Yolanda,
BUITENLAND.
om-
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorend
bij De Leidsche Courant
van 17 Februari.
Uit de Pers.
Het D. v. N. schrijft over de wet op
het onderzoek naar het vaderschap:
De wet tot het onderzoek naar het va
derschap is op 15 December afgekondigd
'en is dus in werking getreden.
Het komt ons voor, dat daar velerlei be
langen, ook godsdienstige en zedelijke,
;;aan te pas komen. Dus kan het zijn nut
,hebben de werking dezer wet algemeen
(bekend te maken. Voogdijraden en lief
dadige instellingen lijken ons liet eerst
'aangewezen om de nieuwe wet te bestu
deren.
De wet is, als gezegd, 15 December af
gekondigd.
Maar zij kan slechts worden toegepast
■voor lynderen, die na dien datum ten le-
Iven zijn gewekt. In normale gevallen dus
£$00 dagen na den 15 Dec., dat is den
[lOen October.
i Men weet, dat de nieuwe wet aan het
/kind geen familierechten toekent. Slechts
het recht op een zoogenaamde allimenta-
itie-akte. Het krijgt den naam des vaders
Wiet, noch eenig erfrecht. Slechts een aan
spraak op onderhoud.
1 Hoe komt het daaraan?
Op de eerste plaats kan de moeder zelf
voor haar kind optreden. Maar dan moet
Wij het kind als het hare hebben erkend
!en benoemd zijn als voogdes. En dan kan
"zij niet zelfstandig ageeren tegen den va-
(der. Slechts is 't haar vergund zich te
Iwenden tot den kantonrechter en dezen
Ite verzoeken een bizonderen vertegen-
[woordiger te benoemen, die de zaak van
het kind verder voor het kantongerecht
behandelt.
Men begrijpt, waarom de moeder zoo
veel mogelijk buiten het ge'ding gehou
den wordt. Dat is om misbruiken te voor
komen. Er moet zooveel mogelijk tegen
jgewaakt worden, dat de moeder onschul-
uigen door een of andere aktie in opspraak
en ongelegenheid brenge.
Zelfs kan de moeder geen zelfstandige
'aktie instellen tot betaling der kosten van
het accouchement. Ook daartoe heeft zij
'een bizonderen vertegenwoordiger noo
dig, tot de aanstelling van wien zij bij den
kantonrechter een verzoek kan richten.
Stel nu, dat de moeder haar kind heeft
erkend, tot voogdesse is benoemd en aan
(den kantonrechter het verzoek heeft ge
richt tot een bizonderen vertegenwoordi
ger.
Gaat daar de kantonrechter dan dadelijk
op in
Volstrekt niet.
Dan gaat de zaak eerst naar denVoog-
jdijraad. En aan dezen zijn uitgebreide
bevoegdheden gegeven.
Aan den Voogdijraad is opgedragen het
voorloopig onderzoek en tevens de voor-
loopige behandeling der zaak.
Door behandeling wordt hier echter
Iets anders verstaan dan een rechterlijke.
De Voogdijraad kan den vader voor zich
roepen of als dat minder gewenscht ge
acht wordt, hem gaan bezoeken. Dan
met hem spreken en trachten hem tot
bekentenis te brengen, is dit geschied,
an volgt het voorhouden der wettelijke
erplichtingen en het wijzen op de voor-
jdeelen van een minnelijke schikking.
In de meeste gevallen zal de vadertlaar-
'toe bereid zijn.
Immers, hij zal aan zulk een schik
king verre de voorkeur geven boven de
$oesa van een gerechtelijke behandeling
voor den kantonrechter.
Komt men tot eene schikking, dan is
(daarmede de zaak afgeloopen en behoeft
jde kantonrechter er zich niet verder mee
jte bemoeien.
i Weigert echter de vader, dan richt de
(Voogdijraad tot den kantonrechter het
(verzoek, de zaak in behandeling te ne
men, onder opgave van:
le. den naam van het onechte kind,
^vanneer 't reeds geboren is;
2e. den naam der moeder;
3e. den naam van den voogd, \Vanneer
(de moeder geen voogdes is
FEUILLETON,
9)
Ik' was. alleen, alleen in dit gedeelte
van het paleis, en toen de lichte voetstap
pen van Formosa weggestorven waren,
'•en ik de- deur achter haar op (slot had
'gedaan, maakte ik dadelijk aanstalten om
jnaar bed te gaan, want de oogen vielen
mij bijna toe van moeheid. Nog voorfFor-
jmosa gegaan, was, had zij alle kaarsen
in het woonvertrek uitgeblazen, en ik sloot
jnu ook de verbindingsdeur met de slaap
kamer achter mij.
Toen viel het mij in dat ik mijne zak
boek op tafel had laten liggen, en opende
(de deur nog eens, om haar ijlings Iwfeer
ite sluiten en zelfs den sleutel oin te
'(draaien, want het scheen mij toe, alsof
'aan de tafel eene gestalte had gestaan,
Mie met uitgestrekten arm naar den hoek
;ibij het venster bij mijne deur \vees. Nau
welijks .had ik mijne heldendaad volbracht
;<öf ik moest er ook reeds om lachen
(„voor zoo dwaas had ik namelijk mijzelf
itot op heden niet gehouden. .Waar mdest
j|pIotseIing iemand van daan komen, na-
dat 3gjis mlflHHt vaa ie igggg ui|jpui<l
4e. den naam en de woonplaats van den
man. tegen wien de vordering is gericht;
5e. den wensch, dat aan het kind ten
aan de moeder bijzondere vertegenwoor
digers worden toegevoegd, die hunne be
langen verder voor den kantonrechter zul
len behartigen
6e. de aanvrage om zoodanige uitkee-
ringen, die de kantonrechter reeds da
delijk kan opleggen
7e. zoo noodig, de vraag om kosteloo-
ze procedure.
Dan begint de kantonrechter een voor
loopig onderzoek. Acht hij de zaak voor
behandeling vatbaar, meent hij, dat de
aanwijzingen tegen den vader sterk ge
noeg zij, om een behandeling van het
geval voor het kantongerecht te recht
vaardigen, dan benoemt hij den bijzon-
deren vertegenwoordiger.
Dit alles geschiedt, zoo de moeder
haar kind heeft erkend.
Zoo ze 't niet doet, kan de Voogdij
raad in het belang van het kind toch
optreden Zelfs tegen den wensch der
moeder 'in. Familieleden of belangstel
lenden kunnen den Voogdijraad waar
schuwen men ziet, dat het in zulke
gevallen in den regel het beste is zich
tot den Voogdijraad te wenden.
Is de zaak eenmaal voor den kanton
rechter, dan houdt de Voogdijraad op
met werken. Zijn advies kan dan nog
worden gevraagd, maar actief treedt hij
niet meer op. Alles wordt dan overge
laten aan den bijzonderen vertegenwoor
diger. Deze moet de onderlioudsakte
voor het kind voeren, begrooten wat
het noodig heeft, en daarbij natuurlijk
rekening houden met de levensomstan
digheden van den vader.
Wie zullen als bijzondere vertegen
woordigers optreden
Het schijnt, dat daartoe advocaten zul
len worden aangewezen ,maar er gaan
verschillende stemmen op, die ook an
dere personen daartoe benoemd wew-
schen te zien. De wet maakt daartegen
geen bezwaar, het is alleen de vraag
of daartoe menschen gevonden zullen
worden.
In 'Engeland bestaan ervoor verschil
lende vereenigingen.
Het komt ons voor, dat wij, Katho
lieken, in onze liefdadige vereenigin
gen best onderafdeelingen kunnen vor
men van daartoe geschikte personen, die
zich met de regeling dezer gevallen wen-
schen te houden.
Bij de vereenigingen van den H. Vin-
centius a Paulo wijdt zich deze com
missie aan de school, gene aan het wet
tigen van huwelijk-en, een derde kan de
zorg op zich riemen voor de buitenechte-
rijke kinderen.
De vraag lijkt ons de moeite waard
om onder de oogen te worden gezien
en wij bevelen ze daarom aan de be
langstelling der liefdadige vereenigin
gen a,an.
België.
Kardinaal Mercier in Rome.
Nauwelijks was kardinaal Mercicr
tiaar Rome vertrokken, of de „Soir"
het blad, dat in den laatstee tijd om zijn
anti-clericale leugens berucht is gewor
den» kwam met het bericht voor den
dag, dat kardinaal Mercier gewichtige
tnededeeiiiigen aan den Paus zou doen.
en den H. Vader een som van 2 millioen
francs van koning Leopold had te schen
ken. Dat was, volgens bovengenoemd
blad, de reden waarom de Belgische
primaat naar Rome vertrokken was.
Doch dit bericht bleek de zooveelste
grove leugen van de „Soir" te zijn. De
Katholieke bladen hebben 'dit verzinsel
al direct tegengesproken en de Romein-
sche correspondent van het H. v. A.
komt er nog eens op terug als tyj
schrijft
„Gij moogt stoutweg zeggen, dat, wat
door sommige Belgische bladen is mee
gedeeld, louter uitvindsels zijn. Tiet is
(volstrekt onjuist dat de kardinaal aan
den H. Vader éene zware enveloppe zou
hebben overhandigd, komende van wij-
in de kamer was geweest? Zou ik nog
eens naar binnen gaan en zien of er iets
was?
Natuurlijk, kijken of er iets is, anders
is men misschien den geheelen nacht bang
eu doet men geen oog dicht. Ik (nam een
kandelaar op, stiet snel besloten de deur
nog eens open en hief mijn licht, ten
einde beter te kunnen zien, hoog boven
mijn hoofd op.
Neen, ik had mij niet vergist. Naast'de
tafel stond de gestalte van een man in
zwarte dracht en sterk gepofte mouwen,
eu smal geplooide kant om den hals, een
soort baret met langen stijven veder op
het hoofd. Hij steunde met de linkerhand
op zijn heup en duidde met zijn rechter
in den hoek naast de deur waar Ik stond;
ik stond langen tijd stokstil en zag Bieun
aan, zoodat ik iederen trek van zijn ge
laat, dat door een dunnen, roodbfonden
baard omraamd Werd, kon onderscheiden.
Het .was geen knap gezicht, in het geheel
niet, maar ook' geen onaangenaam, jen
vooral de kleine, maar goedige pogen had
den iets bijzonder smeek ends,
Na een poosje vatte ik al mijn moed
bij elkaar.
„Wenscht gij iets?" vroeg ik hem be
leefd in het Italiaansch,
De gestalte legde de Rechterhand op de
borst, strekte toen weer den arm uit,
fl&M Jlêu Iw.^iviKC.Hd, =gpis u|> $S!«
len Leopold 11, en even valsch is het
er bij te voegen, dat de H. (Vader aan
Z. E. wenken heeft gegeven over de ma
nier, waarop het episcopaat in België
zich zal te gedragen hebben tegenover
.koning Albert I. Het is overigens al
te duidelijk, dat de gedragslijn van het
episcopaat geheel is afgeteekehd door
de vaderlandsliefde der beschoppen en
de bewustheid van hunne bisschoppelijke
plichten, zeer gemakkelijk te begrijpen
en te vervullen tegenover eenen souve-
rein, wiens godsdienstige gevoelens be
kend zijn".
Frankrijk.
Kinema-ontaarding.
In ons nummer van Maandag hebben
wij een bericht uit Milaan opgenomen van
drie jongens, die onder den invloed van
een kinematograaf-voorstelling „Bij de
kannibalen" een houtstapeltje buiten de
stad hadden opgesteld, een klein jongentje
gegrepen, hem hadden gebonden en op
het inmiddels aangestoken hout hadden
gelegd. Gelukkig werden de angstkreten
van het arme kind gehoord en kwam er
nog tijdig hulp.
Niemand minder dan de Parijsche cor
respondent van de „N. R. Ct.", een man
wiens anti-clericalisme overbekend is, en
die dus als een onverdacht getuige kan
worden aangehaald, schreef dit bericht
gisteren voor zijn blad over en knoopte
er de volgende beschouwingen aan vast:
Welk een schrikwekkend staaltje van
de afschuwelijke ontaarding en den ver
derf elijken invloed van sommige kinema-
spektakels geeft dit berichtje.
Ik heb deze kannibalen-scène tot nu
toe in geen kinema-theater hier gezien
maar wei zag ik, vooral in de volkswijken,
in de kinema's waar kinderen voor 20
en 30 centimes toegang hadden, een aantal
bloederige verschrikkingstafereelen, die
voor 't menschen eterstaf reel nauwelijks
behoefden onder te doen. Reeds verschei
dene malen is er hier door personen, wel
ke de moreele volksgezondheid niet onver
schillig laat, op verbodsmaatregelen te
gen dergelijke kinema-voorstellingen aan
gedrongen. Zoover ik weet, hadden deze
protesten tot heden geen 'ander resultaat
dan kinematografische opnemingen van
de jongste onthoofdingen te verhinderen.
Toeyallig werd mij kort geleden gezegd,
dat eenige Fransche leveranciers van der
gelijke slechte kinema-tafereelen er ook
een a a n z i e n 1 ij k e n uitvoer in dre
ven en dat hun waar ook i n N e d e r-
la nd gevraagd werd. Daarom kwam
het mij van belang voor het berichtje uit
Italië onder uwe aandacht te brengen.
Laten wij dus gewaarschuwd zijn voor
het gevaar, dat bioscope voorstellingen
met zich kunnen brengen, een gevaar, dat
in zijn gevolgen verstrekkend kan zijn.
Spanje.
De ramp der „Generaal Chanzy"
Sinds Dinsdag zijn drie Fransche torpe
do's, de stoomboot „Calvados" en twee
Spaansche schepen op de plaats, waar de
ontzettende ramp gebeurde, om de lijken
te bergen. Doch de zee was nog altijd
even woest en na heel veel moeite en
groote inspanning kon men er in slagen
om slechts veertig lijken aan wal te bren
gen. De meeste lichamen zijn afschuwe
lijk verminkt, zoodat het zeer moeilijk is
om de identiteit vast te stellen. Behalve
lijken ziet men vele brokstukken van het
verongelukte schip op "de golven drijven.
Uit den vorm en de breuk van enkele op-
gevischte balken besluit men, dat het
schip door een ontploffing verging, doch
de juiste oorzaak is nog niet vastgesteld.
Nu echter de veronderstelling, dat het
schip door een ontploffing verging, meer
en meer veld wint, stelt men zich de vraag
of de ramp aan een ketel- of aan een
kruitontploffing te wijten is. Men had im
mers beweerd, dat de „Général Chanzy"
dertig ton kruit aan boord had.
Om dit gerucht uit de wereld te helpen,
heeft de Compagnie Transatlantique reeds
met de meeste beslistheid verklaard, dat
het stoomschip geen oorlogsmateriaal ge
laden had, doch van andere zijde wordt
gemeld, dat de „Général Chanzy" drie
uren voor haar afvaart de roode vlag in
zoo plotseling verdwenen, dat ik met mijn
linkerhand mijne oogen uitwreef, om mij
te overtuigen, of er niet een of andier
ingekomen was.
Neen, in het geheel niets. Mijue oogen
waren zwaar van moeheid, maar zij wa
ren toch nog zeer helder de gestalte
van den man was weg.
En nu waart gij, lieve lezeres, zeker
zoo spoedig mogelijk naar een andere ka
mer gegaan, had de deur gebarricadeerd
en was met het hoofd onder de (dekens
gekropen en had den ^geheelen nacht ver
der liggen beven als een juffershondje, of
had om hulp geroepen, niet .waar? Ik,
Ruth von Geraldsau, ben echter van ander
meening. Op mijn eerewoord, ik ging wél
met eenig hartkloppen maar overigens ge
heel zonder vrees de woonkamer heele-
maal binnen, en onderzocht met mijn licht
iederen hoek zonder mijn zeldzamen be
zoeker weer te vinden.
In het bjjzonder onderzocht ik den hoek
tusscheu deur en venster .waarop hij ge
wezen had, zonder echter iets ie vinden
zelfs geen stof ontdekte ik.
jieelemaal gerustgesteld ging Ik weer
naar de slaapkamer en terwijl ik mij tiit-
kleeddie, vroeg ik mijzelf zeer grondig,
zonder eenige opwinding, af, wat ik nu
gezien had, of ik wel wat had gtezien.
Ik meende de laatste vraag volmondig
top had, ten teeken dat er onder de lading
ook ontplofbare stoffen warén.
De zeelieden, wien men naar hun oor
deel vraagt over de waarschijnlijke oor
zaak van de vreeselijke catastrophe, ver
klaren vrijwel eenstemmig, schrijft de „Fi
garo", dat kapitein Cayol, een uitnemend
zeeman, die jaren en jaren reeds de Mid-
dellandsehe Zee bevaart, geen blaam in
deze kan treffen. Zijn voorzichtigheid en
beproefde vakkennis bieden voldoende
waarborgen, dat hier van geen dwaling
kan sprake zijn, en dat hij op het oogen-
blik der ramp volkomen zekerheid had
aangaande de plaats waar zijn schip zich
bevond. Zij houden er zich van overtuigd,
dat een plotseling optredend gebrek aan
machine, schroef of roer het ongelukkige
schip weerloos heeft overgeleverd aan de
razende golven.
Wellicht zal de oorzaak van deze ver
schrikkelijke zeeramp nooit recht ont
sluierd worden, want allen, die er iets van
konden medcdeelen, hebben het geheim
in het golven-graf bewaard.
Een Reuter-telegram uit Ciudadela zegt,
dat men vermoedt, dat de meeste slacht-
offeib van de „Général Ghan/ïy" nog in
de hutten zijn opgesloten.
Amerika.
Ssonx-Indianen opeen Katholiekendag
Op den laatsten Amerikaanschen Ka
tholiekendag te Pittsburg verschenen ook
twee Sioux-hoofden als afgezanten der
Katholieke Indianen, twee prachttypen van
hun volk.
Een van hen, „Roode Weide" ge
naamd, hield de volgende rede, welke
voorkomt in de „Kathol. Missionen"
„De Ogallastam der Sioux onder den-
hoofdman „Roode Wolk" zendt ons hier
heen. Wij zien naar u als onze broeders
en zusters. Eens bezaten wij alle land aan
gene zijde van het groote water (Missisi-
pi.) Gnder de aarde was alles goud en
steenkool. Ook het stukje land, waarop
wij staan, zal wel door de bleekgezichten
gekocht zijn. Men bracht ons whisky en
nam ons land. Het was niet wijs van de
witte mannen ons zulk een kwade medi
cijn te geven. Eenige bleekgezichten mee-
nen, dat de roode man iui is. Ik wil dat,
hetgeen ik hier zeg, door een vergelijking
duidelijk makerSluit een hoen op, voe
dert het go-C i het gevolg is, dat de
veeren zijner vicogeis uitvallen en hij ster
ven gaat. Sluit een witten man op, voedt
hem goed, en hij zal dik worden en
groeien.
Sluit een roodhuid op met zijn wilde
natuur, en beproeft hetzelfde en hij zal
sterven.
Wij verlangen ons land niet terug.
Geeft ons slechts één ding: het Katho
lieke geloof, opdat wij geestelijk mogen
leven en groeien. Onze zwartrok krijgt
geen tractement, hij moet zich nederleg-
gen op de praire en nood lijden. Wij kun
nen hem niets geven. Onze kerken zijn
niet gelijk kathedralen. Het zijn blokhut
ten, waarin de regen neervalt. Ik wilde,
dat gij ze kondt komen zien. Ik zelf woon
zestig mijlen ver van de missiewerk, wij
'houden wel is waar op Zondag gods
dienstoefening in mijn woning, maar wij
zouden toch gaarne een kerk hebben.
Gedenk onzer in uw gebed. Goede
nacht en leef gelukkig."
Dat was een duidelijk woord in kern
achtige indianentaal. De vergadering
hoorde het met bijval aan, en benoemde
den wakkeren hoofdman tot eerevaandrig
der Katholieke Liga.
Mogelijk zullen „Roode Weide" en de
zijnen spoedig hun vurig, verlangde kerk
krijgen.
Mil!ioenen=stad,
Liet nieuwe ondergrondsolie net voor
electrische treinen onder Nevv-York zal
240.000.000 dollars kosten. D. w. z., in
dien de plannen, die nu nog bij het depar
tement van publieke werken van Grootèr
New York in studie zijn, worden goedge
keurd. De lengte van het tunnelnet, dat
zoo fabelachtig duur zal komen, bedraagt
volgens de plannen slechts 41 a 42 K.M.
Maar het boren van zulke tunnels door
den rotsbodem onder New York brengt
natuurlijk enorme kosten mee, en de ou-
opgesteld, dat zekere straalbrekingen on
der bepaalde omstandigheden bepaalde
verschijningen veroorzaken, maar ik
was toch ook gerechtigd, er aan te twij
felen, dat deze eerie zoo duidelijke meai-
schelijke gestalte kunnen aannemen. Het
Brockenspoor bijvooreebld. Nu ja, maar
dat was toch de schaduw van een in den
nevel staand mensch. Misschien, dat be
neden op straat....
Ja, wat nog? Beneden op de straat (was
water, nevel en verlichting ontbraken.
.Onder hartelijk geeuwen gaf ik de zaak
voor heden op, blies inijn licht uit, be
halve den ampel, die ik als nachtlicht
branden liet, constateerde dat het vuur
in den haard zoo goed als uit iwas en
stapte in mijn paradebed, waarvan ik de
goudkleurige damastgordijnen naar het
venster toegesloten en naar den haard
geoepnd had.
Hé, .wat heerlijk lag ik in dit bed. Ik
haalde diep adem van welbehagen op het
W.eeke peluw en den zachten matras, na
mijn laatsten nacht op de hardie banken
eener coupé derde klasse. Ik streek lief
kozend met mijne hand over de moderne
zijden deken van zwaar, chartreusegroen
atlas, bewonderde het prachtige gouden
leerwerk van 'den hoogen leunstoel jiaast
mijn bed op de estrade en sliep in l— den
slaap des rechtvaardigen, onbezorgd over
^ep geiiÜeiMn in i^iser toïupk
tillage van de centrales, het electrische net
en het rollend materieel niet minder.
Maar is eenmaal het nieuwe tunnelnet
aangelegd dan is Grooter New York ■i
indien de bevolking en het verkeer in die!
stad zich normaal blijven uitbreiden, 1=4
weer voor een jaar of tien klaar. i
Turkije,
Uit Weenen wordt aan de Daily Eit-
press gemeld, dat Abdul Hamid, de
vroegere Sultan van Turkije, op hetj
uiterste ligt. Hij zou alle voedsel wei*
geren en verschrikkelijk uitgeteerd zijii.
Sedert Zondag moet hij in doodsstrijd
verkeeren.
China.
De oproerige soldaten te Kanton zijn;
door admiraal Lit-joen op de vlucht ge
jaagd, met achterlating van meer dan
100 dooden. De Onderkoning heeft een;
kennisgeving verspreid, volgens welkel
hij voor de bescherming van de vreemd
delingen in het verontruste gebied geen;
verantwoordelijkheid kan aanvaarden*
De zendelingen en de ambtenaren vani
den spoorweg van Kanton naar Hongri
kong hebben naar de vreemde nederzet*
tingen de wijk genomen.
Speelholen.
De „Nederlander" acht het noodzaken
lijk, eens het volle licht te doen opgaajj[
over de feiten inzake de speelhuizen^
zooals zij ze kent.
„Men weet, aldus schrijft het blad;:
dat deze inrichtingen zich aandienen met
den naam van sociëteit, een naam, diet
dient als een zekere waarborg voor be;-,
sloten gezelschap, en waardoor het mot
gelijk is, bezoekers, die als „onge-
wenscht" worden beschouwd, te weren'.
De leden der sociëteit hebben het recht
van introductie van al die personen, die
gerangschikt worden onder „gewenscht
bezoek".
De geïntvoduceerden zijn vreemdelin
gen, doch voor 'tmeerendeel jonge men
schen, waaronder veel studenten uit
Delft eu Leiden.
In de zaal is een damesorkest, meestal;
van vreemde nationalitenit. Deze dames,;
de trawanten van den speelhuishouder,-
verlaten tusschen de muzieknummers het
podium, voegen zich tusschen de bezoe
kers, en nemen plaats aan de verschil-:
lende tafeltjesen hierin getraind, la
ten ze zich onthalen op champagne. Hoe
meer hiervan wordt gedronken, hoe voor-,
deeliger ook voor haar. De dames krij
gen n.l. van iedere flesch champagne
een zekér bedrag provisie.
Na den eersten aanval op de jonge)
.menschen, die altijd zeker slaagt, komt
iemand met een voorstel bij A. of B..
of bij beiden gelijk, om het geluk eens?#
te beproeven met het spel. Wordt dat
voorstel afgewezen met: „neen ik dank
u, ik heb geen geld, dan volgt dadelijk:
„O! dat is geen bezwaar, u kan hieij
geld leen en." Volgt nu weer een afwij
zing, met de opmerking, dat mijnheer,
dat niet wil, omdat hij niet weet, wan
neer het geleende terug te kunnen ge-,
ven, en dat hij als het geëischt werd^
z'n ouders daarvoor lastig zou moeten!
vallen en dat in geen geval wil, danj
volgt de geruststellende verzekering, dat
ook dat geen bezwaar is. Mijnheer kan,
het teruggeven als hij klaar is, of als,
hij meerderjarig is, enzoovoort.
Dat komt later allemaal terecht.
Verlokt door deze welwillendheid, eu!
eenigszins gevleid door het geschonken
vertrouwen, bezwijkt de jonge man,
stemt toe, gaat op het voorstel in, en;
wil f 100 leeuen.
Dat bedrag wordt echter zoo luttel
geacht, dat hem wordt gezegd„Och
kom m'nheer, wat is f100. Daar kan u
weinig of niets mee beginnen, neem U
f 1000. Dat is ten minste Wat."
De transactie komt tot stand. Een!
wissel wordt in orde gemaakt en dood
fn'nheer geaccepteerd. Datum wordt niet
ingevuld.
De geaccepteerde wissel loopt vai^
Ik droomde toen van woeste spoorrei-
zen, van vreeselijke afgronden, waarover,
de trein heen moest. Daar klom hij tegeu
een berg op, en ik hoorde duidelijk het
ingrijpen der tandraderen een afschu
welijk onaangenaam geluid voor mij, nota
bene. Eensklaps wilde de trein niet ver
der. „Een persoon te veel", hoorde ik
den machinist roepen, die daarbij naar,
mij keek. Een vreeselijke angst greep mij
aan ik sprong uit de coupé in del
oneindigheid. Ik zweefde een oogenblik
en viel toen volgens de zwaartewet met
het hoofd naar beneden op den grond.
„Voila, bom, daar ligt zij!" hoorde ik
een medereizigster heel duidelijk zeggen,
toen ik, door den zwaren val ontwakend,-
met kloppend hart overeind in bed ging
zitten.
Het vuur in den haard was uitgegaan,-
dat zag ik duidelijk, maar de ampel brand
de met haar rustig robijn rood lichteveq'
helder als daar straks.
„Wat kan een mensch toch raar droo-
men", dacht ik en wilde in'ij op de andere
zijde keeren, toen mijn blik op den stoel
aan het voeteneind van mijn bed viel
(Wordt verv Gd).