Het geheim van het Keizersslot.
BUITENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 15 Januari.
Uit de Pers.
Criminaliteit en Katholicisme.
Ook een interessante statistiek.
Van velerlei zijde is men weerom doen
de, om de ware of vermeende hooge cij
fers van het aantal 'misdaden In Katho
lieke streken uit te spelen tegen de Kar
tholieke kerk, schrijft de hNieuwe Koe-
'Hier".
Er wordt beweerd, dat de Katholieke
JCerk hare leden minder dan de leden Van
andere kerkgenootschappen van de mis
daad kan terughouden, en meent daaruit
|de gevolgtrekking te kunnen maken, dat
de Katholieke Kerk geen geluk voor de
dienschheid is.:
Maar wil de statistiek, wat het aantal
ïnisdaden betreft, eenige waarde hebben
liter beoordeeling van den invloed der Kerk
Jidan moet vaststaan, dat de raisda-
'idigers inog onder den Invloed
der Kerk stonden.
Welnu, hieromtrent lezen wij eene ver
gassende statistieks
In 1905, bij gelegenheid van den ,jSozia-
|e Feriëncursus" te M. Oladbach, werd
itfoor een honderdtal deelnemers een be-
'(zoek gebracht aan de modelgevangenissen
:,te Aiirath. Door de welwillendheid der
Pruisische regeering werden deze nieuw
gebouwde en uitnemend bestuurde ge
vangenissen ter bezichtiging open gesteld
en in de groote hal gaf de aalmoezenier
'der gevangenis, in tegenwoordigheid van
«enige hoofdambtenaren, eene conferen
tie over het gevangeniswezen.
De criminaliteit der Katholieken kwam
ook ter sprake, want de gevangenis ligt
in eene overwegend katholieke streek.
De in zijn ambt vergrijsde aalmoezenier
deelde daar aan zijne hoorders mede, dat
yan de 370 Katholieken, die er toen ge
vangen zaten, er pl.m. 300 waren, die bij
hun intrede in de gevangenis hun Paasch-
plichten niet meer waargenomen hadden
len velen zelfs, die sinds hun Eerste Com
munie niet meer in „de kerk waren ge-
,weest.
Dooreengenomen hielden 80
van de 100 gevangenen hun P a-
schen niet meer bij hun komst
in de gevangenis.
Tachtig procent hadden zich dus vrij-
.willig onttrokken aan den invloed van de
Katholieke Kerk; en daar zij, die hun
Paaschplicht verwaarloozen, niet meer tot
leden der Katholieke Kerk gerekend wor
den, ook al geven zij op te behooren tot
die Kerk, kan de Katholieke Kerk
Iniet ver antw oordel ij k gesteld
worden voor hunne daden.
Men zal zeggen, dat deze interessante
Btatistiek Duitschland geldt
Maar de streek, waaruit de veroordeel
den in de gevangenis te Anrath komen
grenst aan Limburg en heeft veel over
eenkomst met de Limburgsche grensge
meenten.
Voor ons land kennen we hier de be
doelde statistiek niet.
Maar het zou ons niet verwonderen,
ials men een, de Pruisische nabij komende,
statistiek verkrijgen zoude, als zij werd
opgemaakt.
De neutraliteit der openbare school.
Het orgaan der Vereeniging van hoof
den van scholen in Nederland „De
School" verzet zich tegen het streven der
voormannen uit den Bond van Nederland-
sche Onderwijzers om een ^.absolute neu
traliteit" naar hunne opvattingen, aan de
.openbare lagere school op te leggen.
Meester neutraal" plaatst dit blad boven
het artikel, waarin de geruchtmakende re
ide van den heer Ossendorp besproken en
Veroordeeld wordt.
„De School" schrijft dan:
't Moet inderdaad erkend worden, dat
die rede aan duidelijkheid niets te wen-
schen overlaat. „Met voorliefde", zoo
FEUILLETON.
19)
De commandant kwam in opdracht van
Ide Keizerin zelve en George von Walden
vertelde hem, wat hij wist. Eene on
verklaarbare zaak bleef het echter voor
leen ieder, dat er wederom een schild
wacht naar beneden gestori; was. Juist
deze man kende geen vrees voor spo
ken en bezat daarenboven buitengewone
lichaamskrachten. Zonderling genoeg
Was het ook, dat George hem slapend
vond, toen hij de gang doorging. Dit
Verzuim moest de post zwaar genoeg
met zijn dood boeten.
Na verdere 24 uren was George in
zoover hersteld, dat hij weder op de
beenen vermocht te staan.
De Keizerin deed hem bij zich ko
men, om uit zijn eigen mond te verne
men hoe de zaken zich in dien onweers
nacht hadden toegedragen. Toen George
voor de eerste maal .vernam, dat Anna, in
(een wit kleed gehuld, bewusteloos naaslt
hem werd gevonden tot dusver kon
h'j de woning van den hofarchivaris niet
Petreden toen vertoonden zich schrik
#n ontsteltenis, jop het opeu gel$a,tvan
luidt het daarin, „spreken wij den kinde
ren over edele daden," en.... nu komt bet
fraais, „waar de vorsten uit het huis van
Oranje dergelijke daden bedreven mogen
hebben, willen wij hun in deze niets te
kort doen." Dat verstaat de lezer, zoo
goed als de hoorders het zullen verstaan
hebben. Een inzender in de ?,N. R. Ct."
verstond het ook en gaf zijn ïndruk aldus
weer: Die vorsten van Oranje.... niet veel
soeps. Zwn aandacht viel blijkbaar 't eerst
die voorwaardelijke wijs: 3,waar zij wat
edels bedreven mogen hebben", en hij
verklaarde zich den gedachtengang van
den spreker stellig als volgt: „Ik weet
niet, of de Oranjevorsten ooit iets edels
bedreven hebben'k wil het niet ontken
nen, maar mocht ik ooit van zoo iets ver
nemen, dan kan men er op aan, dat ik
hun in niets te kort zal doen." Toen wij
die fraaie uitspraak lazen, bleven onze ge
dachten hangen aan het slot er van: „wij
willen hun in deze niets te kort (doen." 't
Is inderdaad, of het er om te doen is, naar
dank hunkerende Oranjevorsten tevreden
te stellen't Is duidelijk, dat deze onder
wijzer, staande op die verantwoordelijke
plaats, geen enkel oogenblik er aan ge
dacht heeft, dat 's volks dankbaarheid aan
de Oranjevorsten de eenheid en de on
afhankelijkheid van dat volk, als volk,
geldt Gij, spreker daar, gij doet uw volk
te kort, gij rafelt den band uit, die ons
bindt, gij kapt het heden van het Verleden
af. gij schendt onze historie, waar gij
met beleedigende genadigheid verzekert
den vorsten liit het huis van Oranje
in niets te kort te willen doen
Maar luisteren wij verder! De spreker
wordt paedagoogl 3,Wij kunnen den kin
deren niet leeren, wat boven hun bevat
tingsvermogen ligt .Wij mogen hen geen
liederen laten zingen, welke zij niet be
grijpen kunnen. .Wij kunnen het hun niet
uidelijk maken, welke staatkundige betee-
kenis, volgèns vélen, de geboorte van 't
prinsesje voor ons volksbestaan heeft. Wij
kunnen hen niet doen gevoelen, waarom
zij moeten juichen en jubelen bij de ge
boorte van een Koningskind en niet bij
de geboorte van een ander kind."
Dat kunt ge alles niet? Wees getroost,
dat behoeft ge ook niet! De kinderen
hebben, Goddank, gejubeld en gejuicht
op 30 April, zqnder dat hoogverstandige
schoolmeesters hun eerst hebben duide
lijk gemaakt, waarom ze moesten jubelen
en juichen. De jongens brachten oranje
vlaggen mee op school en versierden de
wanden, zonder dat meester hun iets had
uitgelegd. Een kind was ons geboren!
Ons allenDe kinderen zagen de vreugde
op het gelaat hunner oudersde moeders
en de zusters riepen't is een prinsesje
haast of ze blij waren, dat het geen prins
was, en die feestvreugde stak de kleineren
aan en zij spraken onder weg naar'school
over niets anders. Meester probeerde nog
even, om rekenles te geven, maar hetJging
niet. In de nabijheid van de schoolhouden
kanonnen worden afgeschoten en heel de
school toog er op uit. Wie kon er aan wat
anders denken? Wij voelden ons als één
groot gezin, en in dat gezin was, (na lang
wachten en veel teleurstelling, een kind
geboren.
En daar is een dorre schoolmeester, die
met al dat gejoel om zich heen, zich
verbaast, hoe de kinderen zulk een pret
kunnen* hebben over iets, dat hij hun tniet
uitleggen kan. .Wat moet de stakker dik
wijls verlegen staan in het leven, in het
huiselijk leven bovenal! Groote broer is
jarig, of heeft examen gedaan; de oudste
zuster trouwt vandaag; vader en moeder
vieren hun koperen bruiloft; och arm,
stuur de kleine kinderen maar uit huis (die
dagen jzij mochten eens blij worden en
kraaien van plezier over.... wat meester ze
niet uitleggen kant
Evenzoo keert het blad zich met vlij
mende spotternij tegen de geuite stelling
dat een onderwijzer maar niet te veel lover
het koninklijk huis zou moeten zeggen
omdat 3,de school geen aanstoot mag ge
ven aan iemand, ook niet aan hen, (die een
republiek verkiezen boven een monar
chie." Om dan te vervolgen:
De Bondsvoorzitter kent zijn volkje.-
Daverende toejuichingen volgden op de
juliana-episode uit zijn rede. Die men-
schen daar verstonden elkaar wat best!
den jongen officier. Had hij wellicht op
de geliefde geschoten, die door angst
gedreven, heimelijk hare kamer verliet,
om hem op te zoeken
De Keizerin kon hem dienaangaande
geruststellen, Anna Dominikus was vol
komen ongedeerd. Zij ontwaakte weldra
uit haar onmacht, doch werd den vol
genden morgen ziek en nu door harem
troosteloozen vader verpleegd. JHet
scheen als rustte he* oog van de Keize
rin scherp en vorschend, zelfs met een
zeker wantrouwen op George. Vermoed
de zij de liefdesbetrekking tusscheu die
beiden Plotseling zeide Maria There-
sia
Kunt ge mij een verklaring geven
van de zeldzame omstandigheid dat
naast een van mijn officieren, die in
het middernachtelijk uur zich in een der
verlaten gangen van den Burg ophoudt,
een jong meisje wordt gevonden
Een donkere 'blos overtoog het aange
zicht van den officier.
Uwe Majesteit zeide hij, plotse
ling door een moed vervuld, die zijn,
oog schitteren deed, Anna Dominikus
is mijn bruid en al was ik ook duizend
maal bereid om mijn leven op het spel
te zetten, ten einde mijn verheven Kei
zerin een dienst te bewijzen, zoo dacht
ik daarbij, dat mij daarvoor eens het ge
luk tejn deel zoude vallen, pju AngA
De socialisten, de „rooien" hadden elkaar
wat moed ingesproken en klapten en
stampten met handen en voeten, en de
overigen, die het zoo kwaad niet meen
den, werden door het enthousiasme mee
gesleept en klapten mee."
Frankrijk.
Voorstander van Moord.
In de „Guerre Sociale", het blad van
den anti-militarist en revolutionair Her-
vé steekt deze den loftrompet over de
misdaad van den apach, die dezer dagen
een politieagent te Parijs vermoordde.
De heer Hervé zegt, dat deze moorde
naar een mooie les van energie, van voort
varendheid en moed aan het volk gege
ven heeft; ook aan ons revolutionairen,
zegt Hervé, heeft hij een schoon voor
beeld nagelaten.
Wanneer we nu in herinnering brengen
dat de heer Hervé, deze apostel van den
moord, een veertiental dagen terug, voor
een talrijke publieke vergadering, een re
devoering hield, waarin hij uitriep: „De
leekenschool is onze school... dan zal
inen kunnen begrijepn, dat er ouders ge
vonden worden, die hun kinderen bij
voorkeur op andere scholen wenschen
geplaatst te zien.
Tegen de onzedelijkheid.
Door het Parijschie hof van appèl is
het bekende wetsvoorstel van senator Bé-
raoger, waardoor aan vereenigingen tot
bestrijding van openbare onzedelijkheid
de bevoegdheid wordt toegekend een
strafrechterlijke vervolging in te stellen,
eenstemmig goedgekeurd.
Het wetsvoorstel was aan het hof van
appèl ter beoordeeling voorgelegd en zal
nu dus ongetwijfeld spoedig kracht van
wet krijgen.
Een zelfde bevoegdheid hebben bedoel
de vereenigingen reeds in Engeland en
het blijkt daar een geducht wapen in den
strijd tegen de onzedelijkheid te wezen,
Een gendarme bewaakt door een
apache.
Tot welke dwaze toestanden de inlij
ving in de gelederen van strafrechterlijk
veroordeelden kan leiden, teekent het
geen dezer dagen te Auxerre gebeurd is.
De brigade-commandant heeft onlangs,
om redenen, die niets ter zake doen, een
order uitgevaardigd, dat voortaan aan
gendarmen, die in de kazerne moeten zijn,
een man van de wacht tot geleide moet
verstrekt worden.
Dinsdag nu wilde een gendarme zijn
karabijn naar den geweermaker bren
gen, en kreeg volgens het nieuwe voor
schrift een infanterist mede van den
wachtcommandant
Deze bewaker bleek een apache te zijn
dien de gendarme eenige jaren geleden
zelf aan den rechter had overgeleverd.
.Ware de keuze van zijn geleide aan tden
gendarme overgelaten geweest, dan zou
hij trouwens voor een moeilijk dilemma
hebben gestaan, daar drie van de vier
manschappen, die de politiewacht uit
maakten, oude bekenden van de justitie
waren; alleen de schildwacht onder het
geweer zou voor den marechaussee een
waardig geleider zijn geweest.
Twee dokters te Douai hebben in hun
stad een kliniek geopend. Voor den dienst
vroegen ze de hulp der Zusters van (de
JH, Anna. Deze kwamen.
Gevolg: voor ieder harer 16 franc boe
te wegens misdrijf van congregatie."
België.
Koning Leopold en de tandarts.
Toen de gestorven koning van Bel
gië eens met overste baron Snoy door
de straten van Parijs wandelde* kreeg hjj
opeens een hevige tandpijn. Toevallig was
hij vlak bij het huis van een beroemd Ame
rikaansch tandarts en de koning ging da
delijk naar hem toes, |jjg
Bij den tandarts verwekte de komst
van den koning een heele drukte. De
bediende toch herkende den koning, die
mijne vrouw inijne woning te mogen bin
nenvoeren.
De Keizerin scheen nu alles te begrij
pen. Zij glimlachte goedig en antwoord
de:
Wij zullen zien, wat hier te doen
valt, mijn jonge held. Voordat ik ech
ter omtrenft het spook der Wj.te vrouw
volledige zekerheid verkrijg, is aan dit
huwelijk niet te denken, wil u dat voor
oogen houden, mijnheer de luitenant.
Deze hoopvolle woorden griften rich
als vlammende teekens in George's hart.
De kleine Anna is ziek, naar ik hoor,
maar ik denk, dat, als een zekere jonge
man haar gezelschap houdi, zij des te
eerder weer gezond zal worden. Ik geef
u daarom eenige dagen verlof; wijd u
geheel aan de verpleging van uwe bruid,
Qeorge von Walden.
Met diep gevoelden dank verwijderde
zich dei officier.
Het was, zboals de Keizerin gezegd
had. Anna lag ziek in haar klein kamer
tje, bewaakt en behoed door haren doo-
delijk verschrikten vader. Onder tranen
had zij hem vrijmoedig beleden, dat de
angst in dien onweersnacht haar er toe
gebracht had, om heimelijk haar kamer
tje te onftvludhten, ten einde den gelief
de te waarschuwen, want zjj waande
tem KWrMurouJ ia ffPPi gevw _i
in Parijs zeer populair was, oogenblikke-
lijk en na eenige diepe buigingen opende
hij de deur der wachtkamer en riep luid
Zijne majesteit koning Leopold. De an
dere menschen, die daar wachtten, spron
gen op van hun stoelen, terwijl de tand
arts den patiënt, waarmee hij reeds bezig
was, in den steek tiet om den koning te
helpen.
Het duurde slechts een paar seconden
eenige druppels aethers waren voldoende
om de pijn te stillen. De koning ver
zocht zijn adjudant om een goudstuk en
legde dat op tafel. De tandarts echter,
die minstens had gerekend op een levens
lange jaarlijksche rente van 5000 fr$. en
het grootkruis der Leopold-orde, vroeg
verelgen: „Majesteit, dit is zeker voor
mijn bediende?"
De koning echter liet ïn die dingen
niet met zich spotten. Hij keek den tand
arts scherp aan en zei plotseling goedig:
„Neen mijnheer, voor u beiden!" De
tandarts stelde zich echter schadeloos
door overal het koninklijk bezoek bekend
te maken en zich te noemen: „Speciale
tandarts van Zijne Majesteit den Koning
van België".
Ter gelegenheid van de feesten der
onafhankelijkheidsverklaring van Bel
gië verwachten Antwerpen en Brussel
een ongewoon bezoek. Op 19 Juli nl.
zal de Lord Mayer van Londen met zij
ne sheriffs en aldermen overkomen en
den volgenden dag zullen de gasten in
hun schilderachtige costuums feestelijk
ten Stadhuize worden ontvangen door
den burgemeester en de vroedschap,
waarna deze wederkeerig den Engel-
schen in hun hotel zullen bezoeken op 21
Juli wonen zij de nationale feestelijk
heden bijook, waar de tegenwoordige
Lord Mayer katholiek is, het plechtig
Te Deum op 22 Juli worden de ha
venwerken bezichtigd en den 23en gaat
de reis naar Brussel waar hen even
eens een grootsche ontvangst bereid
wordt
Koning Albert, schrijft de Frankfur
ter Ztg.", geeft zich in den laatsten tijd
veel moeite, zich in de regeeringszaken in
te werken, waarvan Leopold II hem steeds
verre trachtte te houden. Deze laatste
was nT. wel gewoon óm prins Balduin,
den oudsten broeder van Albert te raad
plegen bij de besprekingen, welke hij met
den toenmaligen premier Beernaert had.
Toen echter in 1891 prins Balduin, 22'jaar
oud stierf, en de toenmaals 16-jarige prins
Albert de Troonopvolger werd, vond Leo
pold dezen nog te jong om hem in de
Staatszaken in te wijden en nooit, ook la
ter niet ,is zulks gebeurd.
Prins Albert leerde-veel,- maar hem
stonden niet veel meer hulpraddielen ten
dienste dan ieder ander particulier van
eenigszins invloedrijke positie. Derhalve
is Koning Albert nu druk bezig het ver
zuimde in te halen en 's morgens om vijf
uur zit hij reeds voor zijn schrijftaefl,
terwijl het niet zelden gebeurt, dat nog
te middernacht het licht in zijn studeer
vertrek brandt.
Italië.
Romanus schrijft in „de Tijd"
Dezer dagen is het reusachtige paleis
van Justitie, dat vermoedelijk als tegen
hanger van het Vaticaan werd gebouwd
dicht bij den Engelenburg, door het Mi-
mniister van justitie, zoodat het eerlang
der plechtigheid overgedragen aan den
Minister van Justitie, zoodat het eer
lang voor zijn eigenlijke bestemming in
gebruik zal komen. Wat echter nog
geenszins beteekent, dat het gebouw
werkelijk voltooid is, ofschoon er reeds
een kwart eeuw rusteloos aan werd ge
metseld en getimmerd. De zware steen
massa, die met haar overladen rijkdom
van détails en versieringen een verbluf-
lende indruk maakt, kostte reeds meer
dan 40 millioen francs. Maar de aan
vankelijke raming, onder het kabinet Za-
nardelli in 1883, bedroeg niet meer dan
8 millioen. Toch is de eindrekening op
verre na niet te overzien. Zóóveel moeit
er nog fan den onsmakelijken reuzen-'
bouw geknutseld worden.
Hoeveel nuttiger had al dat geld kun-
Toen zij het pleintje voor de donkere
grafkapel overging, sidderend van angst,
hoorde zij zijne stem en pog vóór zij
naar hem toe kon snellen, kraakte het
schot. Hare oogen zagen slechts, hoe
George op "den grond stortte, en toen
wierp zij rich een luiden kreet sla
kend, op hem. Met wien hij daar te doen
had en wat er vroeger geschiedde, dit
wist zij zelve niet. Hare grootste zorg
w*s, ondanks de eigen zwakte te weten
wat er met Oeorge gebeurde en 'n vurig
dankgebed steeg er uit haar borst om
hoog, toen zij vernam dat het slechts
eene hevige bewusteloosheid was, die
zich van "den geliefde had meester ge
maakt. Weldra zoude zij hem weder hier
bij zich zien.
Het duurde dan ook niet lang, of daar
buiten deden zich haastige schreden ver
nemen.
George betrad het vriendelijke kamer
tje van Anna, door welks vensters hel
zonlicht naar binnen stroomde, ter
wijl de kopjes der bloemen als 't ware
haar groetten.
Toen George het s'.malle, ingevallen
^ezichtje van Anna ontwaarde, viel hij
vóór haar bed op de knieën en barstte
in een luid snikken uit.
Wat den vader ontgaan was, bemerkte
zijn liefhebbend oog. Het was een zwa-
rfi zieke, dje hij hier vond. Slechts met
nen besteed worden aan andere openba-,
re werken en vooral aan sociale instelling
gen, waaraan het ééne Italië nog zoo
arm is. Om niet eens te spreken van,
het in elk opzicht achterlijke en veri
waarloosde Calabrië, waar ieder jaar,
duizenden jongelieden, de beste werki;
krachten van het land, naar Amerika emir
greeren, wijl zij in hun eigen „Heimath"-
geen werk en geen brood vinden. Doch!
hier te lande gaan, zoowel in het open-j
bare als in het particuliere leven, nu een-i
maal de praal en de pronk vóór alles.
En wie maar kans ziet om van den
hoogen boom mee te plukken, schudt
om het hardst, totdat hij zijn voordeeligjej
plaats ziet ingenomen door een ander,-
die nóg handiger is.
Oostenrijk.
Hoe kroonprins Rudolf van
Oostenrijk stierf.
In den „Matin" komt jean de Bonne-
fon de lezingen omtrent den tragischen
dood van kroonprins Rudolf van Oosten
rijk, den eersten echtgenoot van prin-i
ses Stefanie van België, met eene ver
meerderen. In 1888 zegt hij, werd door
prins Rudolph een poging gedaan <<*n
tot echtscheiding te komen, waa. - ,r,
in principe reeds de toestemming an;
Rome verkregen was, om een zeer era*
stige en geldige reden. De koning van
België, prinses Stefanie en prins Phi<
lips van Coburgh (de man van Prinses,
Louise van België) waren op de hoog«,
te, en wisten welk een ernstig document
door den kroonprins bij de aanvragjö
was overgelegd, een document dat bei
slissend zou zijn.
Dat was de toestand op 29 Januari
1889.
Philips van Coburg, die toen de ver^
trouweiing van koning Leopold was,
noodigde zijn zwager, den kroonprins^
uit toit een samenkomst te Meyerlingt
Daarbij waren aanwezig graaf Hoyos,
Bombelles en Baron Peter. Het gesprek!
tusschen de beide prinsen moet zeer
heftig zijn geweest. Ten min site naar,
de verklaring van Hoyos.
Na het diner, dat zeer stijf, koel en-
vormelijk was, „zoodat de karaffen er
van aansloegen" naar Hoyos zeide, ver
wijderde zich de kroonprins met Marie
Vecsera,.... Den volgenden morgen wa«
ren barones Marie en de kroonprins
dood. Kardinaal Galimberti, die het lijk!
zag, zeide: dat het lijk van den prins
een hoofdwonde had alsof zij met een,
meubelmakershamer was toegebracht.
Wat er gebeurd is tusschen het diner
op 29 Januari en den morgen van 30
Januari, is niet bekend, naar de Bonne-
fon meent, of ten minste aan slechts
weinigen. Onder de weinigen waren'
Paus Leo XIII en kardinaal Galimberti,
die het geheim medenamen in het graf.
Leo XIII heeft zelf de stukken van het
proces tot echtscheiding vernietigd, mét
de brieven van den Keizer over den dood
van den prins. Maar één stuk is overi
gebleven in het archiefde minuut van
het eigenhandig schrijven van den Paus
aan den aartsbisschop van Weenen,
waarin gezegd werd: dat de prins met
alle kerkelijke plechtigheid moest wor
den begraven, „omdat wij uit on.twijfel^
bare en onweerlegbare mededeelingen'
weten, dat de overledene laaghartig is
vermoord, en niet zich zelf van het le
ven heeft beroofd."
Jean de Bonnefon besluit zijn verhaal
aldus
„Aartshertog Rudolph is niet ver
moord door een jaloersch echtgenoot.
„Aarthertog Rudolph is niett ver
moord door den broeder van Marie von'
Vecsera, omdat die in 1889 pas elf jaar-
oud was. Bovendien heeft de keizer
dien jongen man later toegelaten als
officier van het garde-regiment.
„Van alle overledenen kan alleen prins.
Philips van Coburgh de gebeurtenissen
van dien historischen nacht van Meyer-,
ling verklaren, maar prins Philips heeft,
naar het schijnt, de herinnering verloren',
het licht isop dit punt in zijn gedach
ten gëbluscht."
De insinuatie aan het adres van Philips
v. Coburg is niet onduidelijk.... Overi-
moeite en ook wijl hij Anna evenmin ver
ontrusten mocht als haren vader, koni
hij weder kalm worden. Van nu af zat hij
uren lang aan de sponde van de lijdende
en blikte met een onbeschrijfelijke lief«
de in het steeds smaller wordende, lief
lijke aangezicht. De dokter wist geen
eigenlijke naam voor de ziekte, welke
Anna had aangetast, en meende, dat de
tijd hier wel de beste heelmeester zoude
zijn. H et meisje werd echter steeds
zwakker.
Op een stillen nacht, dat de maan hel*
der aan den hemel scheen, waakte Geor-*
ge wederom bij de geliefde, nadat hij
er den vader toe had weten over te ha-»
len om een weinig te gaan rusten. De
zieke luisterde een poos naar de zacht*
woorden van George, die haar van een
gelukkige toekomst vertelde, terwijl hejt
vertrek vervuld was met het licht van
een kleine lamp. Nu sloten zich Anna's
moede oogen en haar hoofd zonk ofl
zijde.
De slaap was op haar neergedaald.
George stond zachtjes op en ging ofl
de teenen tot aan het halfgeopende vein
ster in den erker, waar hij ritten gin§
om in de duisternis te staren. Het moes}
wederom middernacht zijn en de droe»
vige gedachten stormden met des te
meer kracht op den jongen officier iqj
(Woftt vervolgd)*