
haar met hunne hooge tegenwoordig
heid zouden vereeren.
Reeds alles was voor het Koninklijk
bezoek ni orde gebracht.
Door de goede zorgen van onzen stad
genoot, den heer W. van Veen, prijkte
op het statino de ontvangstsalon le Jd.
met schoone palmenversieringen, waar-
tusschen witte lelies, terwijl in artistieke
vazen bouquetten delphinium Koningin
jWilhelmiina stonden, Een nieuwe verschei
denheid van den bekenden Leiidschen
bloemist.
Door het o-verlijden van de prinses v.
iWied is echter het Vorstelijk bezoek
hedenmoregn plotseling afgeseiud.
Bij het bericht van die verhindering
aan het Studentencorps heeft H. M. te
vens doen weten, dat H. M. erkentelijk
bleef voor de schitterende wijze waarop
de studenten voornemens waren H. M.
te ontvangen.
De voorstelling.
't Is aan een sprookje gelijk, het spel van
het Huwelijk van Reynalt van Nassau Her
tog van Gelre en Alionora van Engeland
men komt zóó onder de bekoring van het
onberispelijke mimenspel, van de over
weldigende muziek, van den heerlijken
zang, van de rijke costuums, het oude
tooneel, de schilderachtige omgeving, dat
elke handeling van de spelers, elke toon
der muziek u meer en meer meesleept
en doet genieten van een kunstwerk, van
een onvergelijkelijk schoon tooneelspel
't Is onbeschrijfelijk mooi, dit oude dra
matische stuk, waarinj alle spelers door
hun gracielijke en waardige gebaren ons
herrinneren aan tijden, vef achter ons
liggend. Het oog wordt geboeid door de
kleurenglans en kleurenharmonie dezer
costuums, het ontsaginboezemende der
wapenrustingen
Eerste handeling.
Daar langs den bloeienden oever van
het Plantsoen komt over'tOud-HolIandsch
bruggetje de bruiloftstoet van Reynald en
Alionora aan omringd door een aantal
lieve kinderen in lichtblauwe kleeding,
met kransjes van meiblóempjes op 't hoofd
en meitakken in de hand. De stoet nadert
het grafelijk slot dat glinstert in zonne-
weelde, en komt op het voorgedeelte.
Edellieden en pages vergezellen Reynald
II de Zwarte, die terugkomt van Sluis in
Vlaanderen, waar hij zijn tweede gemalin,
Alionora, zuster van Eduard III van Enge
land, plechtig in ontvangst heeft genomen.
Daar schreiden Reynald en Alionora
statig den hof op; hoe wuiven de on
schuldige kinderkens met hun meitakken;
hoe blijde treden hofdames en edellieden
hen tegemoet! 't Is een feest van blijd
schap, van liefde en van Mei.
Het orkestvoorspel heeft opgehouden
en mannenstemmen zetten het bruidskoor
in. Opgewekt is hun muziek uit den zang
spreekt levensgeluk.
De Mei gaat als een. jong heraut;
in wit en blauw, in rood en goud,
zijn bonte ronde,
En roept door Gelres wijde land
van Overzicht tot Teisterbant
zijn blijde konde!
Alionora en Reynald nemen op hen
troon plaats en ontvangen de huldiging
hunner onderhoorigen. Eerst begroetten
hen de hovelingen en de kinderen, die de
meitakken aan hun voeten neerleggen,
Dan komen de landslieden hun gaven
offeren. Ondertusschen is het mannenkoor
verstomd; het vrouwenkoor neemt den
zang over en een tweestemmig liefdeslied
vertolkt de gevoeiens van de pas ge
huwde echtgenooten.
1c hebbe in mijns herten hovekyn
Den scoonsten mey gheplant;
Nu door dat open veynsterkyn
Street, liefste lief, die hant!
Aensiet den wonderliken mey,
Den scoonsten in den lande,
Ende pluct der bloemen suvere snee
Met uwen snewynen handen.
Blijdschap 'en geluk straalt op ieders
gelaat, geen wanklank wordt gehoord.
Niet lang zal deze zoete stemming
duren. Ziet gij ginds niet dat bootje, aan
de boeg met een zwaan gesierd, dat
gewrikt wordt door een page en waarin
een zanger in diep gepeins verzonken
nederzit? De man bemerkt niets van de
feesten op het slot en onwillig schut hij
het hoofd ^als men hem aanroept te landen.
Geen zang wordt gehoordalleen het
orkest speelt en sombere toonen ont
lokken de musici aan hun instrumenten.
Het ontwijkend schudden van den on
bekenden zanger verdriet den graaf;
hij geeft bevel aan zijne dienaren den
onwillige te pakken en dadelijk gaat een
page in een boot en noodzaakt den weer
spannige aan land te gaan.
Voor Reynald gebracht, dwingt deze
hem te zingen, zonder acht te slaan op
de woorden van Alionora, die hem poogt
van zijn voornemen af te brengeu.
Baritons zetten „Dat Liet van den Sang-
her" in. Beklemmend is elke strofe en
ontsteld worden de aanwezigen door den
vreemdeling. Angstig kijken zij elkaar aan
een edelman trekt zijn zwaard om den
vermetele te dooden en verschikt vluchten
de kinderen weg en zoeken veiligheid in
den gang van het kasteel.
Ghi wilt met macht, Heer Grave, dwinghen
Den gheest dien gheen en dwinghen can?...
Een sangher es een eerlic man.
Die loghene en laet haer niet besinghen,
laat de dichter den onbekenden zanger
zeggen. Hij voorspelt, dat het geslacht
Gelre niet vegl goeds te wachten staat
en hoe het door eigen schuld ten onder
zal gaan.
ic sach dat lant verdeelt in veden,
Uw zonen doot ende kinderloos,
Ic sach den viant starc endejboos
Ic bleef in tranen neergheseten
Alionora heeft het hoofd vooroverge
bogen; zij tracht den toorn van haar gemaal
te kalmeeren, maar in zijn drift geeft
Reynaid bevel den onheil voorspellenden
troubadour gevangen te zetten.
Het feest is verstoord. Graaf en gravin
trekken zich met hun gevolg terug en het
koor geeft middelerwijl de gevolgen weer,
die het voorgevallene heeft gewekt. Het
mannenkoor zet het noodlot motief in en
vraagt
Waartoe werd den mensch geschonken
De ijdle gave der voorspelling
Die niets dan onheil boodschapt?
Hierin spreekt de ontevreden en drif
tige Reynalt. Het gemengde koor neemt
dra den zang over en laat licht stralen
achter de duistere wolken.
Wil uw toekomst mij verzwijgen,
Wil uw toekomst mij verkonden,
Maar bewaar mij voor de zonde
Die uw straf moedwillig inroept!
Niet te dragen zijn uw slagen
Als ik zoo mij schuldig weet!
Tweede handeling.
De tweede handeling valt verscheidene
jaren later. Twee zonen, Reynalt en Edu-
art, zijn uit de echtverbintenis geboren.
De sombere voorspelling van den zanger
heeft zich gedeeltelijk vervuld: Reynalt
verwaarloost zijne vrouw en deze verwijlt
eenzaam met hare vrouwen op het slot.
Zij draagt thans een wit kleed met
zacht gele mantel erover; op de treden van
haren troon zitten haar beide zopen en
het hof is onder indruk van de droefheid
der hertogin. Terwijl Alionora door een
verrukkelijk gebarenspel haar hartelied
weergeeft, vertolkt het koor haar gevoelens
door een lied.
Nu tighen wi versceijden,
Een elc na sinen cant:
Hi coos die lichte weyden,
Hi liet mi tdonckere lant.
Aandoenlijk mooi klinkt dit lied over
het water.
Alionora verwacht de thuiskomst van
haar gemaalniets kan haar evenwel
uit haar sombere gedachten opbeuren,
waaruit zij gewekt wordt door de bood
schap, dat de zieken, die dagelijks door
haar verzorgd worden voor de slotpoort
staan.
Zij laat hen binnenkomen en rijst op
om die ongelukkigen te helpen. Er zijn
onder hen arme oude vrouweneen
kreupele; kinderen in schamele klee
ding een schrille tegenstelling vor
mend met de omgeving van het kasteel.
Eerst echter knielt Aleonora met hare
geheel hof neder en heft snikkend de
handen ten hemel ,om van God kracht
af te bidden. Dan rijst zij weer gesterkt
op en begeeft zich onder de armen, ter
wijl het koor het lied der „Bermherti-
cheit" aanheft. Liefdevol behandelt Alio
nora de kranken en bemoedigend spreekt
zij hen toe.
Opeens wordt een melaatsche op een
baar binnengedragen, een oude man met
haren en baard. Allen deinzen vol schrik
terug voor dezen gevreesde zieke; de
moeder des melaatschen valt voor de
gravin neder en smeekt haar den on-
lukkige te helpen. Zonder schroom nadert
zij, verbindt en verzorgt den zieken man.
De speelsters, die deze rol vervullen,
doen dit met buitengewone waardigheid
en ernst. We hooren het koor zingen
O Vrouwe doe ghi nederboocht
Ende in demoedicheit ghekniet
Die rauwe wonden aen u toocht
Met uwen hoghen handen
Na tbeelt ons Heren daer hi liet
Den throon om onse ellende,
Ziet gij die ridderschaar, die daar over
de slotbrug binnen rijdt met de edelen
Reynalt aan het hoorn. Trompetgeschal
kondigt hun komst aan nog een oogen
blik, en zij treden de burcht binnen en
komen op de binnenplaats, waar Alia-
nora nog pas met haar kranken bezig
was. Blijde wil Alianora haar gemaal te
gemoel sneilen en omhelzen, verheugd
over zijn behouden terugkomst uit den
strijd, waarna hij de neerlaag leed.
Een vrouw uit haar gevolg Joanr.aJvan
Batenberg, springt plots tusschen beiden
en wijst waarschuwend op den melaat
schen, zoo juist door de gravin verbon
den. Dit motief grijpt Reyalt rede aan
om Alianora te verstooten. Looden
ontzitting valt over de aanwezigen. De
twee knapen gaan naar hun vader en
trachten hem te vermurwen, maar tever
geefs. Norsch gestemd over zijn in den
oorlog geleden smaad wijst hij zijn kin
deren terug, Met droefheid worden ze
door de moeder ontvangen, die hen mee
neemt en zich met haar vrouwen verwijdert
Gij wil verstooten
Der engelen genoote
Wier naam in 't Boek des Levens staat?
zingt het koor waarschuwend den hertog
tegen
Gij hebt gekozen
Voor hemels rozen
Den bloei der aarde, die vergaat...
Klinkt het Reynalt weder tegen als allen
zich van het terras verwijderd hebben en
alleen Johanna van Batenberg met Rey
nalt zijn overgebleven. De hertog biedt
haar een ring en zij geeft hem een bloem.
Beiden gaan gearmd langzaam af
Mijn arm ten allen tijde
Mag willig voor u strijden,
Mijn voeten gaan waar gij 't gebiedt,
Mijn hart blijft wonend
Met uwe zonen.
Bij de eedle die gij Van u steet!
Dit slot van den koorzang teekent de
inwendige gevoelens van Reynalt weer.
Wel verstiet hij „Der engelen genoote"
en koos „Den bloei der aarde" maar zijn
hart bleef aan Alianora gehecht.
Derde handeling.
Het tooneel van het spel is een geheel
ander. Jagers komen op met geschoten
wild, zwanen, reeën, herten, reigers. Zij
leggen hun last neer en vröolijk klinkt
hun lied:
Een Gelderschman, een jagersman!
Halilalom, hatilalie 1
Zij zetten zich luidruchtig aan een
feestmaal, waaraan ook Reynalt en Jo
hanna van Batenburg verschijnen. De
hertog is somber gestemd en neemt wei
nig of geen deel aan de feestvreugde.
Zelfs „Dat Liet van den Rhijnscen Wijn"
vermag hem niet opvroolijken.
Daar komt een nar opzetten en zingt
een lied, waarin hij spot met Reynalts
gevoelens. Hij vertelt hoe daar was „een
ridder aan den Wael, een heer van minne-
lycken zeden," en geeft weer hoe Reynalt
niettegenstaande de vele feesten, die hij
heeft geviert, verlangt naar Alianora, de
moeder zijner zonen. Ant van Batenburg
heftig verontwaardigd, staat op. Ook
Reynalt, is geprikkeld en verheft zich
van zijn zetel, allen zijn in beweging en
ziet, daar in den middeningang, hoog
boven alles uit, staat Alianora, de handen
op de schouders van haar beide jongens.
Reynalt wankelt achteruit en Johanna
van Batenburg sluipt stilletjes weg en
verlaat het tooneel door een der poorten
van de zware 'torens.
Statig daalt Alianora, die een donkeren
mantel draagt, de trappen af en komt
voor op het tooneel, waar zij haar over-
gewaad afwerpt en voor Reynalt staat is
een smetteloos blank kleed als symbool
harer reinheid. Reynalt knielt voor haar
néder en kust de rand van het gewaad.
Het koor verwoordt Alianora's gevoelens
door de lied.
Wilt ondersoecken nu,
So biddic u,
Mijn lieve Here,
Crancheit ende smet,
Den blaem daermet
Si mi onteren.
Liefdevol beurt Alianora Reynalt op en
terwijl zij zich met hunne kinderen te
rugtrokken, heft het koor den eindzang
aan, de zang van late liefde:
Dieper rijst de najaarsmorgen over
uw hereenden bond.
e artistieken leiding beruste bij
Henricus de muziek is van den heer
F. S. A. Koeberg en de tekst der liederen
van Dr. P. C. Boutens, Door huune
samenwerking (kon het anders) is een
kustwerk geschapen, dat op meesterlijke
wijze werd uitgebeeld. De composties
werden door het Utrechtsch Stedelijk
Orkest en door Toonkunst op bewon
derenswaardige wijze verklankt.
Ziet! Daar komen zij aangevaren.
Vooraan, geverfd in de kleuren van 's
Prinsen wapen, het blauw en het goud,
is de boot van' Zijne Hoogheids trom
petters, zes in getal, die thans niet als
roep ten oorlog, maar voor blijdschap
en aandacht hun gouden instrumenten
klinken laten» L 1
Prins Frederik Hendrik met zijn trein
van twintig edellieden bemant een vaar
tuig, „De Vrede-Rijck" genoemd, dat in
grootte alle de anderen overtreft. Bij
hem is gezeten Hare Majesteit-zelve,,
Henriette Maria, Koninignne van Enge
land en moeder van de Piincenbruid.
Het Engelsche gevolg der "Koningin
is gezeten in een boot, die blauw en rood
geschilderd is, „de Maeghd van' Groot-
Britanien" geheeten. De groote ivoor en
gouden sloep met het blauwe berghout,
getooid met roode en witte rozen, „de
Princebruydt", draagt Tiet jonge bruids
paar Prins Willem van Oranje en Maria
Henriette, de dochter van den Koning
van Engeland, met hun gevolg van vrien
den.
Daar gin'ds in die boot van grijs met
het gouden boeisel is de Koningin van
Bohemen gezeten, Elizabeth, Keurvor-
stinne van de Palts en Hertogin van
Beieren, dochter van Jacob den Eer
sten. Bij haar, in die blanke kleed ij,
staan hare twee zonen, de prinsen Ro
bert en Maurits, om hunne uitgelatenheid
en' onstuimige 'dapperheid veelal „de!
Dolle Palatijnen" genoemd.
Verder zien wij in de geel-blau\v ge
verfde boot met oranje berghout veld
maarschalk Willem, graaf van' Nassau-
Siegen, vergezeld van menig beroemd
krijgsman, staande onder de bevelen van'
de Staten-Generaal. Van de kleinere vaar
tuigen, is het zWart-wit-geblokte bemand
met het gevolg van den Frieschen Stad
houder en het zwart-rood-gepunte met
hooggeplaatste militairen, kolonels V2n
verschillende regimenten voetvolk. De
Prinsen van Portugal, pretendenten naar
de Kroon, varen rond in de blauwteP
boot, die wit gestreept is.
Wanneer de vaartuigen, na q,enigen
tijd door één geroeid te zijn, hunne?
plaatsen gevonden hebben, nadert, voor
afgegaan door trompetters van Amster
dam, de boot, waarin gezeten zijn de
voornaamste magistraten, die den Prins
bij zijn Blijde Incomste ontvangen heb
ben.
Wanneer deze kleine vloot de andere
vaartuigen nabij is gekomen, houdt de
Drost van Muyden, Pieter Cornelisz.
Hooft, tot de hooge gasten een „Toe-
spraeck^ uitnoodighende de doorlochte
gasten tot het bijwonen van het ghebae-
renspel."
Vorstin von Wied. f
H. K. H. de Vorstin-Moeder van Wied
geboren Prinses Marie der Nederlanden
is, blijkens heden ontvangen bericht,
overleden.
De overleden Prinses, dochter van
wijlen Z. K. H. Prins Frederik der Neder
landen, was geboren 5 Juli 1841 en ge
huwd te Wassenaar met Z. D. H.
Willem, Vorst von Wied, overleden 22
October 1907.
Wij vernemen nader dat de Vorstin-
weduwe van Wied, de Nederlandsche
Prinses Marie, hedenochtend in haar
woonplaats Neuwied, na een zeer kort
stondige ongesteldheid is overleden, dus
nagenoeg onverwacht.
De gisterenochtend geconstateerde ver
schijnselen van koorts deden een zoo
spoedig uiteinde niet vermoeden.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den morgen van
22 Juni 1910, medegedeeld door het Kon.
Nederl. Meteorologisch Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 766.3 Coruna.
Laagste barometerstand 755.4 Malinhead.
Verwachting tot den avond van 23 Juni 1910,
zwakke meest zuidwestelijke wind, bewolkt tot
zwaarbewolkte lucht, waarschijnlijk regen of
onweersbuien. Zelfde temperatuur.
Laatste Bericliitera,
(Gedeeltelijk gecorrigeerd.)
's GRAVENHAGE 22 Juni. Naar men
verneemt is het bezoek van den Koning
en de Koningin van Belgie tegen 15 Sep
tember a.s. te verwachten.
Marktberichten.
AMSTERDAM, 22 Juni. Aangevoerd 22i
vette kqjveren le 80 a 82., 2e kw. 70 a 75'
53 nuchtere kalveren 10 a 14., 435 vette varkens,'
le kw. 55 a 56., 2e kw. 52 a 53.,overz, en geld
le kw. 55 a 56., 2e kw. 51 a 52 c. per Kilo.
ROELOF ARENDSVEEN,21 Juni. Aan de groen-
tenveiling van den Tuindersbond „Eendrachf
maakt Macht" werden heden aangevoerd peulen^
75 a 1.02 ct. doperwten capucijnen 95a00ct, pel
zak van 10 K.G. aardbeien 12 a 24 ct. pel
K.G. Wortelen 0— h 0 ct. per bos.
Aanvoer 92 zak peulen 0 doperwten 78!
zak capucijners 16 K.G. aarbeien oCO bol
Wortelen.
WOERDEN, 22 Juni. Aanvoer ter kaasmarkt,
527 partijen. Prijs Goudsche kaas le soort f 2S
a f31,50. id. 2e soort f25 a f28,50, id. zwaar
dere f 30.00 a f31,50 Edammer kaas le soort f
a f —.00, id. 2e soort f 00.00 a f 00.00, Goud
sche gestempelde f 30 a 34.Alles per 50 kilo.
Handel traag.
CORRESPONDENTIE.
J. B., te N.-V. Toezending adressen
gewenscht.
Beurs van Amsterdam.
22 Juni 1910.
Nederland.
3% Obi. Ned. Werk. Schuld
3% Cert. dito
2 dito
Hongarije. Goudl. 4%.
Oostenrijk. 5% Obl. April-Oct.
Dito 4% Jan-Juli.
Portugal 4% Obl.Tabaksmon.
3% Obl. le serie
Rusland.4%% Obl. 1909Ned.Rec.
4%% dito Obl. 1909
4 dito bij Hope Co. a. G. R. 125
4 dito 6e Emiss.
Servië 4% Obl. 1895
Mexico 5% Goudl. '99
Brazilië. Fund. L. 1898
Columbia 3% Gee. B. Schuld
Venezuela 3% Dipl. Sch. 1905
37o Amsterdam 1900-01
47o Leiden 1896.
Aand. N. West. <SPac.Hyp.B.C.
Amalg. Copper Cy. C. v. Aand.
Cert. v. Amer. Car <5 Found C.
Un. Cigar. M. C. v. A.
Cert. v.g. A. Unit. StaiSteelCorp.
Cert. v. pref. Aand. dito
Aand. Barge Moormann (liq.)
Amst. Cult. Mij. der Vorstenl.
Aand Kol. Bank
Ned. Handelsmpij. Rescontre 5
Gew.aand.„Ketahoen"Mijnb.Mij.
Redjang Lebong Mijnb. Mij.aand.
Aand. Great Lobars
Gee. Holl. Petr. A.
Aand K. N. M. t. expl. v. Petr.
Br. a f 1000
Aand. Moeara Enim Petr. Mij.
Aand. Sum Palemb. Petr. Mij.
Gew. aand. intern. Merc. Mar.Cy.
Pref. aand. dito. dito.
Aand. Amsterdam Deli Comp.
Aand. Deli Cultuur Mij.
Aand. Deii-Mij.
Aand. Nieuwe Asahan Tab. Mij.
Aand. Un. Langkat PI.
Cert. v. Aand. Maxw. Land Gr.
Cert. v. aand. Peruv. Corp. Lim.
Cert. v. Pref. aand. Corp. Lim.
Aand. Holl. ljz. Spoormij.
Aand. Mij. t. Expl. v. Staatssp.
Gest. Obl. Boxtel-Wesel 1875-80
Aand. Warschau-Weenen Spw.
Cert. v. aand. Atchison Topeka
Cert.v. aand. Chesapeake ócOhio
Cert, v.aand. Denv. Rio Gr. Sp.
Gew. aand. Erie Sp. Mij.
47o General Lien Bonds dito
Gew. A. Kans. City South Rw.
Mexic.Intern.PirorLien Obl.4%%
Cert. V. aand. Miss. Kans. T.
47o le Hyp. Obl. dito
Aand. N.-Y. Ontario Western
Cert. v. gew. aand. Rock Island
Gew. aand. South Pacific
Afgest. gew. aand. South Rlw.
Cert.v. gew.aand. Union Pac.Rlr.
4% Goud Obl. Union Pac. Rlr.
Gew. aand. Wabash
Leeningen Amsterdam a f 100
Paleis voor Volksvlijt 1867
Aand. Witte Kruis
2Antwerpen 1887
4% Hongaarsche Hypb. 1884
4% Theiss. Regulir. Ges. 1880
5 7o Staatsl. Oostenrijk 1860
3 70 Madrid 1868
Turksche loten 1870
Congoloten 1888
Panama-kanaal loten
Prolongatie rente 5 5%
ADVERTENTIE N.
Bedrijfboer (R.=K.)
Gevraagd tegen Sept. a.s. voor
een kleine nog op te richten
modelhoeve in Noord-Brabant
BEDRIJFBOER,
gehuwd, of broer en zuster, be
kwaam om zelfstandig het melk
en veebedrijf uit te oefenen.
Brieven met volledige inlich
tingen worden ingewacht onder
nr. 3801, bureau Leidsche Cou
rant.
AMEUBLEMENTEN,
Mare 36. Telph. 829
Beveelt zich beleefd aan.
koopt niet in winkels, waar zede-
kwetsende artikelen uitgestald en
voorhanden zijn.
Koopt aan stations-boekenkasten
of kiosken alleen die lectuur,
welke zeker geen gevaar oplevert.
291)
LEIDEN. Interc. Tel. No. G-1.
vorige K.oer
Koers, hede
901{6 90%
90% 90%
75
oi%
94%
96
87
87%
81%
100%$
102%
47%
57
101%
87
170%
65%
177%
149%
32%
44H
40%
122%
25%
176
100%
19%
109 ï-é
1.75
79
95%
118%
159%
175%
70
52%
f46.50
f67.75
96%
67%
94%,
5%
18%
27%
73%
32%
38%
44%
40%
1236;;
25%
175%
100%
19%
1.75
70%
52%