BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
ittb
genomen, wijl ze niet de leveranciers on
der één hoedje speelden, en zich ge
meentegelden wederrechtelijk toeeigen -
den. Zulke feiten zijn wel niet nieuw in Ja
pan, maar men maakt zich ongerust over
het feit, dat ze zich zoo plotseling tegelijk
in verschillende deelen van het land voor
deden.
Van de militaire autoriteiten v rd ook
reeds de klacht gehoord, dat hei gehalte
der recruten nog nimmer zooveel te wen-
schen liet als bij die der jongste zitting.
Eenige Japansche bladen werpen de
schuld voor dit verschijnsel op de zelf-
1 overschatting na den Russisch-Japanschen
oorlog, anderen zien er het gevolg in van
het zuiver materialistisch staatsonderwijs,
en deze zoeken wederom de oorzaak van
de materialistische richting in den invloed
der Westersche volkeren, Het is echter
bekend, dat juist door vele vreemdelin
gen, die land en volk van Japan bestu
deerden, aan het Japansch onderwijs ver
weten werd, dat het aan het buitenland
slechts de materieele techniek ontleende,
den zedelijken grondslag echter, als niet
voer Japan geschikt, geheel verwierp, zon
der daarvoor iets anders in de plaats te
stellen.
Wanneer men de uitkomsten der laat
ste Japansche volkstelling mocht geloo-
ven, zou echter juist het geestelijk leven
in Japan sterk ontwikkeld zijn, voorzoo-
verre dit zich ten minste laat beoordee-
len naar het aantal priesters en monniken.
Die volkstelling leerde namelijk dat er
29,420,000 boedhistische priesters en mon
niken, 18,910,000 boedhistische ge'.oovi-
gen, 19,300,000 Sjinto-priesters, doch
slechts 710,000 sjinto-geloovigen zouden
zijn en ook slechts 140,000 christenen!
Bij elkaar geteld geven die cijfers een
grooter totaal aan dan dat van de geheele
'Japansche bevolking. Bovendien moet de
verhouding tusschen priesters en geloovi-
gen natuurlijk een gansch andere zijn dan
uit deze cijfers ware af te leiden. De klacht
van de afdeeling eeredienst van het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken, dat
'de kerkelijke statistiek zooveel te wen-
schen laat, is dan ook zeker wel gegrond.
De invloed der vrouw.
Eenige weken geleden is het eerste
deel verschenen van een boek, getiteld:
„Uit mijn leven", waarin August Bebel
de herinneringen aan zijn strijdersbestaan
neerlegt. „Het Volk" ontleent, ter gele
genheid van des schrijvers 70sten geboor
tedag, aan dit werkje een hoofdstuk,
waarin het volgende staat te lezen:
„Voor een man, die in het openbare le
ven met een wereld van tegenstanders
in strijd ligt, zoo schrijft Bebel, is het
niet onverschillig, wat voor geesteskind
de vrouw is, die aan zijn zijde staat. Al
naar 't valt kan zij een steun en eenstuw
kracht voor zijn streven of een looden last
en een rem er voor zijn. Ik ben gelukkig
te kunnen zeggen, dat de mijne behoorde
tot de eerstgenoemde klasse. Mijn vrouw
is de dochter van een grondwerker bij
den spoorwegaanleg in Leipzig naar Mag-
denburg, hij was reeds gestorven, toen
ik haar leerde kennen. Mijn verloofde
Nvas arbeidster in een Leipziger mode
zaak. Wij verloofden ons in den herfst van
1854, kort voor den dood van haar brave
moeder, en trouwden in het voorjaar van
1866. Ik heb mij mijn huwelijk nooit be
hoeven te berouwen. Een meer liefdevolle
toegewijde, offervaardige vrouw had ik
niet kunnen vinden. Indien ik verrichtte,
wat ik verricht heb, dan was dat in de
eerste plaats slechts mogelijk door haar
onvermoeide verpleging en hulpvaardig
heid. En zij heeft veel moeilijke dagen,
maanden en jaren moeten doormaken,
voordat haar eindelijk de zon van kalmer
tijden bescheen".
Wanneer ook voor ons het bekende
van den vijand moet men leeren, gekit
dan mag de les, in dit voorbeeld opgeslo
ten, aan de Katholieke vrouwen niet on
benut voorbijgaan", zegt de Tijd.
Commissie Grondwetsherziening.
Naar verluidt zou de minister van Bin-
Jienlandsche zaken zelf het voorzitterschap
aanvaarden van de commissie in zake de
Grondwetsherziening.
Een bekend liberaal staatsman zou als
vice-president fungeeren.
(Centr.)
Bestrijding Zedeloosheid.
Het wetsontwerp van minister Nelissen
tot bestrijding der zedeloosheid, is in de
•fdeelingen der Kamer vrij algemeen gun
stig ontvangen. Ook ter linkerzijde vond
het streven van den minister instemming
en waaróeering.
Jachtwet.
In aansluiting bij ons bericht van eer
gisteren vernemen wij nog, dat de Staats
commissie tot herziening van dejachtwet
'bij de regeering een drietal wetsontwer
pen zal indienen: le. tot regeling van het
jachtrecht; 2e. tot afschaffing van het
heerlijk jachtrecht; en 3e tot regeling der
Nvildschade. (Centr.)
De Rotterdamsche circulaire.
Naar men uit Rotterdam aan „Land en
■Volk" mededeelt, schijnt de circulaire
hooge ernst te zijn bij B. en W. Het
bondsbestuur is speciaal door den wet
houder van onderwijs ontboden om nog
maals in 't bijzonder er op gewezen te
Nvorden, dat B. en W. niet zullen aarzelen
datgene docr te zetten, waarmee in de
circulaire .w.ordt gedreigd; zelfs verluidde
dat niet geschjoorod zal worden tot ont
slag over te gaan, indien een Rotter-
damsch onderwijzer den moed mocht be
zitten in een paedagogisch tijdschrift denk
beelden te verkondigen in de richting
van Ossendorp's neutraliteit
Koninklijke Besluiten.
Voor den tijd van vijf jaren gerekend
van 4 Febr. is benoemd bij het perso
neel van den geneeskundigen dienst der
landmacht tot reserve-officier van gezond
heid der 2e klasse, de heer J. Brouwer,
arts.
Benoemd tot kantonrechter te Tho-
len, Mr. E. Bonn, thans griffier bij het
kantongerecht te Middelburg.
Benoemd zijn met ingang van 9
Maart tot burgemeester der gemeente
Ze-eist, A. Janssens, met ingang van 3
Maart tot burgemeester der gemeente
Docrwerth, Jhr. F. Wttewaal van Stoet
wegen; met ingang van 1 Maart tot bur
gemeester der gemeente Schoten F. F. F.
Fuhrhop, secretaris dier gemeente; met
ingang van 5 Maart, tot burgemeester der
gemeente Nieuwstadt; J. F. J. Evertz;
emt ingang van 12 Maart tot burgemees
ter der gemeente Eggelshoven L. Doh-
men, secretaris dier gemeente.
Bepaald is dat de titel van de bij
K. B. van 26 Maart 1902 no. 5 ingestelde
commissie zal luiden „Commissie voor 's
Rijks Geschiedkundige publicatiën" en
zijn benoemd bij het bureau van die com
missie, a. met ingang van 1 April, tot di
recteur <dr. H. T. Colenbrander te 's-
Gravenhage, secretaris van genoemde
commissie; b. met ingang van 1 Mei tot
klerk mej. C. J. Welcker te 's-Graven-
hage.
Met ingang van 1 Maart is benoemd
tot bediende bij het IJkwezen, W. Ger-
resqy te 's-Gravenhage.
Met ingang van 16 Maart is be
noemd tot directeur van het post- en tele-
graafkantocr te Huizen, N. C. A. Hak
bijl, thans in gelijke betrekking te Ge-
mert.
Met ingang van 15 Maart is aan den
majoor op non-activiteit T. L. baron Quar-
les de Quarles, van het wapen der ge
nie, op zijn aanvrage, en aan den majoor
kwartiermeester H. M. C. van der Harten
van het Dienstvak der Militaire Admini
stratie, en aan den eersten luitenant A. J.
R. Brandt, van het wapen der infanterie,
beiden op non-activiteit, allen ter zake
van lichaamsgebreken, onder toekenning
van pensioen eervol ontslag uit den mili
tairen dienst verleend, en is het bedrag
van het pensioen vastgesteld: voor den
majoor baron Quarles de Quarles, voor
noemd cjp f1600 's jaars; voor den ma-
joer-kwartierm. van der Harten voorn.,
op f1505 's jaars; en voor den eersten
luitenant Brandt voornoemd op f 145 's
jaars.
Met ingang van 16 Maart is benoemd
tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Oudewater P. C. W. Worst,
thans directeur van het postkantoor te
Scheemda.
Aan j. Th. Braams is met ingang
van 28 Febr., eervol ontslag verleend als
burgemeester der gemeente Breukelen-
Nijenrode; Breukelen-St. Pieters en Tien-
hoven.
Aan J. S. de Vries, laatstelijk hulp
prediker ten dienste der inlandsche Chris
tengemeente te Koemelensboeai (Metia-
do), is wegens physieke ongeschiktheid,
met ingang van 1 Maart, eervol uit 's
lands dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen.
Met ingang van 1 Mei is aan den
commies der telegraphie le klasse F. T.
Viel, als zoodanig eervol ontslag ver
leend
Onze neutraliteit.
De berichtgever van het Hdbl. te Parijs
seint, dat volgens de Matin de Ned. re
geering officieel door de vertegenwoor
digers bij de buitenlandsche mogendhe
den heeft doen verklaren, dat nooit eenige
buitenlandsche interventie heeft plaats ge
had, noch bij de regeering, noch bij de
Koningin of de Koningin-Moeder, ten aan
zien der internationale overeenkomsten
betreffende de Noordzee.
Ingezonden Mededeelingen
k 30 cent per regel.
HERMAN F. A. DAMEN k ZOON.
Wijnhandelaren Hofleveranciers
Kanto|r^ii^steeg
Kunst en Wetenschappen.
Waarom Johannes Jörgensen
Katholiek werd.
In een brief aan de redactie van het
tijdschrift Kjöbenhavn vraagt een zekere
leeraar, R. Kaae, uit Lunde Skole, of er
in de geschriften van Johannes Jörgensen
geen verklaring voorkomt, waarom hij
eigenlijk Katholiek is geworden.
De bekeerling antwoordde daarop als
volgt
„De redactie van Kjöbenhavn verzoekt
mij om een antwoord op de vraag van
den leeraar R. Kaae. Terwijl ik den heer
Kaae voor zijn welwillende woorden dank
zeg, zou ik verder kunnen volstaan met
te verwijzen naar mijn boek „Vor Frue
of Danmark (O. L. Vrouw, van Dene
marken), dat voor tieji jaar verscheen en
waarin ik den gedachtengang heb weer
gegeven, waardoor ik tot mijn huidig
standpunt ben gekomen.
Maar aangezien het veel meer de bedoe
ling van den vrager is om te weten te
komen, waarom ik juist Katholiek en niet
Lutersch of hervormd Christen ben ge
worden, zoo kan ik daarop 9lechts ant
woorden, dat de binnen het Protestantis
me heerschende veelzijdigheid van ge
loofsbelijdenis, welke voor mij zoozeer
verwarrend was, daarvan de eigenlijke
schuld is geweest. Ik kon er maar niet
achterkomen, of wel Calvijn's of Luthers
Wesley's, Invings' o» Generhal Booth's
Christendom eigenlijk het beste was.
In den boezem der Lutherschc volks
kerk in Denemarken, zijn ook zoovele
richtingen met telkens weer andere scha
keeringen, zoodat ik wel jaren noodig zou
hebben om de eigenlijke ware en juiste
te ontdekken. Intusschen leek het mij on
denkbaar toe, dat het ware Christendom
slechts na zeer moeilijke wetenschappe
lijke onderzoekingen te vinden zou zijn.
Toen zag ik daarnaast de Katholieke
Kerk met hare van de eerste Christenen
overgeërfde leerstellingen. Zij lag voor
mij in het vo'.le daglicht, der wereldge
schiedenis als „de stad op den berg",
welke niet verborgen kan zijn", en ik
steeg op naar de stad Gods...
Jan. 1910. Johannes Jörgensen.
De Vaticaansche sterrenwacht.
De Romeinsche correspondent van de
N. R. Ct. heeft een bezoek gebracht aan
de Vaticaansche Sterrenwacht en vertelt
daarvan in zijn biad het volgende:
Onze landgenoot pater dr. Steijn, as
sistent aan de sterrenwacht had zich be
reid verklaart mij deze te toonen en be
zorgde mij het bijzondere toegangsbiljei.
Zoo drentelde ik eerst langzaam over den
rechten, breeden grindweg; links, in een
diepe vallei, waar twee fonteinen prettig
klaterden, waren vele tuinlieden bezig
de groote, kunstig aangelegde bloembed
den, in den vorm van een paar reusach
tige pauselijke wapens en andere versie
ringen, ijverig te verzorgen; toen kwam
ik al zoekend in een hellende laan,
met rechts en links vele zijwegen. Daar
is het stil en eenzaam, de heggen, de hoo
rnen wat verwilderd, wat verwaarloosd;
maar daarom juist heel mooi. Toen
opeens een vrijen kijk koepels de
lange verbindingsmuur en waar deze on
derbroken is, een hooge ijzeren brug
en daar ben ik dus bij de sterrenwacht
zoo vaak reeds uit de verte gezien
waar ze op het hoogste punt van den Va-
ticaanschen heuvel ligt en thans einde
lijk bereikt.
Hier staat onder een zeer ouden
veel en zwaar vertakten eik het koe*
peltje dat Leo XIII touwen liet, zijn lie
velingsplekje, waar hij 's zomers zich nog
wat vrij kon voelen in iijn ballingschap
en waar hij zijn mooie Latijnsche verzen
schreef. En daarnaast de door hem ge
bouwde villa, heel eenvoudig zonder
eenige uiterlijke weelde de villa die
hem mede tot zomerresidentie diende. Dat
is thans de sterrenwacht.
De sterrenwacht zooals zc nu is, dateert
eigenlijk pas vanaf 1891, toen Leo XIII 'n
jaariijksche som van 24.000 lire beschik
baar stelde en kardinaal Maffi, aartsbis
schop van Pisa, uit persoonlijke be
langstelling het oppertoezicht op zich
nam. Tot dien tijd had men waarnemingen
die echter meer meteorologisch dan wel
astronomisch waren, op het gebouw \^n
het Vaticaan zelf n.l. op de z.g. Torre
dei Venti (toren der Winden) verricht.
Thans echter zijn de verschillende koe
pels opgesteld op de drie eenige nog
overgebleven torens van den ouden ring
muur, die eenmaal omstreeks 850 het Va
ticaan en St. Pieter moest beschermen te
gen de benden der Saracenen. Deze oude
dikmurige torens, zijn wiel bij uitstek ge
schikt om de zware en onwrikbare fun
damenten der groote kijkers te vormen.
Wat bewoog Leo XIII in '91 om de
sterrenwacht te reorganiseeren en op de
hoogte van den tijd te brengen? Het was
het besluit dat het Vaticaan óók zou me
dewerken aan de internationale onderne
ming, een volledige sterrenkaart en cata
logus door middel van hemeifotogra-
fieën samen te stellen. De kostbare
instrumenten moesten daarvoor worden
aangeschaft en indien men bedenkt dat
zelfs Potsdam en Oxford de medewer
king aan de kaart (niet aan den catalo
gus) opgegeven hebben daar het zoo
enorm veel geld en moeite kostte dan
moet men wel toegeven dat de specula
Vaticana heel wat méér dan een liefheb
berij is.
In de middelsten, draaibaren koepel,
staat de groote splinternieuwe telescoop
6 Meter lang nu voorzichtig in doe
ken gepakt, wegens de werkzaamheden,
om de handdraaibeweging in een mo
torische om te zetten. Langs den omloop
van den toren klauteren we nu het ijze
ren trapje op, om van het platvorm het
prachtige vergezicht te genieten. Met ver
bazing zie ik van dit hooge punt, hoe
klein, hoe bitter klein, eigenlijk het eens
zoo machtige, pauselijke gebied nu is,
een paar groote wegen, wat zijlaantjes,
een paar gebouwen, dan wéér de muur,
waar het wereldsche gebied begint.
In een tweeden toren (pl.m. 300 M. van
den eersten verwijderd) staat de groote
fotografische kijker. Een groot, zwaar in
strument, zich wentelend op 'n bijzonder
fijn uurwerk, om de hemelas. 't Zijn eigen
lijk 2 kijkers, evenwijdig aan elkaar, één
visueele en één fotografische. Gedurende
de drie opnamen, elk van 40 minuten, die
men maakt, reguleert men met den vi-
door t\y„ee^ kruisdraden.
op een bepaalde ster te houden de
toch nog bestaande onregelmatigheden
van het uurwerk. Voortdurend verandert
men door uiterst nauwkeurige schroeven
den stand van den kijker een weinig.
Het Vaticaan maakt alle opnamen tus
schen 65 en 55 graden N-Declinatie. Het
zullen ongeveer 520 platen worden, waar
van thans definitief 80 klaar zijn. Het werk
dat slechts bij gunstige weersgesteldheid
geschieden kan, is ook zoo uiterst tijd-
roovend, dat men er nog wel jaren en ja
ren mee bezig zal zijn.
De reeds vervaardigde afdrukken wer
den mij ook vertoond, ze zijn bijzonder
zorgvuldig en fijn uitgevoerd het Va
ticaan kan tiotsch wezen op zijn werk.
Over den ouden muur bereiken weden
eersten toren, waar de heliofotograaf
een reusachtig, zwaar bakbeest staat
opgesteld. Het is een bijzonder mooi in
strument, naar de nieuwste vindingen ge
construeerd. Men spaart hier waarlijk tijd
noch moeite om'met, zij het wat beschei
den middelen, het verlorene in te halen,
en met de groote buitenlandsche obser
vatoria mee te kunnen doen. Zeker, er
ontbreekt nog veel, de interessante spec-
traalanalyse kan bijv. niet verricht wor
den, maar ook dat zal wel komen.
Teruggaande, werden me nog even de
hoofdklokken getoond, opgesteld in een
kleine zijkamer, die al de andere klokken
reguleeren, en toen de visite had 2
uren geduurd nam ik dankbaar af
scheid van onzen vriendelijken, geleerden
landgenoot, die mij zooveel moois en in
teressants had laten zien, waarvan ik hier
slechts de hoofdzaken even kon aanstip
pen.
Leger en Vloot.
Indeeling.
De minister van oorlog heeft betref
fende de indeeling van de lichting der
nationale militie van het jaar 1910, o.a.
het volgende bepaald
De ingelijfden bij de militie, die het
vak van kleermaker uitoefenen, moeten
over de verschillende korpsen worden
verdeeld.
Voor den dienst bij de infanterie zijn
bijzonder geschikt te achten breedge
schouderde manschappen, ook al zijn zij
niet lang. Allerminst mag als regel gel
den om bij dit wapen in te deelen in
gelijfden bij de militie te land van min
der krachtigen lichaamsbouw of wier
uiterlijk minder sterk gestel verraadt.
Aan de infanterie moeten worden toe
gewezen van de lotelingen, die in het
tijdvak 1 15 Maart worden afgeleverd,
zij die het hoefsmidsvak uitoefenen, als
mede ten minste één smid bankwerker.
Voorts moeten de lotelingen, die be
drevenheid bezitten als chauffeur, mo
torwielrijder of rijwielhersteller, bij
voorkeur worden geplaatst bij de infan
terie.
De in het wielrijden bedreven mili
ciens, voor de regimenten infanterie en
vest.-art. bestemd worden zooveel moge
lijk tot gelijk aantal over de bat. of over
de compagniën verdeeld.
Bij de vesting-artillerie worden bij
voorkeur ingedeeld ingelijfden bij de
militie te land, die tehuis behooren in
vestingen, in kunstplaatsen, of in ge
meenten, waarin of in welker nabijheid
verdedigingswerken zijn gelegen.
Wijders komen inzonderheid voor in
deeling bij de vesting-artillerie in aan
merking timmerlieden, electriciens, i n-
s'trumentmakers, smeden, slotenmakers,
metaalbewerkers en koperslagers, mits
zij een lengte van ten minste 1.60 heb
ben.
Bij elk der compagniën van het korps
pantserfort-artillerie worden, zoo mo
gelijk, ingedeeld: 4 schippers of vis-
schers 2 timmerlieden, 1 verver, 1 smid,
1 of 2 stokers, 1 kleermaker, 1 schoen
maker eri 1 bakker.
Voor indeeling bij de bereden korpsen
komen in de eerste plaats in aanmer
king de lotelingen die met paarden kun
nen omgaan.
De 120 lotelingen, bestemd om bij het
remonte-depót te worden belast met de
paardenverzorging, moeten afkomstig
zijn uit gemeenten, gelegen in de vorde
ringsdistricten.
Bij het korps pontonniers worden in
gedeeld zooveel mogelijk schippers wij
ders bij voorkeur visschers en zeeva-
varen'den.
Voor het korps torpedisten worden
zooveel mogelijk varensgezellen be
stemd.
Bij het regiment genietroepen worden
ingedeeld miliciens, behoorende tot het
personeel bij den telegraaf- en den
spoorwegdienst, ongeacht hunne lengte.
Ingelijfden bij de militie te land ter
volledige oefening, die onderwijs in de
genees- of heelkunde hebben genoten,
hulp-apothekers en apothekersbedienden
worden bij een van de elf genummerde
regimenten infanterie ingedeeld en aan
den commandeerenden-officier van het
korps opgegeven, ten einde te bekwa
men tijde in aanmerking te kunnen wor
den gebracht voor eene plaatsing bij een
der compagnieën hospitaalsoldaten.
De Groesbeeksche „berre-
voeter". Het viel voor in den omtrek
van Gennep: Een Groesbeeksch bezem
binder ging met zijn wederhelft er op
uit, om „bessems" te verkoopen, echte
Groesbeeksche „heibessems" van de*
Stekken berg" en eigen fabrikaat.
Met een kruiwagen, hoog geladen,
ging het naar Kleef, Meer was die tocht
soms „berrevoets" gemaakt, maar toen
was het water niet zoo hoog, weet je.
En dan ging het zonder hindernissen en
slechts ten koste van eenige zweet
droppels, die voor een „Stekkenberger"
niks beteekenen. Maar nou? Water, e»
nog eens water, hoog gerezeji bekeir,
duurder veergeld en rtatte kleeren, dat
zijn allemaal dingen, die den sterkste^
Groesbeekschen „berrevoeter" tegen
staan.
Zoo ook ging het met onzen bezem
binder.
Hij met zijn vrouw moesten een bree-
de beek over.
Verhoogde weg en brug waren over
stroomd.
Overzetten per roeiboot kost centen
en wel dubbel geld. En het veergeld
was voor hem te hoog en hoe nu ge-i
daan
Wa bin de nou jandoari heelemaol
nie wies? Ik en mien wief er boven op...
Hij trok zijn paarse kousen uit, zijn
vrouw klauterde op den „heihoop" en|
daar zette de „biender" zich schrap t-
spuwde in zijn handen, pakte aan en
nu ging hij. i'
Schuimend spatte het water op, bij
dezen doortocht, pittig duwde de man(
aan, tot in het midden van den stroom.
Hij hijgde en zuchtte en riep plotseling:
Wief, ik kan niet mèr. Bliefde gij mèr
zitten. En eenvoudig zette hij den wagen
er neer onder groot spektakel van vrouw
lief, die boven op de bessems lang niet
lekker zat.
Kerl, rij deur. Wa gao de nou beginnen.
De toeschouwers hadden schik en de
Groesbeeker sputterde en bromde van
duvelsche Maosboeren en beroerd hoog-
waoter.
Ten langen letsfe kwain de veerman.
Het vrouwtje op den bezemwagen
slaakte een zucht van verlichting en de
baas vatte weer moed.
Man en vrouw, wagen en bezems in
cluis, werden door den veerman opge
laden en behouden, zij het ook met natte
pakken, aan de overzijde gebracht.
En toen ging de tocht verder naar!.
Kleef onder gemomper van boog wa
ter en dekselsch lastige wegen.
(Geld.)
De vermiste 'jongen. Het „Utr,
Dbl." geeft weer verslag van 'n nogmaals
vergeefs gebleken speurtocht naar den
vermisten Jan van der Wiel.
Wel zijn.de politie eenige gegevens
in handen gekomen.
Eerstens heeft de familie van de Wiel
een brief gekregen van een pensionhou
der uit Hilversum. Die vertelt dat bij
hem een min of meer vreemde mijnheer
in huis is geweest, 2 a 3 weken, beant
woordende aan het signalement: grijze
jas, groote haviksneus, zwarte hoed, enz.
Deze persoon was veel afwezig en se
dert korten tijd vertrokken naar Drieber
gen of Doorn, zooals hij ten minste op
gaf. De Zeister politie heeft van dezen
brief kennis genomen en zich in verbin
ding gesteld met de Hilversumsche po
litie.
In de tweede plaats is er Zondag aan
eenige boerenwoningen te Soest een man
geweest, wederom geheel overeenkomen
de met het signalement. Die man droeg 3
of 4 jassen over elkaar en vroeg in een
der woningen, of men hem in de gele
genheid wilde stellen van kleeding te ver
wisselen. Dit werd hem geweigerd. De
bewuste persoon stelde zich ongewoon
aan, deed alsof hij niet wel bij het hoofd
was en sprak o.a. over schieten met een
revolver, zoodat de bewoners blij waren
dat de man zonder spektakel weer ver
trok. In een der woningen heeft hij twee
jassen achtergelaten, zeggende dje van
daag terug te zullen halen. In die jassen
bevonden zich ook brieven met eenigcS
adressen. De politie heeft er beslag op
gelegd en een rijksveldwachter was van-j
daag verdekt opgesteld in de woning om
den man te arresteeren, als deze de twee
jassen zou komen terughalen. Om vijf
uur vanavond was hij er nog niet ge
weest. In den omtrek werd druk gesurveil
leerd om den vreemdeling te vinden, maar.j
nergens zag men hem. In de geweldig
dichte bosschen rondom Soesterberg en
de Paltz is het speuren ook niet gemak
kelijk. Het zijn heele wouden die hier
liggen.
In de derde plaats heeft iemand vani,
Soesterberg de vorige week1 gekerm ge-,
hoord nabij „de Hoogt", in het bosch'.;
Hij heeft er aanvankelijk geen acht op[,
geslagen, denkende dat 't misschien spe
lende of vechtende kinderen waren, maaiji
in verband met de vermissing van dem;
jongen heeft de man 't geval- zich her-:
innerd en er aangifte van gedaan. jj
Dit al-les combineert de politie nu eW
aan de hand van al deze bijzonderheden);
zet zij haar onderzoek krachtig voort,
Zij zal natuurlijk trachten'den signaleer
den vreemdeling aan te houden. Ver
moedelijk zwerft hij rond in de nabij
heid van Soest, Soesterberg of de Palte
Faillissementen.
Uitgesproken: J. Hoek, handelende onder
den naam Maison Blom, te Scbeveningen. Cura
tor mr. A. S. Oppenheim. 1. E. Huismam
koopman, te 's-Gravenbage. Curator mr. C. J.
de Vries.
Opgeheven: P. L. van Heijzen en H. A.
Minderman, beiden te 's-Gravenhage.