BUITENLAND. Yolanda. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 8 Maart. Duitschland In Mecklenburg bestaan nog rare toe standen. Een van de zonderlingste wetten is er een in Mecklenburg-Strelitz, drie de yrijheid van beweging van de onderwij zers in hun eigen land beperkt. Gelijk in jbijna alle Duitsche steden, verlangt ook de regeering van Strelitz van die onderwijzers, die aan de staatskweekschool te Mi row fcijn opgeleid^ zoodra zij het land verlaten jeen rouwgeld^ dat in Mecklenburg-Strelitz jechter onredelijk hoog is: 1500 mk. Maar dog wonderlijker is, dat een onderwijzer dezelfde som verschuldigd is, indien hij jzich in een van de Strelitzsche steden, Meubrandenburg, Friedland, Woldegk of $trelitz> wil vestigen. Bovendien moet hij üan ook een half jaar van te voren zijne betrekking opzeggen. En dan klagen wij wel eens over onze 'jachtwest, maar dan leze inen 't volgende >vat wo knippen uit de ,,N. CL": Mag een dokter de rust van het Rot- lyvild storen? Naar een mededeeling in den Motorfahrer mag hij dat in de buurt van Ruhla alleen in bijzondere gevallen. Daar woont een medicus, die de eenige is in de streek. Om al zijn patiënten te kunnen bereiken, gebruikt deze dienaar van Aesculaap een auto. De weg van Ruhla naar Hohe Sonne is een goede Sutoweg en wordt als zoodanig ook door e auto's des groothertogs bereden, IVoor andere auto's is de weg verboden. ■(De dokter uit Ruhla vroeg permissie om dien weg te gebruiken, het ministerie gaf hem dat verlof alleen voor het geval Idat hij voor urgente gevallen naar HolZ- hausen geroepen werd. Voor eenige weken nu krijgt de dok ter een telegram, dat hem naar een zeer ernstigen patiënt te Etterwinden roept. Er is maar een weg. Daar een menschen- leven in gevaar was, achtte de dokter het gewenscht zijn auto te gebruiken, [wat hem een bekeuring deed oploopen. ]De dokter betaalde de door de politic opgelegde boete niet, 'maar vroeg een een rechterlijke beslissing. Daar werd de boete verminderd tot 1 Mark, maar /als reden van de veroordeeling opgege ven, dat men de rust van het wild niet kan laten verstoren.... Amerika. De staking te Philadelphia. Om klokslag twaalf in den nacht van Vrijdag op Zaterdag is te Philadelphia de algemeene staking ingegaan. De mu zikanten die in de verschillende restau rants strijkjes gaven, borgen hun instru menten weg en gingen naar huis'. De koetsiers van bakjes, en bestuurders van auto'tjes reden naar stal. De dienst in 1de hotels en aan de stations werd door een en ander in hooge mate bemoeilijkt. Zaterdag is het in de stad weer uiter mate roerig, geweest. Tramwagens wer den met steenen gegooid en af en toe jvaren de troebelen van dien aard, dat de ipolitie meende, er met den stok op in te inoeten slaan. De stakers stellen zich op het stand punt, dat zij bereid zijn de hangende geschillen aan arbitrage te onderwerpen. Maar eerst moeten alle stakers weer worden aangenomen. Naar het gerucht gaat, hebben de sta kers zich tot president Ta ft gewend met het verzoek, als bemiddleaar op te tre- Iden. Omtrent de algemeenheid van deze „al gemeene" staking zijn nog geen betrouw bare berichten ontvangen. De leiders der staking beweren, dat 75,000 man zich bij de beweging hebben aangesloten. Echter verzekert het hoofd der veilig heidspolitie te Philadelpha, dat slechts 20,000 man aan de staking deelnemen. Bij de opstootjes op Zaterdag zijn 'twee personen door schoten getroffen. Het heet, dat de kassen der vakorgani saties, die aan de staking deelnemen, FEUILLETON. 25) Wat mocht, Michele Spada dus bezie len? Lang tastte ik hieromtrent in het duister, tot ik toevallig het doet er niet toe hoe tofde oplossing van het raadsel kwamhij zag in de vrije hand der koningin een middel tot de hoogste eer, tot een mogelijk herwinnen van de kroon van Qyprus, waarvan zij wel is waar ten gunste van Venetië afstand had ge daan, maar mijn hemel, het zou niet voor Ide eerste maal zijn geweest, dat een ver- Idrag verbroken werd. De eenige hinder paal voor dit koene plan van Michele, die •altijd van zijn zegepraal meester was wan"» peer hij wildle zegevieren, was slechts fcijne vrouw. Sedert ik wist, wat Michele wilde, gaf ïk geen cent meer voor haar jong leven, Want karakterloos als hij was zou hij voor piets terugdeinzen, maar dat hij zijn plan jop zoo'n duivelachtige manier zou voor bereiden, zonder dat eenige verdenking op hem zelf viel, dat had ik niet gedacht. Pat gebeurde zoo: Aan de stille ver kering Qd£kt A^gser Qiqrgyqs zijn gevuld; de stakers ontvangen vol doende uitkeeringen. De chef van den veiligheidsdienst ont kent, dat hij er bij de regeering op aan heeft gedrongen, dat Bondstroepen naar .Philadelphia zullen worden gestuurd de beschikbare 6000 politieagenten zijn vol doende om den toestand te beheerschën. Verscheiden fabrieken in of bij Phila delphia ondervinden vooralsnog weinig hinder van de staking, b.v. de Baldwin- fabrieken, Cramps, de Midvale Steel- Works enz. Ook! de werkplaatsen van de staats spoorwegen in Pennsylvanië blijven bui ten de sfeer van de stakingsbeweging. De leiders van "de staking hebben ex- presselijk) verordineerd, dat het werk niet behoeft te worden neergelegd door de employe's van de stedelijke water leiding en electrische centrale, door be dienden en verplegers in ziekenhuizen en sanatoria en door koetsiers en andere functionarissen bij begrafenissen. Het Panamakanaal. In een onlangs te Newark gehouden rede heeft president Taft enkele mede- deelingen over het Panamakanaal ge daan. Zoo zeide hij dat men aanvankelijk de aanlegkosten op 139,700,000 p.St. had geraamd, doch dat de laatste ra ming reeds tot 297,000,000 was geste gen, een vermeerdering derhalve van 157,300,000 p.St. boven de oorspron kelijke raming. Als oorzaken van deze stijging noemt de president allereerst de belangrijke stijging, zoowel in den prijs van materialen als van de arbeids- loonen welke er heeft plaats gevonden sedert 1904 toen die, eerste schatting werd gemaakt. Jen Tweede is het ka naal op sommige gedeelten veel breeder gegraven dan men zich in 1904 voorstel de. Door dit laatste krijgt het kanaal vol doende breedte om steeds een on afgebroken verkeer in beide richtingen te doen plaats vinden, daar de grootste schepen zeer gemakkelijk zullen kunnen voorbijgaan. Ook' is het noodig geweest het plan voor aanleg van het kanaal-ge deelte aan de zijde van den grooten Oceaan belangrijk te wijzigen. In plaats van een groot meer aldaar, met sluizen bij de baai van Panama, zal thans bet kanaal vier mijlen op het zee-peil het land inloopen, en zullen eerst daar de sluizen worden gebouwd. Zoodoende ko men deze sluizen buiten het bereik van 'n event, vijandelijk geschutvuur uit den Gr. Oceaan. Deze en andere wijzigingen hebben de kosten zeer belangrijk doeii stijgen. Ook zijn voor drooglegging en andere werken in het belang van de ge zondheid groote sommen uitgegeven, en is als gevolg daarvan de Panamakanaal strook zeer vooruitgegaan wat levens voorwaarden betreft. Koninklijke Besluiten. Aan mr. A. Telders, is op zijn verzoek met ingang van 1 Mei, eervol ontsiag ver leend uit zijne betrekking van vice-presi dent aan den Hoogen Raad der Neder landen, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige cjiensten door hein in rech terlijke betrekking aan dien lande bewezen. Is benoemd tot lid van den Voogdij raad Amsterdam II: mr. J. van Wouden berg Kamstra, advocaat en procureur kan tonrechter plaatsvervanger en secretaris der vcreenigiug „Maatschappij van den Werkendenstand, afdeeling ambachtscho len" te Amsterdam. Met ingang van 1 April zijn be noemd: a. tot schoolopziener in het aron- dissement Almelo, mr. G. J. Sybrandij te Stad-Almelo; b. tot schoolopziener in het arrondissement Ommen, mr. D. j. W- Muller Massis, te Ambt-Ommen. Dr, Schaepman's Dood. De Zeereerw. zeergel. heer dr. Blom van Culemborg heeft voor Geloof en We tenschap te Deventer gesproken over „De lataste levensdagen van dr. Schaepman." Aan het verslag ervan in het „Deven ter Weekbl." is het volgende ontleend: HDr. Schaepman nam (te Rome) weer bezit van de eenvoudige kamer in het klooster der zusters Franciscanessen Ivonicos, die tot nu toe een bron van groot vermaak voor d!e Venetiaausche we reld was geweest, werd eensklaps eene andere uitlegging gegeven, die tot mijn ergernis en schrik d*en naam van Donna Yolanta dreigde te bezoedelen. Eenige jonge lui die ik haar naam in verband met dien van den Griek oneerbiedig hoor de noemen, schreef ik mijne ppvatting van de zaak met bloedige letters In het ge laat, maar toen die laster ook van andere kanten opdook, vatte ik achterdocht en deed ik voorzichtig onderzoek naar den bron van dezen gemeenste» aller leugens. .Toen vernam ik dat overal anon-yme brie ven op raadselachtige wijze in de huizen gespeeld werden, die den naam van Don na Yolanda op zeer verdachte wijze met dien van den Griek samen noemden. Door mijne veelzijdige verbinding met de ach tertrappen van onze paleizen gelukte het mij, ettelijke van die brieven te zien het handschrift was wel verdraaid, maar inij uit ettelijke kleinigheden toch maar at te goedbekend: Michele Spada zelf was de schrijver Het zou heel verstandig van mij zijn geweest, wanneer ik omtrent deze ontdek kingen mijn, mond had gehouden, en had afgewacht, wat Michele verder zou doen, om daarna ter rechter tijd den Griek en ook Donna Yolanda te waarschuwen, en hun ^Q, inogejijk japgj^ r^d^ujt l^et te Rome, waar zijn toestand met den dag erger werd Daar zat hij eenvoudig, al leen met de enkele boeken, die hij uit Hol land had meegebracht: zijn Bijbel, zijn Brevier en zijn Thomas Kempis. Be nauwdheden op den dag en slapelooze nachten kwelden hem, die hij trachtte te verkorten door gebeden, door de liturgi- gische zangen, door het herhalen soms van verzen. Reeds had hij zijn beschikkin gen gemaakt; geen lijkrede, geen monu ment op zijn graf, geen gesol met zijn lijk; hij moest in Rome begraven worden. Dr. Ariëus of mr. Aalbersè moest men als zijn opvolger in de Kamer zien te krijgen. Maar tegen verwachting in, werd hij weer beter; na eenigen tijd kon hij weer het gemeenschappelijk pension bezoeken, maakte hij reeds plannen voor de toe - komst. Hij zou zijn chronica weer doen verschijnen, hij beraamde een groot werk, op den 50sten lierdenkdag van het her stel der bisschoppelijke hiërarchie in Ne derland zou hij een groote Fransche rede uitspreken, om ook in breede kringen zijn dierbaar Nederland te doen kennen en waardeeren, want deze warme, over tuigde katholiek, deze trouwe zoon der Kerk, was ook een oprecht Nederlander, één die zijn land liefhad. Toen een zijner Fransche vrienden hem eens vroeg: waar hij meer van hield van Frankrijk of van Duitschland^ antwoordde hij: „Je n'aime que l'Eglise et ma Patrie". Ik bemin al leen de Kerk en mijn Vaderland. Zijn opgeruimdheid keerde weer en zijn humor met haar. „Ik ben er leelijk aan toe geweest", schertste hij over zijn ziek te. Een lang telegram van gelukwensch van dr. Kuyper in de Latijnsche taal, be antwoordde hij half ernstig, half schert send. Maar hij sprak ook over zijn be nauwdheden in de dagen zijner ziekte: „Nu begrijp ik wat wij in de liturgie voor de stervenden lezen: „wanneer benauwd heden mij overvallen, ontferm u mijner", zeide hij. Helaas, die vleug van wederop- leven was van korten duur. Op zekeren morgen vond de zuster die hem verzorg de, hem in diepe bezwijming. Een aanval van jicht had ook het hart aangedaan. Zijn vrienden werden gewaarschuwd; zij vonden hem in doodejijke benauwdheid. De geneesheer gaf geen hoop, zijn dagen waren geteld. Hij moest daarop voorbe reid worden. Een zijner oud-leerlingen belastte zich met de moeilijke taak en vroeg hem of hij nog niet wat in orde had te brengen, wat te regelen had schuchter en langs omwegen zijn bood schap voorbereidende. Maar de zieke had reeds begrepen. Nog schertsend ant woordde hij„Mijn jongen, dat heb je er goed afgebracht, maar ik heb er ook reeds over gedacht, vraag of pater Oomen bij mij wil komen." Met heilige ontroering schetste spreker dat sublieme tooneel, toen aan de zieke de H. Teerspijze werd gebracht, het vergelij kende met „de laatste H. Communie van den H. Hieionymus" door het penseel van Domenichino zoo onsterfelijk ge maakt. Met volle gelatenheid en geduld ver droeg de zieke zijn lijden en benauwdhe den, zich geheel overgevende aan Gods H. Wil Hij wilde niemand ontvangen, al leen een uitzondering makend voor zijn vriend, den door den Paus naar Rome geroepen abbé Pottier van Luik, dien hij nog aanspoorde te volharden in zijn dé mocratie chréticnne. Toen 's Pausen lijfarts, dr. Lapponi, hem namens den Paus bezocht, was hij aangedaan, en zich tot den geneesheer wendend, zeide hij: „Watzijt gij gelukkig, dat gij zoo uw zorgen moogt- wijden aan den H. Vader! O omring hem metal uw toewijding, opdat zijn leven lang gespaard moge blijven." Toen zijn beide oud-leerlingen, waar. toe ook spreker behoorde, hem om zijn zegen vroegen, zeide hij: Ik zal dien u gaarne geven, als gij mij eerst uw piies- terlijkenzegen zult gegeven hebben. En toen aan zijn verlangen was voldaan sprak hij, die handen boven hen uitstrek kende: „Moge al de zegen, die van deze zondige handen kan afdalen, op u ko men", en in een roerende toespraak spoor de hij hen aan, altijd een rein priester lijk leven te leiden, altijd de H. Kerk te net dat hun gespannen werd. Mijne ken nis van het karakter van Michele had mij deze wijsheid eigenlijk tot plicht moe ten maken, maar mijn helaas wat al te warm bloed en mijn beleedigd rechtsge voel, beleedigd voor zoover het Donna Yolanda betrof, speelde mij parten, e n maakte dat ik regelrecht naar Michele ging, om hem over mijn geheele lichaam bevend, zijn schanddaad met harde woor den voor de voeten wierp, en bezwoer dat ik hem bij den Raad van Tien zou aanklagen, als hij niet dadelijk het kwaad dat hij gesticht had, goed maakte. „Dat zult gij niet doen, Jacopo, mijn vriend", luidde zijn koel bijna hoonend antwoord op mijn opgewonden rede, en toen ik daardoor geprikkeld, nog hefti ger uitvoer, zeide hij„Luister eens goed naar mij: Mijne grootmoeder, de Doga- resse heeft van uit dit huis intriges ge sponnen tegen den raad van Drie, omdat zij, misschien zeer terecht, onder hem den persoonlijken vijand vermoedde, die haar'zoon, mijn vader, den weg tot den Dogetroon heeft versperd. Ik heb den Raad van Tien genoeg bewijzen gegeven dat ik van al deze intriges niets geweten heb, maar ik weet, dat jij Jacopo Nani, den tusschenpersoon voor mijne groot moeder waart, en van hare plannen ge weten hebt. Nu, deze tusschenpersoon ^oei^t de ga&d yan Drie gog faedeg met beminnen, want daarin was alles gele gen. En zoo scheidlde deze groote man uit het leven, groot in zijn werk, maar groot in zijn stervenallen vergevende die hem ooit beleedigd hadden, ook vergiffenis vragende aan allen, die hij ooit beleedigd mocht hebben; een man die na een rijp onderzoek in het aanschijn des doods kon getuigen, dat hij in zijn politieke loop baan altijd alles naar plicht en geweten had gedaan, zich van geen tekortkomingen bewust was. Een man, door vriend en vij and, door partijgenoot en tegenstander, hooggeacht, en aan wien mr. Levy zelfs den hoogsten lof toezwaaide. Hij werd gekleed in het bruine pij van de arme zonen van St. Franciscus, want hij achtte zich zelf niet waardig in het priesterlijk gewaad ten grave te worden gedragen. Zijn stoffelijk overschot rust op het Cainpo Santo Dei Tedeschi (op het kerk hof van den Dietschen landaard), onder de schaduw van St. Pieter. De Prins Willem II. Men seint uit Glasgow: De lionian van die Allan Line, hier van Boston aangekomen, deelt mede dat zij 1000 mijl ten westen van de Torij-eilanden in aanraking kwam met een onbeheerd, uit elkaar geslagen drijvend schip. Het wrak is vermoedelijk de vermiste „Prins Willem II." (Het Toty-eiland ligt ten noordwes ten van Ierland', dicht onder de kust. Is in bovenstaand telegram dit eiland be doeld, dan is de gevolgtrekking dat het wrak de „Prins Willem II" zou zijn, al heel onwaarschijnlijk; het schip zou dan te ver uit den koers geslagen zijn. Red.) Gisternamiddag om vier uur heeft de diréetie van de W.-Ind. Maildienst een telegram uitt Glasgow ontvangen, volgens hetwelk het drijvende wrak twee schoor- steenen vertoont, terwijl de Prins Wil lem II slechts één pijp heeft. Volgens haar kan er dus met zekerheid gezegd worden, dat het gevonden wrak niet dat van haar vermiste stoomschip is. Bovendien kan, zoo deelde de direc tie nog aan het „Hbl" mede, e.en kope ren Ietter P., welke van het wrak aan boord van het stoomschip Ionian terecht is gekomen, onmogelijk behoord hebben aan het stoomschip Willem II, omdat aan boord van dat stoomschip geen kope ren blokletter aanwezig was. De naam van het stoomschip Prins Willem II was na melijk geschilderd op den spiegel. t- Door de Arrondissemeats-rechtbank te Winschoten is, ter vervulling der vaca ture van Griffier van dat college, opge maakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr. Dijkstra, Oost-In. disch rechterlijk ambtenaar met verlof te Apeldoorn; mr. A. N. L. Otten, griffier bij het kantongerecht te Helder; mr. A. D. Wassenaar, substituut-griffier bij de Arrondissements-rechtbank te Heeren. veen. Kunst en Wetenschappen. Foto's van Z. H. den Paus. De Pauselijke fonograaf de Felici heeft op verlangen van Cav. Bianchi, belast met met het vervaardigen der pauselijke me daille welke de Paus jaarlijks op den feestdag van den H. Petrus en Paulus aan zijne hofhouding uitdeelt eenige nieu we foto's van den H. Vader in verschil lende poses genomen. De foto's die bui tengewoon geslaagd zijn, worden door de Fcleci met nog verschillende andere op- andere opnamen ook van plechtigheden in St. Pieter naar de fotografische tentoon stelling in Dresden gezonden. Het vandalisme te Jeruzalem. Het schilderachtige beeld van Jeruza lem, met zijn schoone omgording van mu ren, de koepel-Moskee Omar, de me. nigte van minarets en ldokketorens in alle vormen en stijlen, welke van alle punten van den horizon binnen deze om walling schijnen samengebracht, dit ge heele overblijfsel der oudheid, tegelijk oostersch en Middeleeuwsch, dat de oude onafgebroken ijver, en meer dan twee of drie onschuldigen hebben als verdacht dien tusschenpersoon te zijn den drem pel van de doodspoort van het Dogen paleis overschreden ja, op één heb ik zelfs de aandacht gevestigd, om jou voor de straf of de wraak van den Raad van Drie te beveiligen. Je ziet dus vrend en neef Jacopo, idat je met je domme aan klacht, die bovendien geen mensch ge- looven zou, niets verder bereiken zou, dan dat ik je gelijktijdig den raad van van Drie zou overleveren als den lang gezochten tusschenpersoon mijner groot moeder. Dan heb je je laatsten beker wijn gedronken, mijn schat, en kan je dan beneden bij de visschen met je voorgangers overleggen wat beter is: Michele Spada zijn weg te laten gaan of hem daarin te verhinderen. Wat ik ook voornemens ben, het geschiedt on der alle omstandigheden en is reeds in alle details uitgewerkt, en nu ik weet, hoe je hart daarbij in het spel is, zal je ook de eer hebben het slottableau te zien." Ellendig naar lichaam en ziel, ziek van afschuw en angst heb ik Michele Spada na dit onderhoud verlaten. Wat ik dus gedaan had, om mijne weldoenster, de oude Dogaressa, mijne dankbaarheid te bewijzen, werd mij nu tot keten, zooals het |Oi9»gekqefd mijn, §trop >va,s geweest, schilders ons in hun bewonderenswaardig ge meesterstukken voor oogen stellen, da,t alles zal welhaast verdwijnen. De barbaren zijn bezig d« Heilige stad ie verwoesten niet de barbaren defj woestijn, die bronzen Bedouin en, die on- beweeglijk als standbeelden stonden in die getande schaduw der oude poorten en wier tegenwoordigheid de schoon heid van het tooneel verhoogde, maar. barbaren, wier wandaden wij ook in Euro- j pa betreuren, voor wie vulgaire fabrieks- schoorsteenen oneindig meer bekoorlijks, hebben dan het fijne silhouette van eeq' j gothischen toren. In naam van den vooruitgang gaat men de stad van David van haar schoonheide berooven. Reeds bij de reis van Willem I(j had men 'n gedeelte der muren gesloopt* j bij de heerlijke poort van Jaffa. De poort van Damascus die met haar kanteeleq geleek op die Moorsche muren, welke de glorie zijn der oude Spaansche ste- den is onzichtbaar geworden, verbor- gen achter akelig moderne gebouwen. Dat is niet alles. Men is ijverg in d£ weer om de grachten te dempen van het i oude Jeruzalem. Weldra zullen de eeu-j wenoude muren bezweken zijn achter be- 1 droevende bouwwerken. En, wat wel de hoogste profanatie zijn zou, men spreekt ervan de sterkte van Sion en den toren van David omver té halen. Maar men mag hopen, dat dit ont roering zal wekken bij lieden van smaak* dat er gezaghebbende stemmen zullen op gaan, overtuigend genoeg om zulk eene ramp te voorkomen. Wij meenen te weten, dat eene vereeni- j ging van „vrienden van Jeruzalem" zal' gevormd worden, die de middelen zaj' bestudeeren om te redden wat nog over is van deze eerwaardige getuigenissen dei- oudheid. (Nbr.) Land- en Tuinbouw. De Landbouw- en de Tuinbouw- Onderlinge. Omtrent den stand der onderl. land- bouw-ongevallenverzekering wordt mede gedeeld dat bij de Centrale La n d< j bouw Onderlinge zijn aangesloten acht provinciale verzekerings.vereen., be"' kend onder de namen de Friesche, de Z. Hollandsche, de Noord-Hollandsche, de Zeeuwsche, de Groninger, de Drentsche. de Utrechtsche en de Oveiiiselsche Land-: bouw-Onderlinge, terwijl de peldersche, Landbouw-Onderlinge waarschijnlijk nog! zal volgen. Si.ids October jl., werd voor deze on derlinge organisatie propaganda gevoerd door eeu tiental sprekers, doch het meest werkzame deel is aangevat door d® belanghebbenden, de landbouwers zelf. Op heden zijn aangesloten 4744 werk- gevers en landbouwondernemingen, die 1 te zamen f 6,753,244 loon per jaar uit- keeren. Wegens het nog niet afgeloopeif1 zijn van polissen hebben zich thans reeds voor aansluiting in den loop van het jaar 1910 aangemeld 527 werkgevers met f 1,039,305 loon, terwijl uit destre ken waar die propaganda nog in vollen gang is, pl.m. 2000 toezeggingen voor toetreding in bewerking zijn. Als voor schot-premie wordt f 1.50 per f 100 loon; geheven. Daar men in 1910 wel evenmin als( in de voorgaande jaren gespaard zal blijven voor min of meer ernstige land- bouw-ongevallen, valt niet te ontken nen, dat een belangrijk aantal werkne mers in veel gunstiger conditie geko- men zijn ten opzichte van de gevolgen' van eventueele ongevallen. Voor den werkgever en zijn echtgenoo- te wordt de gelegenheid geopend zich 1 vrijwillig tegen ongevallen te verzekeren. De propaganda daarvoor neemt dezer dagen een aanvang, terwijl bij voldoende deelneming de Patroons-Ongevallen-re- geling waarschijnlijk 1 Mei in werking treedt r In de provincie Groningen, Friesland, Noord- en Zuid-Holland, Zeeland em Drente werkt de Landbouw-Onderlinge) sinds 1 Januari, in Utrecht sinds 1 Fe bruari en in Óverijsel sinds 1 Maart j.l. Uit den aard der zaak in dus nogi Zweeg ik en liet ik Michele begaan, dan liet ik eene misdaad toe, en trachtte ik die te verhinderen, dan was het mijn' dood. En ik ellendige koos de laatste niet, maar trachtte mijn lafheid te ver-; ontschuldigen door de uitvlucht, dat een' doode vriend in het geheel geen vriend meer was en ik dan Donna Yolanda ook' niet redden kon. Plannen jiaar en voor alles mij zelf nog te re'dden, doorkruis ten wild mijn hoofd toen ik lia Hit on derhoud op. mijn bed lag, en mTj'n armé nersenen tevergeeis om een uitweg pij nigde. Tegen den nacht kwam ik tot hét besluit om op reis te gaan, om ten min ste niet behoeven te zien, wat gebeurdé ik wist het was een laffe vlucht, maar wat bleef mij over, als ik toch niet be sluiten kon, mijn beetje leven te wagen? Middernacht was verstreken, het scheen, alsof de slaap mij voor eenige uren van deze zielefolteringen zou bevrijden, toen;; mijne deur openging: Michele Spada trad binnen en zette zich in den stoel naast mijn bed. i „Jacopo, mijn vriend", begon hij met zijn uitdagende kalmte, die dezelfde uit werking heeft als een zweepslag, „jé voortdurende ijver heeft mijne plannen eerder tot rijpheid gebracht, dan il$ eigenlijk; wilde. (Wprdt yeryolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5