Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 11 December. BUITENLAND. België. De .Belgische troonopvolger is giste ren uit bad Kreuth, waarheen hij voor den dood van Karl .Theodoor van Beie- •renv zich met zijn echtgenoote begeven ]jhad, en waar hij nog eenigen tijd dacht jte vertoeven, telegrafisch naar Brussel Jontboden. Men ziet daarin een teeken, dat on danks alle tegenspraken de gezondheids toestand van den koning bedenkelijk we zen moet. Italië. In ons mummer van gisteren hebben we melding gemaakt van een schrijven •(van Z. JjL den Paus aan "den voorzitter ■jder Economisch-sociale-vereen.,- waarbij i'Z. H. als zijn wensch uitsprak,- dat deze jzich zou organiseeren op uitsluitend Ka tholieken grondslag. Dit schrijven luidt in zijn geheel: Geachte Heer Graaf. Nadat Wij het ontwerp-statutenwijzi ging voor de organisatie van de vakbon den en -vereenigingen gelezen en over- iiuvogen hebben, is het Ons, ofschoon Wij Van de voortreffelijke bedoelingen van de genen, die zich met de wijziging hebben 'bezig gehouden, ten volle overtuigd zijn, geheel en al onmogelijk,- het ontwerp aan |jte nemen en nog veel minder het goed i.te keuren. De in de toelichting aange roerde gronden hebben Ons niet alleen overtuigd, dat het beoogde doel, den tra gen en aarzelende Katholieken de statu ten feitelijk aanneembaar te maken en yoor het secretariaat een vertegenwoor diging bij de regeering te verkrijgen, niet wordt bereikt, maar het is ook noch loyaal, noch edel, de Katholieke belijde nis onder valsche vlag te voeren, alsof het smokkelwaar was. Verder is het niet te overzien, waar toe met het begrip „christelijke gerech tigheid", dat veelomvattend en gevaarlijk is, de geest der aangesloten vereenigingen •en bijgevolg ook de personen, die in het bestuur gekozen worden, nog komen kun nen. Dat de Economisch-Sociale Vereeni- ging daarom moedig de Katholieke vaan ontplooie en aan de 20 Maart 1.1. goed gekeurde statuten vasthoude. Of wij hiermede het doel van de aan eensluiting bereiken zullen? Wij zouden er den Heer dankbaar voor zijn. Mocht daarentegen onze wensch niet vervuld worden dan zouden wij toch nog onze afzonderlijke vereenigingen, die openlijk voor haar Katholiciteit uitkomen, behou den, en deze zullen den geest van Chris tus, die ze zal zegenen, in zich bewaren. Heb de goedheid, heer graaf, deze be slissing aan de leden van de commissie mede te deelen. Aan hen cn aan u schenk ik volgaarne den Apostolischen zegen. PIUS X, Paus. Nicaragua. Er komen tegenstrijdige berichten uit Nicaragua. Volgens het eene bericht zijn de troepen van generaal Estrada door president Zelaya verslagen, volgens een ander bericht had het tegenovergestelde plaats. In het Huis te Washington heeft iWilliam Sulzer een motie ingediend waarin hij er op aandringt, dat president 'Zelaya gerechtelijk zal worden vervolgd wegens moord, gepleegd op de 2 Ameri kanen, Grace en Cannon. De beroering in Nicaragua grijpt om zich heen, en maakt zich ook buiten de de grenzen dier republiek voelbaar. Vol gens een te New-York ontvangen tele gram uit Honduras is in deze republiek de staat van beleg afgekondigd. Bij afzonderlijke Boodschap heeft pre sident Taft een herziening van de thans jbestaande organisatie der nationale strijd macht in geval van oorlog aangekondigd. FEUILLETON. Het geheim van het Keizersslot. i) I. Een schildwacht neergestort. Een donkere nacht lag over de Kei- zersstad Weenen. Nog talrijke wandelaars ((bewogen zich luid pratend door de ten jtijde van Maria Theresia slechts gebrek kig verlichte straten. Het was een Juni-avond. Voor hét hooge portaal van den Hof- J>urg bleven enkele groepen staan en sta ken fluisterend de hoofden bijeen. Nu en 'idan kwam er een hofequipage aanrijden, LXvaaruit rijk gekleede dames en heeren «tapten om onder de verlichte poortbogen le verdwijnen. Telkens kwam de opgestel de eerewacht een pas naar voren en stiet We zliveren hellebaarden op den grond. fPezen avond was er in den Hof brug een Jfeest, dat Maria Theresia gaf ter eere van jharen gemaal cn mederegent, den ï)Roomsch-Duitschen Keizer Franz Jozef I. /Eerst voor weinige dagen was de Keizer Lin zijn geliefd Weenen teruggekeerd, na dat hij aan een oorlog met tamelijk veel /'geluk een eind,e had gemaakj^ Japan, Uit St. Petersburg wordt aan "den Ber- lijnschen k,Lokal-Anzeiger" gemeld, dat, volgens daar ontvangen officieuze berich ten te .Tokio, over een inlijving van Ko rea als onafscheidelijk deel van Japan be raadslaagd wordt. Dit bericht daar gelaten de al- of niet juistheid ervan kan niemand verwonderen. Feitelijk is Korea reeds geannexeerd en vroeg of laat moet het tot een formeele inlijving er van komen. Japan voltooit daardoor zijn op Rusland bevochten overwinning en versterkt aldus op machtige wijze zijn invloed op het Aziatische vasteland, Marokko. Weer een nieuwe sultan. Het blijft jn Marokko nog altijd het oude liedje: voortdurende strijd om de oppermacht, waarbij de pretendenten tel kens weder opnieuw, tot het bereiken van hun doel, handig gebruik maken van den ingeschapen afkeer der Mooren van het betalen van belastingen. Dezen karakter trek exploiteerde Moulei Hafid om zijn broeder Abd-el-Azis van den troon te drin gen; Moulay Mohammed trachtte ver geefs hetzelfde middel tegen den nieu wen heerscher in practijk te brengen; thans is er weer een jongere broeder Moulay El Kébir, die zijn geluk gaat be proeven. Hij is opgedoken onder de stam men rondom ;Taza, heeft de ontevrede nen, die hun schatting aan den Sultan weigeren toegesproken en natuurlijk ge lijk gegeven en werd uitgeroepen tot Sultan Het zal dus van de energie en het krijgsgeluk van den nieuwen pretendent afhangen, of we een herhaling van den pas geëindigden broederstrijd zullen aan schouwen waarschijnlijk zal Moulay Hafid den opstand wel in den grond we ten te smoren, met behulp van zijn me- halla's, welke hij zoo verstandig is, zoo goed mogelijk te oefenen, wel inziende, dat hij zich alleen door een flink leger kan staande houden. Nu de juweelen van Abd-el-Azis bijna publiek verkocht zijn te Parijs, verhaalt een Fransch blad hoe Abd-el-Azis inder tijd zijn juweelen kocht. Ongeveer zeven jaren geleden liet Sul tan Abd-el-Azis van Marokko, toen nog in de volheid van zijn macht en belust op het koopen van allerlei Europeesche zaken, aan een Fransche maatschappij verzoeken, hem een partij juweelen ten huize te doen toekomen. Een groote ju weliersfirma te Parijs werd daarmede belast. Zij zond terstond twee bedien den naar Marokko met een zwaar valies •edelgesteenten van allerlei soort, voor een waarde van 3 millioen francs. Na een vermoeiende reis van acht da gen, langs brandend heete wegen, kwa men de reizigers uitgeput te Fez aan. Het was avond en na een eenvoudig! maal gingen zij naar bed, hopende in de koelte van den nacht eindelijk wat rust te genieten... Daar wordt om 10 uur aan hun deur geklopt. De Sultan, die van hun komst had gehoord, wilde onmiddellijk hunne juweelen zien. Te genspreken baatte niet: zij moesten vol doen aan den wensch van den vorst. In het paleis kwamen zij in een lan gen gang, tusschen twee groote poor ten. Bij het licht van een enkele lan taarn zat de Sultan hen daar te wach ten op een steenen bank. Het valies werd voor hem neergezet. Maar de sleu tels der sloten, die door de douanebe ambten te Tanger waren verzegeld, had men nog niet. Dat was echter geen be zwaar. Met een hamer en een beitel werden de sloten opengebroken. Het valies was vol zaagsel, waarin de de fraaie juweelen door elkander ge borgen waren. Zij moesten in afzonder lijk meegebrachte étui's worden gelegd. Maar de sultan kon daar niet op wach ten. Hij ging, te zamen met de juwe liers, met volle handen grabbelen in het zaagsel, om de edelgesteenten er uit te halen. De steenen die hem bevielen, verdwenen in zijn wijde mouw de an dere legde hij naast zich neder op de steenen bank. De goede Weeners sperden mond en oogen open bij den aanblik van de met ju weelen getooide adellijke dames, die door hare cavaliers den Hofburg binnengeleid werden. En nog maar steeds kwamen er meerdere rijtuigen aangerold, die hun vracht naar 't feest der Keizerin brach ten. Reeds dagen te voren had men elkan der wonderen verteld van den pracht en den luister, die Maria Theresia dezen avond ten toon wilde spreiden. De muziek in de prachtig versierde zalen drong slechts zeer zwak en ondui delijk tot het groote plein door, maar desniettemin scheidde het volk zich slechts ongaarne van den luisterpost dien het had ingenomen. Het kon nu ongeveer middernacht zijn en de toeschouwers verlieten langzamer hand de pleinen, want nieuws was er toch niet meer te zien. Slaperig keek de eerepost onder het portaal vóór zich uit in het halfduister. In zijne ooren klonk bestendig de zachte muziek van de hof kapel in de tamelijk verwijderd liggende feestzalen. Was men den ouden poortboog met zijne zeldzame fijne arabesken gepasseerd dan kwam men op een groot zijplein, dat slechts door .weinige lantarens yer- liqht weidt Dat ging alles zwijgend in zijn werk, onder het gróote, donkere gewelf, bij het flauwe licht van een kaars in een groote geciseleerde lantaarn. Eindelijk is het zoeken afgeloopen. Het valies is omgekeerd op een tapijt, er is niets meer in. Toen stond Abd-el-Azis op, wenschte zijn bezoekers goeden nacht en ver dween in de geheimzinnige gangen van zijn paleis, met zijn opper-eunuch en de edelgesteenten die hij had uitgekozen. Hij had niet naar den prijs gevraagd. Dat moest geregeld worden met den vizier ,die met zulke zaken was belast. Bij het nazien, thuis, bevonden de ju weliers, dat de Sultan voor een bedrag van ruim 1.500.000 frs. aan edelge steenten had behouden. BINNENLAND. Koninklijke besluiten. Aan den ontvanger der directe belas tingen, invoerr. en acc. J. Schuijlman, te 's-HertogenbOsch, is met ingang van 1 Januari 1910, eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. Tot Burgemeester der gemeente Brouwershaven is benoemd jhr. H. J. van Adrichem Boogaert. Met ingang van 20 Januari 1910 is aan dr. E. E. Mogendorff, eervol ont slag verleend als leeraar aan de R. H. B. School te Leeuwarden. Met ingang van 1 Januari 1910 is eervol ontslag verleend aan R. A. I. Sneth- lage, als secretaris van het college van curatoren der Technische Hoogeschool te Delft Benoemd zijn: A. Bij het Wapen der artillerie: lo. Bij den staf van het wapen, met in gang van 23 Dec. 1909, tot majoor-maga zijnmeester, de kapitein-magazijnmeester J. van Vuuren, van dien staf, te Hellevoet- sluis 2o. bij het 1ste regiment vesting artillerie tot eefcte-luit., de tweede-luits. J. A. Teyinck e& J. C. Klerk, beiden van het korps; tot ïnilitie-eerste-luit. de mi- litie-tweede-luits. G. Quast, A. M. A. ba ron van Boefzelaer, A. H. F. van Oort, R. H. Brandenburg van Veen en W. C. J. Viveen, allen van het korps; 3o. bij he* 3de regiment vesting-art. tot militie-eerste-luit., de militie-tweede-luits. F. Baegheim, van het korps. 4o. Bij het 4de regiment vesting-art., tot militie-eerste-luit., de militie-tweede- luits. H. A. Burgerhout en J. A. Vincent, beiden van het korps; B. Bij het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht, met in gang van 28 Dec. tot officier van gezondh. der 1ste klasse T. ReddingLus, van het personeel, gedetacheerd bij de landmacht in West-Indië; C. Bij h^t reserve-pers. der landmacht, lo. bij hun tegenwoordig korps, tot reserve-eerste luit de reserve-tweede luits. B. C. E. Zwart, van het 2e reg. veld-artillerie* J. A. M. Swen- ker, van het 1ste reg. vesting-art.; J. Schim van der Loeff, van het 2e reg. ves ting-art. en H. Hijmans, van het 3de reg. vesting-artillerie; 2o. Bij de artillerie der landweer, in hun tegenwoordig district, tot reserve- eerste-luit., de xeserve-tweede-luits. H. Huizinga, in het XXVste, B. Rabe en B. J. Plaatsing, beiden in het XXXIVste en B. H. G. van Nunen in het XXXVIste dis trict. De R. K. Middenstander. Den len Januari a.s. zal wekelijks voor geheel den Katholieken Nederlandschen middenstand een vakblad verschijnen als voortzetting van den Hanzebode, welk blad het officieel orgaan van alle Han- zevereenigingen in Nederland zal wor den. Het blad zal worden geredigeerd door 'bekenden middenstandsleider pater Dr. J. Nouwens, te Heeswijk, en den jour nalist A. Kellenaers te Leiden. Het blad zal uitgegeven worden te 's Bosch voor rekening der R. K. Midden- standsvereenigingen in verschillende bis dommen. De duisternis was van uur tot uur toe genomen, want dichte wolken gleden er over de maan, die maar van tijd tot tijd door eene opening haar zilveren licht naar de aarde zenden kon. De klok van de St Stephanuskerk deed hare doffe, zware slagen hooren, die over het slapende Weenen weergalmden. In den Hofburg vernam men daar ech ter niets van, want het scheen alsof er voor de gelukkigen dezen nacht geen uur zoude slaan. (Terwijl een deel van den ouden Hofburg in zijn binnenste boven matig verlicht was, lag de linkervleugel in diep duisternis. Door bevond zich gelijk vloers de oude slotkapel, waaraan juist heden zeker ,wel niemand een bezoek zoude brengen. Men achtte het daarom onnoodig om daar de beide groote lan tarens aan te steken. Boven de beneden ste, gewelfde gang, die in een grooten kring om het slot liep, bevonden zich in de beide verdiepingen daarboven soort gelijke corridors. De eene zijwand was zuilsgewijze uitgebouwd en vergunde den blik over het binnenplein en een deel van den laagliggenden (burgtuin. Ook dezen avond waren hierboven en kele schildwachten geplaatst. Verlichting was hier niet en de lijfwachten, die hunne i pjompg feeksen, y^n den toeninalige_n .tijd Het ligt in de bedoeling het blad zóó grootsch op te zetten, dat geen enkel R. K. middenstander meer een neutraal vakblad behoeft te nemen, iets wat he den maar al te vaak geschiedt. In den „R. K. Middenstander" zullen onze Katholieke handelslieden en am bachtsbazen week in week uit alles vin den, wat voor hun vak en hunne ver- eeniging van belang is. Het blad zal 1 Januari bij duizenden exemplaren over den lande verspreid wor den en men abonneert zich bij de uitge vers P. Stokvis en Zn. den Bosch. Het nikkelen Stuiverstukje. Ook nu nog is de Minister van Fi nanciën, blijkens zijn Memorie van Ant woord, van meening, dat een besluit om reeds thans tot wijziging van het uiterlijk van den bij de wet van 31 December 1906 ingevoerden stuiver over te gaan, voorbarig zou zijn. Intusschen is hij gaarne bereid, zooveel mogelijk te onderzoeken, in hoeverre bij het mee- rendeel van het publiek bezwaren te- egn het in omloop zijnde stuiverstuk bestaan, welke geacht moeten worden van blijvenden aard te zullen zijn, ten einde daarna zijn houding in deze aan gelegenheid te bepalen. De Prins der Nederlanden. Reuter seint uit Bentheim: De Prins der Nederlanden is Donderdag hier aan gekomen om deel te nemen aan een drijf jacht, als gast van den vorst van Bent heim. 's Avonds vertrok de Prins naar Berlijn. Landsbelang. Wij lezen in „De Standaard": Zonder overdrijving mag gezegd, dat onder hen, die voor de gemeene lands belangen een open oog hebben, de over tuiging vrij wel vaststaat, dat de Anti revolutionaire partij in het district Wijk bij Duurstede een fout, ja, een misslag zou begaan, zoo ze ditmaal met een eigen candidaat den strijd aanbond. Niet alleen de pers van andere partijen, maar ook die van onze eigen partij is, voor zoover we konden nagaan, eenparig van gevoelen, dat recht en billijkheid hier het uitgangspunt voor de beslissing zal moeten zijn, en dat recht en billijkheid niet gedoogen, dat we, in Coalitie zijnde, op het anti-papisme als bondgenoot gaan speculeereti, om in een provincie ais Utrecht in alle vijf zetels aan de Roomsch-Katholieke partij de kans op meespreken te betwisten. Zelfs voorloopig zou men niet tot het innemen van deze positie gekomen zijn, zoo men even over de grenzen van zijn, dstriict had gezien, en met het landsbe lang ook van de Antirevolutionaire partij meer gerekend had. Vermoedelijk is men hiertoe verleid door de vrees, dat het op een her stemming tusschen den Roomsch-Katho- lieken candidaat en den liberalen zou kunnen uitloopen ,en dat dit een zetel voor de Coalitie kon doen te loorgaan. Maar juist deze berekening houdt geen stand. Vereenigen alle fracties van Links, gelijk ze zeer stellig zullen doen, zich op eenzelfden candidaat, dan komt, blijkens de onbetwistbare cijfers ,ook volgens die van Ramaer, niet onze can didaat, maar de liberale candidaat met den Roomsch-Katholiek in herstemming De toestand is hier een geheel andere dan in Breukelen. En wat zou er dan gewonnen zijn Bedenk ook, dat we bij tweede stemming toch op den Roomsch- Katholiek zouden moeten overgaan, zoo we aan heel de Coalitie, en zelfs aan het Kabinet, niet een *gevaaftijken slag wenschen toe te brengen. Al moge het dus waar zijn, dat de Roomsch-Kath. candidaat, door zijn ijve ren voor coöperatie, antipathieën heeft opgewekt, ver boven deze plaatselijke overwegingen heeft ook onze partij het Landsbelang, d. i. het belang van de Coalitie en van het Kabinet, te stellen. Doen we dit nu goedschiks, zoo leg gen we er eere mee in. Stribbelen we daarentegen bij eerste instantie tegen, dan verspelen we onzen zedelijken in vloed. Zelfs gelooven we niet, dat nten één degelijk Anti-rev. bereid zou vinden, om in den arm hielden, waren hier al lang aan gewend. Sinds geruimen tijd liep het gerucht in den Hofburg, dat de witte vrouw, het erf- spook van het huis zich weer had ver toond. Een schildwacht beweerde onlangs de geheel, in een wit gewaad gehulde ge stalte bemerkt te hebben, terwijl zij door een van de corridors gleed, en vlak voor den ingang voor de vertrekken van keizer Frans verdween. De man had 's morgens toen hij werd afgelost, bevend het voorval verteld aan den officier, die de wacht commandeerde. Veel geloof vond zijn verhaal niet en zijn superieur beval hem het strengste stil zwijgen daarover Je bewaren, want de Keizerin gaf voor ongeveer een jaar, toen er eveneens zulk een gerucht verspreid was, dienaangaande een zeer streng be vel uit. Aan die witte vrouw van den Hof burg was een heele geschiedenis verbon den. Onder het yolk vertelde men elkaar daarvan de wonderlijkste dingen. Eigen lijk zoude 't eene zekere Katharina Ho- heneck, Burggravin yan Nurnberg zijn, die voor meer dan twee eeuwen een zware misdaad op zich had geladen en tot straf daarvoor onder de levenden moest ronddelen, om deze te waarschuwen en bij dezen stand van >zaken de candé\ datuur voor Wijk te aanvaarden. Leger en Vloot. Bij beschikking van den Minister van Marine is de benoemde officier van ge zondheid der 2e kl. C. M. Beukers, met 16 dezer geplaatst bij het hospitaal der Marine te Willemsoord. Land- en Tuinbouw. Bestrijding der Kalverdiarrhee. Het is bekend, welke groote verlie zen in sommige jaren door sterfte der kalveren, tengevolge van diarrhee, wor den geleden. Vandaar, dat de vraag zich naar voren heeft gedrongen: wat is te gen deze ziekte te doen Helaas, een universeel geneesmiddel tegen de „kalverroer" is nog steeds niet gevonden en zal ook, bij haar hoogstwaarschijnlijk zeer verschillende oorzaken, moeilijk gevonden worden. De eene veehouder zweert bij de Thuringef pillen, de andere meent bij opiumdrop pels of ijzervitriool beste uitkomsten verkregen te hebben, een derde ziet al leen heil in enting, een vierde eindellijk1 houdt het naar de weide gaan en het afkalven slechts in de herfstmaanden,, voor het beste voorbehoedmiddel. Merk waardigerwijze weigert menigmaal de beproefde methode na eenige jaren plot seling, en ziet men zich alsdan gedwon gen, zijn toevlucht weer tot andere maat regelen te nemen. Ook bij de kalverroer geldt natuur lijk de oude regel der gezondheidsveN zorging: ziekten voorkomen is gemakke lijker, dan zieken genezen. Onlangs heeft men in de Pruisische provincie Brandenburg getracht de kal verdiarrhee te beperken, door de kalve- ren ir. de eerste levensweken heel ma tig te voeren. Eenige fokkers gaan zelfs zoo ver, de kalveren tot volle 24 uur na de geboorte, in 't algemeen, te laten vasten. De volgende opfok- of voeding- methode, welke te Zühlsdorf, kreis Arnswalde, jaren lang is toegepast, is wel waard in ruimeren kring bekend te worden. Men gaat in Zühlsdorf van de onder stelling uit, dat het des te gemakkelij ker is een kalf op te fokken, naar ge lang het een grooter aantal dagen, bo ven de gemiddelde drachtigheidsduur, (284) in het moederlichaam doorge bracht heeft, en men behandelt de vóór 284 drachtigheidsdagen geboren dieren digheid. De kalveren worden dadelijk af gezet. De eerste voeding bestaande in i/* Liter melk der moeder, krijgt het kalf on geveer 12 uur na de geboorte. Dan wordt met bijzondere, haast pijnlijke zorgvul- het 3 totj 4 dagen lajig 3 maal daags gedrenkt met telkens 1/4 Liter melk der moeder, gemend met een 1/4 Liter lauw water. Van den Sen tot en met den 7en dag wordt de melkhoeveeH heid per maaltijd langzamerhand tot i/j Liter vermeerderd, maar steeds 1/4 Liter, lauw water bijgemengd. Bovendien krijgt het kalf van den 5en tot den' 14en dag bij iedere voedering een rauw, ei. Tot den 14en dag krijgt het jonge dier een toenemende hoeveelheid, tot 1 Liter melk bij iederen maaltijd, met telkens 1/4 Liter weter gemengd. Van den 14en tot den 21 en dag in de derde week dus wordt de melkhoeveelheid vermeerderd tot 11/2 Liter, weer met 1/41 Liter water, per maaltijd van den 24en dag af wordt, behalve de melkvoeding, 1 Liter lauwen lijnmeeldrank gegeven,; de watertoevoeging valt dan weg. Na 5 weken vermindert men de melk al lengs en vervangt ze langzamerhand geheel door drank uit besten lijn koek, zoodat het kalf op den leeftijd van 6 weken circa 4 Liter lijnmeeldrank krijgt. Best hooi en haver wordt reeds na 14 dagen voorgelegd. 1 In Zühlsdorf is bij toepassing dezer, voedingsmethode sedert jaren geen kalf meer aan diarrhee gestorven. De kalve ren zijn, tot den leeftijd van 6 weken, weliswaar niet groot, maar tierig, in goe den voedingstoestand, rank van lichaam', en glad van haar. Het lichaamsgewicht der aldus opge- bovenal een plotseling sterfgeval aan t$ kondigen. Sinds echter de Keizer zelf kort na zijn huwelijk in eigen persoon het spook op ging zoeken, dat volgens bericht van een soldaat zich in den vleugel vertoond had,- dien het Keizerlijk paar bewoonde, werd er niets meer van vernomen. Toen echter., liep de ontmoeting slecht af voor het1 spook. Op den aanroep van den schielijk te voorschijn tredenden Keizer, beproefde de witte gestalte te vluchten, toen Fran? I uit een pistool een schot loste. Op den alarmroep van den Keizer sneldeq officieren en soldaten toe en verlichtte^ de op den grond liggende, rochelende ge stalte van de witte vrouw. Men verwij-' derde den dichten sluier en herkende iq de doodelijk getroffene.... een hofdame/ die van deze verkleeding gebruik had ge maakt. Daar het verboden was een ze kere corridor op het late avonduur over te gaan, een weg, dien de roekelooze jonge dame in elk geval nemen moeste zoo koos de ongelukkige eenige malei deze vermomming der witte dame. opf de vrees voor spoken van de soldateo rekenend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 5