Uit Stad eri Omgeving. BUITENLAND. 0e Erfgenamen van Judas. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. 's-Gravenhage,. baron Sweerts de Landas, het plan koesteren om als burgemeester te bedanken, kan „Land en Volk" met besliste zekerheid melden, dat deze ge ruchten allen grond missen. Sociale Week 1910. Naar wij vernemen zal, met goedkeu ring van Z. D. H. den bisschop van Haar lem, de 5e Sociale Week in 1910 te Am sterdam wordea gehouden. Het ligt in het voornemen, om. zooveel mogelijk met be houd van het karakter der Sociale Week, haar toch zoo in te richten, dat de avond vergaderingen tezamen óók één geheel zullen vormen, terwijl er naar gestreefd zal worden de in deze vergaderingen te houden voordrachten naar vorm en in houd voor een grooter publiek geschikt te maken. Het programma zal in het begin van 1910 worden gepubliceerd. LEIDEN, 11 November. Door de onderofficiers-vereeniging „Door Vriendschap Vereenigd" alhier, zal op 24 en 25 November a.s. een gymna- 'stiek- enschermconcours worden gehou den voor onderofficieren en minderen van de korpsen alhier in garnizoen, in de gymnastiekzaal van het 4e regiment infan terie aan den Morschsingel. Door den Ko ninklijken Onderofiiders Schermbond zijn hiervoor medailles en door de vereeni- ging „Door Vriendschap Vereenigd" ver schillende kunstvoorwerpen beschikbaar gesteld. Bij beschikking van den Minister van Oorlog is aan den milicien-verlofgan ger P. E. van der Meer alhier, vergun ning verleend om zijne herhalings-oefe- ningen, waartoe hij in dit jaar is opge roepen te volbrengen na en in aansluiting met die waarvoor hij in 1910 zal worden opgeroepen. BOSKOOP. De milicien der lichting 1909, K. Jongejan, die in Sept. j.l. bij het 4e reg. infanterie werd ingedeeld, wordt 15 November a.s. overgeplaatst bij de 4e comp. hospitaal-soldateen om in het militair hospitaal te 's-Gravenhage oplei ding te ontvangen voor hospitaal-soldaat (ziekenverpleger). N1EUWEWETER1NG. De heer J. Doop Jr., hoofd der Christelijke school alhier, is benoemd in gelijke betrekking te Pernis. NOORDWIJKERHOUT. De Commis saris der Koningin in deze provincie heeft bepaald, dat J. P. Warmerdam en P. Tim- mers, verlofgangers der lichting 1909, in gedeeld bij het reg. grenadiers en jagers, zich op den len Dec. a.s. naa.r hun korps moeten begeven, tot het verrichten van den dienst voor het blijvend gedeelte, waartoe zij gehouden zijn. "Gistermorgen ontstond hier brand bij den heer P. Verdegaal Szn. in het Tespelduin. Een gedeelte der koestal brandde af. 5 runderen en 1 geit kwamen in de vlammen op. Het materieel voor de tienjaarlijk- sche volkstelling voor deze gemeente is reeds ontvangen. REEUWIJK. Terwijl de veehouder T. S. in den vroegen morgen aan het melken was, is in diens woning ingebroken. Ont vreemd zijn eenige gouden en zilveren sieraden en circa f250. De politie doet een ijverig onderzoek. ZOETERWOUDE. Van den landbou wer Verdegaal is door het rijk een rund, lijdende aan clinische tuberculose, overge nomen tegen een schadeloosstelling van f120. Het dier is gistermiddag door een der Carsjes booten vervoerd naar Rot terdam. Kunst en Wetenschappen. Maatschder Ned. L ferkunde. In de Levensberichten der afgestorven medeleden van de Maatschappij der Ne- derlandsche Letterkunde te Leiden, stelt de heer J. F. M. Sterk, Amster dam, de verdientsten van den Katholie ken oudheidkundige Bern. J. M. de Bont in het licht. Van oudsher bestond er bij vele Hol- landsche kooplieden een neiging om zich van hun inspannend kantoorwerk te ver- poozen door studie, of door 't verza melen van kunstwerken of zeldzaamhe den. Zoo ontstonden menig belangwek kend geschrift, en tal van beroemde ver zamelingen H. L. Spieghel, Lodewijk de Geer, Six, Braamcamp, Potgieter, v. Eeghen, Alberdinck Thijm, om slechts enkelen te noemen, zijn daarvan de illus- tre voorbeelden. De Bont behoorde tot deze ontwikkelde handelslieden. Bij zijn overlijden op 8 Sept. 1908 hebben de meeste dagbladen zijne ver diensten op velerlei gebied in herinne ring gebracht. Wij zullen die artikelen niet herhalen. Doch wel wenschen wij hiermede te deelen de woorden dooi de Voorzitter der Vereeniging „Amstelo- damum", prof. Brugmans, aan de nage dachtenis van De Bont gewijd in de jaarvergadering van 1909. „Onze vereeniging wordt wel zwaar beproefd in den laatsten tijd. Nauwe lijks hadden wij onzen waardigen voor zitter (D. C. Meijer Jr.) ten grave ge bracht, of de doodsklok luidde voor De Bont. Evenals Meiier had ook De Bont een tiental jaren zitting in ons Bestuur. Beici-i waren in dezen kring volkomen op hun plaats. Beiden toch bracht één gevoel samen. Hoe zeer ook overigens hun levens- en wereldbeschouwing uit eenliep, één waren zij in hun liefdevoor oud-Amsterdam, daarin kwamen de overtuigde Protestant en de geloovige Kaiholiek samen. Daarnaast sprak het van zelf, dat dit verschil van levens richting niet alleen onderscheid van ap preciatie van Amsterdams verleden me debracht, maar ook differentiatie van on derzoek ,een volkomen natuurlijke ar beidsverdeling. Het gewichtige jaar 1578 had voor beiden de beteekenis van een grenspaal; men zou kunnen zeggen dat de liefde en dus ook het onderzoek van den een begon, waar dat v|tn deD ander eindigde. De Bont was een man van een zeer geprononceerde overtui ging; zijn sympathieën lagen in de Mid deleeuwen; daaraan heeft hij met geest drift en geestkracht gewerkt. Egmond, Hollands oudste vrome fundatie, heeft hij in letterlijken en figuurlijken zin wil len doen herrijzen. Ook voor Amster dams Katholiek verleden, dat hem bo ven alles ter harte ging, heeft De Bont zeer veel gedaan. Bijna geen kerk of klooster van Amsterdam, of hij heeft er de geschiedenis van naar de bronnen gegeven. Zoo was hij ook in ons Bestuur een man van beteekenishij vertegen woordigde daar een richting en metho de van onderzoek ,die geheel de zijne waren. Ook hem zullen wij niet spoedig vergeten". Kerknieuws. Mgr. Van Baars. Nu Mgr. van Baars den 12en Nov. niet naar de missie van Curasao vertrekt zal Z. D. H. den 23 Nov. hier in het St. Antoniusgesticht den dag herdenken dat hij voor 12i/-> jaar, te Trinidad, Bis schop werd gewijd. Reeds 16 jaar was hij als missionaris werkzaam in de missie, toen zijn pries terlijke arbeid een hoogere wijding ont vingals Vicarius-Apostolicus aan het hoofd der missie van Curasao geplaatst heeft Mgr. van Baars jaren gekend van moeitevolle werkzaamheid, tegenspoed, vaak ook van tegenwerking; in den vol len zin van het woord heeft hij de volle hitte van den dag gedragen en zich een eervolle plaats verzekerd onder onze Ne- derlandsche bisschoppen. Moge de gezondheidstoestand van Z. D. H. het hem veroorloven, dezen blij den herinneringsdag, zij het ook nog zoo bescheiden, in de stille eenzaamheid te mogen Vieren. Msb. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van 11 November. Duitsehland. De verloving van Johann Albrecht. Hertog Johann Albrecht van Mecklen- ,burg-Schwerin regent van Brunswijk, heeft zich gisteren verloofd met prinses Elisabeth von Stolberg-Rossla, op het kasteel Wernigerode. Hertog Johann Albrecht, de halve broeder van den prins der Nederlanden, jwas in 1886 gehuwd met prinses Elisa beth van Saksen-Weimar-Eisenach, die 10 Juli 1908 overleed. Het huwelijk bleef kinderloos. Hertog Johann Al brecht die op 8 December a.s. 52 jaar oud wordt, heeft zich nu opnieuw ver loofd zijne bruid, prinses Elisabeth von Stolberg-Rossla, is geboren op 23 Juni 1886, en dus 24 jaar oud. Zij is de zuster van den regeerenden vorst van Stolberg-Rossla, Jost Christian. Frankrijk. Behalve de gedenkteekenen ter eere van Jeanne d'Arc opgericht, wil men haar nu ook een museum wijden en wel in liet slot te Eu. De legende vertelt namelijk dat de Maagd van Orleans in 1430 op haar lijdensweg naar Rouaan in een toren, die den naam van Leeuwenkuil droeg, een nacht, opgesloten zat. Op die plaats zal hare gedachtenis dus blijven bewaard. De tegenwoordige bezitter Graaf van Eu heeft het initiatief voor dit museum genomen. Hij heeft op zich genomen van de kunstwerken die aan haar gewijd zijn, de beste te veriameien en naar het slot te Eu te brengen. Ver der wil men alle beelden, reliefs, me daillons schilderijen en gedachtenisstuk ken van haar leven bijeen zoeken voor het museum. Eveneens zal geschieden met aanden ken uit haar leven en oude en moderne werken die haar ter eere geschreven zijn. Graaf Eu heefUreeds in een muur eer. steen laten aanbrengen ,die vermeldt dat de Martelares van Rouaan daar een nacht doorbracht. Ofschoon de regeering de gehate kloosterlingen in Frankrijk niet duldt, kan zij toch niet blind zijn voor hunne verdiensten. Dit getuigt het volgende uit de Journal officiel (Fransche Staats courant). Daarin worden als gedeco reerd vermeld wegens buitengewone diensten aan den staat bewezen 3 Zus ters (1 met gouden en 2 met zilveren 'medaille.) Engeland. Met groote voldoening lazen de En- gelschen de rede, door Lord Kitchener gehouden bij zijn aftreden als onderko ning van Indië. Tot hun verwondering, echter lazen zij iets later dat het dezelf de rede was die zijn voorganger Lord Curzon had gehouden. Het feit is dat Lord Kitchener die zelf geen oratorisch risch talent bezit, het samenstellen van zijn rede aan zijn secretaris overliet en deze, misschien ook niet gedisponeerd, schreef de andere rede gewoonweg over. Rusland. Gevaar van de lucht voor den Tsaar. in het Winterpaleis te St. Petersburg zouden geheel bijzondere voorzorgen zijn genomen voor het verblijf aldaar van den Tsaar, die er met zijn gezin het! geheele* winterseizoen denkt door te brengen. Men had er vernomen, wordt gezegd, dat de revolutionnairen in het schild voerden ,zich van de middelen der moderne luchtvaart te bedienen, om een aanslag tegen het keizerlijk gezin te plegen. Het gold dus het paleis te gen de bestuurbare luchtschepen en de aëroplaans te beschermen. Te dien einde zijn op de kanteelen der torens eenige wachten geplaatst, voorzien van sterke verrekijkers, waarmee zij voortdurend de FEUILLETON. 35) XVII. DE LAATSTE VRIEND. Het huis te Asnières, bekend' onder ;den nacjm van „Pomona" was te huur. .Het was bewoond geweest door den graaf van Bonvell,- die met zijn zoon naar Italië vertrokken was. Een oude knecht bewoonde op het oogenblik liet huis en beantwoordde de personen, die het huis kwamen bezichti gen. Sedert acht dagen verwachtte Loyseau bezoek van een Parijzenaar toen op een namiddag de bel zich deed hooren. Loyseau haastte zich de deur te ope nen. Ik zou het huis met den tuin gaarne villen zien, zeide de nieuwgekomeiie. Wil mijnheer mij volgen, zeide hij. Ziehier de voorzaal; De graaf heeft al les laten maken volgens den smaak van mijnheer Anatole.... mij'nheer kan zien overal zijdetwee salonseen rook zaal. De toekomstige huurder bekeek alles zonder een woord to.t vader Loyseau te zeggen. De eerste étage bestond uit vier kamers lucht moeten onderzoeken. Bovendien is elke proeve van luchtreis op een afstand van minder dan 2000 M. van het paleis verboden. Vóór elke opstijging moet de politie acht dagen te voren verwittigd worden. Eindelijk zijn de "luchtschippers, alsmede de leden der Aëro-club, het voorwerp van een speciaal toezicht. Koninklijke besluiten. Met ingang van 8 Nov. is benoemd tot directrice van het Rijksopvoedingsge sticht voor meisjes te Zeist J. J. G. E. Snethlage, thans te Montfoort. Met ingang van 1 Dec. is benoemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Vlijmen, W. M. J. Achter- bergh, thans te Ootinarsunitot directeur van het telegraafkantoor te Nieuwediep E. van Driesten, thans te Maastricht. Bij het personeel van den genees kundigen dienst van het leger in Ned.- Indië is benoemd en aangesteld tot offi cier van gezondheid der 2de klasse de arts H. L. Kruseman. Benoemd zijn tot adj.-inspecteur van den arbeid J. L. M. Asselbergs, werk tuigkundig ingenieur te Amsterdam, en J. Th. Eschbach, civiel-ingenieur te 's-Gravenhage. Met ingang van 5 November is de tweede assistent bij de directie van de Rijkspostspaarbank J. C. Brugman als zoo danig ontslagen. Bij het Departement van Marine is met ingang van 1 Jan. 1910: lo. aan den hoofdcommies G. F. Gravelotte, eervol ontslag verleend, onder toekenning van den persoonlijken rang van referendaris; 2o. bevorderd tot referendaris de hoofd commies A. W. de Groot, tot hoofdcom mies de commies M. C. A. Muller, tot commies, de adj.-commies E. H. Schmidt, en 2o. benoemd tot adjunct-commies, de eerste klerk P. Riemens. Aan E. G. W. Piper, inspecteur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken bij het Departement van Financiën, is met ingang van 1 Ja nuari 1910, eervol ontslag verleend, on der dankbetuiging voor de diensten, door hem aan den lande bewezen, en is met ingang van laatstgemelden datum, L. J. Huber, controleur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren wer ken te Leeuwarden, benoemd tot inspec teur van dat dienstvak. Met ingang van 1 Dec. is W. J. Schaafsma, tijdelijk belast met de waar neming der betrekking van hoofdcommies ter directie der dir. belastingen, invoer rechten en accijnzen te Arnhem, defini tief als zoodanig benoemd. Met ingang van 16 Nov. zijn be noemd tot surnumerair der directe be lastingen, invoerr. en accijnzenA. C, Otter, M. de Beer, J. N. Valkhoff, C. W. Vreede, H. J. Volkmaars, S. M. Wol- dringh, D. P. W. Van Heuven, J. Zwart en W. S. Noordhof. Het Hof op reis. Naar de Parijsche „Univers" meldt, zullen onze Koningin en de Prinsgemaal volgend -jaar een reis maken, gedurende welke ze verschillende groote steden zul len bezoeken. Zij zullen op hun reis Lon den aandoen en waarschijnlijk te Parijs, waarvan onze Koningin van vier jaar ge leden de aangenaamste herinnering be waart, eenige dagen yertoeven. Dit ver blijf te Parijs zal echter geen officieel ka rakter dragen. Burgemeester van Leeuwen. Naar wij vernemen zal de burgemees ter van Amsterdam, mr. v. Leeuwen, niet met 1 Januari zijn ambt neerleggen, doch in ieder geval aanblijven tot 1 Mei. Tevens kunnen wij nog mededeelen, dat mr. van Leeuwen Donderdag in au diëntie zal worden ontvangen door H. M. de Koningin. De mogelijkheid is niet buitengesloten, dat de burgemeester daar na nog op zijn besluit van heengaan te rugkomt. („L. en V.") Burgemeester Sweerts de Landas. Naar aanleiding van de loopende ge ruchten, als zou de burgemeester van met slaapkamers; daar boven bevonden zich de vertrekken der dienaren. Nooit had vader "Loyseau een huurder gezien, die zoo weinig sprak. Het is goed, zeide de bezoeker, toen hij het geheele huis gezien hadinet wien moet ik onderhandelen. Ik heb al het vertrouwen van den graaf, ik mag in zijn naam handelen. Maar mijnheer weet de huurprijs nog niet. Hoeveel is de huur? vroeg de Parij zenaar. Zes duizend franc per jaar antwoord de Loyseau. Maak een huurcontract voor een jaar. 'oen haalde de huurder van „Porno- na" uit zijn portefeuille een bankbil jet van honderd franc te voorschijn en gaf het aan Loyseau. Deze bedankte en vroeg verder. Welken naam zal ik op de acte zet ten fude Maloeuvre, uit Moncey. -AÜes zal in twee uren gereed zijn, mijnheer. Kan ik het reeds dezen avond .be- i trekken. Het huis is schoongemaakt en ge lucht; ik verwacht mijnheer. Dus tot vanavond, zeide Maloeuvre bij het verlaten van het huis. Hij riep Morse, die in den tuin achter gebleven was. Maloeuvre had veel moeite gehad om zich van dien hond te laten vergezellen. Het scheen alsof hij van Maloeuvre niets wilde weten. Toen Maloeuvre Pomona verlaten had, ging hij niet rechtstreeks naar Parijs, maar volgde de boorden der Seine. Het bezoek had veel tijd in beslag ge nomen en hij had honger gekregen. Daar om trad hij een restaurant binnen, be stelde zijn diner, las de dagbladen en hij verzorgde het menu van Morse zoo goed, dat het arme dier hem zijn dankbaarheid betuigde door zich meer gemeenzaam dan gewoonlijk te betoonen. Daarna stak hij een sigaar op en begaf zich weder op weg. Na een uur geloo- pen te hebben, zette hij zich neder op een boomstam en keek naar de onder gaande zon. Men hoorde op deze eenzame plaats nauwelijks de stervende echo van vroo- lijke gezangen. Maloeuvre bleef daar zit ten, met zijn elleboog gesteund op een van zijn knieën. Aan zijn voeten sliep Morse. Toen haalde hij een scherp mes te voor schijn en drukte het in de borst van Morse Deze stiet een vreeselijk gehuil uit, wilde zich nog oprichten maar viel weer neer. /Maloeuvre keek eens rond en zette zijn iyeg langs de koorden der Seine yoort. Een uur daarna was hij in Parijs. Eenige minuten nadat Morse was ge troffen, klonk het refrein van een lied door de lucht. Het refrein werd herhaald door verschillende heldere sonore stem men heHwas ongetwijfeld een hcele fa milie, want helder gelach van kinderen gaven zilveren klank aan het gezang der mannen. Er v aren drie mannen. Twee gingen vroo: ;k vooruit, de derde volgde hen wan kelend. Verlaat mij niet, zeide hij, wees mijn vriend, breng mij naar de herberg, riep hij nu en dan uit. Gij zijt al dronken genoeg, hernam de krachtigste der gezellen. Wij hebben al moeite genoeg om u naar uw vrouw te brengen. De arme Rosalie zit er maar mee, zeide Zidor, een der gezellen. Mijn vrouw! zeide de dronkaard, als zij niet kahn is, zal ik haar wel klein krijgen. Aan de zijde van den man, die het eerst gesproken had, Rossignol genaamd, liep een vrouw, schamel gekleed. Een heel klein meisje sliep in hare armen, de twee de hield haar rok vast, twee anderen volgden haar, terwijl een kleine iongen van zes a zeven op den schouder van zijn vader g w:;J. Li Ja had dien avond tot taak Amadou op den Rechtszaken. Diefstal in een zusterschool. Op den 9 October j.l. drongen een 3- tal 20-jarige personen, allen te Maastricht geboren, en ter slechter naam en faam bekend, in eene zusterschool te Wijk. Vaq te voren had het illustre drietal een vol ledig plan de campagne opgemaakt. Door een deur te forceeren drongen zij de school binnen en doorzochten er de di verse lokalen. Uit een lessenaar, die met geweld moest worden geopend, namen zij de aanwezige gelden, circa 30 gulden,- de spaarpenningen der kinderen. De buit werd onder hun drieën verdeeld, en ieder, hunner verborg zijn deel, na eenig geld ervan te hebben gebruikt, hetzij in dep grond, hetzij in den schoorsteen. Beklaagden, die gedetineerd waren f moesten zich voor de rechtbank te Maas tricht verantwoorden wegens bovenge- noemden diefstal met braak. Allen ver bleven reeds meerdere malen in tucht scholen en gevangenissen. In verband met hunne ongunstige antecedenten werd te gen ieder der beklaagden, resp. H., Q en S., 18 maanden gevangenisstraf ge- eischt. PRINS HENDRIK ALS DOOLHOFGIDS; Op den eersten Zondag van elke maand hebben de employé's aan het Kon. Pa leis en Staldepartement verlof, om met hun gezin in het Kon. Park te gaan wan delen. Geen wonder, dat met het prachtige najaarsweer van j.l. Zondag velen van dit voorrecht gebruik maakten. 't Was ongeveer vijf uur in den middag toen een tweetal koetsiers, de een van zijn echtgenootee vergezeld, alvorens het Park te verlaten, nog even een bezoek aan den „Doolhof" bracht. Er in te gaan, ging gemakkelijk genoeg doch er weer uit te komen, bleek met geen praatje gedaan. Inmiddels begon 't te schemeren, en reeds maakte men zich ongerust, toen, tot aller verademing, een wielrijder naderde. De redding was nabij! Dichterbij gekomen, bleek het Z. Kt H. de Prins te zijn, die zich niet weinig verkneukelde in de verlegenheid waarin zich het drietal bevond. De Prins, die den Doolhof op een prikje kent, wees zeer goedmoedig een richting, die men kon inslaan. „Maar, Koninklijke Hoogheid," was 't antwoord, „dien kant zijn we al vijfmaal uit geweest." „O, dat is nog lang geen tienmaal",- was 's Prinsen wederwoord„hebben de heeren nog dienst vanavond?" „Ja, K. H. H., om zeven uur is hef paardenvoederen." „Nu, dan heb jullie nog wel anderhalf uur tijd te wandelen," antwoordde de Prins en verwijderde zich lachend. Een eindje verder ontmoette Z. K. H. een collega van de Dooihofbezoekers. De Prins gaf dezen in overweging zijn vrien den uit den nood te helpeen. Gaarne had de Prins zeker gezien, dat de laatstaan- gesprokene ook in de val was geloopen; deze was echter zoo verstandig den bui tenkant te houden. Na lang zoeken en scharrelen en met behulp van hun collega gelukte het den dolenden eindelijk een uitweg te vinden. Nog lang zullen zij met genoegen aan dit avontuurtje denken en daarbij voor al de goede voorlichting van den Prins niet vergeten. (»H.") KINDERVERLAMMING. Te Groningen doet zich een geval van vermoedelijke kinderverlamming voor bij een kind van bijna één jaar: Het is naar het ziekenhuis gebracht. Maatregelen tot ontsmetting zijn genomen. EEN DROEVIG ABUIS. In één van de nieuwe buurten 't Westen, 't Noorden, 't Oosten, wat doet het er toe, 't geval wordt er niet minder droevig om waren zij komen wonen,- de jonggehuwden, de gelukkigen. rechten weg te houden. Plotseling legde Zidor de hand op den arm van den jongen huisvader. Parasol, zeide hij, hebt gij niets ge hoord? Niets, antwoordde de werkman. Ik heb een klagend geluid gehoord. Zij bleven allen stil staan. Op dat oogenblik klonk een dof ge kreun door de lucht en zag Parasol op den grond bij een boomstam iets wits. Zidor ging er heen. Hij knielde neer op het gras, boog zicli voorover, en zich tot Parasol wendend, zeide hij. Een hond, het is een hond. Parasol kwam er bij. Een prachtig beest, zeide hij. Op hetzelfde oogenblik bemerkte hij het mes dat Maloeuvre in de wonde ge laten had. Verschrikkelijk, men heeft hem met een mes willen dooden. Ook de jonge vrouw met het meisje kwam naderbij. Vader, red hein, zeide de laatste. Ik zou het wel willen, maar het is niet zoo gemakkelijk, zeide Parasol. Morse hief zijn kop weer wat op, be proefde zijn pooten uit te steken en zicli op te richten, maar het gelukte hem niet Wat te doen zeide Parasol. (Wordt .vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 5