Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 20 |anuari. Een Rede van Dr. von Hertling. De bekende Katholieke leider in Duitschland, Dr. Freiherr von Hertling heeft te München eene rede gehouden, die ook voor onze streken mag gehoord .worden. In eene vergadering zette Dr. von iHertling nog eens duidelijk uiteen aldus lezen we in het „Centrum" dat er tusschen 's menschen levensbe schouwing en zijn houding in politieke vraagstukken een nauw verband bestaat. ,Het was goed, vooreerst om het verwijt nog eens flink af te slaan, dat wij Ka tholieken met kunstmatigheid en met be paalde natuurlijk valsche bedoelin gen, de politiek met den Godsdienst zou den vermengen. Maar dan ook wijl er immers in Katholieke kringen nog maar al te velen zijn, die zeiven scheiding ma ken tusschen hun overtuiging a!s Katholie ken en hun gedrag in politieke zaken, daardoor aan hun eigen beginselen meer schade toebrengend, dan ze ook maar kunnen vermoeden of denken. Zeer juist begon prof. Hertling me(t eerst te wijzen op wat aan den overkant jgeschiedt. Is niet de socialistische poli tiek ten slotte niets dan de toepassing van materialistische denkbeelden op de verhoudingen in de samenleving? Een feit, dat vast staat voor ieder, onverschillig of hij links staat of rechts mits hij ietwat dieper dan de oppervlak ke schouwt. Maar m o e t er dan niet omgekeerd ook een christelijke politiek bes,taan, die de eischen der christelijke levensbeschou wing in de samenleving tot daden om zet Alleen reeds het feit, dai zijn ^geloof en wat daarmee samenhangt voor den Christen het hoogs|te goed is, zal hem ertoe dringen, dit in de maatschappij tegen alle aanvallen en gevaren te be veiligen, doet hem naar middelen zoe ken om zijn zegenrijke werking ook voor al op de jeugd zooveel mogelijk van alle belemmeringen te bevrijden. Voor den Katholiek, zoo verklaarde spreker nadrukkelijk, kan enkel de Ka tholieke waarheid de grondslag van zijn politiek gedrag zijn. Echter wees hij er terech,t op, dat ook reeds volgens Aristoteles de poli tiek de kunst van het mogelijk is, dat dus in een Staat met gemengde bevol king met deze verscheidenheid van over tuiging rekening moet gehouden worden. Ten slotte wees spreker de gedachte af, „alsof elk indragen van godsdiensti ge elementen in een openlijke bespre king een verwerpelijke vermenging van godsdienst en politiek zou zijn. Het Is duidelijk geworden, hoe nauw de positie tegenover de laatste en hoogste vraag stukken (dus dat wa\t men .wereldbe schouwing noemt) met hei politieke le ven samenhangt. Zoolang er menschen zijn, voor wie de godsdienst het meesjt waardevolle bezit van het geestelijk le- vep is, zullen zij niet nalaten, aan hun gdosdienstig element invloed op hun po litiek gedrag toe te staan". Het ware te wenschen, dat zoowel de mannen, die zich door het geloof, als de partijen, die zich door het ongeloof laten leiden, hun beginsel toonden^ie politieke eerlijkheid en daardoor de vre de, zouden er zeker bij winnen. Uit de Pers. Midden sta ndscij f er s. De lieer R. Tutein Nolthenius vestigt In het „Tijdschrift der Maatschappij" d„ laandacht op den ongunstigen toestand van den Duitschen middenstand, welke uit de middenstandscijfers blijkt. Het ar tikel is opgesteld naar aanleiding van een vergelijking, welke het Duitsche „Reichs- FEUILLETON. Het geheim van het Keizersslot. 22) De Keizerin slaakt been luiden kreet tn wenkte de beide op den drempel staan de personen. De jonge officier voelde zicb hu zonderling te moede, als hij aan het sterfbed van zijn Keizer moest treden, want voor hem was het al reeds eene Zekerheid, dat de Keizer er niet meer van poven op zoude komen. toen de lijfarts zich over het doods- pleeke aangezicht van den Keizer heen- boog en diens pols voelde, opende Franz 1 andermaal de lippen. Zijne oogen wa- Ten in het ledige gericht doch hadden ieene starre uitdrukking aangenomen. De witte Vrouw, mompelde hij Daar staat ze, ziet ge haar niet wenken piet de hand? Zij is ten derden male voor piijn bed getreden en ik nam haar in een Zwaren strijd de gelofte af heen te gaan fen mijn nuis van veraere onneilen te ver- schoonen. Mij zeiven roept de Heer tot Zich, maar mijn zoon zal datgene, wat ik begonnen ben, te voltooien. Hevig ontsteld blikte de Keizerin naar den hoek, waarin t,Q zien was. dan Arbeitsblatt" tusschen den toestand van den middenstand in 1895 en 19t>7 hecfi: gemaakt en naar aanleiding van een arti- keE van Kommeizienrat Hugo Lisaurr den kamprechter voor den midden-Lnd in „Der Tag". Wij nemen uit het Tijd - schrift het volgende over: „Terwijl de geheele bevolking van 52 miliioen tot 62 millioen is toegenomen, derhalve met bijna 20 pet., is het aantal zelfstandige personen, werkzaam in land bouw, nijverheid, handel en verkeer slechts van 5,186,593 op 5,242,518 geste gen. De toeneming is dus onbeteekenend. En ten opzichte van de vermeerdering der bevolking, een betrekkelijk sterke af neming. Feitelijk heeft er zelfs verminde ring van het aantal zelfstandigen plaats gehad in de nijverheid. Hier is het aantal van 1,774,375 tot 1,729,467 gedaald. En in den landbouw is hetzelfde verschijnsel waar te nemen. In 1895 telde deze 2,568,666 zelfstandigen tegen 2,500,859 in 1907. Alleen bij handel en verkeer heeft edn toeneming plaats gevonden. Hier is het cijfer der zelfstandigen gestegen van 843,557 op 1,012,192. „Ook uit andere gegevens blijkt het, hoe moeilijk de strijd is vol te houden tegen de groot-industrie, welke de groote menschenmassa's opslokt. In 1907 waren in Pruisen in nijverheid, handel en ver keer 1,421,280 zelfstandigen werkzaam. Van deze hadden 763,575 een inkomen kleiner dan negen honderd gulden. Aan nemende dat dezelfde verhouding voor geheel Duitschland geldt, dan zullen van de 2,742,000 zelfstandig werkzame personen in nijverheid han del en verkeer ongeveer 1,300,000 een inkomen van minder dan 900 gulden bezitten. En van de overigen is het vier-vijfde deel in de laagste klasse der bedrijfsbelasting aangeslagen, in wel ke het gemiddeld inkomen 1080 gulden bedraagt. In het geheel behooren derhalve minstens negentig procent der zelfstan digen iin handel, nijverheid en verkeer tot de middenstanders, die een harden strijd te voeren hebben om het bestaan." Een ander veeg teeken, waarop de heer Lisauer wees, is dit: „De ambachtsnij- verc heeft zich wegens de hooge loonen der knechten en de groote eischen van zelfs onvoldoend geschoolde krachten ge noodzaakt gezien zooveel mogelijk het hulppersoneel af te schaffen en met eigen huisgezin voort te werken. Ook in den kleinhandel is hetzelfde op te merken. In de kleinnijverheid is het aantal mede- arbeidende leden van het huisgezin ge stegen van 56.003 op 132.787; in handel en verkeer van 109,933 op 260,517. In het geheel derhalve een vermeerdering van 140 procent! In den 'landbouw wordt hetzelfde ver schijnsel waargenomen. Daar is het aan tal der mede-arbeidende leden van het huisgezin gestegen van 1,903,000 op 3,894,000 derhalve 100 pet. terwijl het aantal andere arbeiders verminderd is van 3,724,145 op 3,388,892. Vooral vrouwen hebben onder de slechtere toe standen te lijden. Van de 1,991,000 per sonen van het huisgezin, die in 1907 meer dan in 1897 in den landbouw werk zaam waren, behoorden er 1,820,000 tot 't vrouwelijk geslacht." „Uit dit alles blijkt wel, besluit de heer Nolthenius, dat wil men den Middenstand niet ten gronde zien gaan, maatregelen zijn té nemen om haar te helpen; aller eerst beginnende niet langer - gelijk in de 19e eeuw te veel is geschied maatregelen te nemen, welke het verdwij nen van den middenstand indirect be vorderen." ïn verband met de waarschuwing van den heer Nolthenius, wijst de redactie van het Tijdschrift erop, dat onze Tweede Kamer, zonder discussie en zonder stem ming, den post van f 10.000 heeft goedge keurd voor het nemen van een proef met consulenten voor de klein-nijverheid, waarmee een der wenschen van de maat schappij vervuld is. De redactie hoopt, dat de verwezenlijking de vruchten dragen zal, welke zij daarvan meent te mogen verwachten. een donkere, oude eikenhouten kast. George von Walden, uit wiens gelaat iedere trek van jeugdige blijmoedigheid verdwenen was, begreep het zwijgende verzoek van de Keizerin. Onhoorbaar schreed hij over het zachte tapijt, tot aan dien verwijderden hoek en hief de hand op even alsof hij het spook der witte vrouw van deze plaats wilde verbannuen. Voor hem in de eeuwenoude kast ont stond een gekraak. En alhoewel George niets vermocht te ontwaren, pakte hij toch zonder zich lang te bedenken de me talen kruk en trok de kastdeur open. In het donker van de binnenruimte hing een een lang, witzijden kleed. Iets levends was echter niet te bemerken. De Kei zerin was George met de blikken ge volgd en ook zij ontwaarde nu dat witte gewaad, waarvan zij vroeger geen ver moeden had. Hoe kwam het hier in de slaapkamer des Keizers? George van Walden nam zonder zich te bedenken het kleed van den haak, waar het ophing én verscheurde het van boven tot onder, terwijl hij de stukken zijde op den grond wierp. Daarop sloot hij ge-' druischloos de deur en keerde langzaam naar de sponde des Keizers terug, bij wier voeteneinde hij zich zwijgend plaat ste. j Da Kcucr richtte nog ecmayl zijn, BUITENLAND. Duitschland. Ridders-regen. Ter gelegenheid van het „Ordensfest" dat Zondag te Berlijn is gevierd zijn niet minder dan 4220 onderscheidingen ver leend of 1371 meer dan in 1906. Ten paleize werden omsireeks duizend nieuw- gcridderden onthaald; het geheele kei zerlijke gezin was daarbij tegenwoordig. België. De ziekte van Leopold II. Dr. Lepage Vraagt voor zijn operatie die aan den dood van koning Leopold voor afging het niet geringe bedrag van 100,000 frs. Zoo verhaalt tenminste een blad, dat allerlei onbescheidenheden uit geheime bronnen weet te vertellen. Men acht het niet onmogelijk, dat de prinnsessen deze rekening zullen betwisten en dat dus een nieuw proces volgt Volgens de „Etoile Beige" zal het hu welijk van prinses Clementine met prins Napoleon te Brussel voltrokken worden zoodra de zware hofrouw voorbij is. Waarschijnlijk in October of November. De prins en de prinses zullen in Brussel blijven wonen "in liet paleis, dat prins Napoleon er sedert 1886 betrokken heeft. Men weet, dat koning Leopold van deze verbintenis zijner jongste dochter nooit iets heeft willen weten, naar wordt ge zegd om redenen van üiplomatieken aard. Koning Albert, een neef van Clementine, heeft geen enkel bezwaar tegen dit huwe lijk en ook de koningin en de verdere ko ninklijke familie stemmen er volkomen mee in. Prinses Clementine is 30 Juli 1872 te Laken geboren, prins Napoleon is tien jaar cruder. Hij is een zoon van prins Napoleon Bonaparte en de prinses weduwe Marie Clotilde, prinses van Sa- voye. Een broeder van den aanstaanden echtgenoot van prinses Clementine, prins Lodewijk Napoleon, is generaal in het Russische leger, zijn zuster is Marie Lae- titia, weduwe van den hertog van Aosta. Frankrijk. 't Zijn me Volksvertegenwoordigers! Het „Journal des Débats" geeft het vol gende staaltje van de luchthartigheid, waarmede de Fransche volksvertegen woordiging somwijlen met 's lands belan gen omspringt. Dezer dagen is aan de leden van den Senaat een wetsontwerp ter inzage gege ven, een definitieve' regeling bevattende van de onkosten denexpeditie naar Mada gaskar. Dit ontwerp kwam 15 November 1897, daarop 7 Juli '98 en 4?n slotte 19 Juli 1902 in de Kamer. Daar het echter in de drie laatste zit tingsperioden niet in discussie gebracht was, werd het den 12en Juni 1906 we derom ingediend. Pas den 27en Decem ber 1909 werd het aangenomen en thans is het in handen van den Senaat Hoe wil men, vraagt het blad, nog eeni- ge kritiek van beteekenis uitoefenen op de aanwending van gelden na dertien jaar? Blijkbaar is het parlement volmaakt onverschillig voor een zijner voornaamste rechten. De misdadighid onder de soldaten neemt onrustbarend toe. Na den moord op mevrouw Gouin, door twee jeugdige infanteristen ge pleegd, werden in een dorpje in Savoye, twee oude lieden vermoord gevonden. Zij waren het slachtoffer geworden van twee booswichten, aan wie zij gastvrijheid ver leend hadden. Als verdacht van deze misdaad werden een gewezen politieagent Girard en een zekere Passieux in hechtenis genomen. De laatste bekende de daad. Girard blijft pertinent ontkennen, maar deelde mede, dat Passieux nog een andere mis daad op zijn geweten had. Deze zou na melijk in vereeniging met een soldaat, Jo- zeph Lenardon geheeten, in 1908 een 80- jarige weduwe hebben vermoord, om magere gestalte op en strekte de armen uit, even alsof h ij iets trachtte af te wen den. Maria Theresia sloeg hare armen om hem heen en riep vol angst den lijfarts toe, dat hij den naar lucht snakkenden zieke zoude helpen. Wel maakte deze zoo spoedig het kon, toebereidselen om eene aderlating te doen, doch reeds kwam er een zwaar gerochel uit de keel van Franz I. Op dit oogenblik gingen als op com mando de weinige lichten in de kamer uit en er ontstond een diepe duisternis. Duidelijk zag men een witte gestalte door de kamer zweven en in de richting van het voorvertrek verdwijnen. Het was het laatste afscheid der Witte vrouw! Geen der aanwezigen waagde het gedurende eenige seconden om zich te verroeren. Het was allen alsof er lood op de leden lag en een ijskoude adem scheen er door de kamer te gaan. Wellicht duurde deze vreeselijke toestand slechts eene minuut en toen ontstond er in de voorkamer een dof gedruisch. De deur vloog open niet tegenstaande zij vroeger toch van binnen gesloten waren en op den drempel stond Franz Jozef, de Kroonprins, slechts half gekleed, want op bevel van zijne energie ke moeder had hij zich reeds ter ruste begeven en men had den dreigenden toe stand van zijn vader nog voor hem ver zwegen geh,o_udep4 w,a$t /Vlaija Theresia haar te berooven. De misdaad zou in het geheel 2 francs hebben opgebracht Lenardon heeft reeds bekend Italië. Romeinsche berichten. De „Köln. Volksztg." geeft Ivet volgen de lijstje van benoemingen van hoog-ge- plaatste kerkelijke personen. Allereerst heeft de H. Vader den bis schop van St, George, New-Foundland, mgr. Mac Neil, tot aartsbisschop van Van couver in Canada benoemd. De aartsbisschopszetel van Vancouver is eerst eenigen tijd geleden opgericht. De vorige aartsbisschop was mgr. Douten- wille, de tegenwoordige generaal-overste van de Oblaten van de Onbevlekte Ont vangenis, die kort na zijn benoeming tot aartsbisschop door het generale kapittel van zijn orde tot zijn tegenwoordige waar digheid geroepen werd. De heilige Va der keurde deze benoeming goed en ver hief den prelaat tot titulair-aartsbisschop van Ptolemais. Aartsbisschop Mac Neil is 58 jaar oud zi is sedert 1895 bisschop. Tot bisschop van Brindisi is P. Valeri O. F. M. benoemd. Daar het diocees echter een koninklijke patronaatszetel is, moet eerst Victor Emmanuel toestemming geven. Als opvolger van kardinaal Satolli, is door het domkapittel van Frascati met algemeene stemmen tot vicaris benoemd mgr. Ceretti, die reeds vroeger als vicaris- generaal optrad. De commandant der pauselijke carabi nieri, graaf Cecoppieri, is door Z. Ji. tot geheim kamerheer benoemd. Spanje. De valsche munter. De gevangeneming van den hertog van Benavente onder beschuldiging van val sche munten te vervaardigen en in om loop te brengen, heeft in geheel Spanje, en vooral in de aristocratische wereld, natuurlijk groot opzien gebaard. De meeningen over zijn schuld loopen nogal uiteen; een aantal vrienden van hem houden staande dat de hertog onmo gelijk schuldig kan zijn aan het hem ten laste gelegde, daar het landgoed waar de fabriek gevonden is door de politie, door hem in geen jaar is bezocht, aange zien het zwaar belast is en door hem in onderhuur werd afgestaan. De hertog, die eigenlijk Emilio Bes- sières heet en zijn titel voert tengevolge van zijn huwelijk met de hertogin van Benavente, heeft een avontuurlijk leven gehad. In zijn jeugd toog hij naar Zuid- Amerika, waar hij het tot majoor in het Peruaansclie leger bracht. Hij verloofde zich met een nicht van den president, tot een huwelijk echter kwam het niet. Na zijn terugkeer in het vaderland trad hij in den echt met de dochter van den hertog van Osuna, die dertienmaal mar kies, vijftien maal graaf en vier maal prins was en buitendien tallooze titels voerde. Zijn dochter had den titel van hertogin van Benavente. Na een huwelijk van 18 jaar, begon de hertog een proces tot echtscheiding, terwijl hij eenigen tijd geleden om aan geld te komen, daar hij geen eigen mid delen bezat, een weekblad „Ideal", had opgericht met het doel hierin geleidelijk allerlei aristocratische schandalen te ont hullen. Aangezien hij geen gelden beschikbaar stelde tot dekking der proceskosten, werd beslag gelegd op het landgoed bij Cadix, waarbij de valsche muntenfabriek ontdekt werd. De beklaagde beweert, dat hij on schuldig is en dat zijn huurder de dader is. Rusland. In strijd met aile in de buitenlandsche pers verschenen berichten omtrent een ernstige ziekte der Tsarina, wordt van bevoegde zijde te Petersburg verklaard, dat de gezondheidstoestand der .Keize rin tegenwoordig zeer bevredigend is. Evenzoo zouden alle geruchten over een zware ongesteldheid van den jongen kroonprins ongegrond zijn. Deze heeft wilde niet aan den dood van haren zoo zeer geliefden gemaal denken. Hoe kwam het, dat de toenmalige Kroonprins Franz Jozef in zulk een zonderlingen toestand hier verscheen. Een aantal bedienden stonden achter den Kroonprins. Een zeer helder licht schijnsel stroomde de sterfkamer binnen, waarin men nog alleen maar het doods gerochel van den Keizer vernam. George von Walden maakte eene be weging even alsof hij den doodsbleeken Kroonprins wilde tegenhouden. Wat is er met mijn vader, den Kei zer? en zijne blikken verrieden grooten schrik. Zijne Majesteit Franz I ligt op ster ven, antwoordde George zachtjes. De Kroonprins wankelde hem voorbij, en wierp zich naast Maria Theresia voor het bed des Keizers op de knieën. Lang zaam, schuw, slopen de trouwe bedienden naderbij en dikke tranen biggelden er langs hunne wangen. Even onhoorbaar had George von Walden zich uit het slaapvertrek verwijderd. Niemand hield hem tegen, want de Keizerin toch wist, dat zijn persoonlijkheid ook niet meer in staat was om het vreeselijke af te wenden. Werktuigelijk, als ware hij afgestompt tegen alle verschrikkingen en smart de zer wereld, ging George de breede trap- Ren v,an den keizerlijken Hof burg af en zich onder het spelen het been licht ge kneusd, maar de geneesheeren achten fi geval niet van ernstigen aard. Portugal, Aanval op een klooster. Een typisch geval van kloeke zelfverde diging door kloosterlingen wordt uit Lis sabon gemeld: Een rooversbende had het plan opge vat een eenzaam gelegen klooster, opj acht kilometers afstand van Bocairente in Portugal, te plunderen. De bandieten wa ren nog slechts op korten afstand van het klooster, toen de religieusen van hun; plannen werden onderricht Onmiddellijk! barricadeerden zij nu de vensters en de; poorten van het klooster en wapenden; zich met hooivorken en oude pistolen* Toen de roovers het klooster wilden aanvallen, stuitten zij op den dapperen tegenstand der religieusen, die trachtten; hen tegen te houden, tot de burgerwacht: die men van den aanval onderricht hadf ter hulp zou zijn gekomen. Juist toen deze het klooster bereikte,: hadden de roovers een der achterdeuren geforceerd, waardoor zij nu poogden bin*' nen te dringen. De burgerwacht gaf onmiddellijk vuur* doodde twee der aanvallers en verwondde drie anderen, terwijl de overigen in het gebergte ontvluchtten. Van de monniken werden slechts drié gewond Kongo. De slaapziekte richt in Belgisch Kon go nog altijd groote verwoestingen aan* Volgens een pas ontvangen verslag van, den apostolischen vicaris van den Boven- Kongo, is de helft van de bevolking van; Bruges-Saint-Donnat uitgeroeid, en in de streek van Mpala is de toestand niet beter,- Van de vele dorpen, die daar vroeger, waren, zijn er twee overgebleven, en in, die twee dorpen zijn bijna alle inwoners aangetast. De sterfte is onder de mannen over het algemeen grooter dan onder de vrouwen. BINNENLAND. Prins Hendrik naar Duitschland. Z. K. H. de Prins der Nederlanden' zal van 21 dezer af tot 2 Februari in het buitenland vertoeven, en wel van 21 tot 24 Jan. te Weimar, daarna tot 26 dezer te Berlijn, vervolgens te Dobbin (Meck lenburg) tot 30 dezer, om daarna we der over Berlijn naar 's-Gravenhage terug te keeren. Het „vrije" woord. Wij lezen in „De Voorhoede" Ja, daar hebben de heeren sociaal^ democraten altijd den mond vol yan: de vrijheid van het woord opander mans vergaderingen. Maar op hun eigen vergaderingen r Of moest niet onlangs te Delft Mr, Troelstra zelf door den sociaal-democra- tischen voorzitter eener openbare ver gadering tot de orde geroepen worden om de onwaardige wijze, waarop hij een debater afpoeierde? En hoe ging 't in de sociaal-demo* cratische Kerstvergadering te Amster dam j Een debate r (Wijnkoop) kon daar nau welijks het woord voeren. „Een golf van vrzet steeg uit de ver gadering op, en "had de voorzitter mcü zoo krachtig ingegrepen ongetwijfeld ware op deze socialistische vergadering het recht van vrije meeningsui;ting ver» moord". Aldus lezen wij in 't bijblad van „Het Volk", „Het Weekblad" (7 Jan. 1910), En dezelfde soc.-dem. schrijver ver volgt: „Laf was het van de vergadering van één man. En niet minder dan schending eenige duizenden, op tc staan en te tieren tegen één man. En niet minder dan schen ding mag het heeten, een onzer socialisti sche liederen te gebruiken om dit misdrijf het smoren van het vrije woord, te vol voeren. „En Troelstra, de man, die de macht verliet het portaal. Op hetzelfde oogenblik blies daarboven in de vertrekken des Keizers, Franz I den laatsten adein uit Nog een half uur en toen ging de mare! als een loopend vuurtje door het uit den slaap wakker geschudde Weecen. De Keizer was gestorven en in scha* ren trok het getrouwe volk bleek en ont steld naar den Hofburg, waar de officie ren de onverwachte en verpletterende ge beurtenis bevestigden. De Kroonprins moest met geweld van het sterfbed zijns vaders gescheiden wor den. Franz I was nog eenmaal zij het dan ook maar voor enkele minuten tot be wustzijn gekomen en had zegenend zijn hand over het hoofd van zijn zoon ge legd. Spreken kon hij niet meer. Zonder ling genoeg echter was het, dat zijn laat ste, brekende blik naar dien hoek ging,' waar hij in zijne koortsphantasie de witte Vrouw meende te zien. Ejij knikte even en een glimlach gleed als een spelende zonnestraal om zijne lippen. Zij zal niet meer komen! Ik ben haar laatste offer, scheen hij te willeri zeggen. De Kroonprins zoude te laat gekotnert zijn, om den zegen van zijn stervenden vader te ontvangen, als niet eene hand hem uit den sla^ap wakker geschud had^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5