197 schaduw van zorg of rampen. Ofschoon wij betreuren, dat de gewaardeerde diensten van de kleine heldin van Red Rock voor de maatschappij verloren gaan, wij gevoelen een levendige voldoening, dat wij haar echtgenoot behouden, en zullen haar altijd toch als een lid der groote Santa Fé fa milie beschouwen. Moge de zon van ongestoord geluk steeds uw levenspaden beschijnen. (Get.)'R. b. Gemmill. Hoofdinspecteur, der Telegraaf. „Ik heb de opdracht," voegde de hoofdopzichter er bij, „deze twee enveloppen onder de geschenken van goede vrienden op deze tafel te leggen. Zij bevatten de blijken KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM: het admiraalschip van Michiel Adnaansz. de Ruyter, met de voornaamste vader- landsche zeehelden er op, in den grooten historischen optocht. De expres trein stopte ongeveer op een mijl afstand van het station om de politie beambten te laten uitstappen en zonder gevecht het station te kunnen laten naderen. Zij omringden het depot om de roovers gevangen te nemen, maar helaas, dezen hadden den trein al hooren aankomen en uit vrees voor een hinderlaag verlieten de schurken het kantoor, be stegen hun paarden en wis ten te ontkomen, vóór een schot gelost was. Eenige maanden later stond ik in het salon van Mevrouw Rankin's villa te Arkansas, toen mij een telegram werd overhandigd. Ik las het en overhandigde het aan het kleine vrouwtje dat in bruids tooi naast mij stond. Maar de opzichter las het overluid voor de verzamelde gasten: Topeka, Kansas 10 Mei 18 Den Heer en Mevrouw F. Saunders, Arkansas. Al de beambten van de Excuus. Kan je niet zien is de nijdige vraag van een heer, die een beschorikene tegen zich aankrijgt. Best hoor, ik zie uwes wel tweemaal. Des te meer reden om mij niet tegen het lijf te loopen. Dat komt daar vandaan, ziet u, dat ik tusschen beide door wilde passeeren Excuus. „Jij hebt een lief hondje hoor, gis teren heeft hij mij door mijn laarzen gebeten. „Ja, vegetariër is hij nog niet. Santa Fé maatschappij vereenigen zich in warme gelukwenschen met de bede dat het nieuwe leven, dat ge heden begint, nimmer mag verduisterd worden door een H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins te Haarlem: de feestelijk versierde Barteljorisstraat. Hij sprak uit ondervinding. Vader. Ja, mijn zoon wordt eens een beroemd schrijver. Vriend. Hij schrijft niet bm geld te ver dienen, is 't wel Vader. Hm, dan moest je zijn brieven aan mij soms lezen. KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM: H. M. verlaat het Rijksmuseum na|haar bezoek aan de vcrzameling- Drucker. van waardeering voor bewezen diensten van de Santa Fé maatschappij en van de Wells Targo maatschappij. Een der enveloppen was geadresseerd aan Corrie en de andere aan mij. Zij bevatten elk een gloednieuw bankbiljet van 1000 dollars. KONINKLIJK BEZOEK AAN HAARLEM: een kritiek oogenblikje voor de politie, terwijl de dichte menigte aan het einde der Barteljorisstraat opdrong naar de Groote Markt en het cordon dreigde te verbreken. Een slimmerd. Man. Ziezoo, die brief aan mijn vriend is klaar, maar nu heb ik ver geten welke straat en welk huisnummer hij mij heeft op gegeven. Nu weet ik waarlijk niet aan wien ik den brief adresseeren moet. Vrouw. O, dat is al zeer eenvoudig. In 't post criptum verzoekt ge hem zelf den brief aan het postkantoor afhalen. Ook een diagnose. Mijnheer (geërgerd). Daar heeft de dokter bij de laatste ziekte mijner vrouw een verkeerde diagnose gemaakt; hij meende, dat ik haar een diamanten collier moest koopen maar nu kom ik tot de conclusie dat 't om een automobiel te doen is. 'n Eerlijk mensch. Toerist, (die tegen de rotsen bekneld raakt en zich niet loswerken kan). Kon ik nu maar mijn kamer in het hotel afbestellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 13