R. IR. de Koningin en Prins Rendrik
te Raarlem.
180
koortsachtig. Als hij buiten kennis was, sprak hij
telkens over de vorstin. Zij had een zwaren tijd
te doorworstelen, want behalve dat zij hem moest
oppassen en verzorgen, moest zij ook uitgaan om
voedsel te zoeken. Vruchten waren er niet vol
doende om hen te voeden en ten slotte ging zij
in haar radeloosheid zelfs uit om wild te zoeken.
Zoo gingen eenige dagen voorbij en op het
laatst verliet de koorts Stefanitza en viel hij in
een rustigen slaap. Het was laat in den namiddag
toen hij door een scherpen kreet werd gewekt.
Hij sprong op en zag om naar zijn wapenen,
doch vond niets dan zijn lans. Haastig snelde hij
de spelonk uit en vond de vorstin, zich met zijn
zwaard verdedigend tegen twee Turken. Stefanitza
vergat zijn zwakte met een sprong was hij aan
haar zijde en joeg een der aanvallers zijn lans
door het lichaam. De tweede Turk trachtte te
vluchtten, maar werd gegrepen en gewurgd met
zijn eigen sjerp.
„Zijn er nog meer op den weg hier,® vroeg
Stefanitza.
De stervende Turk schudde zijn hoofd slechts
heen en weer, of wel hij verstond hem niet of hij
wilde niet antwoorden. Helena stond met doods-
bleek gelaat tegen de rots geleund nu het ge
vaar voorbij was ontzonken haar de krachten.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN HAARLEM:
H. M. de Koningin en Prins Hendrik, te midden der feestvierende en jubelende Haarlemmers
langs de trotschc Dreef rijdende.
Wordt vervolgd
-PRINS"HENDRIK AAN HAARLEM.
at. 2. H. M. de Koningin, geleid door den heer Krelage, en Z. K H. Prins Hendrik, geleid
monument dat menigeen daar voorgoed zoo schilderachtig zou wenschen4. Een kijkje over
Van het Bloemencorso:, de prachtige groep die „de Tuinbouw" voorstelde. 6 Een der laatste
meert de Groote Kerk om zich naar het Station te begeven.
Dat was lang geleden, dat Haarlem de eer van een
Koninklijk Bezoek had mogen ontvangen Enmetblijd-
schap vernamen dan ook de Haarlemmers, dat Koningin
en Prins de uitnoodiging der bloemenstad hadden aan
genomen.
Waardig en met geestdrift heeft Haarlem's bevolking
de Koninklijke Gasten ontvangen. De talrijke en fraaie
kiekjes in dit nummer die ons zelfs dwongen eenige
der Amsterdamsche foto's tot het volgende nummer
uit te stellen geven van die ontvangst te Haarlem
een uitmuntend denkbeeld.
Heel den dag, van het oohenblik waarop de Konink
lijke Stoet door een haast onafzienbare menigte de rijk
versierde stad binnenreed, tot lang nog nadat de Vor
stelijke Bezoekers, met herhaalde dankbetuigingen voor
de hartelijke ontvangst, weer vertrokken waren, vierde
Haarlem de komst van Koningin en Prins en sprak het
in de meest hartelijke juichkreten zijn gevoelens voor
de Koninklijke Familie uit. Voor de geheele Konink
lijke Familie, want opmerkelijk was het, hoe de
gedachte aan onze jonge lieve Prinses Juliana, al was
Die dan ook niet meegekomen, den Haarlemmers toch
den geheelen feestdag bijbleef,
^En telkens weer bleek het, in gezang en toespraken
en juichkreten, dat men in de Koninklijke Gasten tege
lijk ook prinses Juliana huldigde en toejuichte, dat
[men in onze geliefde Koningsvrouwe tevens de Moeder
jbegroette van Haar, die hoe jong ook nog, reeds de
vreugde en de trots uitmaakt van ons volk.
De ontvangst van Koningin en Prins te Haarlem is
schitterend geweest
Het feërieke bloemencorso, waarvan onze foto's
jammer genoeg maar zwakjes de schoonheid kunnen
weergeven, een schoonheid waarvan iedereen met we
zenlijke bewondering sprak en waarin Haarlem zijn naam
als bloemenstad eer aandeed, de aubade op de
Groote Markt, waar vier duizend kinderen Koningiu en
Prins toezongen, het waren wel de glanspunten van den
dag, maar toch geen overheerschende momenten in
het op alle punten even goedgeslaagde en mooi ge
animeerde feestprogramma.
En wat een aandoenlijk oogenblikje, toen op een der
punten waar de Koninklijke Stoet langs kwam, onze
geliefde Vorstin het eenige Haarlemsche Juliana-kindje
op den zelfden dag geboren als ons Prinsesje
begroette. Het was op bepaald verlangen van H. M.,
dat de gelukkige moeder, mejuffrouw Glas, daar met
haar kleine Juliana wachtte om een groet en een be
langstellend woord van Hare Vorstin te ontvangen.
Ook de Heemsteders, wier monumentale eerepoort
zeker een der glanspunten van de versiering ter eere van
Koningin en Prins uitmaakte, genoten de eer de Vor
stelijke Bezoekers bij monde van hun burgemeester te
mogen begroeten.
Hartelijk en bijzonder vreugdevol was den geheelen
dag de stemming der Haarlemmers geweest. Maar toen
eindelijk het uur van vertrek was aangebroken en de
dichtopeengepakte menigte daar op het ruime Stations
plein Koningin Wilhelmina en onzen Prins Hendrik
Dien de Haarlemmers zoo goed kennen een laatsten
groet wilden brengen, toen waren de Koninklijke Gasten
daar als vertrekkenden, die de bevolking haast niet
kon laten gaan, van wie men bijna niet scheiden kon.