Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 11 December.
BUITENLAND.
België.
De .Belgische troonopvolger is giste
ren uit bad Kreuth, waarheen hij voor
den dood van Karl .Theodoor van Beie-
•renv zich met zijn echtgenoote begeven
]jhad, en waar hij nog eenigen tijd dacht
jte vertoeven, telegrafisch naar Brussel
Jontboden.
Men ziet daarin een teeken, dat on
danks alle tegenspraken de gezondheids
toestand van den koning bedenkelijk we
zen moet.
Italië.
In ons mummer van gisteren hebben
we melding gemaakt van een schrijven
•(van Z. JjL den Paus aan "den voorzitter
■jder Economisch-sociale-vereen.,- waarbij
i'Z. H. als zijn wensch uitsprak,- dat deze
jzich zou organiseeren op uitsluitend Ka
tholieken grondslag.
Dit schrijven luidt in zijn geheel:
Geachte Heer Graaf.
Nadat Wij het ontwerp-statutenwijzi
ging voor de organisatie van de vakbon
den en -vereenigingen gelezen en over-
iiuvogen hebben, is het Ons, ofschoon Wij
Van de voortreffelijke bedoelingen van de
genen, die zich met de wijziging hebben
'bezig gehouden, ten volle overtuigd zijn,
geheel en al onmogelijk,- het ontwerp aan
|jte nemen en nog veel minder het goed
i.te keuren. De in de toelichting aange
roerde gronden hebben Ons niet alleen
overtuigd, dat het beoogde doel, den tra
gen en aarzelende Katholieken de statu
ten feitelijk aanneembaar te maken en
yoor het secretariaat een vertegenwoor
diging bij de regeering te verkrijgen,
niet wordt bereikt, maar het is ook noch
loyaal, noch edel, de Katholieke belijde
nis onder valsche vlag te voeren, alsof
het smokkelwaar was.
Verder is het niet te overzien, waar
toe met het begrip „christelijke gerech
tigheid", dat veelomvattend en gevaarlijk
is, de geest der aangesloten vereenigingen
•en bijgevolg ook de personen, die in het
bestuur gekozen worden, nog komen kun
nen.
Dat de Economisch-Sociale Vereeni-
ging daarom moedig de Katholieke vaan
ontplooie en aan de 20 Maart 1.1. goed
gekeurde statuten vasthoude.
Of wij hiermede het doel van de aan
eensluiting bereiken zullen? Wij zouden
er den Heer dankbaar voor zijn. Mocht
daarentegen onze wensch niet vervuld
worden dan zouden wij toch nog onze
afzonderlijke vereenigingen, die openlijk
voor haar Katholiciteit uitkomen, behou
den, en deze zullen den geest van Chris
tus, die ze zal zegenen, in zich bewaren.
Heb de goedheid, heer graaf, deze be
slissing aan de leden van de commissie
mede te deelen. Aan hen cn aan u schenk
ik volgaarne den Apostolischen zegen.
PIUS X, Paus.
Nicaragua.
Er komen tegenstrijdige berichten uit
Nicaragua. Volgens het eene bericht zijn
de troepen van generaal Estrada door
president Zelaya verslagen, volgens een
ander bericht had het tegenovergestelde
plaats. In het Huis te Washington heeft
iWilliam Sulzer een motie ingediend
waarin hij er op aandringt, dat president
'Zelaya gerechtelijk zal worden vervolgd
wegens moord, gepleegd op de 2 Ameri
kanen, Grace en Cannon.
De beroering in Nicaragua grijpt om
zich heen, en maakt zich ook buiten de
de grenzen dier republiek voelbaar. Vol
gens een te New-York ontvangen tele
gram uit Honduras is in deze republiek
de staat van beleg afgekondigd.
Bij afzonderlijke Boodschap heeft pre
sident Taft een herziening van de thans
jbestaande organisatie der nationale strijd
macht in geval van oorlog aangekondigd.
FEUILLETON.
Het geheim van het Keizersslot.
i)
I.
Een schildwacht neergestort.
Een donkere nacht lag over de Kei-
zersstad Weenen. Nog talrijke wandelaars
((bewogen zich luid pratend door de ten
jtijde van Maria Theresia slechts gebrek
kig verlichte straten.
Het was een Juni-avond.
Voor hét hooge portaal van den Hof-
J>urg bleven enkele groepen staan en sta
ken fluisterend de hoofden bijeen. Nu en
'idan kwam er een hofequipage aanrijden,
LXvaaruit rijk gekleede dames en heeren
«tapten om onder de verlichte poortbogen
le verdwijnen. Telkens kwam de opgestel
de eerewacht een pas naar voren en stiet
We zliveren hellebaarden op den grond.
fPezen avond was er in den Hof brug een
Jfeest, dat Maria Theresia gaf ter eere van
jharen gemaal cn mederegent, den
ï)Roomsch-Duitschen Keizer Franz Jozef I.
/Eerst voor weinige dagen was de Keizer
Lin zijn geliefd Weenen teruggekeerd, na
dat hij aan een oorlog met tamelijk veel
/'geluk een eind,e had gemaakj^
Japan,
Uit St. Petersburg wordt aan "den Ber-
lijnschen k,Lokal-Anzeiger" gemeld, dat,
volgens daar ontvangen officieuze berich
ten te .Tokio, over een inlijving van Ko
rea als onafscheidelijk deel van Japan be
raadslaagd wordt. Dit bericht daar
gelaten de al- of niet juistheid ervan
kan niemand verwonderen. Feitelijk is
Korea reeds geannexeerd en vroeg of laat
moet het tot een formeele inlijving er
van komen. Japan voltooit daardoor zijn
op Rusland bevochten overwinning en
versterkt aldus op machtige wijze zijn
invloed op het Aziatische vasteland,
Marokko.
Weer een nieuwe sultan.
Het blijft jn Marokko nog altijd het
oude liedje: voortdurende strijd om de
oppermacht, waarbij de pretendenten tel
kens weder opnieuw, tot het bereiken van
hun doel, handig gebruik maken van den
ingeschapen afkeer der Mooren van het
betalen van belastingen. Dezen karakter
trek exploiteerde Moulei Hafid om zijn
broeder Abd-el-Azis van den troon te drin
gen; Moulay Mohammed trachtte ver
geefs hetzelfde middel tegen den nieu
wen heerscher in practijk te brengen;
thans is er weer een jongere broeder
Moulay El Kébir, die zijn geluk gaat be
proeven. Hij is opgedoken onder de stam
men rondom ;Taza, heeft de ontevrede
nen, die hun schatting aan den Sultan
weigeren toegesproken en natuurlijk ge
lijk gegeven en werd uitgeroepen tot
Sultan
Het zal dus van de energie en het
krijgsgeluk van den nieuwen pretendent
afhangen, of we een herhaling van den
pas geëindigden broederstrijd zullen aan
schouwen waarschijnlijk zal Moulay
Hafid den opstand wel in den grond we
ten te smoren, met behulp van zijn me-
halla's, welke hij zoo verstandig is, zoo
goed mogelijk te oefenen, wel inziende,
dat hij zich alleen door een flink leger
kan staande houden.
Nu de juweelen van Abd-el-Azis bijna
publiek verkocht zijn te Parijs, verhaalt
een Fransch blad hoe Abd-el-Azis inder
tijd zijn juweelen kocht.
Ongeveer zeven jaren geleden liet Sul
tan Abd-el-Azis van Marokko, toen nog
in de volheid van zijn macht en belust
op het koopen van allerlei Europeesche
zaken, aan een Fransche maatschappij
verzoeken, hem een partij juweelen ten
huize te doen toekomen. Een groote ju
weliersfirma te Parijs werd daarmede
belast. Zij zond terstond twee bedien
den naar Marokko met een zwaar valies
•edelgesteenten van allerlei soort, voor
een waarde van 3 millioen francs.
Na een vermoeiende reis van acht da
gen, langs brandend heete wegen, kwa
men de reizigers uitgeput te Fez aan.
Het was avond en na een eenvoudig!
maal gingen zij naar bed, hopende in
de koelte van den nacht eindelijk wat
rust te genieten... Daar wordt om 10
uur aan hun deur geklopt. De Sultan,
die van hun komst had gehoord, wilde
onmiddellijk hunne juweelen zien. Te
genspreken baatte niet: zij moesten vol
doen aan den wensch van den vorst.
In het paleis kwamen zij in een lan
gen gang, tusschen twee groote poor
ten. Bij het licht van een enkele lan
taarn zat de Sultan hen daar te wach
ten op een steenen bank. Het valies
werd voor hem neergezet. Maar de sleu
tels der sloten, die door de douanebe
ambten te Tanger waren verzegeld, had
men nog niet. Dat was echter geen be
zwaar. Met een hamer en een beitel
werden de sloten opengebroken.
Het valies was vol zaagsel, waarin de
de fraaie juweelen door elkander ge
borgen waren. Zij moesten in afzonder
lijk meegebrachte étui's worden gelegd.
Maar de sultan kon daar niet op wach
ten. Hij ging, te zamen met de juwe
liers, met volle handen grabbelen in het
zaagsel, om de edelgesteenten er uit
te halen. De steenen die hem bevielen,
verdwenen in zijn wijde mouw de an
dere legde hij naast zich neder op de
steenen bank.
De goede Weeners sperden mond en
oogen open bij den aanblik van de met ju
weelen getooide adellijke dames, die door
hare cavaliers den Hofburg binnengeleid
werden. En nog maar steeds kwamen er
meerdere rijtuigen aangerold, die hun
vracht naar 't feest der Keizerin brach
ten.
Reeds dagen te voren had men elkan
der wonderen verteld van den pracht en
den luister, die Maria Theresia dezen
avond ten toon wilde spreiden.
De muziek in de prachtig versierde
zalen drong slechts zeer zwak en ondui
delijk tot het groote plein door, maar
desniettemin scheidde het volk zich
slechts ongaarne van den luisterpost
dien het had ingenomen.
Het kon nu ongeveer middernacht zijn
en de toeschouwers verlieten langzamer
hand de pleinen, want nieuws was er
toch niet meer te zien. Slaperig keek de
eerepost onder het portaal vóór zich uit
in het halfduister. In zijne ooren klonk
bestendig de zachte muziek van de hof
kapel in de tamelijk verwijderd liggende
feestzalen.
Was men den ouden poortboog met
zijne zeldzame fijne arabesken gepasseerd
dan kwam men op een groot zijplein,
dat slechts door .weinige lantarens yer-
liqht weidt
Dat ging alles zwijgend in zijn werk,
onder het gróote, donkere gewelf, bij
het flauwe licht van een kaars in een
groote geciseleerde lantaarn. Eindelijk
is het zoeken afgeloopen. Het valies
is omgekeerd op een tapijt, er is niets
meer in.
Toen stond Abd-el-Azis op, wenschte
zijn bezoekers goeden nacht en ver
dween in de geheimzinnige gangen van
zijn paleis, met zijn opper-eunuch en de
edelgesteenten die hij had uitgekozen.
Hij had niet naar den prijs gevraagd.
Dat moest geregeld worden met den
vizier ,die met zulke zaken was belast.
Bij het nazien, thuis, bevonden de ju
weliers, dat de Sultan voor een bedrag
van ruim 1.500.000 frs. aan edelge
steenten had behouden.
BINNENLAND.
Koninklijke besluiten.
Aan den ontvanger der directe belas
tingen, invoerr. en acc. J. Schuijlman, te
's-HertogenbOsch, is met ingang van 1
Januari 1910, eervol ontslag uit 's Rijks
dienst verleend.
Tot Burgemeester der gemeente
Brouwershaven is benoemd jhr. H. J.
van Adrichem Boogaert.
Met ingang van 20 Januari 1910
is aan dr. E. E. Mogendorff, eervol ont
slag verleend als leeraar aan de R. H.
B. School te Leeuwarden.
Met ingang van 1 Januari 1910 is
eervol ontslag verleend aan R. A. I. Sneth-
lage, als secretaris van het college van
curatoren der Technische Hoogeschool te
Delft
Benoemd zijn:
A. Bij het Wapen der artillerie:
lo. Bij den staf van het wapen, met in
gang van 23 Dec. 1909, tot majoor-maga
zijnmeester, de kapitein-magazijnmeester
J. van Vuuren, van dien staf, te Hellevoet-
sluis
2o. bij het 1ste regiment vesting
artillerie tot eefcte-luit., de tweede-luits.
J. A. Teyinck e& J. C. Klerk, beiden van
het korps; tot ïnilitie-eerste-luit. de mi-
litie-tweede-luits. G. Quast, A. M. A. ba
ron van Boefzelaer, A. H. F. van Oort, R.
H. Brandenburg van Veen en W. C. J.
Viveen, allen van het korps;
3o. bij he* 3de regiment vesting-art. tot
militie-eerste-luit., de militie-tweede-luits.
F. Baegheim, van het korps.
4o. Bij het 4de regiment vesting-art.,
tot militie-eerste-luit., de militie-tweede-
luits. H. A. Burgerhout en J. A. Vincent,
beiden van het korps;
B. Bij het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht, met in
gang van 28 Dec. tot officier van gezondh.
der 1ste klasse T. ReddingLus, van het
personeel, gedetacheerd bij de landmacht
in West-Indië;
C. Bij h^t reserve-pers. der landmacht,
lo. bij hun tegenwoordig korps, tot
reserve-eerste luit de reserve-tweede
luits. B. C. E. Zwart, van het
2e reg. veld-artillerie* J. A. M. Swen-
ker, van het 1ste reg. vesting-art.; J.
Schim van der Loeff, van het 2e reg. ves
ting-art. en H. Hijmans, van het 3de
reg. vesting-artillerie;
2o. Bij de artillerie der landweer, in
hun tegenwoordig district, tot reserve-
eerste-luit., de xeserve-tweede-luits. H.
Huizinga, in het XXVste, B. Rabe en B.
J. Plaatsing, beiden in het XXXIVste en
B. H. G. van Nunen in het XXXVIste dis
trict.
De R. K. Middenstander.
Den len Januari a.s. zal wekelijks voor
geheel den Katholieken Nederlandschen
middenstand een vakblad verschijnen als
voortzetting van den Hanzebode, welk
blad het officieel orgaan van alle Han-
zevereenigingen in Nederland zal wor
den.
Het blad zal worden geredigeerd door
'bekenden middenstandsleider pater Dr.
J. Nouwens, te Heeswijk, en den jour
nalist A. Kellenaers te Leiden.
Het blad zal uitgegeven worden te
's Bosch voor rekening der R. K. Midden-
standsvereenigingen in verschillende bis
dommen.
De duisternis was van uur tot uur toe
genomen, want dichte wolken gleden er
over de maan, die maar van tijd tot tijd
door eene opening haar zilveren licht naar
de aarde zenden kon.
De klok van de St Stephanuskerk deed
hare doffe, zware slagen hooren, die over
het slapende Weenen weergalmden.
In den Hofburg vernam men daar ech
ter niets van, want het scheen alsof er
voor de gelukkigen dezen nacht geen uur
zoude slaan. (Terwijl een deel van den
ouden Hofburg in zijn binnenste boven
matig verlicht was, lag de linkervleugel in
diep duisternis. Door bevond zich gelijk
vloers de oude slotkapel, waaraan juist
heden zeker ,wel niemand een bezoek
zoude brengen. Men achtte het daarom
onnoodig om daar de beide groote lan
tarens aan te steken. Boven de beneden
ste, gewelfde gang, die in een grooten
kring om het slot liep, bevonden zich
in de beide verdiepingen daarboven soort
gelijke corridors. De eene zijwand was
zuilsgewijze uitgebouwd en vergunde den
blik over het binnenplein en een deel van
den laagliggenden (burgtuin.
Ook dezen avond waren hierboven en
kele schildwachten geplaatst. Verlichting
was hier niet en de lijfwachten, die hunne
i pjompg feeksen, y^n den toeninalige_n .tijd
Het ligt in de bedoeling het blad zóó
grootsch op te zetten, dat geen enkel
R. K. middenstander meer een neutraal
vakblad behoeft te nemen, iets wat he
den maar al te vaak geschiedt.
In den „R. K. Middenstander" zullen
onze Katholieke handelslieden en am
bachtsbazen week in week uit alles vin
den, wat voor hun vak en hunne ver-
eeniging van belang is.
Het blad zal 1 Januari bij duizenden
exemplaren over den lande verspreid wor
den en men abonneert zich bij de uitge
vers P. Stokvis en Zn. den Bosch.
Het nikkelen Stuiverstukje.
Ook nu nog is de Minister van Fi
nanciën, blijkens zijn Memorie van Ant
woord, van meening, dat een besluit
om reeds thans tot wijziging van het
uiterlijk van den bij de wet van 31
December 1906 ingevoerden stuiver over
te gaan, voorbarig zou zijn. Intusschen
is hij gaarne bereid, zooveel mogelijk
te onderzoeken, in hoeverre bij het mee-
rendeel van het publiek bezwaren te-
egn het in omloop zijnde stuiverstuk
bestaan, welke geacht moeten worden
van blijvenden aard te zullen zijn, ten
einde daarna zijn houding in deze aan
gelegenheid te bepalen.
De Prins der Nederlanden.
Reuter seint uit Bentheim: De Prins
der Nederlanden is Donderdag hier aan
gekomen om deel te nemen aan een drijf
jacht, als gast van den vorst van Bent
heim. 's Avonds vertrok de Prins naar
Berlijn.
Landsbelang.
Wij lezen in „De Standaard":
Zonder overdrijving mag gezegd, dat
onder hen, die voor de gemeene lands
belangen een open oog hebben, de over
tuiging vrij wel vaststaat, dat de Anti
revolutionaire partij in het district Wijk
bij Duurstede een fout, ja, een misslag
zou begaan, zoo ze ditmaal met een
eigen candidaat den strijd aanbond. Niet
alleen de pers van andere partijen, maar
ook die van onze eigen partij is, voor
zoover we konden nagaan, eenparig van
gevoelen, dat recht en billijkheid hier
het uitgangspunt voor de beslissing zal
moeten zijn, en dat recht en billijkheid
niet gedoogen, dat we, in Coalitie zijnde,
op het anti-papisme als bondgenoot gaan
speculeereti, om in een provincie ais
Utrecht in alle vijf zetels aan de
Roomsch-Katholieke partij de kans op
meespreken te betwisten.
Zelfs voorloopig zou men niet tot het
innemen van deze positie gekomen zijn,
zoo men even over de grenzen van zijn,
dstriict had gezien, en met het landsbe
lang ook van de Antirevolutionaire partij
meer gerekend had.
Vermoedelijk is men hiertoe verleid
door de vrees, dat het op een her
stemming tusschen den Roomsch-Katho-
lieken candidaat en den liberalen zou
kunnen uitloopen ,en dat dit een zetel
voor de Coalitie kon doen te loorgaan.
Maar juist deze berekening houdt geen
stand. Vereenigen alle fracties van
Links, gelijk ze zeer stellig zullen doen,
zich op eenzelfden candidaat, dan komt,
blijkens de onbetwistbare cijfers ,ook
volgens die van Ramaer, niet onze can
didaat, maar de liberale candidaat met
den Roomsch-Katholiek in herstemming
De toestand is hier een geheel andere
dan in Breukelen. En wat zou er dan
gewonnen zijn Bedenk ook, dat we bij
tweede stemming toch op den Roomsch-
Katholiek zouden moeten overgaan, zoo
we aan heel de Coalitie, en zelfs aan
het Kabinet, niet een *gevaaftijken slag
wenschen toe te brengen.
Al moge het dus waar zijn, dat de
Roomsch-Kath. candidaat, door zijn ijve
ren voor coöperatie, antipathieën heeft
opgewekt, ver boven deze plaatselijke
overwegingen heeft ook onze partij het
Landsbelang, d. i. het belang van de
Coalitie en van het Kabinet, te stellen.
Doen we dit nu goedschiks, zoo leg
gen we er eere mee in. Stribbelen we
daarentegen bij eerste instantie tegen,
dan verspelen we onzen zedelijken in
vloed.
Zelfs gelooven we niet, dat nten één
degelijk Anti-rev. bereid zou vinden, om
in den arm hielden, waren hier al lang
aan gewend.
Sinds geruimen tijd liep het gerucht in
den Hofburg, dat de witte vrouw, het erf-
spook van het huis zich weer had ver
toond. Een schildwacht beweerde onlangs
de geheel, in een wit gewaad gehulde ge
stalte bemerkt te hebben, terwijl zij door
een van de corridors gleed, en vlak voor
den ingang voor de vertrekken van keizer
Frans verdween.
De man had 's morgens toen hij werd
afgelost, bevend het voorval verteld aan
den officier, die de wacht commandeerde.
Veel geloof vond zijn verhaal niet en zijn
superieur beval hem het strengste stil
zwijgen daarover Je bewaren, want de
Keizerin gaf voor ongeveer een jaar, toen
er eveneens zulk een gerucht verspreid
was, dienaangaande een zeer streng be
vel uit. Aan die witte vrouw van den Hof
burg was een heele geschiedenis verbon
den.
Onder het yolk vertelde men elkaar
daarvan de wonderlijkste dingen. Eigen
lijk zoude 't eene zekere Katharina Ho-
heneck, Burggravin yan Nurnberg zijn,
die voor meer dan twee eeuwen een
zware misdaad op zich had geladen en tot
straf daarvoor onder de levenden moest
ronddelen, om deze te waarschuwen en
bij dezen stand van >zaken de candé\
datuur voor Wijk te aanvaarden.
Leger en Vloot.
Bij beschikking van den Minister van
Marine is de benoemde officier van ge
zondheid der 2e kl. C. M. Beukers, met
16 dezer geplaatst bij het hospitaal der
Marine te Willemsoord.
Land- en Tuinbouw.
Bestrijding der Kalverdiarrhee.
Het is bekend, welke groote verlie
zen in sommige jaren door sterfte der
kalveren, tengevolge van diarrhee, wor
den geleden. Vandaar, dat de vraag zich
naar voren heeft gedrongen: wat is te
gen deze ziekte te doen
Helaas, een universeel geneesmiddel
tegen de „kalverroer" is nog steeds
niet gevonden en zal ook, bij haar
hoogstwaarschijnlijk zeer verschillende
oorzaken, moeilijk gevonden worden. De
eene veehouder zweert bij de Thuringef
pillen, de andere meent bij opiumdrop
pels of ijzervitriool beste uitkomsten
verkregen te hebben, een derde ziet al
leen heil in enting, een vierde eindellijk1
houdt het naar de weide gaan en het
afkalven slechts in de herfstmaanden,,
voor het beste voorbehoedmiddel. Merk
waardigerwijze weigert menigmaal de
beproefde methode na eenige jaren plot
seling, en ziet men zich alsdan gedwon
gen, zijn toevlucht weer tot andere maat
regelen te nemen.
Ook bij de kalverroer geldt natuur
lijk de oude regel der gezondheidsveN
zorging: ziekten voorkomen is gemakke
lijker, dan zieken genezen.
Onlangs heeft men in de Pruisische
provincie Brandenburg getracht de kal
verdiarrhee te beperken, door de kalve-
ren ir. de eerste levensweken heel ma
tig te voeren. Eenige fokkers gaan zelfs
zoo ver, de kalveren tot volle 24 uur na
de geboorte, in 't algemeen, te laten
vasten. De volgende opfok- of voeding-
methode, welke te Zühlsdorf, kreis
Arnswalde, jaren lang is toegepast,
is wel waard in ruimeren kring
bekend te worden.
Men gaat in Zühlsdorf van de onder
stelling uit, dat het des te gemakkelij
ker is een kalf op te fokken, naar ge
lang het een grooter aantal dagen, bo
ven de gemiddelde drachtigheidsduur,
(284) in het moederlichaam doorge
bracht heeft, en men behandelt de vóór
284 drachtigheidsdagen geboren dieren
digheid. De kalveren worden dadelijk af
gezet. De eerste voeding bestaande in i/*
Liter melk der moeder, krijgt het kalf on
geveer 12 uur na de geboorte. Dan wordt
met bijzondere, haast pijnlijke zorgvul-
het 3 totj 4 dagen lajig 3 maal daags
gedrenkt met telkens 1/4 Liter melk der
moeder, gemend met een 1/4 Liter
lauw water. Van den Sen tot en met
den 7en dag wordt de melkhoeveeH
heid per maaltijd langzamerhand tot i/j
Liter vermeerderd, maar steeds 1/4 Liter,
lauw water bijgemengd. Bovendien
krijgt het kalf van den 5en tot den'
14en dag bij iedere voedering een rauw,
ei. Tot den 14en dag krijgt het jonge
dier een toenemende hoeveelheid, tot
1 Liter melk bij iederen maaltijd, met
telkens 1/4 Liter weter gemengd. Van den
14en tot den 21 en dag in de derde
week dus wordt de melkhoeveelheid
vermeerderd tot 11/2 Liter, weer met 1/41
Liter water, per maaltijd van den 24en
dag af wordt, behalve de melkvoeding,
1 Liter lauwen lijnmeeldrank gegeven,;
de watertoevoeging valt dan weg. Na
5 weken vermindert men de melk al
lengs en vervangt ze langzamerhand
geheel door drank uit besten lijn
koek, zoodat het kalf op den leeftijd van
6 weken circa 4 Liter lijnmeeldrank
krijgt. Best hooi en haver wordt reeds
na 14 dagen voorgelegd. 1
In Zühlsdorf is bij toepassing dezer,
voedingsmethode sedert jaren geen kalf
meer aan diarrhee gestorven. De kalve
ren zijn, tot den leeftijd van 6 weken,
weliswaar niet groot, maar tierig, in goe
den voedingstoestand, rank van lichaam',
en glad van haar.
Het lichaamsgewicht der aldus opge-
bovenal een plotseling sterfgeval aan t$
kondigen.
Sinds echter de Keizer zelf kort na zijn
huwelijk in eigen persoon het spook op
ging zoeken, dat volgens bericht van een
soldaat zich in den vleugel vertoond had,-
dien het Keizerlijk paar bewoonde, werd
er niets meer van vernomen. Toen echter.,
liep de ontmoeting slecht af voor het1
spook.
Op den aanroep van den schielijk te
voorschijn tredenden Keizer, beproefde
de witte gestalte te vluchten, toen Fran?
I uit een pistool een schot loste. Op
den alarmroep van den Keizer sneldeq
officieren en soldaten toe en verlichtte^
de op den grond liggende, rochelende ge
stalte van de witte vrouw. Men verwij-'
derde den dichten sluier en herkende iq
de doodelijk getroffene.... een hofdame/
die van deze verkleeding gebruik had ge
maakt. Daar het verboden was een ze
kere corridor op het late avonduur over
te gaan, een weg, dien de roekelooze
jonge dame in elk geval nemen moeste
zoo koos de ongelukkige eenige malei
deze vermomming der witte dame. opf
de vrees voor spoken van de soldateo
rekenend.