No. 141. BUITENLAND. Yolanda. BINNENLAND. Ie Jaargang. 3)e £cicbelie ©oti/tomt Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAO, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, f 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 centi ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertenti5n: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel mee 5 cent; aangeboden- betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. België. Voor de vrije scholen. Door den heer minister van financiën Is, naar het „Hbld. van Antw.", mede deelt, het volgende amendement jieerge- gelegd op de begrooting van wetenschap pen en kunsten Art. 73bis (nieuw) Vergeldende toe lage aan de lagere vrije scholen waarop toezicht wordt gehouden en die beant woorden aan de eischen bepaald bij art. 19 der wet tot inrichting van 1895 fr. 1,000,000. De minister rechtvaardigt als volgt dit amendement: „De lagere vrije scholen bef.vijzen groo te diensten tot verspreiding van het onder wijs in het land en ontlasten, op gevoelige wijze, de openbare en vooral de gemeen telijke financiën. Er bestaat dus aanleiding om haar eene zekere vergelding toe te kennen, ten over staan van de talrijke voordeelen, die de Staat uitsluitend aan het openbaar onder wijs toekent, Het voorgestelde crediet is bestemd om daarin op rechtvaardige wijze te voorzien." Wij wenschen, zoo voegt het blad hier aan toe, de regeering ermee geluk, zelve het initiatief van dit voorstel genomen te hebben. Alle loiyale geesten zullen volkomen de rechtvaardigheid van dezen maatregel er kennen en de katholieken zullen bet gou vernement dank wijten dat het eindelijk dit begin van voldoening geschonken heeft aan hunne zoo rechtmatige grieven. Frankrijk. Het Liquidateur-Schandaal. Qelijk Reuter seinde heeft de Kamer in de Duez-affaire een motie van ver trouwen in de regeering aangenomen. Dat kon men verwachten. Ook al ware de schuld van het kaDinet grooter geweest dan nu de Kamer zou er toch van teruggeschrikt hebben, het juist nu ten val te brengen, bij een onafgedane be grooting en vlak vóór de verkiezingen. Bovendien beloofde de regeering het vol le licht over de zaak te verschaffende schuldigen zouden hun straf niet ontloo- pen. Zjj gaf toe dat er veel niet in orde was, maar Briand wist toch de overtui ging te vestigen, dat de regeering niet alleen of uitsluitend aansprakelijk-gesteld kan worden voor de dieverijen. Thans is een wetsontwerp ingediend, dat ten doel heeft d/e afwikkeling der kloostergoederen aan de tegenwoordige liquidateuren te ontnemen en aan het be stuur der 'staatsdomeinen over te dira - gen en de regeering heeft beloofd, dit voorstel te steunen. Het is te hopen, dat men tevens van de gelegenheid zal ge bruik maken, het liquidatiewezen te re gelen. Maar het kwaad zit veel dieper. Met inachtige, geheime belangen moeten rech ters en autoriteiten in Frankrijk rekening houden. Zwermen van financiers, advo- FEUILLETON. 35) Het is belachelijk, niet waar? Maar ik was ontzettend teleurgesteld, ik voelde mij ongelukkig verlaten, eenigermate uit- gestooten in den nacht. Met moeite ge bruikte ik iets van het volmaakt opge diende diner en nadat ik nog een uurtje rusteloos in het salon had doorgebracht, ging ik naar mijne kamer, en legde mij te bed en kwam mij zelf vrees elijk onge lukkig voor. Den volgenden morgen was alles reeds beter. De zon scheen warm en vriende lijk in mijne kamer en verjoeg alle dwaze gedachten, mijn verstand begon te spre ken en zeide mij, dat een afhankelijk mensch niet altijd over zijn tijd beschik ken kan, en dat Marino's reis dus eigen lijk niets bijzonders te beteekenen had. Ik wond mij dan ook niet verder op, maar verboemelde den morgen heel ver genoegd op het Markusplein, maakte des imiddags een gondeltocht en vermaakte ïnij tot liet diner in de bibliotheek. Daar vond ik op een reusachtige rol den stam boom 'kx to,®, i lie del Ia Spacja, jvaarop ik caten en agenten azen op 's lands goed. Heele benden van avonturiers Jaurès heeft met die opmerking in de „Huma- nité" geen ongelijk kunnen door om- kooping grove winsten maken. Zoolang dat mogelijk blijft zullen er telkens van deze zelfde schandalen voor komen. De onverkwikkelijke zaak blijft steeds meer verrassingen brengen. Primo heeft Duez bekend, dat hij een appeltje voor den dorst op zij heeft gelegd. Hij heeft echter 48 uur bedenktijd gevraagd1 om na te gaan, twaar de gelden zijn. Meer was er niet uit hem te krijgen. Vermeld dient te worden, dat hem deze bekentenis ontlokt werd na confron tatie met zijn zwager Bouvray, tevens zijn effectenmakelaar. Secundo bleek, gelijk men weet en trouwens te verwachten wjas, dat Duez niet de eenige dief van zijn kantoor was. Ook een zijner beambten Poitel gehee- ten, had zich (aan de steeds overvÜoe- dig aanwezige gelden vergrepen. Duez had dit bemerkt, maar spaarde den man bracht het tekort jin orde en liet hem een schuldbekentenis pnderteekenen. Poitel verklaarde zijn misstap uit zijn ellendige familieomstandigheden. Zijn vrouw moest drie maal geopereerd worejen en er was geen geld. Bovendien had hij Duez .reeds 3000 frs. terugbe taald. Hij werd niettemin gearresteerd. In den Senaat hebben Le Provost de Launay en Audiffret een interpellatie gehouden over de b'oedelberedderingen der congregaties. Briand protesteerde er tegen dat men het schandaal, ontspruitend aan persoon lijke tekortkoming, tegen het beleid der regeering wil uitspelen. Briand herhaalde zijne verklaringen, in de Kamer ten opzichte van Duez ge geven. Indien de magistratuur fouten heeft begaan, zullen zij met de uiterste gestrengheid worden gest.-aft. Het we reldlijk werk der republiek is daar hee- lemaal niet bij betrokken. Al is er er gens een dief, men zal het stelsel, dat in vollen luister boven de polejmiek uit blinkt, kunnen behouden. Cotmbes diende een motie in van den volgenden inhoudDe Senaat, ten sterk ste de schandelijke en lage feiten, bij sommige boedelvereffeningen gepleegd, afkeurend, spreekt zijn vertrouwen uit in de regeering, tot het opsporen der schuldigen en hun hunne straf te doen krijgen. Het eerste gedeelte is met handop steking aangenomen, het tweede, ver trouwen in de regeering uitsprekende, met 261 tegen 13 stemmen. Engeland. Het Britsche Rijk is de eenige Euro- peesche Mogendheid, die tot nu toe de vlag van den vrijhandel hooghield. Maar ook daar schjjnt kentering in de meeningen te komen. Althans lezen we „dat het Verbond van Britsche Handelskamers zich met 51 natuurlijk dadelijk „mijne" Yolanda zocht. Haar dood was in het jaar 1491, op een „onbekenden datum, waarschijnlijk in Smyrna" opgeteekendhaar man en moordenaar, de aartsschelm Michele was in 1506 gestorven en in 1500 voor de tweede maal gehuwd met een marktgra- vin van Montferrat. Negen jarein scheen hij dus nog naar zijne koninklijke tante gevrijd te hebben, tot hij tot de erken ning kwam, dat zij niet voornemens was om de koningskroon met de republiek te aanvaarden of had zij iets vermoed van het raadselachtige verdwijnen der lieflijke Yolanda? De markgravin van Montferat zij heette ook Yolanda en moet hem met haar naam een vreeselijke wroeging ge weest zijn had hem een zoon en twee dochters geschonken, waarvan de een in het klooster gestorven was, de andere een Doge van Venetië had gehuwd, ter wijl de zoon het geslacht der Spada had voortgeplant. Het ging mij eigenlijk niets aan, maar ik verheugde mij, dat Michele Spada te vroeg was gestorven, om invloed te kun nen hebben op de opvoeding van zijn zoon, die op hoogen leeftijd stierf en na zijn zwager den Dojgen troon beklom. Ja, het was toch een groot en machtig ge slacht, de della Spada, en als de scha duw vaa Donna Yolanda glans giet stemmen tegen 12 en 41 onthoudingen tegen vrijhandel heeft uitgesproken". Amerika. Spilzucht. In den Senaat te Washington is een wetsontwerp ingediend en in behande ling genomen, strekkende om op den duur te komen tot ingrijpende bezuiniging in de staatsnuishouding. Tot dat doel zou een commissie moeten worden benoemd (de Government Business Methods Com mission). Daarin zouden zitting krijgen drie leden van den Senaat, drie leden van het huis en drie personen aan te wijzen door den President Er is echter ook veel verzet tegen de in stelling van zoo'n commisse. Overigens wordt het hoe langer hoe noodzakelijker, orde en regel en bezuini ging te brengen in het financieel be heer. Er bestaat geen ,of onvoldoende onderling overleg wat de uitgaven be treft tusschen de verschillende departe menten. Dat leidt tot geldverspilling van allerlei aard. Senator Aldrich heeft in den Senaat verzekerd, dat er door meer sa menwerking en betere organisatie der de partementen van algemeen bestuur jaar lijks een besparing zou zijn te krijgen van f 720.000.000. Ais ergerlijke mis standen vermeldde hij o. m.dat ver schillende departementen, die kaarten noodig hebben, deze elk door een eigen kartografisch instituut laten maken. Zoo zijn er afzonderlijke kartografische instel lingen voor het kust- en landmetingsbu reau, voor het departement van oorlog, voor het postwezen, voor binnenlandsche zaken enz. Dan heeft elk department zijn eigen drukkerij met eigen personeel en ma terieel. Natuurlijk zou door meerdere sa menwerking, en liefst door algeheele cen tralisatie groote besparing kunnen wor den verkregen. Dat er bezuinigd moet worden blijkt wel uit het feit dat sinds 1890 de bevol king der Ver. Staten is toegenomen met 44 pet., de uitgaven met 170 pet. De spoorwegstaking in de Vereenigde Staten voorkomen. De vertegenwoordigers der machinisten en stokers hebben zich, naar reeds tele grafisch werd gemeld, bereid verklaard, de bemiddeling door autoriteiten van de Unie-regeering te aanvaarden. De staking begint daardoor niet en wordt waar schijnlijk geheel vermeden. Zaterdag beginnen de onderhandelin gen met de uit Washington naar Chicago gekomen commissarissen van het ministe rie van Handel, de heeren Knapp en Neill, op grond van de Erdman-Law betreffen de bijlegging van geschillen in de nijver heid. De invaliditeitverzekering komt. In denzelfden geest als wij schreven^ driestart nu de „Stand." verduisterd had ja, wist ik dan, of dit de eenige schaduw was? Den volgenden dag ging ook nog ge makkelijk genoeg voorbij, want ik liet mij door Danieli de familieportretten uitleg gen, wat hij met zooveel genot deed, dat ik dra ontdekte, dat ik hem in zijne zwak ke zijde getroffen had. Wat wist die man niet allemaal van de kroniek van dit huis! Ik liet mij door hem Michele Spa- da's portret wijzen, geschilderd door Bordono, eene riddergestalte, schoon als Lucifer, maar met koude, harde, wree- ae óogen en een trek om den schoonen, glimlachenden mond, die niets goeds voorspelde. Toen wij voor het schoone portret van Donna Yolanda stonden zag ik dat de goede Danieli een harden strijd streed, of hij mij van haar dwalende geest zou vertellen of niet maar ik gaf hem, om zoo te zeggen, moreele suiker, en hij bezweek voor de verzoeking. Ik liet mij de geschiedenis vertellen, zonder een woord te zeggen, maar ten laatste hield hij het niet langer uit, en hij waag de aarzelend en verontschuldigend de vraag, of ik haar gezien had, en bekende mij meteen, dat dit sedert mijn komst „beneden" dat wil zeggen bij de bedien den, het gesprek van den d!ag was. „En", voegde hij er op geheimzinnigen toon b'ij, „mijne goede vrouw houdt vol, dat de sigiiqrin^ de bevrijdster van Dpnga Y.o- „Minister Talma heeft den aanval bij het verzekeringsdebat tegen hem gedaan, op uitnemende wijze afgeslagen. Hij sprak kort, zijn rede was uitnemend gebouwd, raak van slag, en alle vreeze heeft hij beschaamd door tenslotte dui delijk te verklaren, dat de Invaliditeits verzekering nog dit jaar zijn Departement verlaten zal. Dit geeft moed. Zoo nu maar de Raad van State door zet, en de Kamer haar slappen gang ver haast, kan nog vóór Juni 1913 alles in or de komen, en het bewijs geleverd, dat de verwachtingen, die zijn opgewekt, zullen worden vervuld." Winkelnering. We lezen in „De Standaard": De Middenstands-Commissie heeft 'n goed werk gedaan, met niet het eind-rap port af te wachten, maar nu reeds een ontwerp voor winkelsluiting bij afzonder lijk rapport aan .Hare Majesteit in te zen den. Winkelsluiting na negen uur kan niet tot stand komen alleen door het particu lier initiatief, terwijl het zeer twijfelach tig is of de gemeentebesturen ze kunnen invoeren. Op een dorp kunnen de win keliers saam nog afspreken om op een bepaald uur te sluiten, maar in een stad gaat dit niet. Men heeft daar met te veel personen te doen, en meer dan één zou gaarne zien dat de anderen sloten, en dat hem dan het profijt bleef, om de klanten te bedienen, die elders niet meer terecht konden. Alleen zoo een wet de winkelsluiting voor allen verplichtend stelt, is het azen der concurrentie op eigen voordeel af gesneden. Ook kan het recht om zulk een wet uit te vaardigen, aan de Overheid moeilijk worden betwist. Het bedrijf is, gelijk we nog onlangs opmerkten, niet in volstrek ten zin particulier, het draagt ten deele zeer stellig ook een publiek karakter. Hieraan ontleend de Overheid het recht om zich op drieërlei wijs met het Be drijf in te laten: le. door een wet, om gevaar voor de nabuurschap af te snij den, 2e. door in arbeidswetten voor de in dienst zijnde arbeiders te waken en 3e door toezicht te houden op het publieke winkelen. Verder moet ieder zelf weten, hoe hij in zijn bedrijf werkzaam zal zijn, maar op deze drie punten: le. afweren van scha de van de nabuurschap, 2e. bescherming van den arbeider, en 3e het publiek ope nen van de winkels waar men verkoopen wil, mag en moet de overheid toezien. Ze beweegt zich daarmee op publiek ter rein en heeft op dit terrein een eigen plicht te vervullen. In meer dan één land is men dan ook zelfs tot het invoeren van zulk een winkel sluiting overgegaan, of zijn er ontwer pen voor ingediend. Zelfs is men in meer dan één land er reeds op bedacht, om de ingevoerde regeling nog te versterken. Het wordt daarom hoog tijd, dat men ook ten onzent deze aangelegenheid in ernstige overweging neme. landa is. Mijne goede vrou^w is clair voy ante, en zij heeft veel voorspeld, wat la ter uitgekomen is, maar In de laatste ja ren heeft zij toch velerlei gezegd, wat zich niet goed samen rijmen laat. „E>e blonde meesteres is gekomen, die den geest tot rust zal brengen en het palazzo Spada tot nieuwe eer zal voeren, zegt zij onophoudelijk. Ik hoop dat de signorina haar hare driestheid vergeeft, maar als de geest over mijne goede vrouw komt, spreekt zij, zonder hare woorden te wik ken of te wegen. Zij zegt dat de Signori na Donna Yolanda gezien heeft, maar Formosa, dat domme ding, en Attilio, die lummel, beweren, Jdat de signorina niets gezien heeft, omdat gij niet dadelijk van schrik het palazzo hebt verlaten maar dat jonge volk praat naar het ver stand'"heeft dat kan men hen niet zoo kwalijk nemen". „Beste Signor Danieli", antwoordde ik, „of en wat ik in het palazzo Spada ge zien heb daarover kan ik niet eerder spreken, voor ik daartoe de vrijheid' ge kregen heb. Eén ding kan ik u echter nu we zeggen: Donna Yolanda zal niemand meer door hare verschijningen veront rusten Mijn kalme besliste toon miste zijlne uitwerking niet de oude majordomo keek mij met bijn,a eerbiedige schuw heid a,a£. De sociale verzekeringen. Ziehier het werkplan van van minister Talma inzake de sociale verzekeringen, zooals het dan nu uit het gisteravond verschenen officieele verslag van 's Minis ters rede blijkt. „de decentralisatie wordt in de Onge vallenverzekering gebracht in verband met de ziekteverzekering. Intusschen wordt door gewerkt aan de herziening van de wet, waarbij bevordering van de risico-over dracht een van de grondbeginselen is. Of nu de resultaten van dien arbied partieel of in breede samenvatting ter kennis van de Kamer komen, is m.i. van meer onder geschikt belang." Handblz. 1562 2de kolom). Wat die decentralisatie der ongevallen verzekering betreft, de Minister acht haar wenschelijk zoowel in de schadebepalende werkzaamheid der Rijksverzekeringsbank als in de wijze waarop de middelen tot dekking van de kosten der ongevallen worden opgebracht. De Minister zeide: „Nu is, naar mijn meening, voor beide deelen decentralisatie wenschelijk; wat de schaderegeling betreft, de hoofdzaak na tuurlijk, acht ik haar niet mogelijk, zoolang wij de ziekteverzekering niet hebben. Dece- tralisatie is niet mogelijk zonder plaatselijke organisatie, en die moet geleverd worden door de ziekteverzekering, die gebruikt kan worden om de schaderegeling op eenvou- digen voet te doen plaats hebben.Dit geschiedt natuurlijk in ruime mate door het overbrengen' van de ongevallen van kor ten duur bij de ziekteverzekering. Die onge vallen van korten duur bedragen meer dan 9/10 van het geheel, maar ook dan wanneer wij dat 1/10 overhouden, is decentralisatie noodig en wenschelijkIndien ik de bepalingen van de Ongevallenwet goed overzie, is het tot stand brengen van een decentralisatie meer een zaak van administratieve ineen zetting dan een zaak van omvangrijke om werking van de artikelen der Ongevallenwet Voor het andere gedeelte der Ongevallen wet, het opbrengen der middelen, heb ik steeds het beginsel gevolgd om de risico- overdracht te bevorderen, en daarbij de tarifeering zoo te regelen, dat terugkeer van tekorten worde voorkomen." {Hand. blz. 1562 le kolom). En aan het slot van zijn rede zeide de Minister nog: „Wat de lnvaliditeits- en ouderdoms- verzekering betreft, kan ik mededeelen, dat ik hoop te kunnen zorgen, dat het ontwerp invaliditeits- en ouderdomsver- zekering nog in dit zittingjaar mijn departe ment zal verlaten; dat de herziening van de Ongevallenwet in verband met de ziekte verzekering op dit oogenblik rust, maar dat met ijver wordt voortgewerkt aan de herziening der Ongevallenwet op onder scheiden punten, waaronder meerdere, die in deze dagen door de geachte afgevaar digden uit Grave, Tiel en Zaandam zijn ter sprake gebrarht.". {Hand. blz. 1564). Koninklijke Besluiten. Met ingang van 1 April, is aan de inge» nieurs van den rijkswaterstaat der 1ste klasse R. H. Gockinga, W. K. Behrens en J. Nelemans de titel verleend van hoofdingenieur. P. C. Rijkse, te Tilburg, is met ingang van 1 April, uiterlijk voor den tijd van 1 jaar, benoemd tot bureelambte naar van den rijks-waterstaat. Jhr. A. G. Beelaerts van Blokland te ,s Gravenhage, is met ingang van 1 „Assunta heeft weer gelijk gehad. Dio mio, dio mio",. prevelde hij voor zich heen. Niettegenstaande het aangename ge voel, dat ik opwinding gebracht had' in de benedenverdieping, was "ik toch blij toen de dag om was. Ik had' op een paar woorden van Marino gerekend, dat had ik, ja en dat ik niets, geen woord van hem hoorde, dat maakte mij onrustig. Had ik tenminste maar geweten, waar heen hij gegaan is! Ik had dit .wel is waar aan Danieli kunnen vragen, maar daar Marino zelf er niets over geschre ven had, stond het mij tegen, b'ij dienst boden informaties in te winnen. En dus zweeg ik. De derde d&g verliep ook zonder be richt, zonder een levensteeken, hoewel ik het niet waagde, uit te gaan, om geen mogelijk komende boodschap te verzui men. Ik had 's middags gelezen tot het daglicht mij begaf, en in de schemering naar het ave-luiden geluisterd, en wilde juist mijn lamp aansteken, toen Formo sa als een pijl in mijne kamer schoot. „Signorina, signorina," riep zij buiten adem, „de marchesa js aangekomen en; verzoekt u in het salon te komen!" (Wo Jt v:r. -ijgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1