Het geheim van het Keizersslot. BUITENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 15 Januari. Uit de Pers. Criminaliteit en Katholicisme. Ook een interessante statistiek. Van velerlei zijde is men weerom doen de, om de ware of vermeende hooge cij fers van het aantal 'misdaden In Katho lieke streken uit te spelen tegen de Kar tholieke kerk, schrijft de hNieuwe Koe- 'Hier". Er wordt beweerd, dat de Katholieke JCerk hare leden minder dan de leden Van andere kerkgenootschappen van de mis daad kan terughouden, en meent daaruit |de gevolgtrekking te kunnen maken, dat de Katholieke Kerk geen geluk voor de dienschheid is.: Maar wil de statistiek, wat het aantal ïnisdaden betreft, eenige waarde hebben liter beoordeeling van den invloed der Kerk Jidan moet vaststaan, dat de raisda- 'idigers inog onder den Invloed der Kerk stonden. Welnu, hieromtrent lezen wij eene ver gassende statistieks In 1905, bij gelegenheid van den ,jSozia- |e Feriëncursus" te M. Oladbach, werd itfoor een honderdtal deelnemers een be- '(zoek gebracht aan de modelgevangenissen :,te Aiirath. Door de welwillendheid der Pruisische regeering werden deze nieuw gebouwde en uitnemend bestuurde ge vangenissen ter bezichtiging open gesteld en in de groote hal gaf de aalmoezenier 'der gevangenis, in tegenwoordigheid van «enige hoofdambtenaren, eene conferen tie over het gevangeniswezen. De criminaliteit der Katholieken kwam ook ter sprake, want de gevangenis ligt in eene overwegend katholieke streek. De in zijn ambt vergrijsde aalmoezenier deelde daar aan zijne hoorders mede, dat yan de 370 Katholieken, die er toen ge vangen zaten, er pl.m. 300 waren, die bij hun intrede in de gevangenis hun Paasch- plichten niet meer waargenomen hadden len velen zelfs, die sinds hun Eerste Com munie niet meer in „de kerk waren ge- ,weest. Dooreengenomen hielden 80 van de 100 gevangenen hun P a- schen niet meer bij hun komst in de gevangenis. Tachtig procent hadden zich dus vrij- .willig onttrokken aan den invloed van de Katholieke Kerk; en daar zij, die hun Paaschplicht verwaarloozen, niet meer tot leden der Katholieke Kerk gerekend wor den, ook al geven zij op te behooren tot die Kerk, kan de Katholieke Kerk Iniet ver antw oordel ij k gesteld worden voor hunne daden. Men zal zeggen, dat deze interessante Btatistiek Duitschland geldt Maar de streek, waaruit de veroordeel den in de gevangenis te Anrath komen grenst aan Limburg en heeft veel over eenkomst met de Limburgsche grensge meenten. Voor ons land kennen we hier de be doelde statistiek niet. Maar het zou ons niet verwonderen, ials men een, de Pruisische nabij komende, statistiek verkrijgen zoude, als zij werd opgemaakt. De neutraliteit der openbare school. Het orgaan der Vereeniging van hoof den van scholen in Nederland „De School" verzet zich tegen het streven der voormannen uit den Bond van Nederland- sche Onderwijzers om een ^.absolute neu traliteit" naar hunne opvattingen, aan de .openbare lagere school op te leggen. Meester neutraal" plaatst dit blad boven het artikel, waarin de geruchtmakende re ide van den heer Ossendorp besproken en Veroordeeld wordt. „De School" schrijft dan: 't Moet inderdaad erkend worden, dat die rede aan duidelijkheid niets te wen- schen overlaat. „Met voorliefde", zoo FEUILLETON. 19) De commandant kwam in opdracht van Ide Keizerin zelve en George von Walden vertelde hem, wat hij wist. Eene on verklaarbare zaak bleef het echter voor leen ieder, dat er wederom een schild wacht naar beneden gestori; was. Juist deze man kende geen vrees voor spo ken en bezat daarenboven buitengewone lichaamskrachten. Zonderling genoeg Was het ook, dat George hem slapend vond, toen hij de gang doorging. Dit Verzuim moest de post zwaar genoeg met zijn dood boeten. Na verdere 24 uren was George in zoover hersteld, dat hij weder op de beenen vermocht te staan. De Keizerin deed hem bij zich ko men, om uit zijn eigen mond te verne men hoe de zaken zich in dien onweers nacht hadden toegedragen. Toen George voor de eerste maal .vernam, dat Anna, in (een wit kleed gehuld, bewusteloos naaslt hem werd gevonden tot dusver kon h'j de woning van den hofarchivaris niet Petreden toen vertoonden zich schrik #n ontsteltenis, jop het opeu gel$a,tvan luidt het daarin, „spreken wij den kinde ren over edele daden," en.... nu komt bet fraais, „waar de vorsten uit het huis van Oranje dergelijke daden bedreven mogen hebben, willen wij hun in deze niets te kort doen." Dat verstaat de lezer, zoo goed als de hoorders het zullen verstaan hebben. Een inzender in de ?,N. R. Ct." verstond het ook en gaf zijn ïndruk aldus weer: Die vorsten van Oranje.... niet veel soeps. Zwn aandacht viel blijkbaar 't eerst die voorwaardelijke wijs: 3,waar zij wat edels bedreven mogen hebben", en hij verklaarde zich den gedachtengang van den spreker stellig als volgt: „Ik weet niet, of de Oranjevorsten ooit iets edels bedreven hebben'k wil het niet ontken nen, maar mocht ik ooit van zoo iets ver nemen, dan kan men er op aan, dat ik hun in niets te kort zal doen." Toen wij die fraaie uitspraak lazen, bleven onze ge dachten hangen aan het slot er van: „wij willen hun in deze niets te kort (doen." 't Is inderdaad, of het er om te doen is, naar dank hunkerende Oranjevorsten tevreden te stellen't Is duidelijk, dat deze onder wijzer, staande op die verantwoordelijke plaats, geen enkel oogenblik er aan ge dacht heeft, dat 's volks dankbaarheid aan de Oranjevorsten de eenheid en de on afhankelijkheid van dat volk, als volk, geldt Gij, spreker daar, gij doet uw volk te kort, gij rafelt den band uit, die ons bindt, gij kapt het heden van het Verleden af. gij schendt onze historie, waar gij met beleedigende genadigheid verzekert den vorsten liit het huis van Oranje in niets te kort te willen doen Maar luisteren wij verder! De spreker wordt paedagoogl 3,Wij kunnen den kin deren niet leeren, wat boven hun bevat tingsvermogen ligt .Wij mogen hen geen liederen laten zingen, welke zij niet be grijpen kunnen. .Wij kunnen het hun niet uidelijk maken, welke staatkundige betee- kenis, volgèns vélen, de geboorte van 't prinsesje voor ons volksbestaan heeft. Wij kunnen hen niet doen gevoelen, waarom zij moeten juichen en jubelen bij de ge boorte van een Koningskind en niet bij de geboorte van een ander kind." Dat kunt ge alles niet? Wees getroost, dat behoeft ge ook niet! De kinderen hebben, Goddank, gejubeld en gejuicht op 30 April, zqnder dat hoogverstandige schoolmeesters hun eerst hebben duide lijk gemaakt, waarom ze moesten jubelen en juichen. De jongens brachten oranje vlaggen mee op school en versierden de wanden, zonder dat meester hun iets had uitgelegd. Een kind was ons geboren! Ons allenDe kinderen zagen de vreugde op het gelaat hunner oudersde moeders en de zusters riepen't is een prinsesje haast of ze blij waren, dat het geen prins was, en die feestvreugde stak de kleineren aan en zij spraken onder weg naar'school over niets anders. Meester probeerde nog even, om rekenles te geven, maar hetJging niet. In de nabijheid van de schoolhouden kanonnen worden afgeschoten en heel de school toog er op uit. Wie kon er aan wat anders denken? Wij voelden ons als één groot gezin, en in dat gezin was, (na lang wachten en veel teleurstelling, een kind geboren. En daar is een dorre schoolmeester, die met al dat gejoel om zich heen, zich verbaast, hoe de kinderen zulk een pret kunnen* hebben over iets, dat hij hun tniet uitleggen kan. .Wat moet de stakker dik wijls verlegen staan in het leven, in het huiselijk leven bovenal! Groote broer is jarig, of heeft examen gedaan; de oudste zuster trouwt vandaag; vader en moeder vieren hun koperen bruiloft; och arm, stuur de kleine kinderen maar uit huis (die dagen jzij mochten eens blij worden en kraaien van plezier over.... wat meester ze niet uitleggen kant Evenzoo keert het blad zich met vlij mende spotternij tegen de geuite stelling dat een onderwijzer maar niet te veel lover het koninklijk huis zou moeten zeggen omdat 3,de school geen aanstoot mag ge ven aan iemand, ook niet aan hen, (die een republiek verkiezen boven een monar chie." Om dan te vervolgen: De Bondsvoorzitter kent zijn volkje.- Daverende toejuichingen volgden op de juliana-episode uit zijn rede. Die men- schen daar verstonden elkaar wat best! den jongen officier. Had hij wellicht op de geliefde geschoten, die door angst gedreven, heimelijk hare kamer verliet, om hem op te zoeken De Keizerin kon hem dienaangaande geruststellen, Anna Dominikus was vol komen ongedeerd. Zij ontwaakte weldra uit haar onmacht, doch werd den vol genden morgen ziek en nu door harem troosteloozen vader verpleegd. JHet scheen als rustte he* oog van de Keize rin scherp en vorschend, zelfs met een zeker wantrouwen op George. Vermoed de zij de liefdesbetrekking tusscheu die beiden Plotseling zeide Maria There- sia Kunt ge mij een verklaring geven van de zeldzame omstandigheid dat naast een van mijn officieren, die in het middernachtelijk uur zich in een der verlaten gangen van den Burg ophoudt, een jong meisje wordt gevonden Een donkere 'blos overtoog het aange zicht van den officier. Uwe Majesteit zeide hij, plotse ling door een moed vervuld, die zijn, oog schitteren deed, Anna Dominikus is mijn bruid en al was ik ook duizend maal bereid om mijn leven op het spel te zetten, ten einde mijn verheven Kei zerin een dienst te bewijzen, zoo dacht ik daarbij, dat mij daarvoor eens het ge luk tejn deel zoude vallen, pju AngA De socialisten, de „rooien" hadden elkaar wat moed ingesproken en klapten en stampten met handen en voeten, en de overigen, die het zoo kwaad niet meen den, werden door het enthousiasme mee gesleept en klapten mee." Frankrijk. Voorstander van Moord. In de „Guerre Sociale", het blad van den anti-militarist en revolutionair Her- vé steekt deze den loftrompet over de misdaad van den apach, die dezer dagen een politieagent te Parijs vermoordde. De heer Hervé zegt, dat deze moorde naar een mooie les van energie, van voort varendheid en moed aan het volk gege ven heeft; ook aan ons revolutionairen, zegt Hervé, heeft hij een schoon voor beeld nagelaten. Wanneer we nu in herinnering brengen dat de heer Hervé, deze apostel van den moord, een veertiental dagen terug, voor een talrijke publieke vergadering, een re devoering hield, waarin hij uitriep: „De leekenschool is onze school... dan zal inen kunnen begrijepn, dat er ouders ge vonden worden, die hun kinderen bij voorkeur op andere scholen wenschen geplaatst te zien. Tegen de onzedelijkheid. Door het Parijschie hof van appèl is het bekende wetsvoorstel van senator Bé- raoger, waardoor aan vereenigingen tot bestrijding van openbare onzedelijkheid de bevoegdheid wordt toegekend een strafrechterlijke vervolging in te stellen, eenstemmig goedgekeurd. Het wetsvoorstel was aan het hof van appèl ter beoordeeling voorgelegd en zal nu dus ongetwijfeld spoedig kracht van wet krijgen. Een zelfde bevoegdheid hebben bedoel de vereenigingen reeds in Engeland en het blijkt daar een geducht wapen in den strijd tegen de onzedelijkheid te wezen, Een gendarme bewaakt door een apache. Tot welke dwaze toestanden de inlij ving in de gelederen van strafrechterlijk veroordeelden kan leiden, teekent het geen dezer dagen te Auxerre gebeurd is. De brigade-commandant heeft onlangs, om redenen, die niets ter zake doen, een order uitgevaardigd, dat voortaan aan gendarmen, die in de kazerne moeten zijn, een man van de wacht tot geleide moet verstrekt worden. Dinsdag nu wilde een gendarme zijn karabijn naar den geweermaker bren gen, en kreeg volgens het nieuwe voor schrift een infanterist mede van den wachtcommandant Deze bewaker bleek een apache te zijn dien de gendarme eenige jaren geleden zelf aan den rechter had overgeleverd. .Ware de keuze van zijn geleide aan tden gendarme overgelaten geweest, dan zou hij trouwens voor een moeilijk dilemma hebben gestaan, daar drie van de vier manschappen, die de politiewacht uit maakten, oude bekenden van de justitie waren; alleen de schildwacht onder het geweer zou voor den marechaussee een waardig geleider zijn geweest. Twee dokters te Douai hebben in hun stad een kliniek geopend. Voor den dienst vroegen ze de hulp der Zusters van (de JH, Anna. Deze kwamen. Gevolg: voor ieder harer 16 franc boe te wegens misdrijf van congregatie." België. Koning Leopold en de tandarts. Toen de gestorven koning van Bel gië eens met overste baron Snoy door de straten van Parijs wandelde* kreeg hjj opeens een hevige tandpijn. Toevallig was hij vlak bij het huis van een beroemd Ame rikaansch tandarts en de koning ging da delijk naar hem toes, |jjg Bij den tandarts verwekte de komst van den koning een heele drukte. De bediende toch herkende den koning, die mijne vrouw inijne woning te mogen bin nenvoeren. De Keizerin scheen nu alles te begrij pen. Zij glimlachte goedig en antwoord de: Wij zullen zien, wat hier te doen valt, mijn jonge held. Voordat ik ech ter omtrenft het spook der Wj.te vrouw volledige zekerheid verkrijg, is aan dit huwelijk niet te denken, wil u dat voor oogen houden, mijnheer de luitenant. Deze hoopvolle woorden griften rich als vlammende teekens in George's hart. De kleine Anna is ziek, naar ik hoor, maar ik denk, dat, als een zekere jonge man haar gezelschap houdi, zij des te eerder weer gezond zal worden. Ik geef u daarom eenige dagen verlof; wijd u geheel aan de verpleging van uwe bruid, Qeorge von Walden. Met diep gevoelden dank verwijderde zich dei officier. Het was, zboals de Keizerin gezegd had. Anna lag ziek in haar klein kamer tje, bewaakt en behoed door haren doo- delijk verschrikten vader. Onder tranen had zij hem vrijmoedig beleden, dat de angst in dien onweersnacht haar er toe gebracht had, om heimelijk haar kamer tje te onftvludhten, ten einde den gelief de te waarschuwen, want zjj waande tem KWrMurouJ ia ffPPi gevw _i in Parijs zeer populair was, oogenblikke- lijk en na eenige diepe buigingen opende hij de deur der wachtkamer en riep luid Zijne majesteit koning Leopold. De an dere menschen, die daar wachtten, spron gen op van hun stoelen, terwijl de tand arts den patiënt, waarmee hij reeds bezig was, in den steek tiet om den koning te helpen. Het duurde slechts een paar seconden eenige druppels aethers waren voldoende om de pijn te stillen. De koning ver zocht zijn adjudant om een goudstuk en legde dat op tafel. De tandarts echter, die minstens had gerekend op een levens lange jaarlijksche rente van 5000 fr$. en het grootkruis der Leopold-orde, vroeg verelgen: „Majesteit, dit is zeker voor mijn bediende?" De koning echter liet ïn die dingen niet met zich spotten. Hij keek den tand arts scherp aan en zei plotseling goedig: „Neen mijnheer, voor u beiden!" De tandarts stelde zich echter schadeloos door overal het koninklijk bezoek bekend te maken en zich te noemen: „Speciale tandarts van Zijne Majesteit den Koning van België". Ter gelegenheid van de feesten der onafhankelijkheidsverklaring van Bel gië verwachten Antwerpen en Brussel een ongewoon bezoek. Op 19 Juli nl. zal de Lord Mayer van Londen met zij ne sheriffs en aldermen overkomen en den volgenden dag zullen de gasten in hun schilderachtige costuums feestelijk ten Stadhuize worden ontvangen door den burgemeester en de vroedschap, waarna deze wederkeerig den Engel- schen in hun hotel zullen bezoeken op 21 Juli wonen zij de nationale feestelijk heden bijook, waar de tegenwoordige Lord Mayer katholiek is, het plechtig Te Deum op 22 Juli worden de ha venwerken bezichtigd en den 23en gaat de reis naar Brussel waar hen even eens een grootsche ontvangst bereid wordt Koning Albert, schrijft de Frankfur ter Ztg.", geeft zich in den laatsten tijd veel moeite, zich in de regeeringszaken in te werken, waarvan Leopold II hem steeds verre trachtte te houden. Deze laatste was nT. wel gewoon óm prins Balduin, den oudsten broeder van Albert te raad plegen bij de besprekingen, welke hij met den toenmaligen premier Beernaert had. Toen echter in 1891 prins Balduin, 22'jaar oud stierf, en de toenmaals 16-jarige prins Albert de Troonopvolger werd, vond Leo pold dezen nog te jong om hem in de Staatszaken in te wijden en nooit, ook la ter niet ,is zulks gebeurd. Prins Albert leerde-veel,- maar hem stonden niet veel meer hulpraddielen ten dienste dan ieder ander particulier van eenigszins invloedrijke positie. Derhalve is Koning Albert nu druk bezig het ver zuimde in te halen en 's morgens om vijf uur zit hij reeds voor zijn schrijftaefl, terwijl het niet zelden gebeurt, dat nog te middernacht het licht in zijn studeer vertrek brandt. Italië. Romanus schrijft in „de Tijd" Dezer dagen is het reusachtige paleis van Justitie, dat vermoedelijk als tegen hanger van het Vaticaan werd gebouwd dicht bij den Engelenburg, door het Mi- mniister van justitie, zoodat het eerlang der plechtigheid overgedragen aan den Minister van Justitie, zoodat het eer lang voor zijn eigenlijke bestemming in gebruik zal komen. Wat echter nog geenszins beteekent, dat het gebouw werkelijk voltooid is, ofschoon er reeds een kwart eeuw rusteloos aan werd ge metseld en getimmerd. De zware steen massa, die met haar overladen rijkdom van détails en versieringen een verbluf- lende indruk maakt, kostte reeds meer dan 40 millioen francs. Maar de aan vankelijke raming, onder het kabinet Za- nardelli in 1883, bedroeg niet meer dan 8 millioen. Toch is de eindrekening op verre na niet te overzien. Zóóveel moeit er nog fan den onsmakelijken reuzen-' bouw geknutseld worden. Hoeveel nuttiger had al dat geld kun- Toen zij het pleintje voor de donkere grafkapel overging, sidderend van angst, hoorde zij zijne stem en pog vóór zij naar hem toe kon snellen, kraakte het schot. Hare oogen zagen slechts, hoe George op "den grond stortte, en toen wierp zij rich een luiden kreet sla kend, op hem. Met wien hij daar te doen had en wat er vroeger geschiedde, dit wist zij zelve niet. Hare grootste zorg w*s, ondanks de eigen zwakte te weten wat er met Oeorge gebeurde en 'n vurig dankgebed steeg er uit haar borst om hoog, toen zij vernam dat het slechts eene hevige bewusteloosheid was, die zich van "den geliefde had meester ge maakt. Weldra zoude zij hem weder hier bij zich zien. Het duurde dan ook niet lang, of daar buiten deden zich haastige schreden ver nemen. George betrad het vriendelijke kamer tje van Anna, door welks vensters hel zonlicht naar binnen stroomde, ter wijl de kopjes der bloemen als 't ware haar groetten. Toen George het s'.malle, ingevallen ^ezichtje van Anna ontwaarde, viel hij vóór haar bed op de knieën en barstte in een luid snikken uit. Wat den vader ontgaan was, bemerkte zijn liefhebbend oog. Het was een zwa- rfi zieke, dje hij hier vond. Slechts met nen besteed worden aan andere openba-, re werken en vooral aan sociale instelling gen, waaraan het ééne Italië nog zoo arm is. Om niet eens te spreken van, het in elk opzicht achterlijke en veri waarloosde Calabrië, waar ieder jaar, duizenden jongelieden, de beste werki; krachten van het land, naar Amerika emir greeren, wijl zij in hun eigen „Heimath"- geen werk en geen brood vinden. Doch! hier te lande gaan, zoowel in het open-j bare als in het particuliere leven, nu een-i maal de praal en de pronk vóór alles. En wie maar kans ziet om van den hoogen boom mee te plukken, schudt om het hardst, totdat hij zijn voordeeligjej plaats ziet ingenomen door een ander,- die nóg handiger is. Oostenrijk. Hoe kroonprins Rudolf van Oostenrijk stierf. In den „Matin" komt jean de Bonne- fon de lezingen omtrent den tragischen dood van kroonprins Rudolf van Oosten rijk, den eersten echtgenoot van prin-i ses Stefanie van België, met eene ver meerderen. In 1888 zegt hij, werd door prins Rudolph een poging gedaan <<*n tot echtscheiding te komen, waa. - ,r, in principe reeds de toestemming an; Rome verkregen was, om een zeer era* stige en geldige reden. De koning van België, prinses Stefanie en prins Phi< lips van Coburgh (de man van Prinses, Louise van België) waren op de hoog«, te, en wisten welk een ernstig document door den kroonprins bij de aanvragjö was overgelegd, een document dat bei slissend zou zijn. Dat was de toestand op 29 Januari 1889. Philips van Coburg, die toen de ver^ trouweiing van koning Leopold was, noodigde zijn zwager, den kroonprins^ uit toit een samenkomst te Meyerlingt Daarbij waren aanwezig graaf Hoyos, Bombelles en Baron Peter. Het gesprek! tusschen de beide prinsen moet zeer heftig zijn geweest. Ten min site naar, de verklaring van Hoyos. Na het diner, dat zeer stijf, koel en- vormelijk was, „zoodat de karaffen er van aansloegen" naar Hoyos zeide, ver wijderde zich de kroonprins met Marie Vecsera,.... Den volgenden morgen wa« ren barones Marie en de kroonprins dood. Kardinaal Galimberti, die het lijk! zag, zeide: dat het lijk van den prins een hoofdwonde had alsof zij met een, meubelmakershamer was toegebracht. Wat er gebeurd is tusschen het diner op 29 Januari en den morgen van 30 Januari, is niet bekend, naar de Bonne- fon meent, of ten minste aan slechts weinigen. Onder de weinigen waren' Paus Leo XIII en kardinaal Galimberti, die het geheim medenamen in het graf. Leo XIII heeft zelf de stukken van het proces tot echtscheiding vernietigd, mét de brieven van den Keizer over den dood van den prins. Maar één stuk is overi gebleven in het archiefde minuut van het eigenhandig schrijven van den Paus aan den aartsbisschop van Weenen, waarin gezegd werd: dat de prins met alle kerkelijke plechtigheid moest wor den begraven, „omdat wij uit on.twijfel^ bare en onweerlegbare mededeelingen' weten, dat de overledene laaghartig is vermoord, en niet zich zelf van het le ven heeft beroofd." Jean de Bonnefon besluit zijn verhaal aldus „Aartshertog Rudolph is niet ver moord door een jaloersch echtgenoot. „Aarthertog Rudolph is niett ver moord door den broeder van Marie von' Vecsera, omdat die in 1889 pas elf jaar- oud was. Bovendien heeft de keizer dien jongen man later toegelaten als officier van het garde-regiment. „Van alle overledenen kan alleen prins. Philips van Coburgh de gebeurtenissen van dien historischen nacht van Meyer-, ling verklaren, maar prins Philips heeft, naar het schijnt, de herinnering verloren', het licht isop dit punt in zijn gedach ten gëbluscht." De insinuatie aan het adres van Philips v. Coburg is niet onduidelijk.... Overi- moeite en ook wijl hij Anna evenmin ver ontrusten mocht als haren vader, koni hij weder kalm worden. Van nu af zat hij uren lang aan de sponde van de lijdende en blikte met een onbeschrijfelijke lief« de in het steeds smaller wordende, lief lijke aangezicht. De dokter wist geen eigenlijke naam voor de ziekte, welke Anna had aangetast, en meende, dat de tijd hier wel de beste heelmeester zoude zijn. H et meisje werd echter steeds zwakker. Op een stillen nacht, dat de maan hel* der aan den hemel scheen, waakte Geor-* ge wederom bij de geliefde, nadat hij er den vader toe had weten over te ha-» len om een weinig te gaan rusten. De zieke luisterde een poos naar de zacht* woorden van George, die haar van een gelukkige toekomst vertelde, terwijl hejt vertrek vervuld was met het licht van een kleine lamp. Nu sloten zich Anna's moede oogen en haar hoofd zonk ofl zijde. De slaap was op haar neergedaald. George stond zachtjes op en ging ofl de teenen tot aan het halfgeopende vein ster in den erker, waar hij ritten gin§ om in de duisternis te staren. Het moes} wederom middernacht zijn en de droe» vige gedachten stormden met des te meer kracht op den jongen officier iqj (Woftt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5