&T Hè 196 ton naderen, het naaste station op de lijn naar het zuiden toe, en als hij dat gepasseerd was, kon niets de reizigers meer vrijwaren van in de handen der roovers te vallen. Het toestel was geruimen tijd stil geweest, en ik lag bevende van angstige verwachting elk oogenblik te luisteren of Whaston het passeeren van No. 4 seinde. „KlikI klikl R r-r-r-r klik 1 Wat deed het toestel zoo zonderling klinken? Toen hoorde ik in heldere tikken den oproep van den lijnopzichter. Whaston zou den trein seinen, maar neen. Mijn eigen signaal werd gegeven. Wat moest dat beteekenen De lijnopzichter antwoordde en uit mijn hart kwam een zucht van verlichting toen ik höorde seinen ,,Hier is Cr. te Red Rock. Sd. wordt door treinroovers gevangen gehouden in het kantoor. Ik heb op zolder den draad in handen. Stop No. 4, Whaston vlug!" „Ik hoor het en zal 4 hier houden, all right,viel Whaston hier in. Er werd bevel gezonden den trein op te houden tot nader order en een uitvoerig bericht aan den treinconducteur. Goddank, de trein was veilig. Ik begreep nu alles. De wakkere jonge dame had de roovers gehoord toen zij binnentraden, had ons gesprek afgeluisterd en haar vorige ervaring van den stoffigen zolder zich te binnen roepende, was zij in de duisternis naar boven ge klommen, had een der draden gebroken en de einden bij elkaar brengende, had zij verbinding kunnen krijgen met den lijnopzichter. In de stilte van den nacht kon zij eiken tik van het toestel hooren en even goed werken alsof zij voor de tafel zat Binnen eenige minuten kwam een sein van den lijnopzichter, dat zij prompt beantwoordde. HET TRAMONGELUK OP BEIERLAND: de zwaar beschadigde tramlocomotief. H. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM: M. de Koningin en de Prins aan den ingang van Artis, waar lijnopzichter antwoordde op trein van Mulhall, twee stations een aantal schoolkinderen ter begroeting opgesteld stonden. schieten en ofschoon ze mij zeker zouden mishandelen, ik begreep dat mijn plicht tegenover de maatschappij van mij vorderde al het mogelijke te doen en de gevolgen af te wachten. Na gewacht te hebben tot de een rapport omtrent den verder, en wetende dat hij bij zijn toestel stond, sprong ik op en snelde naar mijn toestel. "Trei. Ik ging niet verder. Daar was een luid ge raas, ik voelde een hevi- gen slag, vergezeld van een stekende pijn in mijn dijbeen en zonk op den vloer. „Jou vervloekte schelm, was dat je spel? Geluk kig voor je dat mijn pistool afging voor ik het op je hersens gericht had, anders was je er om koud geweest." Zij beurden mij op en sleepten mij ruw naar de bank, op een vreeselijke manier vloe kende om mijn poging hen te dwarsboomen. Ik wist nu dat ik in mijn been gewond was, doch had geen hevige pijn. De trein moest nu on geveer het station Whas- „God zegene u, miss, ge hebt een groot werk gedaan dezen nacht. Express-trein met politie vertrekt binnen vijf minuten en zal binnen vijf en veertig minuten te Red Rock zijn. Blijf waar je veilig bent in geval van een gevecht met de roovers." „O, ik ben zoo bang dat Sd. gedood is," hoorde ik haar zeggen. „Ik hoorde dat zij hem met den dood bedreigdener klonk een schot ge volgd door geschuifel met de voeten." Op luiden toon, zoodat zij mij hooren moest, riep ik tot de roovers „Mannen, ik ben in de dij geraakt en heb veel pijn. Deze bank is een hard bed voor een gewonde. Wilt ge mij in de naaste kamer dragen en mij daar te bed leggen v „Wat kan het ons schelen of je pijn hebtLig stil of je kunt nog meer krijgen." Ik hoorde dat de kleine heldin mijn woorden overseinde aan den op zichter ea begreep dat mijn doel bereikt was en zij gerustgesteld was omtrent mijn leven. Een oogenblik later kwam een bericht voor mijn oor bestemd „Hou je goed Fred, er kom1- hulp. Wij heb ben dit spel grooten- deels gewonnen, maar je toestand doet mij ver driet, oude jongen. Tracht het te dragen. Ik kom bij je zoodra de trein hier is.Cr." God zegene haar. En zij noemde mij Fred 1 Als ik met phantasie begaafd was, ik schreef een prachtig verhaal van het gevecht tusschen de politie en de roovers, maar ik ben slechts een eenvoudig telegrafist en moet mij strikt aan de waarheid houden. HET GOUDEN FEEST DER PAROCHIEKERK VAN DEN H. JOANNES DEN DOOPER TE HOOFDDORP de feestelijk versierde kerk van binnen. EEN ERNSTIG TRAMONGELUK eenige dagen geleden is op den weg van Oud-Beierland naar Piershil de Beierlandsche Stoomtram gederailleerd. Zooals onze foto doet zien, is het tramrijtuig bij dit ongeluk geheel verwoest. Erger is, dat bij dit tramongeluk drie menschenlevens te betreuren zijn: die van de beide stokers en den machinist. De conducteur en eenige passagiers werden meer of minder ernstig gewond. mijner bezoekster laten varen, gerustgesteld door haar wegblij ven.- Ze had de roovers zeker gehoord en was in de goede renbergplaats verborgen of door de achterdeur ontsnapt en naar het station gegaan om hulp. Maar wat voor hulp kon van daar komen 1 Ik wist dat daar geen enkel vuurwapen was en de be ambten zouden hun heil in de vlucht zoeken op het eerste bericht dat ik in handen der Daltonbende was gevallen. Op het laatst besloot ik de wanhopige poging te wagen, den lijnopzichter te waarschuwen, en zoo den trein voor een overval te bewaren. Ik geloofde niet dat de schurken zouden i'v*Vr V'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 12