BUITENLAND. Een gevaarlijke onderneming. BINNENLAND. Gemeenteraad van Wou brugge. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 23 Maart. België. Geen aarzeling. Aldus vangt het „Handelsblad van '[Antwerpen" een entrefilet aan, waarin lyeiklaard wordt, dat de Vlamingen aan neming eischen van het wetsvoorstel-Se- ,gers-Franck (tot wederinvoering van de „Vlaamsche taal voor het Vrije en Middel baar onderwijs), ongewijzigd en in zijn -geheel, of verwerping; zij hebben liever ;niets, dan iets, wat nog minder zou ge- :yen dan het minimum, waarmede zij vre- [|de kunnen hebben. Dit standpunt is ingenomen door de jongste vergadering van den liberalen [Bond te Antwerpen, door die van het [katholieke Davidsfonds en op de algemee- ijie vergadering van het Algemeen Neder- rjandsch Verbond te Gent door de Vlamin gen van alle partijen. Laten nu toch eens voor één enkelen [Jceer, vraagt het blad, alle afgevaardigden !yan het Vlaamsche land, van welke rich ting overigens ook, samenwerken. Dit naar aanleiding van de aan de re- 'geering toegedichte plannen, om alsnog [wijzigingen in het ontwerp te brengen. Frankrijk dreigt, met hooge toltarie ven, verscheidene Belgische nijverheden 'met volslagen ondergang. Van alle kanten schrijft het „Hbl. yan Ant." in haar eigen pittigen stijl v— niet alleen door afzonderlijke koop lieden en door rechtstreeks in de zaak betrokken syndicale inrichtingen, maar jzeifs door vrijhandelsgezinde vereenigin- (gen, wordt er op gewezen op de toene- inende gevaren, die de Belgische pro- jductie bedreigt door deze verhoogingen yan het Fransche toltarief. Alle bevoegde lichamen ^klagen put- Jten in den grond en verklaren dat wij (ons niet als nuchtere kalveren moeten [laten keelen door de Franschen, die hier onze grenzen wagewijd open vinden, om jhunne producten Binnen te voeren. Het gouvernement, te werk gaande [volgens de wenschen, uitgedrukt door [den Hoogeren Raad van Handel en "Nijverheid, heeft nu maatregelen voor- igesteld om de Franschen tot inkeer te (doen komen en hun te doen begrijpenj Idat wij niet van zin zijn ons te laten' Jstroopen zonder verzet. Deze maatregelen treffen enkel luxe artikelen en het heffen van rechten daar Op zal de arbeidersgezinnen niet bena- 'ideelen. Bovendien zal de opbrengst dezer [rechten aangewend worden om de üit- beemsche grondstoffen, benoodigd voor (onze nijverheden, te ontlasten. Welnu, ondanks dit alles, ondanks het 'gevaar dat eigen landgenooten bedreigt, ondanks het ruineeren van Belgische nij iVerheden en het benadeelen van Belgi- 'sc'ne arbeiders, ondanks het advies van (den Hoogen Raad, zien wij onze Brus- jselsch-Fransche liberale pers partij kie zer voor Frankrijk en het voorstel van 'minister Liebaert bekampen. 1 Ne touchez pas a la reine! Frankrijk mag ons stroopen, inag ons het vel van de huid halen, mag bij middel van pro- 'hibitleve taksen zijne grenzen stuiten voor onze nijverheid, we moeten ons dat jalles laten welgevallen, we moeten ons 'zelfs vereerd gevoelen, dat Frankrijk zich verwaardigd ons... te verwurgen. "Niet Frankrijk heeft ongelijk: alleen FEUILLETON. Wat is het leven waard, zonder lief de, geld en vriendschap? Zonder die is 1 [elke nieuwe dag een nieuwe pijniging. 'Bittere woorden. De man, die deze woorden sprak, bleef i,staan aan den kant van de. rivier. Hij .was doornat van den vallenden stortre- '|gen. De ijzige wind deed hem rillen van 'de koude. Hij was nog jong. Hij zou knap ge dweest zijn, indien ontberingen niet haar sporen op zijn gezicht hadden gegroefd. [Hij heette Paul North. Een week geleden was hij uit de ge vangenis ontslagen en de wereld had hem (doen .voelen, dat hij overbodig was. De dungekleede gebogen gestalte slen terde doelloos langs de kade voort. De electrische booglampen wierpen een [helder licht over de rivier. Langzaam rijpte in hem dat wanhopig besluit, dat fin iemand opkomt, die gevoelt, dat hij een luitgestootene is.. Nu! zeide .een stem in hem. Nu! (Een sprong slechts en alles is voorbij. [Paul North aarzelde, toen hij een rij tuig hoorde naderen. Hij wendde zijn doodsbleek gezicht om. Op dat oogenblik liep iemand uit het rijtuig den koetsier toe stil te houden. Een man sprong er uit, liep op Paul North toe en legde een hand' (o}p zijn schouder. Zoo, zeide hij. Jij heet North, niet waar? Dus je bent vrijgekomen. Arme duivel! Stap nu maar in. Ik heb je reeds geruimen tijd gezocht; ik heb iets voor je te doen. Ik beloof je voor vanavond fiep goed souper en eei| warm bed en 'p het clericale ministerie is schuldig, want het begaat die ongehoorde misdaad, "dat schandelijke schelmstuk, éigen landge nooten te durven beschermen. Ons gouvernement van „dweepzucht tige pijpekoppen", heeft slechte inzich ten tegen Frankrijk schrijft de Etoile, en met dit verstandig oordeel is alles ge zegd. Dus liever uitgeschud en uitgekleed door de Fransche Loge-kwasten, dan onze bevolking, onze handel en onze nij verheid te zien beschermen door de Bel gische regeering. Zij die ons stroopen, zijn verlichte mannen en onze regeerdersdweep zuchtige pijpekoppen. Héwel, héwel, 't is goed, dat het de Franschen, maar zijn die ons dat Jap pen", als de Duitschers hier, in eene aanbesteding, 't werk weghalen, Staat heel de Franco-Belgische pers in rep en roerdan wordt onze nationale nij verheid vermoorddan moet alleman in de bresspringen om de Duitschers over de grenzen te jagen. Maar de FranschenDaar moogt ge zoo van ver naar wijzen, ziet ge, maar ze durven raken, handen thuis, of ge zijt in den ban der Fransche genade. Hoe manhaftig. Frankrijk. Geestelijke roepingen. Een verblijdend nieuws komt uit Fran- rijk. De „Reciuteinent sacerdo[al van Maart 1910 meldt, dat de geestelijke roe pingen, die de laatste jaren in Frankrijk zoo schrikbarend achteruit gingen, thans wederom toenemen. In tal van seminaries neemt het aantal seminaristen aanzien lijk toe. Te Orleans verklaart Mgr. Tou- chet dat hij meer seminaristen heeft dan ooit te voren. Amerika. De spoorwegstaking in de V. S. De gedelegeerde voor arbeidszaken Neil en Carter, president van de broe derschap van stokers en machinisten, ver klaren aangaande den uitslag van de he den gehouden conferentie, dat er alle reden is om aan ie nemen, dat de staking- op de .Westerspoorwegen afgewend zal worden. Hongarije. Het tumult in den Rijksdag. Ter aanvulling van hetgeen Reuter he dennacht reeds over de rumoerige zitting van het Hongaarsche Huis van Afgevaar digden gemeld heeft, ontleen en we hier nog een en ander aan de berichten uit Boedapest daaromtrent. Het was gisteren de laatste maal, dat het Huis zou bijeenkomen, daar het reeds vroeger aangekondigde ontbindingsbesluit in dieze zitting zou worden voorgelezen. De vergadering was bijna voüallig. De voorlezing van het Koninklijk besluit no pens de ontbinding werd rustig aange hoord. To>en daarop de minister-president, Khuen Hdervary het standpunt der re- geering wilde verdedigen, veranderde plo- seling het tooneel. Uit. de banken dei Justh- en Kossuth.partij worden allerlei vijandige kreten tegen den minister-presi dent geuit. Er ontstond een geweldig ru moer. Graaf Khuen kon zich niet ver staanbaar maken en de zitting moest ge schorst worden. Na de heropening ver schenen alle ministers in de zaal. Dadeiijk verhief zich een storm tegen Khuen. „Wetsschender, er uit!" zoo klonk het van verschillende kanten. Khuen, die geen verstaanbaar woerd kon spreken wegens het lawaai, naderde de tafel der stenogra fen. Op dat oogenblik sprong de afge vaardigde Eitner op hem af en duwde hem flinke som geld over een paar dagen. Kom mee! Half verbluft stapte North in het rij tuig. Hij was stom van verbazing. Droomde hij? Hij staarde den man aan, die zoo vriendelijk voor hem was. Hij zag 'n knap uitzienden jongen man forsch gebouwd, goed gekleed, wiens ge- heele voorkomen den man van goede af komst verried. Na een rit van ongeveer een half uur, hield het rijtuig stil. North stapte het eerst uit, maar plot seling deinsde hij terug, wajit hij zag op geen veertig meter afstand de grijze mu ren van de gevangenis, waaruit hij kort geleden was ontslagen. Hij beefde over zijn geheele lichaam. O, hebben ze je daar opgesloten? zeide de vreemdeling met vriendelijke stem, nu we zullen je wel een hart onder den liem steken. Hij opende de deur van een deftig huis. Spoedig was de gast van droge kleeren voorzien en zat aan tafel, waarop een souper gereed stond. Op dat oogenblik werd de deur van de gezellige kamer geoepnd en trad een meisje binnen. t--. Dit is mijn zuster, juffrouw Ella Grevison, zeide Paul's gastheer, die zich zelf voorgesteld had als Leo Grevison, Ella, ik heb een vriend meegebracht, die een' paar nachten bij pns zal logeeree,- den heer Paul North. North maakte een buiging. .Toen ging hij weer zitten en meendey dat de ar moede hem van zijn zinnen had beroofd, dat hij hallucinaties had. Want de blik van die prachtige! blau- ,wq pogeji, d;e jnneniem^e glimlach ya,q op ruwe wijz£- weg. Dat was 't sein tot een algémeene verwarring. Afgevaardig den van de Justh-, Kossuth, en volks partij stormden op de ministerstafel af en er ontstond een formeel bombardement met boeken, inktkokers, kortom alles wat niet spijkervast was. Alle ministers en véle afgevaardigden schaarden zich om den minister-president om hem te bescher men. De afgevaardigden Pozsgay Endrey Zacharias en andéren drongen de be schermers van Khuen op zij en zetten het bombardement .voort. Het was een on beschrijfelijke verwarring. Graaf Khuen en graaf Serenyi, de minister van landbouw, Ihadden e.'en bebloed gezicht. De voor zitter ,Gal, schorste andermaal de zitting. De beide gewonde ministers werden uit de zaal geleid. Khuen was tamelijk ern stig gewond boven zijn rechteroog en Serenyi aan het voorhoofd. Een arts leg de hun een verband aan. Na de heropening der zitting, welke de ministers niet bijwoonden, uitte de voorzitter Gal zijn leedwezen over de onwaaidige tooneelen, die waren voorge vallen. De afgevaardigde Hentz verzocht de afgevaardigden, die de ministers ver wond hadden, zich op te geven. Daar nie mand zich meldde, riep Hentz: „Jullie lafaards!" Op een vernieuwd verzoek, ditmaal van Apponyi, meldden zich de afgevaardigden Zacharias, Eitner, Beek en Hoffmann als degenen, die aan het bom- batdement hadden deelgenomen. De ministerraad heeft beslo'.en de schul dige afgevaardigden te vervo'gen. Alle bladen dringen aan op een strenge be straffing der schuldigen. Alleen het or gaan der Justh-partij tracht het gebeur de te vergoelijken. In den loop van den middag heeft de Koning zijn oprecht leedwezen laten betuigen aan de gekwetste ministers. Er heerscht begrijpelijkerwijze veel op winding in den lande over het gebeurde. Ned.-Indië. De Staatscourant heeft bericht, dat, blij kens een uit Nederlandsch-Indië ontvan. gen telegram in het Meulabohsche (West kust van Atjeh en onderhoorigheden; zich hebben gemeld 5 voorname bendehoof- den, vele panglima's en 115 volgelingen. Dit bericht kan ais zeer gunstig worden beschouwd. De toestand in Meulaboh werd toch de laatste maanden niet be vredigend geacht, zoodat de bekende kapitein Darlang in November van het vorige jaar derwaarts werd gezonden, ten einde een krachtig optreden tegen de partij van verzet daar te leiden. Het ver zet staat tei Westkust van Atjeh onder ieiding van Teukoe Pidië, die toen het hem wat benauwd werd gemaakt, al spoe dig liet weten, dat hij met verschillende hoofden der partij van verzet zich wilde onderwerpen, echter onder zulke voor waarden, dat er niet in getreden kon wor den. Uit Ti brief van T. Pidië aan de oele- ëbalangs geiicht, bleek, dat in Meulaboh de meening heerscht, dat de Compenie we! weer van gedragslijn zou veranderen als ze maar volhielden. In het midden van de maand Januari van dit jaar kwam het, destijds in ons blad medegedeelde, bericht, dat een ge deelte van een patrouille, elf man, per prauw een zijrivier van de Kroëng Boe bon opvoeren, en de prauwvoerder, die in complot met de djabats waren, de boot deden kantelen juist ter plaatse waar de vijand een hinderlaag had gelegd'. De sol daten, die allen te water geraakten, tracht ten zoo spoedig mogelijk den oever te be reiken, maar vielen daar in handen van den op de loer liggenden vijand. Slechts twee man, waarvan een nog gewond, wis ten te ontkomen. De gouverneur van Atjeh is op het ver nemen van deze tijding, dadelijk naar Meulaboh gegaan en heeft de noodige die roode lippen, hadden zijn hart in vuur en vlam gezet. North gevoelde terstond, dat hij dat meisje nooit zou vergeten. Hij vergat al zijn ellende en wanhoop. Een lieftallig ge zicht had hem plotseling weer hoop op een gelukkige toekomst gegeven. Toen de maaltijd afgeloopen was, ver wijderde Ella zich. Steek nu een sigaar op, begon Gre vison toen, en luister. Ik ken je, zooals je zult bemerkt hebben. Als je het gor dijn van dat venster opent, dan zal je op een afstand van niet meer dan dertig me ters de wandelplaats van de gevangenis zien. Ik heb je daar gezien, eiken dag. Ik heb je bespied, omdat ik wist, dat ik eens je hulp zotu noodig hebben. Een van je medegevangenen was een man, Ottaway genaamd, nietwaar Juist hij was in de cel naast de mijne. ZooEn weet je waarom hij in de ge vangenis zit? Neen, dat weet ik niet. Nu, ik weet het, maar daarmee wil ik je niet lastig vallen. Het is mij voldoende, wanneer ik je zeg, dat Ottaway mijn be diende was. Hij is een flinke kerel, heeft mij menigen goeden dienst bewezen en mij trouw en eerlijk gediend, totdat het ongeluk hem achterhaalde. Kortom, Ot taway moet ontsnappen en wij moeten hem daartoe de gelegenheid openen. North was stom van verbazing. Zooiets had hij in het geheel niet venvacht. Op den dag dat Ottaway ontvlucht, zal ik je honderd pond sterling betalen als belooning voor je hulp,- ging Grevison voort Vertel mij nu eens alles over de leefwijze, die in de gevangenis wordt ge volgd en over de gewoonten en regels die daar heerschen. Nuu'th ye^elde hem aljes, wat hij wist. maatregelen getroffen, om aan het verzet daar spoedig een einde te maken. De troepencommandant te Meulaboh beschik te daarvoor over een vijfhonderd man aan marechaussee en infanterie., Naar hetgeen nu gemeld is, is er aan vankelijk wel succes bereikt, al liepen er reeds geruimen tijd geleden geruchten over plannen tot onderwerping van vele djahats. Die plannen moeten niet ten uit voer zijn gelegd, omdat een patrouille op een groot aantal uitgewekenen, die zich te Meulaboh wilden komen melden, is ge- stooten, waardoor die menschen hun nemen opgaven en naar alle zijden ,een goed heenkomen hebben gezocht. Intusschen schijnt T. Pidië, de man die er, naar het h eet, op snoeft, dat hij aan het hoofd van 600 krijgers staat en het hoofd der moslemen is, die verder drie maanden gaf aan het gouvernement, om zijn hooger genoemde voorstellen te over wegen, zich nog niet onderworpen te heb ben. Maar wat niet is, kan komen. De lei ding van onze actie is in Meulaboh aan uitstekende handen toevertrouwd. Het vrije woord. Zondag hebben de Amsterdamsche so ciaal-democraten „voor de neutraliteit der openbare school" gedemonstreerd'. „Vijf zalen overvol", schrijft het socia listische dagblad, dat van deze open bare bijeenkomst van den Bond van Ned'. Oiide wijzeis breedvoerig verslag geeft. Het slot van dit verslag is het inte ressantst. Het leert ons hoe dezelfde lieden, die den mond vol hebben over het zoogenaamde machtsmisbruik door de meerderheid van de Tweede Kamer, in de voornamelijk door hen bezochte vergaderingen „het vrije woord" ado- reeren. Gelijk zoo de gewoonte is, was voor af een klinkende motie klaargemaakt. Daar moest natuurlijk over gestemd wor den, wat natuurlijk een pure comedie is, men weet wel vooraf wtelk vleesch men in de kuip heeft. Zóó weinig geloofde men zélf aan het karakter eener motie, dat amendementen voorgesteld door -een lid' der S. D. P. (de afgescheiden Marxisten) niet alleen niet konden worden aanvaard, maar dat de voorsteller zelf het woord niet ver krijgen kon. Er staat in „Het Volk"-verslag „De gansche zaal protesteert, door roepen en fluiten, zoodat Man- noury zich niet verstaanbaar kan make n". Dat is nog een weinig anders dan in onze Tweede Kamer. De rechterzijde heeft den heeren gedurende twee dagen zonder eenige verhindering laten pra ten. Eerst daarna volgde de sluiting der debatten. De heeren doen in hun eigen vergade ringen veel minder royaal, zij beletten hun tegenstanders eenvoudig om zich verstaanbaar te maken. Heeft „Het Volk" daarover nu soms ook een arlikel van woede, gelijk over de Kamer-beslissing? Weineen „Daar zijn ze veel te groote Fari zeeërs voorzou de heer Duys zeggen. (Ned.) Accijns op het gedistilleerd. In Februari heeft de verhooging van den gedistilleerd-accijns, een zeer aan zienlijke som in de schatkist gebracht. Enkele bladen hebben over die ver meerdering beschouwingen geleverd en rekenden na, dat de voorspellingen van den Minister omtrent de vermindering van drankgebruik en de verhooging van opbrengst precies uitkwamen. De ander wreef zich in de handen van genoegen. Het schijnt mij toe, zeide hij, dat een kleine stalen vijl wonderen zal verrichten, speciaal in de handen van een man als Ja mes Ottaway. Ja, ik geloof dat hij met be hulp van zulk een instrumentje er in zal slagen te ontvluchten. Wij moeten er voor zorgen, dat hij die vijl in handen krijgt. Onmogelijk! zeide North met nadruk. Hoe zou u dat klaarspelen? Met behulp van dit, zeide Grevison, lachend, terwijl hij een langwerpig stalen voorwerp uit zijn zak te voorschijn haal de. Een windbuks? riep North uit, denkend dat hij met een krankzinnige te doen had. Juist! Een bijzonder krachtige wind buks. Maar nu geen vragen meer. Je bent vermoeid. Ik zal je je kamer wijzen. Mor gen zullen wij verder zien. Uitgeput door de ontberingen der laat ste dagen, sliep Paul North weldra in. In zijn droom verscheen hem weer het gezicht van de vrouw, die op dien avond voor altijd een plaats in zijn leven had ingenomen. Paul Nort sprong uit het bed. Hij had een gat in den dag geslapen en een ryth- misch geluid), dat hij jnaar al te goed kende, had hem gewekt. Van uit het ven ster zag hij hen, eenige honderden ge vangenen ,die op de wandelplaats in twee rijen op en neer liepen, onder hoede van een groot aantal bewaarders. North wajs juist gereed met zijn toilet toen Grevison binnentrad. Ik wilde je niet komen storen, zeide hij na eenige deelnemende vragen. Maar nu moiet het eerste gedeelte van onze taak volbracht worden, met de windbuks, gie eens uit het venster. Zie je Ottaway Daartegen komt een blijkbaar deskun;- dige in ide N. R. Ct. op. Deze schrijft: „Het resultaat, dat dit middel in Februari zoo ruim gevloeid heeft, is. eenig en alleen een gevolg van de| op 10 Februari plaats gehad hebbende aanzuivering van al het gedistilleerd,; dat op 10 December in grooter hoet- yeelheid dan van 25 liters in likeur stokerijen, slijterijen, tapperijen en bij particulieren aanwezig was, alsmede op de voorraden alcohol, hetzij bet-, [werkt of lonbewerkt, bij apothekers, laboratoriums, parfumerie-fabrieken j enz. De zeer ruime opbrengst van den' alcoholaccijns over Februari is dus uit sluitend een gevolg van de navorder ring van de verhooging van dit midi- del, waarbij art. 3 van het betrekke}- lijk wetsontwerp bepaalde, dat die ver- hooging binnen 2 maanden na het in werking treden moest worden betaaldl Er is helaas alle reden te vreezeen',- dat als blijvende versterking van ;s rijks inkomsten dit middel op den duur veel teleurstelling zal geven, daar in de vakkundige kringen de afneming van het verbruik nu al reeds op ruim 30 pCt. wordt geschat". Deze inzender spreekt er al net over als die voor eenigen tjjd in het „Hbl."' aan het woord was, en schijnt ook de vermindering van het verbruik te ber treuren. Dat doen w ij niet, zegt d e „Standaard". Al heeft dan de schatkist een tegenvaller, de volkswelvaart zal er zeker bij winnen, wanneer inderdaad1 het drankgebruik met 30 pCt. vermindert En als er meer volkswelvaart is, komt dat ten slotte in de schatkist "ook wel terecht. De Prins Willem II. Bij de directie van den Kon. West-Ind. Maildienst is bericht ontvangen, dat op. Belle lie twee lijken zijn aangespoeld. Een er van is afkomstig van het vergane Belgische stoomschip Bulgarie. Het an dere is inog niet herkend. Een vertegenwoordiger van den K. W\ I. M. is derwaarts vertrokken. Voorzitter den heer P. P. Kleijn, bur gemeester. Tegenwoordig: alle leden. De voorzitter opent de vergadering met gebed en trekt no. 1 voor de orde van woordvoering (de heer van der Geest)., Ingekomen waren. Missive van Ged. Staten, vermelden de dat een verzoek van eenige ingezetenen omtrent grensscheiding was ingekomen. 2. Verzoek van J. Bakker en 15 anders om hunne kinderen te Alkemade ter school te mogen zenden. 3. Missive Ged. Staten, om op het be sluit omtrent schoolgaande kinderen aan den hoek van Roelofai endsveen terug te komen. 4. Idem, dat de klacht van A. Hoogen- doom omtrent hoofdomslag ongegrond was. 5. So'.licitatiën hulp-brugwachter. 6. Ontslag aanvrage hoofd openbare school Hoogmade. 7. Verslag Herhalings - onderwijs (klacht dat er zoo weinig gebruik van ge maakt wordt.) 8. Proces-verbaal kasopneming ontvan. ger. 9. Verslag commissie van schoolverzuim (109 prijzen uitgereikt, weinig verzuimen. Lof aan Ouders te Hoogmade voor het trouw schoolbezoek hunner kinderen) 10. Mededeeling dat den verkoop boo- men in de Kerkbuurt f 16. hadden opge bracht. Alsnu kwam aan de orde A: Benoeming van leden tot wering van schoolverzuim Alle aftredenden, zoowel te Woubrugge als te Hoogmade werden weder herkozen,- Ja, hij loopt in de rij het dichtst aan den buitenmuur, tusschen dien grooten kerel en.... Juist, nu ga ik op hem schieten, Wat wilt u doen? Op hem schieten! Zie je dezen pijl, die precies in den loop past? Je bemerkt dat het uiteinde omwonden is met een ge len zijden draad, om de pijl in de goede richting te houden. Welnu, onder dien zijden draad bevindt zich een klein stukje dun papier, waarop het volgende bericht staat „Een vijl ligt tusschen het bed chrysan then. Morgen, bij de wandeling, moet je een flauwte voorwenden en in het bloem perk neervallen om de vijl op te rapen. Ik kom één uur na middernacht. L. G." Is dat duidelijk? Ik begin er iets van te begrijpen. U zinspeelt op het bloemperk aan den buitenmuur gelegen Juist. En ligt daar een vijl tusschen de bloemen Neen. Maar gij moet vanavond Tip den muur klimmen en daar oen vijl neer gooien. North werd bleek. U vergeet, dat ik' juist uit de gevan genis ontslagen ben, fluisterde hij. Ik herinner mij, dat ik je gisteren avond voor zelfmoord gespaard heb, Deins maar niet terug, ik weet het. Ik herinner mij, dat je mijn gastvrijheid hebt aangenomen, dat ik je vanavond honderd pond sterling zal uitbetalen. Ben je nU al een lafaard? Neen, neen. Alleen maar denk eens,- dat uw doel mist? Ik veronderstel, dat u liet plan heeft dien pijl in Ottaway's kleeren te schieten. Maar wanneer umist ei\ eefa ander treft..., (Slot vólgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5