BUITENLAND.
Yolanda.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 8 Maart.
Duitschland
In Mecklenburg bestaan nog rare toe
standen. Een van de zonderlingste wetten
is er een in Mecklenburg-Strelitz, drie de
yrijheid van beweging van de onderwij
zers in hun eigen land beperkt. Gelijk in
jbijna alle Duitsche steden, verlangt ook de
regeering van Strelitz van die onderwijzers,
die aan de staatskweekschool te Mi row
fcijn opgeleid^ zoodra zij het land verlaten
jeen rouwgeld^ dat in Mecklenburg-Strelitz
jechter onredelijk hoog is: 1500 mk. Maar
dog wonderlijker is, dat een onderwijzer
dezelfde som verschuldigd is, indien hij
jzich in een van de Strelitzsche steden,
Meubrandenburg, Friedland, Woldegk of
$trelitz> wil vestigen. Bovendien moet hij
üan ook een half jaar van te voren zijne
betrekking opzeggen.
En dan klagen wij wel eens over onze
'jachtwest, maar dan leze inen 't volgende
>vat wo knippen uit de ,,N. CL":
Mag een dokter de rust van het Rot-
lyvild storen? Naar een mededeeling in
den Motorfahrer mag hij dat in de buurt
van Ruhla alleen in bijzondere gevallen.
Daar woont een medicus, die de eenige
is in de streek. Om al zijn patiënten te
kunnen bereiken, gebruikt deze dienaar
van Aesculaap een auto. De weg van
Ruhla naar Hohe Sonne is een goede
Sutoweg en wordt als zoodanig ook door
e auto's des groothertogs bereden,
IVoor andere auto's is de weg verboden.
■(De dokter uit Ruhla vroeg permissie om
dien weg te gebruiken, het ministerie gaf
hem dat verlof alleen voor het geval
Idat hij voor urgente gevallen naar HolZ-
hausen geroepen werd.
Voor eenige weken nu krijgt de dok
ter een telegram, dat hem naar een zeer
ernstigen patiënt te Etterwinden roept.
Er is maar een weg. Daar een menschen-
leven in gevaar was, achtte de dokter
het gewenscht zijn auto te gebruiken,
[wat hem een bekeuring deed oploopen.
]De dokter betaalde de door de politic
opgelegde boete niet, 'maar vroeg een
een rechterlijke beslissing. Daar werd
de boete verminderd tot 1 Mark, maar
/als reden van de veroordeeling opgege
ven, dat men de rust van het wild niet
kan laten verstoren....
Amerika.
De staking te Philadelphia.
Om klokslag twaalf in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag is te Philadelphia
de algemeene staking ingegaan. De mu
zikanten die in de verschillende restau
rants strijkjes gaven, borgen hun instru
menten weg en gingen naar huis'. De
koetsiers van bakjes, en bestuurders van
auto'tjes reden naar stal. De dienst in
1de hotels en aan de stations werd door
een en ander in hooge mate bemoeilijkt.
Zaterdag is het in de stad weer uiter
mate roerig, geweest. Tramwagens wer
den met steenen gegooid en af en toe
jvaren de troebelen van dien aard, dat de
ipolitie meende, er met den stok op in
te inoeten slaan.
De stakers stellen zich op het stand
punt, dat zij bereid zijn de hangende
geschillen aan arbitrage te onderwerpen.
Maar eerst moeten alle stakers weer
worden aangenomen.
Naar het gerucht gaat, hebben de sta
kers zich tot president Ta ft gewend met
het verzoek, als bemiddleaar op te tre-
Iden.
Omtrent de algemeenheid van deze „al
gemeene" staking zijn nog geen betrouw
bare berichten ontvangen. De leiders der
staking beweren, dat 75,000 man zich
bij de beweging hebben aangesloten.
Echter verzekert het hoofd der veilig
heidspolitie te Philadelpha, dat slechts
20,000 man aan de staking deelnemen.
Bij de opstootjes op Zaterdag zijn
'twee personen door schoten getroffen.
Het heet, dat de kassen der vakorgani
saties, die aan de staking deelnemen,
FEUILLETON.
25)
Wat mocht, Michele Spada dus bezie
len? Lang tastte ik hieromtrent in het
duister, tot ik toevallig het doet er
niet toe hoe tofde oplossing van het
raadsel kwamhij zag in de vrije hand der
koningin een middel tot de hoogste eer,
tot een mogelijk herwinnen van de kroon
van Qyprus, waarvan zij wel is waar
ten gunste van Venetië afstand had ge
daan, maar mijn hemel, het zou niet voor
Ide eerste maal zijn geweest, dat een ver-
Idrag verbroken werd. De eenige hinder
paal voor dit koene plan van Michele, die
•altijd van zijn zegepraal meester was wan"»
peer hij wildle zegevieren, was slechts
fcijne vrouw.
Sedert ik wist, wat Michele wilde, gaf
ïk geen cent meer voor haar jong leven,
Want karakterloos als hij was zou hij voor
piets terugdeinzen, maar dat hij zijn plan
jop zoo'n duivelachtige manier zou voor
bereiden, zonder dat eenige verdenking op
hem zelf viel, dat had ik niet gedacht.
Pat gebeurde zoo: Aan de stille ver
kering Qd£kt A^gser Qiqrgyqs
zijn gevuld; de stakers ontvangen vol
doende uitkeeringen.
De chef van den veiligheidsdienst ont
kent, dat hij er bij de regeering op aan
heeft gedrongen, dat Bondstroepen naar
.Philadelphia zullen worden gestuurd de
beschikbare 6000 politieagenten zijn vol
doende om den toestand te beheerschën.
Verscheiden fabrieken in of bij Phila
delphia ondervinden vooralsnog weinig
hinder van de staking, b.v. de Baldwin-
fabrieken, Cramps, de Midvale Steel-
Works enz.
Ook! de werkplaatsen van de staats
spoorwegen in Pennsylvanië blijven bui
ten de sfeer van de stakingsbeweging.
De leiders van "de staking hebben ex-
presselijk) verordineerd, dat het werk
niet behoeft te worden neergelegd door
de employe's van de stedelijke water
leiding en electrische centrale, door be
dienden en verplegers in ziekenhuizen en
sanatoria en door koetsiers en andere
functionarissen bij begrafenissen.
Het Panamakanaal.
In een onlangs te Newark gehouden
rede heeft president Taft enkele mede-
deelingen over het Panamakanaal ge
daan. Zoo zeide hij dat men aanvankelijk
de aanlegkosten op 139,700,000 p.St.
had geraamd, doch dat de laatste ra
ming reeds tot 297,000,000 was geste
gen, een vermeerdering derhalve van
157,300,000 p.St. boven de oorspron
kelijke raming. Als oorzaken van deze
stijging noemt de president allereerst
de belangrijke stijging, zoowel in den
prijs van materialen als van de arbeids-
loonen welke er heeft plaats gevonden
sedert 1904 toen die, eerste schatting
werd gemaakt. Jen Tweede is het ka
naal op sommige gedeelten veel breeder
gegraven dan men zich in 1904 voorstel
de. Door dit laatste krijgt het kanaal vol
doende breedte om steeds een on
afgebroken verkeer in beide richtingen
te doen plaats vinden, daar de grootste
schepen zeer gemakkelijk zullen kunnen
voorbijgaan. Ook' is het noodig geweest
het plan voor aanleg van het kanaal-ge
deelte aan de zijde van den grooten
Oceaan belangrijk te wijzigen. In plaats
van een groot meer aldaar, met sluizen
bij de baai van Panama, zal thans bet
kanaal vier mijlen op het zee-peil het
land inloopen, en zullen eerst daar de
sluizen worden gebouwd. Zoodoende ko
men deze sluizen buiten het bereik van 'n
event, vijandelijk geschutvuur uit den Gr.
Oceaan. Deze en andere wijzigingen
hebben de kosten zeer belangrijk doeii
stijgen. Ook zijn voor drooglegging en
andere werken in het belang van de ge
zondheid groote sommen uitgegeven, en
is als gevolg daarvan de Panamakanaal
strook zeer vooruitgegaan wat levens
voorwaarden betreft.
Koninklijke Besluiten.
Aan mr. A. Telders, is op zijn verzoek
met ingang van 1 Mei, eervol ontsiag ver
leend uit zijne betrekking van vice-presi
dent aan den Hoogen Raad der Neder
landen, onder dankbetuiging voor de vele
en gewichtige cjiensten door hein in rech
terlijke betrekking aan dien lande bewezen.
Is benoemd tot lid van den Voogdij
raad Amsterdam II: mr. J. van Wouden
berg Kamstra, advocaat en procureur kan
tonrechter plaatsvervanger en secretaris
der vcreenigiug „Maatschappij van den
Werkendenstand, afdeeling ambachtscho
len" te Amsterdam.
Met ingang van 1 April zijn be
noemd: a. tot schoolopziener in het aron-
dissement Almelo, mr. G. J. Sybrandij
te Stad-Almelo; b. tot schoolopziener in
het arrondissement Ommen, mr. D. j.
W- Muller Massis, te Ambt-Ommen.
Dr, Schaepman's Dood.
De Zeereerw. zeergel. heer dr. Blom
van Culemborg heeft voor Geloof en We
tenschap te Deventer gesproken over „De
lataste levensdagen van dr. Schaepman."
Aan het verslag ervan in het „Deven
ter Weekbl." is het volgende ontleend:
HDr. Schaepman nam (te Rome)
weer bezit van de eenvoudige kamer in
het klooster der zusters Franciscanessen
Ivonicos, die tot nu toe een bron van
groot vermaak voor d!e Venetiaausche we
reld was geweest, werd eensklaps eene
andere uitlegging gegeven, die tot mijn
ergernis en schrik d*en naam van Donna
Yolanta dreigde te bezoedelen. Eenige
jonge lui die ik haar naam in verband
met dien van den Griek oneerbiedig hoor
de noemen, schreef ik mijne ppvatting
van de zaak met bloedige letters In het ge
laat, maar toen die laster ook van andere
kanten opdook, vatte ik achterdocht en
deed ik voorzichtig onderzoek naar den
bron van dezen gemeenste» aller leugens.
.Toen vernam ik dat overal anon-yme brie
ven op raadselachtige wijze in de huizen
gespeeld werden, die den naam van Don
na Yolanda op zeer verdachte wijze met
dien van den Griek samen noemden. Door
mijne veelzijdige verbinding met de ach
tertrappen van onze paleizen gelukte het
mij, ettelijke van die brieven te zien
het handschrift was wel verdraaid, maar
inij uit ettelijke kleinigheden toch maar
at te goedbekend: Michele Spada zelf was
de schrijver
Het zou heel verstandig van mij zijn
geweest, wanneer ik omtrent deze ontdek
kingen mijn, mond had gehouden, en had
afgewacht, wat Michele verder zou doen,
om daarna ter rechter tijd den Griek en
ook Donna Yolanda te waarschuwen, en
hun ^Q, inogejijk japgj^ r^d^ujt l^et
te Rome, waar zijn toestand met den dag
erger werd Daar zat hij eenvoudig, al
leen met de enkele boeken, die hij uit Hol
land had meegebracht: zijn Bijbel, zijn
Brevier en zijn Thomas Kempis. Be
nauwdheden op den dag en slapelooze
nachten kwelden hem, die hij trachtte te
verkorten door gebeden, door de liturgi-
gische zangen, door het herhalen soms
van verzen. Reeds had hij zijn beschikkin
gen gemaakt; geen lijkrede, geen monu
ment op zijn graf, geen gesol met zijn lijk;
hij moest in Rome begraven worden. Dr.
Ariëus of mr. Aalbersè moest men als zijn
opvolger in de Kamer zien te krijgen.
Maar tegen verwachting in, werd hij
weer beter; na eenigen tijd kon hij weer
het gemeenschappelijk pension bezoeken,
maakte hij reeds plannen voor de toe -
komst. Hij zou zijn chronica weer doen
verschijnen, hij beraamde een groot werk,
op den 50sten lierdenkdag van het her
stel der bisschoppelijke hiërarchie in Ne
derland zou hij een groote Fransche rede
uitspreken, om ook in breede kringen
zijn dierbaar Nederland te doen kennen
en waardeeren, want deze warme, over
tuigde katholiek, deze trouwe zoon der
Kerk, was ook een oprecht Nederlander,
één die zijn land liefhad. Toen een zijner
Fransche vrienden hem eens vroeg: waar
hij meer van hield van Frankrijk of van
Duitschland^ antwoordde hij: „Je n'aime
que l'Eglise et ma Patrie". Ik bemin al
leen de Kerk en mijn Vaderland.
Zijn opgeruimdheid keerde weer en zijn
humor met haar. „Ik ben er leelijk aan
toe geweest", schertste hij over zijn ziek
te. Een lang telegram van gelukwensch
van dr. Kuyper in de Latijnsche taal, be
antwoordde hij half ernstig, half schert
send. Maar hij sprak ook over zijn be
nauwdheden in de dagen zijner ziekte:
„Nu begrijp ik wat wij in de liturgie voor
de stervenden lezen: „wanneer benauwd
heden mij overvallen, ontferm u mijner",
zeide hij. Helaas, die vleug van wederop-
leven was van korten duur. Op zekeren
morgen vond de zuster die hem verzorg
de, hem in diepe bezwijming. Een aanval
van jicht had ook het hart aangedaan.
Zijn vrienden werden gewaarschuwd; zij
vonden hem in doodejijke benauwdheid.
De geneesheer gaf geen hoop, zijn dagen
waren geteld. Hij moest daarop voorbe
reid worden. Een zijner oud-leerlingen
belastte zich met de moeilijke taak en
vroeg hem of hij nog niet wat in orde
had te brengen, wat te regelen had
schuchter en langs omwegen zijn bood
schap voorbereidende. Maar de zieke had
reeds begrepen. Nog schertsend ant
woordde hij„Mijn jongen, dat heb je
er goed afgebracht, maar ik heb er ook
reeds over gedacht, vraag of pater Oomen
bij mij wil komen."
Met heilige ontroering schetste spreker
dat sublieme tooneel, toen aan de zieke de
H. Teerspijze werd gebracht, het vergelij
kende met „de laatste H. Communie van
den H. Hieionymus" door het penseel
van Domenichino zoo onsterfelijk ge
maakt.
Met volle gelatenheid en geduld ver
droeg de zieke zijn lijden en benauwdhe
den, zich geheel overgevende aan Gods
H. Wil Hij wilde niemand ontvangen, al
leen een uitzondering makend voor zijn
vriend, den door den Paus naar Rome
geroepen abbé Pottier van Luik, dien hij
nog aanspoorde te volharden in zijn dé
mocratie chréticnne.
Toen 's Pausen lijfarts, dr. Lapponi,
hem namens den Paus bezocht, was hij
aangedaan, en zich tot den geneesheer
wendend, zeide hij: „Watzijt gij gelukkig,
dat gij zoo uw zorgen moogt- wijden aan
den H. Vader! O omring hem metal uw
toewijding, opdat zijn leven lang gespaard
moge blijven."
Toen zijn beide oud-leerlingen, waar.
toe ook spreker behoorde, hem om zijn
zegen vroegen, zeide hij: Ik zal dien u
gaarne geven, als gij mij eerst uw piies-
terlijkenzegen zult gegeven hebben. En
toen aan zijn verlangen was voldaan
sprak hij, die handen boven hen uitstrek
kende: „Moge al de zegen, die van deze
zondige handen kan afdalen, op u ko
men", en in een roerende toespraak spoor
de hij hen aan, altijd een rein priester
lijk leven te leiden, altijd de H. Kerk te
net dat hun gespannen werd. Mijne ken
nis van het karakter van Michele had
mij deze wijsheid eigenlijk tot plicht moe
ten maken, maar mijn helaas wat al te
warm bloed en mijn beleedigd rechtsge
voel, beleedigd voor zoover het Donna
Yolanda betrof, speelde mij parten, e n
maakte dat ik regelrecht naar Michele
ging, om hem over mijn geheele lichaam
bevend, zijn schanddaad met harde woor
den voor de voeten wierp, en bezwoer
dat ik hem bij den Raad van Tien zou
aanklagen, als hij niet dadelijk het kwaad
dat hij gesticht had, goed maakte.
„Dat zult gij niet doen, Jacopo, mijn
vriend", luidde zijn koel bijna hoonend
antwoord op mijn opgewonden rede, en
toen ik daardoor geprikkeld, nog hefti
ger uitvoer, zeide hij„Luister eens goed
naar mij: Mijne grootmoeder, de Doga-
resse heeft van uit dit huis intriges ge
sponnen tegen den raad van Drie, omdat
zij, misschien zeer terecht, onder hem
den persoonlijken vijand vermoedde, die
haar'zoon, mijn vader, den weg tot den
Dogetroon heeft versperd. Ik heb den
Raad van Tien genoeg bewijzen gegeven
dat ik van al deze intriges niets geweten
heb, maar ik weet, dat jij Jacopo Nani,
den tusschenpersoon voor mijne groot
moeder waart, en van hare plannen ge
weten hebt. Nu, deze tusschenpersoon
^oei^t de ga&d yan Drie gog faedeg met
beminnen, want daarin was alles gele
gen.
En zoo scheidlde deze groote man uit
het leven, groot in zijn werk, maar groot
in zijn stervenallen vergevende die hem
ooit beleedigd hadden, ook vergiffenis
vragende aan allen, die hij ooit beleedigd
mocht hebben; een man die na een rijp
onderzoek in het aanschijn des doods kon
getuigen, dat hij in zijn politieke loop
baan altijd alles naar plicht en geweten
had gedaan, zich van geen tekortkomingen
bewust was. Een man, door vriend en vij
and, door partijgenoot en tegenstander,
hooggeacht, en aan wien mr. Levy zelfs
den hoogsten lof toezwaaide.
Hij werd gekleed in het bruine pij van
de arme zonen van St. Franciscus, want
hij achtte zich zelf niet waardig in het
priesterlijk gewaad ten grave te worden
gedragen.
Zijn stoffelijk overschot rust op het
Cainpo Santo Dei Tedeschi (op het kerk
hof van den Dietschen landaard), onder
de schaduw van St. Pieter.
De Prins Willem II.
Men seint uit Glasgow:
De lionian van die Allan Line, hier van
Boston aangekomen, deelt mede dat zij
1000 mijl ten westen van de Torij-eilanden
in aanraking kwam met een onbeheerd,
uit elkaar geslagen drijvend schip. Het
wrak is vermoedelijk de vermiste „Prins
Willem II."
(Het Toty-eiland ligt ten noordwes
ten van Ierland', dicht onder de kust. Is
in bovenstaand telegram dit eiland be
doeld, dan is de gevolgtrekking dat het
wrak de „Prins Willem II" zou zijn, al
heel onwaarschijnlijk; het schip zou dan
te ver uit den koers geslagen zijn.
Red.)
Gisternamiddag om vier uur heeft de
diréetie van de W.-Ind. Maildienst een
telegram uitt Glasgow ontvangen, volgens
hetwelk het drijvende wrak twee schoor-
steenen vertoont, terwijl de Prins Wil
lem II slechts één pijp heeft. Volgens
haar kan er dus met zekerheid gezegd
worden, dat het gevonden wrak niet dat
van haar vermiste stoomschip is.
Bovendien kan, zoo deelde de direc
tie nog aan het „Hbl" mede, e.en kope
ren Ietter P., welke van het wrak aan
boord van het stoomschip Ionian terecht
is gekomen, onmogelijk behoord hebben
aan het stoomschip Willem II, omdat aan
boord van dat stoomschip geen kope
ren blokletter aanwezig was. De naam van
het stoomschip Prins Willem II was na
melijk geschilderd op den spiegel.
t- Door de Arrondissemeats-rechtbank
te Winschoten is, ter vervulling der vaca
ture van Griffier van dat college, opge
maakt de navolgende alphabetische lijst
van aanbeveling: mr. Dijkstra, Oost-In.
disch rechterlijk ambtenaar met verlof te
Apeldoorn; mr. A. N. L. Otten, griffier
bij het kantongerecht te Helder; mr. A.
D. Wassenaar, substituut-griffier bij de
Arrondissements-rechtbank te Heeren.
veen.
Kunst en Wetenschappen.
Foto's van Z. H. den Paus.
De Pauselijke fonograaf de Felici heeft
op verlangen van Cav. Bianchi, belast met
met het vervaardigen der pauselijke me
daille welke de Paus jaarlijks op den
feestdag van den H. Petrus en Paulus
aan zijne hofhouding uitdeelt eenige nieu
we foto's van den H. Vader in verschil
lende poses genomen. De foto's die bui
tengewoon geslaagd zijn, worden door de
Fcleci met nog verschillende andere op-
andere opnamen ook van plechtigheden in
St. Pieter naar de fotografische tentoon
stelling in Dresden gezonden.
Het vandalisme te Jeruzalem.
Het schilderachtige beeld van Jeruza
lem, met zijn schoone omgording van mu
ren, de koepel-Moskee Omar, de me.
nigte van minarets en ldokketorens in
alle vormen en stijlen, welke van alle
punten van den horizon binnen deze om
walling schijnen samengebracht, dit ge
heele overblijfsel der oudheid, tegelijk
oostersch en Middeleeuwsch, dat de oude
onafgebroken ijver, en meer dan twee
of drie onschuldigen hebben als verdacht
dien tusschenpersoon te zijn den drem
pel van de doodspoort van het Dogen
paleis overschreden ja, op één heb
ik zelfs de aandacht gevestigd, om jou
voor de straf of de wraak van den Raad
van Drie te beveiligen. Je ziet dus vrend
en neef Jacopo, idat je met je domme aan
klacht, die bovendien geen mensch ge-
looven zou, niets verder bereiken zou,
dan dat ik je gelijktijdig den raad van
van Drie zou overleveren als den lang
gezochten tusschenpersoon mijner groot
moeder. Dan heb je je laatsten beker
wijn gedronken, mijn schat, en kan je
dan beneden bij de visschen met je
voorgangers overleggen wat beter is:
Michele Spada zijn weg te laten gaan
of hem daarin te verhinderen. Wat ik
ook voornemens ben, het geschiedt on
der alle omstandigheden en is reeds in
alle details uitgewerkt, en nu ik weet,
hoe je hart daarbij in het spel is, zal
je ook de eer hebben het slottableau te
zien."
Ellendig naar lichaam en ziel, ziek van
afschuw en angst heb ik Michele Spada
na dit onderhoud verlaten. Wat ik dus
gedaan had, om mijne weldoenster, de
oude Dogaressa, mijne dankbaarheid te
bewijzen, werd mij nu tot keten, zooals
het |Oi9»gekqefd mijn, §trop >va,s geweest,
schilders ons in hun bewonderenswaardig
ge meesterstukken voor oogen stellen, da,t
alles zal welhaast verdwijnen.
De barbaren zijn bezig d« Heilige stad
ie verwoesten niet de barbaren defj
woestijn, die bronzen Bedouin en, die on-
beweeglijk als standbeelden stonden in
die getande schaduw der oude poorten
en wier tegenwoordigheid de schoon
heid van het tooneel verhoogde, maar.
barbaren, wier wandaden wij ook in Euro- j
pa betreuren, voor wie vulgaire fabrieks-
schoorsteenen oneindig meer bekoorlijks,
hebben dan het fijne silhouette van eeq' j
gothischen toren.
In naam van den vooruitgang gaat men
de stad van David van haar schoonheide
berooven. Reeds bij de reis van Willem I(j
had men 'n gedeelte der muren gesloopt* j
bij de heerlijke poort van Jaffa. De poort
van Damascus die met haar kanteeleq
geleek op die Moorsche muren, welke
de glorie zijn der oude Spaansche ste-
den is onzichtbaar geworden, verbor-
gen achter akelig moderne gebouwen.
Dat is niet alles. Men is ijverg in d£
weer om de grachten te dempen van het i
oude Jeruzalem. Weldra zullen de eeu-j
wenoude muren bezweken zijn achter be- 1
droevende bouwwerken.
En, wat wel de hoogste profanatie zijn
zou, men spreekt ervan de sterkte van
Sion en den toren van David omver té
halen. Maar men mag hopen, dat dit ont
roering zal wekken bij lieden van smaak*
dat er gezaghebbende stemmen zullen op
gaan, overtuigend genoeg om zulk eene
ramp te voorkomen.
Wij meenen te weten, dat eene vereeni- j
ging van „vrienden van Jeruzalem" zal'
gevormd worden, die de middelen zaj'
bestudeeren om te redden wat nog over
is van deze eerwaardige getuigenissen dei-
oudheid. (Nbr.)
Land- en Tuinbouw.
De Landbouw- en de Tuinbouw-
Onderlinge.
Omtrent den stand der onderl. land-
bouw-ongevallenverzekering wordt mede
gedeeld dat bij de Centrale La n d< j
bouw Onderlinge zijn aangesloten
acht provinciale verzekerings.vereen., be"'
kend onder de namen de Friesche, de Z.
Hollandsche, de Noord-Hollandsche, de
Zeeuwsche, de Groninger, de Drentsche.
de Utrechtsche en de Oveiiiselsche Land-:
bouw-Onderlinge, terwijl de peldersche,
Landbouw-Onderlinge waarschijnlijk nog!
zal volgen.
Si.ids October jl., werd voor deze on
derlinge organisatie propaganda gevoerd
door eeu tiental sprekers, doch het
meest werkzame deel is aangevat door d®
belanghebbenden, de landbouwers zelf.
Op heden zijn aangesloten 4744 werk-
gevers en landbouwondernemingen, die 1
te zamen f 6,753,244 loon per jaar uit-
keeren. Wegens het nog niet afgeloopeif1
zijn van polissen hebben zich thans reeds
voor aansluiting in den loop van het
jaar 1910 aangemeld 527 werkgevers
met f 1,039,305 loon, terwijl uit destre
ken waar die propaganda nog in vollen
gang is, pl.m. 2000 toezeggingen voor
toetreding in bewerking zijn. Als voor
schot-premie wordt f 1.50 per f 100 loon;
geheven.
Daar men in 1910 wel evenmin als(
in de voorgaande jaren gespaard zal
blijven voor min of meer ernstige land-
bouw-ongevallen, valt niet te ontken
nen, dat een belangrijk aantal werkne
mers in veel gunstiger conditie geko-
men zijn ten opzichte van de gevolgen'
van eventueele ongevallen.
Voor den werkgever en zijn echtgenoo-
te wordt de gelegenheid geopend zich 1
vrijwillig tegen ongevallen te verzekeren.
De propaganda daarvoor neemt dezer
dagen een aanvang, terwijl bij voldoende
deelneming de Patroons-Ongevallen-re-
geling waarschijnlijk 1 Mei in werking
treedt r
In de provincie Groningen, Friesland,
Noord- en Zuid-Holland, Zeeland em
Drente werkt de Landbouw-Onderlinge)
sinds 1 Januari, in Utrecht sinds 1 Fe
bruari en in Óverijsel sinds 1 Maart
j.l. Uit den aard der zaak in dus nogi
Zweeg ik en liet ik Michele begaan, dan
liet ik eene misdaad toe, en trachtte ik
die te verhinderen, dan was het mijn'
dood. En ik ellendige koos de laatste
niet, maar trachtte mijn lafheid te ver-;
ontschuldigen door de uitvlucht, dat een'
doode vriend in het geheel geen vriend
meer was en ik dan Donna Yolanda ook'
niet redden kon. Plannen jiaar en voor
alles mij zelf nog te re'dden, doorkruis
ten wild mijn hoofd toen ik lia Hit on
derhoud op. mijn bed lag, en mTj'n armé
nersenen tevergeeis om een uitweg pij
nigde. Tegen den nacht kwam ik tot hét
besluit om op reis te gaan, om ten min
ste niet behoeven te zien, wat gebeurdé
ik wist het was een laffe vlucht, maar
wat bleef mij over, als ik toch niet be
sluiten kon, mijn beetje leven te wagen?
Middernacht was verstreken, het scheen,
alsof de slaap mij voor eenige uren van
deze zielefolteringen zou bevrijden, toen;;
mijne deur openging: Michele Spada
trad binnen en zette zich in den stoel
naast mijn bed. i
„Jacopo, mijn vriend", begon hij met
zijn uitdagende kalmte, die dezelfde uit
werking heeft als een zweepslag, „jé
voortdurende ijver heeft mijne plannen
eerder tot rijpheid gebracht, dan il$
eigenlijk; wilde.
(Wprdt yeryolgd),