BINNENLAND. Gemengd Nieuws. ittb genomen, wijl ze niet de leveranciers on der één hoedje speelden, en zich ge meentegelden wederrechtelijk toeeigen - den. Zulke feiten zijn wel niet nieuw in Ja pan, maar men maakt zich ongerust over het feit, dat ze zich zoo plotseling tegelijk in verschillende deelen van het land voor deden. Van de militaire autoriteiten v rd ook reeds de klacht gehoord, dat hei gehalte der recruten nog nimmer zooveel te wen- schen liet als bij die der jongste zitting. Eenige Japansche bladen werpen de schuld voor dit verschijnsel op de zelf- 1 overschatting na den Russisch-Japanschen oorlog, anderen zien er het gevolg in van het zuiver materialistisch staatsonderwijs, en deze zoeken wederom de oorzaak van de materialistische richting in den invloed der Westersche volkeren, Het is echter bekend, dat juist door vele vreemdelin gen, die land en volk van Japan bestu deerden, aan het Japansch onderwijs ver weten werd, dat het aan het buitenland slechts de materieele techniek ontleende, den zedelijken grondslag echter, als niet voer Japan geschikt, geheel verwierp, zon der daarvoor iets anders in de plaats te stellen. Wanneer men de uitkomsten der laat ste Japansche volkstelling mocht geloo- ven, zou echter juist het geestelijk leven in Japan sterk ontwikkeld zijn, voorzoo- verre dit zich ten minste laat beoordee- len naar het aantal priesters en monniken. Die volkstelling leerde namelijk dat er 29,420,000 boedhistische priesters en mon niken, 18,910,000 boedhistische ge'.oovi- gen, 19,300,000 Sjinto-priesters, doch slechts 710,000 sjinto-geloovigen zouden zijn en ook slechts 140,000 christenen! Bij elkaar geteld geven die cijfers een grooter totaal aan dan dat van de geheele 'Japansche bevolking. Bovendien moet de verhouding tusschen priesters en geloovi- gen natuurlijk een gansch andere zijn dan uit deze cijfers ware af te leiden. De klacht van de afdeeling eeredienst van het Mi nisterie van Binnenlandsche Zaken, dat 'de kerkelijke statistiek zooveel te wen- schen laat, is dan ook zeker wel gegrond. De invloed der vrouw. Eenige weken geleden is het eerste deel verschenen van een boek, getiteld: „Uit mijn leven", waarin August Bebel de herinneringen aan zijn strijdersbestaan neerlegt. „Het Volk" ontleent, ter gele genheid van des schrijvers 70sten geboor tedag, aan dit werkje een hoofdstuk, waarin het volgende staat te lezen: „Voor een man, die in het openbare le ven met een wereld van tegenstanders in strijd ligt, zoo schrijft Bebel, is het niet onverschillig, wat voor geesteskind de vrouw is, die aan zijn zijde staat. Al naar 't valt kan zij een steun en eenstuw kracht voor zijn streven of een looden last en een rem er voor zijn. Ik ben gelukkig te kunnen zeggen, dat de mijne behoorde tot de eerstgenoemde klasse. Mijn vrouw is de dochter van een grondwerker bij den spoorwegaanleg in Leipzig naar Mag- denburg, hij was reeds gestorven, toen ik haar leerde kennen. Mijn verloofde Nvas arbeidster in een Leipziger mode zaak. Wij verloofden ons in den herfst van 1854, kort voor den dood van haar brave moeder, en trouwden in het voorjaar van 1866. Ik heb mij mijn huwelijk nooit be hoeven te berouwen. Een meer liefdevolle toegewijde, offervaardige vrouw had ik niet kunnen vinden. Indien ik verrichtte, wat ik verricht heb, dan was dat in de eerste plaats slechts mogelijk door haar onvermoeide verpleging en hulpvaardig heid. En zij heeft veel moeilijke dagen, maanden en jaren moeten doormaken, voordat haar eindelijk de zon van kalmer tijden bescheen". Wanneer ook voor ons het bekende van den vijand moet men leeren, gekit dan mag de les, in dit voorbeeld opgeslo ten, aan de Katholieke vrouwen niet on benut voorbijgaan", zegt de Tijd. Commissie Grondwetsherziening. Naar verluidt zou de minister van Bin- Jienlandsche zaken zelf het voorzitterschap aanvaarden van de commissie in zake de Grondwetsherziening. Een bekend liberaal staatsman zou als vice-president fungeeren. (Centr.) Bestrijding Zedeloosheid. Het wetsontwerp van minister Nelissen tot bestrijding der zedeloosheid, is in de •fdeelingen der Kamer vrij algemeen gun stig ontvangen. Ook ter linkerzijde vond het streven van den minister instemming en waaróeering. Jachtwet. In aansluiting bij ons bericht van eer gisteren vernemen wij nog, dat de Staats commissie tot herziening van dejachtwet 'bij de regeering een drietal wetsontwer pen zal indienen: le. tot regeling van het jachtrecht; 2e. tot afschaffing van het heerlijk jachtrecht; en 3e tot regeling der Nvildschade. (Centr.) De Rotterdamsche circulaire. Naar men uit Rotterdam aan „Land en ■Volk" mededeelt, schijnt de circulaire hooge ernst te zijn bij B. en W. Het bondsbestuur is speciaal door den wet houder van onderwijs ontboden om nog maals in 't bijzonder er op gewezen te Nvorden, dat B. en W. niet zullen aarzelen datgene docr te zetten, waarmee in de circulaire .w.ordt gedreigd; zelfs verluidde dat niet geschjoorod zal worden tot ont slag over te gaan, indien een Rotter- damsch onderwijzer den moed mocht be zitten in een paedagogisch tijdschrift denk beelden te verkondigen in de richting van Ossendorp's neutraliteit Koninklijke Besluiten. Voor den tijd van vijf jaren gerekend van 4 Febr. is benoemd bij het perso neel van den geneeskundigen dienst der landmacht tot reserve-officier van gezond heid der 2e klasse, de heer J. Brouwer, arts. Benoemd tot kantonrechter te Tho- len, Mr. E. Bonn, thans griffier bij het kantongerecht te Middelburg. Benoemd zijn met ingang van 9 Maart tot burgemeester der gemeente Ze-eist, A. Janssens, met ingang van 3 Maart tot burgemeester der gemeente Docrwerth, Jhr. F. Wttewaal van Stoet wegen; met ingang van 1 Maart tot bur gemeester der gemeente Schoten F. F. F. Fuhrhop, secretaris dier gemeente; met ingang van 5 Maart, tot burgemeester der gemeente Nieuwstadt; J. F. J. Evertz; emt ingang van 12 Maart tot burgemees ter der gemeente Eggelshoven L. Doh- men, secretaris dier gemeente. Bepaald is dat de titel van de bij K. B. van 26 Maart 1902 no. 5 ingestelde commissie zal luiden „Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige publicatiën" en zijn benoemd bij het bureau van die com missie, a. met ingang van 1 April, tot di recteur <dr. H. T. Colenbrander te 's- Gravenhage, secretaris van genoemde commissie; b. met ingang van 1 Mei tot klerk mej. C. J. Welcker te 's-Graven- hage. Met ingang van 1 Maart is benoemd tot bediende bij het IJkwezen, W. Ger- resqy te 's-Gravenhage. Met ingang van 16 Maart is be noemd tot directeur van het post- en tele- graafkantocr te Huizen, N. C. A. Hak bijl, thans in gelijke betrekking te Ge- mert. Met ingang van 15 Maart is aan den majoor op non-activiteit T. L. baron Quar- les de Quarles, van het wapen der ge nie, op zijn aanvrage, en aan den majoor kwartiermeester H. M. C. van der Harten van het Dienstvak der Militaire Admini stratie, en aan den eersten luitenant A. J. R. Brandt, van het wapen der infanterie, beiden op non-activiteit, allen ter zake van lichaamsgebreken, onder toekenning van pensioen eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend, en is het bedrag van het pensioen vastgesteld: voor den majoor baron Quarles de Quarles, voor noemd cjp f1600 's jaars; voor den ma- joer-kwartierm. van der Harten voorn., op f1505 's jaars; en voor den eersten luitenant Brandt voornoemd op f 145 's jaars. Met ingang van 16 Maart is benoemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Oudewater P. C. W. Worst, thans directeur van het postkantoor te Scheemda. Aan j. Th. Braams is met ingang van 28 Febr., eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Breukelen- Nijenrode; Breukelen-St. Pieters en Tien- hoven. Aan J. S. de Vries, laatstelijk hulp prediker ten dienste der inlandsche Chris tengemeente te Koemelensboeai (Metia- do), is wegens physieke ongeschiktheid, met ingang van 1 Maart, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Met ingang van 1 Mei is aan den commies der telegraphie le klasse F. T. Viel, als zoodanig eervol ontslag ver leend Onze neutraliteit. De berichtgever van het Hdbl. te Parijs seint, dat volgens de Matin de Ned. re geering officieel door de vertegenwoor digers bij de buitenlandsche mogendhe den heeft doen verklaren, dat nooit eenige buitenlandsche interventie heeft plaats ge had, noch bij de regeering, noch bij de Koningin of de Koningin-Moeder, ten aan zien der internationale overeenkomsten betreffende de Noordzee. Ingezonden Mededeelingen k 30 cent per regel. HERMAN F. A. DAMEN k ZOON. Wijnhandelaren Hofleveranciers Kanto|r^ii^steeg Kunst en Wetenschappen. Waarom Johannes Jörgensen Katholiek werd. In een brief aan de redactie van het tijdschrift Kjöbenhavn vraagt een zekere leeraar, R. Kaae, uit Lunde Skole, of er in de geschriften van Johannes Jörgensen geen verklaring voorkomt, waarom hij eigenlijk Katholiek is geworden. De bekeerling antwoordde daarop als volgt „De redactie van Kjöbenhavn verzoekt mij om een antwoord op de vraag van den leeraar R. Kaae. Terwijl ik den heer Kaae voor zijn welwillende woorden dank zeg, zou ik verder kunnen volstaan met te verwijzen naar mijn boek „Vor Frue of Danmark (O. L. Vrouw, van Dene marken), dat voor tieji jaar verscheen en waarin ik den gedachtengang heb weer gegeven, waardoor ik tot mijn huidig standpunt ben gekomen. Maar aangezien het veel meer de bedoe ling van den vrager is om te weten te komen, waarom ik juist Katholiek en niet Lutersch of hervormd Christen ben ge worden, zoo kan ik daarop 9lechts ant woorden, dat de binnen het Protestantis me heerschende veelzijdigheid van ge loofsbelijdenis, welke voor mij zoozeer verwarrend was, daarvan de eigenlijke schuld is geweest. Ik kon er maar niet achterkomen, of wel Calvijn's of Luthers Wesley's, Invings' o» Generhal Booth's Christendom eigenlijk het beste was. In den boezem der Lutherschc volks kerk in Denemarken, zijn ook zoovele richtingen met telkens weer andere scha keeringen, zoodat ik wel jaren noodig zou hebben om de eigenlijke ware en juiste te ontdekken. Intusschen leek het mij on denkbaar toe, dat het ware Christendom slechts na zeer moeilijke wetenschappe lijke onderzoekingen te vinden zou zijn. Toen zag ik daarnaast de Katholieke Kerk met hare van de eerste Christenen overgeërfde leerstellingen. Zij lag voor mij in het vo'.le daglicht, der wereldge schiedenis als „de stad op den berg", welke niet verborgen kan zijn", en ik steeg op naar de stad Gods... Jan. 1910. Johannes Jörgensen. De Vaticaansche sterrenwacht. De Romeinsche correspondent van de N. R. Ct. heeft een bezoek gebracht aan de Vaticaansche Sterrenwacht en vertelt daarvan in zijn biad het volgende: Onze landgenoot pater dr. Steijn, as sistent aan de sterrenwacht had zich be reid verklaart mij deze te toonen en be zorgde mij het bijzondere toegangsbiljei. Zoo drentelde ik eerst langzaam over den rechten, breeden grindweg; links, in een diepe vallei, waar twee fonteinen prettig klaterden, waren vele tuinlieden bezig de groote, kunstig aangelegde bloembed den, in den vorm van een paar reusach tige pauselijke wapens en andere versie ringen, ijverig te verzorgen; toen kwam ik al zoekend in een hellende laan, met rechts en links vele zijwegen. Daar is het stil en eenzaam, de heggen, de hoo rnen wat verwilderd, wat verwaarloosd; maar daarom juist heel mooi. Toen opeens een vrijen kijk koepels de lange verbindingsmuur en waar deze on derbroken is, een hooge ijzeren brug en daar ben ik dus bij de sterrenwacht zoo vaak reeds uit de verte gezien waar ze op het hoogste punt van den Va- ticaanschen heuvel ligt en thans einde lijk bereikt. Hier staat onder een zeer ouden veel en zwaar vertakten eik het koe* peltje dat Leo XIII touwen liet, zijn lie velingsplekje, waar hij 's zomers zich nog wat vrij kon voelen in iijn ballingschap en waar hij zijn mooie Latijnsche verzen schreef. En daarnaast de door hem ge bouwde villa, heel eenvoudig zonder eenige uiterlijke weelde de villa die hem mede tot zomerresidentie diende. Dat is thans de sterrenwacht. De sterrenwacht zooals zc nu is, dateert eigenlijk pas vanaf 1891, toen Leo XIII 'n jaariijksche som van 24.000 lire beschik baar stelde en kardinaal Maffi, aartsbis schop van Pisa, uit persoonlijke be langstelling het oppertoezicht op zich nam. Tot dien tijd had men waarnemingen die echter meer meteorologisch dan wel astronomisch waren, op het gebouw \^n het Vaticaan zelf n.l. op de z.g. Torre dei Venti (toren der Winden) verricht. Thans echter zijn de verschillende koe pels opgesteld op de drie eenige nog overgebleven torens van den ouden ring muur, die eenmaal omstreeks 850 het Va ticaan en St. Pieter moest beschermen te gen de benden der Saracenen. Deze oude dikmurige torens, zijn wiel bij uitstek ge schikt om de zware en onwrikbare fun damenten der groote kijkers te vormen. Wat bewoog Leo XIII in '91 om de sterrenwacht te reorganiseeren en op de hoogte van den tijd te brengen? Het was het besluit dat het Vaticaan óók zou me dewerken aan de internationale onderne ming, een volledige sterrenkaart en cata logus door middel van hemeifotogra- fieën samen te stellen. De kostbare instrumenten moesten daarvoor worden aangeschaft en indien men bedenkt dat zelfs Potsdam en Oxford de medewer king aan de kaart (niet aan den catalo gus) opgegeven hebben daar het zoo enorm veel geld en moeite kostte dan moet men wel toegeven dat de specula Vaticana heel wat méér dan een liefheb berij is. In de middelsten, draaibaren koepel, staat de groote splinternieuwe telescoop 6 Meter lang nu voorzichtig in doe ken gepakt, wegens de werkzaamheden, om de handdraaibeweging in een mo torische om te zetten. Langs den omloop van den toren klauteren we nu het ijze ren trapje op, om van het platvorm het prachtige vergezicht te genieten. Met ver bazing zie ik van dit hooge punt, hoe klein, hoe bitter klein, eigenlijk het eens zoo machtige, pauselijke gebied nu is, een paar groote wegen, wat zijlaantjes, een paar gebouwen, dan wéér de muur, waar het wereldsche gebied begint. In een tweeden toren (pl.m. 300 M. van den eersten verwijderd) staat de groote fotografische kijker. Een groot, zwaar in strument, zich wentelend op 'n bijzonder fijn uurwerk, om de hemelas. 't Zijn eigen lijk 2 kijkers, evenwijdig aan elkaar, één visueele en één fotografische. Gedurende de drie opnamen, elk van 40 minuten, die men maakt, reguleert men met den vi- door t\y„ee^ kruisdraden. op een bepaalde ster te houden de toch nog bestaande onregelmatigheden van het uurwerk. Voortdurend verandert men door uiterst nauwkeurige schroeven den stand van den kijker een weinig. Het Vaticaan maakt alle opnamen tus schen 65 en 55 graden N-Declinatie. Het zullen ongeveer 520 platen worden, waar van thans definitief 80 klaar zijn. Het werk dat slechts bij gunstige weersgesteldheid geschieden kan, is ook zoo uiterst tijd- roovend, dat men er nog wel jaren en ja ren mee bezig zal zijn. De reeds vervaardigde afdrukken wer den mij ook vertoond, ze zijn bijzonder zorgvuldig en fijn uitgevoerd het Va ticaan kan tiotsch wezen op zijn werk. Over den ouden muur bereiken weden eersten toren, waar de heliofotograaf een reusachtig, zwaar bakbeest staat opgesteld. Het is een bijzonder mooi in strument, naar de nieuwste vindingen ge construeerd. Men spaart hier waarlijk tijd noch moeite om'met, zij het wat beschei den middelen, het verlorene in te halen, en met de groote buitenlandsche obser vatoria mee te kunnen doen. Zeker, er ontbreekt nog veel, de interessante spec- traalanalyse kan bijv. niet verricht wor den, maar ook dat zal wel komen. Teruggaande, werden me nog even de hoofdklokken getoond, opgesteld in een kleine zijkamer, die al de andere klokken reguleeren, en toen de visite had 2 uren geduurd nam ik dankbaar af scheid van onzen vriendelijken, geleerden landgenoot, die mij zooveel moois en in teressants had laten zien, waarvan ik hier slechts de hoofdzaken even kon aanstip pen. Leger en Vloot. Indeeling. De minister van oorlog heeft betref fende de indeeling van de lichting der nationale militie van het jaar 1910, o.a. het volgende bepaald De ingelijfden bij de militie, die het vak van kleermaker uitoefenen, moeten over de verschillende korpsen worden verdeeld. Voor den dienst bij de infanterie zijn bijzonder geschikt te achten breedge schouderde manschappen, ook al zijn zij niet lang. Allerminst mag als regel gel den om bij dit wapen in te deelen in gelijfden bij de militie te land van min der krachtigen lichaamsbouw of wier uiterlijk minder sterk gestel verraadt. Aan de infanterie moeten worden toe gewezen van de lotelingen, die in het tijdvak 1 15 Maart worden afgeleverd, zij die het hoefsmidsvak uitoefenen, als mede ten minste één smid bankwerker. Voorts moeten de lotelingen, die be drevenheid bezitten als chauffeur, mo torwielrijder of rijwielhersteller, bij voorkeur worden geplaatst bij de infan terie. De in het wielrijden bedreven mili ciens, voor de regimenten infanterie en vest.-art. bestemd worden zooveel moge lijk tot gelijk aantal over de bat. of over de compagniën verdeeld. Bij de vesting-artillerie worden bij voorkeur ingedeeld ingelijfden bij de militie te land, die tehuis behooren in vestingen, in kunstplaatsen, of in ge meenten, waarin of in welker nabijheid verdedigingswerken zijn gelegen. Wijders komen inzonderheid voor in deeling bij de vesting-artillerie in aan merking timmerlieden, electriciens, i n- s'trumentmakers, smeden, slotenmakers, metaalbewerkers en koperslagers, mits zij een lengte van ten minste 1.60 heb ben. Bij elk der compagniën van het korps pantserfort-artillerie worden, zoo mo gelijk, ingedeeld: 4 schippers of vis- schers 2 timmerlieden, 1 verver, 1 smid, 1 of 2 stokers, 1 kleermaker, 1 schoen maker eri 1 bakker. Voor indeeling bij de bereden korpsen komen in de eerste plaats in aanmer king de lotelingen die met paarden kun nen omgaan. De 120 lotelingen, bestemd om bij het remonte-depót te worden belast met de paardenverzorging, moeten afkomstig zijn uit gemeenten, gelegen in de vorde ringsdistricten. Bij het korps pontonniers worden in gedeeld zooveel mogelijk schippers wij ders bij voorkeur visschers en zeeva- varen'den. Voor het korps torpedisten worden zooveel mogelijk varensgezellen be stemd. Bij het regiment genietroepen worden ingedeeld miliciens, behoorende tot het personeel bij den telegraaf- en den spoorwegdienst, ongeacht hunne lengte. Ingelijfden bij de militie te land ter volledige oefening, die onderwijs in de genees- of heelkunde hebben genoten, hulp-apothekers en apothekersbedienden worden bij een van de elf genummerde regimenten infanterie ingedeeld en aan den commandeerenden-officier van het korps opgegeven, ten einde te bekwa men tijde in aanmerking te kunnen wor den gebracht voor eene plaatsing bij een der compagnieën hospitaalsoldaten. De Groesbeeksche „berre- voeter". Het viel voor in den omtrek van Gennep: Een Groesbeeksch bezem binder ging met zijn wederhelft er op uit, om „bessems" te verkoopen, echte Groesbeeksche „heibessems" van de* Stekken berg" en eigen fabrikaat. Met een kruiwagen, hoog geladen, ging het naar Kleef, Meer was die tocht soms „berrevoets" gemaakt, maar toen was het water niet zoo hoog, weet je. En dan ging het zonder hindernissen en slechts ten koste van eenige zweet droppels, die voor een „Stekkenberger" niks beteekenen. Maar nou? Water, e» nog eens water, hoog gerezeji bekeir, duurder veergeld en rtatte kleeren, dat zijn allemaal dingen, die den sterkste^ Groesbeekschen „berrevoeter" tegen staan. Zoo ook ging het met onzen bezem binder. Hij met zijn vrouw moesten een bree- de beek over. Verhoogde weg en brug waren over stroomd. Overzetten per roeiboot kost centen en wel dubbel geld. En het veergeld was voor hem te hoog en hoe nu ge-i daan Wa bin de nou jandoari heelemaol nie wies? Ik en mien wief er boven op... Hij trok zijn paarse kousen uit, zijn vrouw klauterde op den „heihoop" en| daar zette de „biender" zich schrap t- spuwde in zijn handen, pakte aan en nu ging hij. i' Schuimend spatte het water op, bij dezen doortocht, pittig duwde de man( aan, tot in het midden van den stroom. Hij hijgde en zuchtte en riep plotseling: Wief, ik kan niet mèr. Bliefde gij mèr zitten. En eenvoudig zette hij den wagen er neer onder groot spektakel van vrouw lief, die boven op de bessems lang niet lekker zat. Kerl, rij deur. Wa gao de nou beginnen. De toeschouwers hadden schik en de Groesbeeker sputterde en bromde van duvelsche Maosboeren en beroerd hoog- waoter. Ten langen letsfe kwain de veerman. Het vrouwtje op den bezemwagen slaakte een zucht van verlichting en de baas vatte weer moed. Man en vrouw, wagen en bezems in cluis, werden door den veerman opge laden en behouden, zij het ook met natte pakken, aan de overzijde gebracht. En toen ging de tocht verder naar!. Kleef onder gemomper van boog wa ter en dekselsch lastige wegen. (Geld.) De vermiste 'jongen. Het „Utr, Dbl." geeft weer verslag van 'n nogmaals vergeefs gebleken speurtocht naar den vermisten Jan van der Wiel. Wel zijn.de politie eenige gegevens in handen gekomen. Eerstens heeft de familie van de Wiel een brief gekregen van een pensionhou der uit Hilversum. Die vertelt dat bij hem een min of meer vreemde mijnheer in huis is geweest, 2 a 3 weken, beant woordende aan het signalement: grijze jas, groote haviksneus, zwarte hoed, enz. Deze persoon was veel afwezig en se dert korten tijd vertrokken naar Drieber gen of Doorn, zooals hij ten minste op gaf. De Zeister politie heeft van dezen brief kennis genomen en zich in verbin ding gesteld met de Hilversumsche po litie. In de tweede plaats is er Zondag aan eenige boerenwoningen te Soest een man geweest, wederom geheel overeenkomen de met het signalement. Die man droeg 3 of 4 jassen over elkaar en vroeg in een der woningen, of men hem in de gele genheid wilde stellen van kleeding te ver wisselen. Dit werd hem geweigerd. De bewuste persoon stelde zich ongewoon aan, deed alsof hij niet wel bij het hoofd was en sprak o.a. over schieten met een revolver, zoodat de bewoners blij waren dat de man zonder spektakel weer ver trok. In een der woningen heeft hij twee jassen achtergelaten, zeggende dje van daag terug te zullen halen. In die jassen bevonden zich ook brieven met eenigcS adressen. De politie heeft er beslag op gelegd en een rijksveldwachter was van-j daag verdekt opgesteld in de woning om den man te arresteeren, als deze de twee jassen zou komen terughalen. Om vijf uur vanavond was hij er nog niet ge weest. In den omtrek werd druk gesurveil leerd om den vreemdeling te vinden, maar.j nergens zag men hem. In de geweldig dichte bosschen rondom Soesterberg en de Paltz is het speuren ook niet gemak kelijk. Het zijn heele wouden die hier liggen. In de derde plaats heeft iemand vani, Soesterberg de vorige week1 gekerm ge-, hoord nabij „de Hoogt", in het bosch'.; Hij heeft er aanvankelijk geen acht op[, geslagen, denkende dat 't misschien spe lende of vechtende kinderen waren, maaiji in verband met de vermissing van dem; jongen heeft de man 't geval- zich her-: innerd en er aangifte van gedaan. jj Dit al-les combineert de politie nu eW aan de hand van al deze bijzonderheden); zet zij haar onderzoek krachtig voort, Zij zal natuurlijk trachten'den signaleer den vreemdeling aan te houden. Ver moedelijk zwerft hij rond in de nabij heid van Soest, Soesterberg of de Palte Faillissementen. Uitgesproken: J. Hoek, handelende onder den naam Maison Blom, te Scbeveningen. Cura tor mr. A. S. Oppenheim. 1. E. Huismam koopman, te 's-Gravenbage. Curator mr. C. J. de Vries. Opgeheven: P. L. van Heijzen en H. A. Minderman, beiden te 's-Gravenhage.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6