27 De Stad der Misdaad. BUITENLAND. BINNENLAND. Ie Jaargang. No. 172. 3)e£ci Bureau OUDE SINGEL. 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. PIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post f 1-50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2'/i cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Woensdag April 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Aan een feestmaal, dat president Fal- jlières aan Roosevelt aanbood', ter gele genheid van diens bezoek aan de Fran- jsche hoofdstad, sprak de oud-president in een dankwoord o.a. deze woorden: „leder beschaafd mensch, die in Frank rijk komt zeide hij heeft er iets te tleeren omdat Frankrijk de bakermat is van de moderne beschaving/' Tegen deze uitspraak, zooals zij in tiaar 'algemeenheid luidt, zou nog wel het een en ander zijn in te brengen, en deze „ba- -kermat" zou te completeeren zijn inet minder mooie zaken dan beschaving; jmaar de vormelijke woorden, na een 'feestmaal gesproken, moet men niet op den keper beschouwen. Alleen wenschen we de ^aandacht te vestigen op een uitvloeisel der „moderne beschaving" juist in het centrum der be schaving, in het verlichte Parijs. In een liberaal Fransch blad lezen we, dat „la ville Lumière, de lichtstad, dreigt te worden „de stad der misdaad." Er wordt tegenwoordig op schrikba rende wijze te Parijs gemoord en ge stolen. En wel zóó erg, dat de overheid er vrijwel machteloos tegenover staat. De gemeenteraad heeft zich met dezen .verontrustenden toestand bezig ge houden en den poLitieprefect Lépine ont boden, die het euvel bevestigde. Hij er- ikende de onmacht van zijn manschappen. ,;Hij vroeg geld om het aantal zijner poli- Itie-agenten teverdriedubbelen. En :daar de gemeenteraad geen stuiver in kas riheeft, om* den hoogsten bewaarder dei- orde te helpen, zal Parijs geen agent meer en..,geen apache minder krijgen. Ziethier eenige welsprekende cijfers waaruit men zien kan, hoe hand over 'ihand de misdaden zijn toegenomen. In 1831 hadden er jaarlijks 113.000 misdaden en misdrijven plaats; in 1871 groeide dit getal tot 250.000; in 1897 tot 514.000 en in 1905 tot 556.000. En nu is men reeds vijf jaar verder! Hoe zal juist in deze laatst.e jaren het aantal misdrijven zijn toegenomen. Het is dan ook zoo gesteld, dat het aan- tal vreemdelingen, Amerikanen en En- gelschen, dat Parijs pleegt te bezoeken zeer belangrijk verminderd is. De politiebescherming is totaal onvol doende. De apachen zijn meester van de straat en hun steeds groeiend aantal be lwijst duidelijk, dat zij al sedert lang de macht of liever de onmacht der overheid op haar juiste waarde hebben weten te i schatten. Van 'hun kant zijn de rechters vaji in structie geheel met werk overladen. Het 'parket te Parijs heeft jaarlijks minstens 1400 zaken, diie niet kunnen worden afge- l daan. Met de correctioneele rechtbanken is het al niet beter gesteld. Het vorig jaar hebben deze uitspraak moeten doen over 28000 aanklachten. Bij gebrek aan plaats in de disciplinaire inrichtingen 'worden vele schuldigen een voudig vrijgelaten. Bij gebrek aan geld om hen te onderhouden laat men ook een groot aantal vrij rondloopen. Slechte mis drijven van beieckenis worden gestraft ■en zoo wordt een heele troep misdadigers aan de straat teruggegeven, die strak? het „kader" van beroepsmisdadigers zul len gaan versterken. De politie, ontmoedigd door de on - vruchtbaarheid van haar werk, houdt slechts met tegenzin individuen aan, die het parket morgen zal vrijlaten. Wanneer men bedenkt, dat alleen in d;e Seine-afdeeling per dag ongeveer twee honderd diefstallen met inbraak plaats hebben, dat is 73000 per jaar, en dat het totaal van den buit jaarlij-ks het cijfer van veertien en half millioen franken be reikt, dan vraagt men zich af, wat er „v a n hetcentrum van debakermatvan de moderne beschaving" ".och wel geworden is. Jacques Collandres geeft het antwoord in de „Petit Bleu": de stad der misdaad. Evenals de tijger, die voor zijn genoe gen mooi Jt, z:\3i Ce :i;de schrijver in liet fel anti-eleiica.e blad, Ls de Panjsche apa che er toe gekomen bloed te vergieten en te moorden uit een zekeren bluf, een pochzucht, en als een uitdaging. Elk oogenblik worden vreedzame wan delaars met den dolk gestoken door in dividuen, die, als ze aangehouden wor den, cynisch voor den politiecommissaris verklaren, dat het hun slechts te doen was om te moorden Het is voldoende een hoofd te hebben, dat die iheeren niet aanstaat, om in de gelegenheid te zijn, op een of anderen hoek van een stille straat afgemaakt te worden, zonder dat mijnheer de apach de moeite neemt uw zakken om te keeren! Vooral de politie-agenten zijn reeds ge- ruimen tijd de aangewezen slachtoffers der apachen. .Heeft een politieman de onvoorzichtig heid zich alleen in een afgezonderde of minder goed bekend staande buurt te begeven, het is bijna zeker, dat hij er niet levend uitkomt. Hij wordt omsingeld en geworgd door een bende, die plots uit een donkeren schuilhoek opduikt, en die op den persoon van den bescheiden verte genwoordiger van gezag en orde het be wijs zal leveren, dat de overwinning is aan het kwaad en de heerschappij aan de misdaad Zóó is het gesteld in het centrum der Fransdhe moderne beschaving, in het ver lichte Parijs. Het Parijsche parket en de gemeente raad hebben daartegen een alarmkreet doen hooren. Maar reeds is het te laat, om met vrucht handelend te kunnen optre den, schrijft de heer Collandres. De werkelijke meesters in de Lichtstad zijn niet de mannen der overheid de apachen zijn koningen in de stad der Mis daad België. Het Handelsblad van Antwerpen méldt over de komende bloemententoonstelling te Brussel: De reeks tijdelijke wedstrijden die el kaar gedurende de tentoonstelling moe ten opvolgen, zal worden ingehuldigd met een tuinbouwtentoonstelling, die voor het publiek zal geopend zijn, te beginnen van Zaterdag 30 dezer. Het inrichtingsco- miteit beschikt over een hal van bijna zeshonderd vierkante meters, grenzend aan het Belgische paviljoen van waters en bossohen. Deze tentoonstelling zal zeker de volledigste en schitterendste tuinbouw tentoonstelling zijn, die ooit te Brussel werd ingericht en zal onder alle oogpun ten te vergelijken zijn met de beroemde bloemenfeesten te Gent. Meer dan hon-: derd Belgische exposanten uit alle streken van het land, de eerste tuinbouwhoeven van Engeland, Holland en Frankrijk .zul len tot 'het verhoogen van den luister de zer bloemenuitstalling bijdragen. Men zal er de zeldzaamste orchideeën bewonde ren, de azalea's met geelrooden weer schijn, die de faam der Gentsche kwee kers uitmaken, bloeiende planten vaai al len aard, de schoonste specimen van sier- palmen en vaiens, afgesneden bloemen, geforceerde vruchten, eerstelingen, enz. enz. De kunst der bloemisterij, die in de laatste jaren zoo vooruitging,' zal er ruim vertegenwoordigd zijn. Al die wondcien zijn zeer teeder. Ook kunnen zij slechts gedurende drie dagen tentoongesteld blijven. Reeds van af Dins dag zullen de verhuizers dit schitterend bloem en pa! eis opruimen. Duilschland De vernieling van Z. II. Een ooggetuige schrijft uit Weiuburg aan de Kölnische Zeitung: Om twintig minuten over eenen zagen wij plotseling op een afstand van een paar kilometers het luchtschip van Zeppelin aankomen Wie de .Zeppelin vroeger ge zien heeft,' zooals ik in mijne vaderstad Keulen, moest dadelijk het wankelen -en draaien van het luchtschip opmerken. Nu ens was de voorsteven, dan weer de ach tersteven boven, en het draaide voortdu rend om zijn as heen en weer. Daar er een harde storm woei, kwam het lucht schip snel nader en met den verrekijker kon ik zién dat er niemand in de sohuitj- jes zat en dat de scuioeven niet werkten. In ongeveer tien minuten was het lucht schip vlak bij en daalde steeds dieper in Lahn-dal Ons huis ligt op een. steil OjjoujgciidiSfiots. Daaiop ü.ieef Jiet lucht schip angstwekkend snel aan, en toen ik zag, dat het dicht bij ,ons zou botsen, snelde ik naar beneden, om dadelijk hulp te kunnen bieden. Toen ik erheen snelde stoote het luchtschip juist tegen de rots. De bewoners van een huis, dat 15 M. van de plek ligt, vlogen mij tegemoet met den uitroep: „Ons huis gaat er aan, berg je lijf." En bijna zou het huis ook erg ge havend zijn, daar de ballon vlak erbij in de boomen vloog, onder welke ik mij juist bevond. Een ware hagelbui van tak ken en twijgen kletterde om mij neer en het schuitje botste, greep ik snel een neer hangende lijn en wond die ijlings om een boom. Daardoor van onderen vastgehou den, spietste de ballon zich in de takken vast, terwijl het luchtschip midden door brak en de voorsteven met het voorste schuitje langs den anderen kant van de rots neerdaalde. Snel meerde ik het schuitje ten tweede male met een touw vast. Spoedig verschenen ook de ver schrikte bewoners van het huis weer en telefoneerden naar de onderofficiers- school te Weilburg, maar de ballon had de telefoonpalen gebroken en de leiding vernield. Maar in de stad was het ong°!uk opgemerkt en spoedig verschenen de on derofficieren en de brandweer, die het schi.p spoedig vastgemeerd hadden. De ballon had iutusscheii steeds meer gas verloren en flapte gaandeweg in elkaar. Maar hoe zag hij er uit! Flarden hingen neer en flapperden in den storm, in het midden was hij doorgebroken en de alu minium deeien staken uit in de lucht. Een waar beeld van gebroken macht. Na on geveer drie kwartier kwamen uit Lim burg de officieren en manschappen van de luchtschippersafdeeling aan en begon nen eerst de schuitjes, waarvan de mo toren bijna niet geleden hebben, in vei ligheid te brengen Roemenië. Een belangrijke wet is in Roemenië thans ingediend betref fende de overal actueele „vraag" van' het stakingsrecht der publieke ambte naren. Vertaald luidt dit laatste ontwerp, uiterst kort in 3 artikelen saaingevat, als volgt: Art. 1. De ambtenaren, de handwerks lieden, de arbeiders en alle degenen, die in loondienst zijn van den Staat, een district, een gemeente of een bedrijf, door een publiekrechtelijk lichaam, be nevens zij, die aan liet hoofd van een zoodanigen openbaren dienst staan, zul len in geen geval lid kunnen zijn van een vakvereeniging, zonder machtiging van het Ministerie, waartoe zij behoo- ren. De ambtenaren en de bedoelde ar beiders mogen niet tot werkstaking over gaan. Hij, die de hiervoren genoemde be palingen overtreedt, zal worden ontsla gen en alle hem toegekende voorrechten verliezen en geen aanspraak kunnen ma ken op de bedragen, die van zijne wedde ingehouden zijn voor de verschillende spaarkassen en pensioenfondsen, volgens de wettelijke of contractueele bepalin gen. Zij, idie binnen veertien dagen na de afkondiging dezer wet verklaren, dat zij hunne betrekking opgeven, hebben recht op teruggave van de op hunne wedde gekorte bedragen, tenzij de voorschriften bij hum tak van, dienst zich hiertegen verzetten. Alle ambtenaren, handwerklieden en arbeiders, die in dienst zijn na verloop van dezen termijn van veertien dagen, zullen in de voorrechten van dit artikel deelen. De bepalingen van dit artikel zijn toe passelijk op alle ambtenaren, geëmplo yeerden en werklieden, die zich, na het verstrijken van bovengenoemden termijn van twee weken, in dienst zullen bevin den. Art. 2. De vrijheid van den arbeid wordt gewaarborgd. Een ieder, die ge- heele of gedeeltelijke nederlegging van den arbeid door daden van geweld of bedreigingen bevordert of laat voortdu ren met het doel om, hetzij den werk nemers, hetzij den werkgevers eene ver mindering of eene vermeerdering van het loon of een wijziging van de ar beidsvoorwaarden op te dringen, zal ge straft worden piet gevangenisstraf van één maand tot twee jaren. Indien de schuldigen geen deel juit- m.akejii v^p het personeel 4£r instelling waar de werkstaking plaats vindt, gul len zij gestraft worden! met den maxi mumstraf. Deze zaken zullen als dringend wor den behandeld door den kantonrechter en zonder toepassing van verzachtene omstandigheden. Art. 3. De districten, gemeenten en openbare instellingen zijn verplicht te stichten en wel binnen twee jaren na de afkondiging dezer wet, spaarkassen em verzekeringskassen voor ongevallen en ouderdom der ambtenaren^ handwerk-s luieden, arbeiders en in het (algemeen van alle hunne loontrekkenden, in art. 1 bedoeld. Koninklijke Besluiten. Met ingang van 1 Juli 1910 is bij het departement van Waterstaat bevorderd tot administrateur de referendaris Mr. Dr. G. van der Meulen, en tot hoofd commies de commies Mr. Dr. J. F. Schönfeld. Zijn benoemd met ingang van 1 Mei 1910, tot burgemeester der ge meente Prinsenhage, Jhr. F. C. Dommer van Polderveldt; met ingang van 13 Mei 1910, tot burgemeester der gemeente Gassel, A. M. Huberts, met ingang van 1 Mei 1910 tot burgemeester der ge meente Maasland, J. M. van Heelmet ingang van 6 Mei 1910, tot burgemees ter der gemeente Vrijenban, Mr. W. J. Saaymans .Vader; met ingang van 18 Mei 1910, tot burgemeester der ge meente Capelle a.d. IJsel, D. Bakker secretaris dier gemeente; met ingang van 21 Mei 1910, tot burgemeester der gemeenten Colijnsplaat en Kats, J. W. A. Stüte. Zijn benoemd tot ontvanger der di recte belastingen te Rotterdam, 2e afd. J. H. Roggenkamp, ontvanger derzelfde middelen te Leeuwarden; tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen, te Oude Tonge, C. P. A. Pouleyn, adjunct-commies bij het depar tement van Financiën te 's Gravenhage tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Tegelen, J. H. Claes- sen, ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te 's Grave- zande (standplaats Hoek van Holland) tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Roden, T. J. Sikkens, ontvanger derzelfde middelen te Zwart sluis. tot ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Zevenaar W. Mulder, ontvanger der directe be lastingen en accijnzen te Uithuizen Is bij het personeel van den ge neeskundigen dienst van het leger in Ned.-Iridic benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid 2e kl. de arts H. W. J. van Dijken is le. aan den kapt.-Iuit. ter zee E. W. Pfeiffer, wegens ongeschiktheid voor de verdere waarneming van den militai ren dienst tengevolge van lichaamsgebre ken, met 2 Mei a.s. eervol ontslag uit den zeed'enst verleend onder toekenning van pensioen en het bedrag van het pen sioen bepaald op f 2625 's jaars zijn 2e. met ingang van dienzelfden datum bevorderda. tot kapt.-luit. ter zee, de luit. ter zee le kl. Jhr. C. Hooft Graafland, adjudant van Z. K. H. den Prins der Nederlanden: b. tot luit. ter zee le kl. de luit. ter zee 2e kl. J. T. G. van Schreven Zijn benoemd: bij het wapen der infanterie, bij den staf van het wapen, tot kapitein, de le luit. A. M. van Genderen, yan dien staf, werkzaam bij den hoofdcursus. bij het 2e reg., tot kapitein de le luit. J. E. L. Haenecour, van het korps bij het 3e reg., tot kapitein, de le luit. I. M. Sluijs, van het 4e reg., gedeta cheerd oij het departement van Oorlog; tot le luit. de 2e luitenants C. E. W. de Haan en D. G. van Niel, beiden van het korps tot le luit. de 2e luits. J. L. Schmidt en Th. W. N. de Brouwer, beiden van het korps; bij het 5e reg. tot le luit. de 2e luit. H. W. E. Cramer, van het korps bij het 8e reg., tot kap. de le luit. A. A. den Hoed, van het 8e reg., werk zaain onder de bevelen van den chef van den generalen staf; bij het 9e reg. tot le luit. de 2e luit. R. C. van der Garden, van het corps; bij het 10e reg. tot kapt. de le luits. H. H. Timmermans, en M. JL. de Boer, onderscheidenlijk van het Te en het le regiment bij het 11e reg. tot kapt. de le luit L. G. de Mooy, van het 6e reg.1 bij het instructie-bataljon tot le luit de 2e luit. H. A. Ribbius, van het korps bij de Normaal Schietschool tot kapi tein de le luit. H. Bierman, van het wapen, werkzaam bij genoemde inrich ting bij het wapen der cavalerie, bij het 4e reg. huzaren tot le luit. de 2e luit W. G. van d.er Man'dele, adjudant Van' het korps. Bezoek van prins en prinses FushimL H. H. Keiz. H. H. Prins en Prinses Hiroyami Fushimi zijn gistermiddag ten 5 u. 9 min. uit Amsterdam in1 de resi dentie aangekomen voor een vijfdaagsch verblijf. Namens H. M. de Koningin werd het Vorstenpaar aan het station der H. IJ. S. M. ontvangen door Hr. Ms. Groot meester, Baron Sirtema van Grovestins, door de aan Hunlne personen toegevoeg de heerenkapitein Graaf Du Monceau, adjudant en Jhr. Boreel, Kamerheer al len in hofcostuum, en verder door den gezant van Japan, die de Hofdignitaris- sen en H. H. Keiz. H. H. voorstelden. Bij aankomst werden de Prins en de Prinses mede gecomplimenteerd door den Commissaris der Koningin, Mr. Pa- tijn, den waarn. burgemeester, wethou der Jansen, en den luit.-gen. De Mees ter, gouverneur der residentie. Prins en Gemalin onderhielden zich' met alle autoriteiten en werden vanaf de wachtzaal le kl. waar het salonrij tuig stilhield, door den stationschef, den heer Arnoldy beneden naar de vestibule geleid langs de rijen van vele nieuws gierigen. Baron Sirtema van Grovestins werd uitgenoodigd plaats te nemen in het ga larijtuig uit de Koninklijke stallen, waar mede de leden der keizerlijke familie naar het paleis werden geleid, waar zij gedurende hun verblijf apartementen be trekken in het Prinsessenkwartier. Hedenochtend om 9.48 vertrok het hooge bezoek per Staatsspoor naar het Loo, ter ontvangst bij H. M. de Koningin in een salonrijtuig, waarin ook de ge- genoodigden aan het déjeuner door H. M. aangeboden, plaats zullen nemen. Geen tentoonstelling, maar kermis. „Het Huisgezin" schrijft: Het wordt bij iedere nieuwe tentoon stelling duidelijker, dat voor de groote massa het bezichtigen van hetgeen uit gestald is en het daardoor bevredigen' zijner weetgierigheid en verrijken zijp.' r kennis op den achtergrond geraakt, voor zeer velen in het geheel niet meer meetelt, en dat er niets overblijft dan de gelegenheid om zich te vermaken, hetgeen door de aanleggers van tentoon stellingen in veel te ruime mate wordt vergemakkelijkt. Tentoonstelling en kermis worden meer en meer begrippen,, die elkaar dek ken.. En dan moet men bij kermis niet en kel en niet vooral denken aan onschuldi ge pret, maar eerder aan vermakelijkhe den, welke niet zonder gevaar zijn. Het zal met de Brusselsche tentoon stelling wel niet beter zijn dan bij vo rige gelegenheden. De verslaggever van de Nieuwe CL vertelt o. a. dat Alt-Dusseldorf reeds 'n tweehondcr kellnerinnen heeft laten uitkomen. En, naar verluidt, zijn er nog zestig in de maak. Ait-Dusseldorf wordt een attractie let op niet minder dan Bruxelles-Kermesse. 't Is een pretge- legenheid grand-style. Verbeeldt u, waarde lezer, een flink dorpsplein, omzoomd door 'n vijftigtal leuke oude geveltjes van echte" namaak, die weer verloopen in 'n hoop daken en muren van „geschilderde namaak. En dat gansche plein overwulfd door een dakconstruct e met veel bovenlichL Het plein zelf is 'n planken vloer. En elk dorpsgeveltje is een eet- en drinkgelegenlicid. Verder muziek en kunstlicht. En ten slotte, als reeds gezegd, 'n paar honderd handige, op exposition cel gebied getrainde gar- gons van 't vrouwelijk geslacht. Als d,at niet trekt, in den huidigen tijd va

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1