Uit Stad eri Omgeving.
BUITENLAND.
0e Erfgenamen van Judas.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
's-Gravenhage,. baron Sweerts de Landas,
het plan koesteren om als burgemeester
te bedanken, kan „Land en Volk" met
besliste zekerheid melden, dat deze ge
ruchten allen grond missen.
Sociale Week 1910.
Naar wij vernemen zal, met goedkeu
ring van Z. D. H. den bisschop van Haar
lem, de 5e Sociale Week in 1910 te Am
sterdam wordea gehouden. Het ligt in het
voornemen, om. zooveel mogelijk met be
houd van het karakter der Sociale Week,
haar toch zoo in te richten, dat de avond
vergaderingen tezamen óók één geheel
zullen vormen, terwijl er naar gestreefd
zal worden de in deze vergaderingen te
houden voordrachten naar vorm en in
houd voor een grooter publiek geschikt
te maken.
Het programma zal in het begin van
1910 worden gepubliceerd.
LEIDEN, 11 November.
Door de onderofficiers-vereeniging
„Door Vriendschap Vereenigd" alhier, zal
op 24 en 25 November a.s. een gymna-
'stiek- enschermconcours worden gehou
den voor onderofficieren en minderen van
de korpsen alhier in garnizoen, in de
gymnastiekzaal van het 4e regiment infan
terie aan den Morschsingel. Door den Ko
ninklijken Onderofiiders Schermbond zijn
hiervoor medailles en door de vereeni-
ging „Door Vriendschap Vereenigd" ver
schillende kunstvoorwerpen beschikbaar
gesteld.
Bij beschikking van den Minister
van Oorlog is aan den milicien-verlofgan
ger P. E. van der Meer alhier, vergun
ning verleend om zijne herhalings-oefe-
ningen, waartoe hij in dit jaar is opge
roepen te volbrengen na en in aansluiting
met die waarvoor hij in 1910 zal worden
opgeroepen.
BOSKOOP. De milicien der lichting
1909, K. Jongejan, die in Sept. j.l. bij het
4e reg. infanterie werd ingedeeld, wordt
15 November a.s. overgeplaatst bij de
4e comp. hospitaal-soldateen om in het
militair hospitaal te 's-Gravenhage oplei
ding te ontvangen voor hospitaal-soldaat
(ziekenverpleger).
N1EUWEWETER1NG. De heer J.
Doop Jr., hoofd der Christelijke school
alhier, is benoemd in gelijke betrekking
te Pernis.
NOORDWIJKERHOUT. De Commis
saris der Koningin in deze provincie heeft
bepaald, dat J. P. Warmerdam en P. Tim-
mers, verlofgangers der lichting 1909, in
gedeeld bij het reg. grenadiers en jagers,
zich op den len Dec. a.s. naa.r hun korps
moeten begeven, tot het verrichten van
den dienst voor het blijvend gedeelte,
waartoe zij gehouden zijn.
"Gistermorgen ontstond hier brand
bij den heer P. Verdegaal Szn. in het
Tespelduin. Een gedeelte der koestal
brandde af. 5 runderen en 1 geit kwamen
in de vlammen op.
Het materieel voor de tienjaarlijk-
sche volkstelling voor deze gemeente is
reeds ontvangen.
REEUWIJK. Terwijl de veehouder T.
S. in den vroegen morgen aan het melken
was, is in diens woning ingebroken. Ont
vreemd zijn eenige gouden en zilveren
sieraden en circa f250. De politie doet
een ijverig onderzoek.
ZOETERWOUDE. Van den landbou
wer Verdegaal is door het rijk een rund,
lijdende aan clinische tuberculose, overge
nomen tegen een schadeloosstelling van
f120. Het dier is gistermiddag door een
der Carsjes booten vervoerd naar Rot
terdam.
Kunst en Wetenschappen.
Maatschder Ned. L ferkunde.
In de Levensberichten der afgestorven
medeleden van de Maatschappij der Ne-
derlandsche Letterkunde te Leiden,
stelt de heer J. F. M. Sterk, Amster
dam, de verdientsten van den Katholie
ken oudheidkundige Bern. J. M. de Bont
in het licht.
Van oudsher bestond er bij vele Hol-
landsche kooplieden een neiging om zich
van hun inspannend kantoorwerk te ver-
poozen door studie, of door 't verza
melen van kunstwerken of zeldzaamhe
den. Zoo ontstonden menig belangwek
kend geschrift, en tal van beroemde ver
zamelingen H. L. Spieghel, Lodewijk
de Geer, Six, Braamcamp, Potgieter, v.
Eeghen, Alberdinck Thijm, om slechts
enkelen te noemen, zijn daarvan de illus-
tre voorbeelden. De Bont behoorde tot
deze ontwikkelde handelslieden.
Bij zijn overlijden op 8 Sept. 1908
hebben de meeste dagbladen zijne ver
diensten op velerlei gebied in herinne
ring gebracht. Wij zullen die artikelen
niet herhalen. Doch wel wenschen wij
hiermede te deelen de woorden dooi
de Voorzitter der Vereeniging „Amstelo-
damum", prof. Brugmans, aan de nage
dachtenis van De Bont gewijd in de
jaarvergadering van 1909.
„Onze vereeniging wordt wel zwaar
beproefd in den laatsten tijd. Nauwe
lijks hadden wij onzen waardigen voor
zitter (D. C. Meijer Jr.) ten grave ge
bracht, of de doodsklok luidde voor De
Bont. Evenals Meiier had ook De Bont
een tiental jaren zitting in ons Bestuur.
Beici-i waren in dezen kring volkomen
op hun plaats. Beiden toch bracht één
gevoel samen. Hoe zeer ook overigens
hun levens- en wereldbeschouwing uit
eenliep, één waren zij in hun liefdevoor
oud-Amsterdam, daarin kwamen de
overtuigde Protestant en de geloovige
Kaiholiek samen. Daarnaast sprak het
van zelf, dat dit verschil van levens
richting niet alleen onderscheid van ap
preciatie van Amsterdams verleden me
debracht, maar ook differentiatie van on
derzoek ,een volkomen natuurlijke ar
beidsverdeling. Het gewichtige jaar
1578 had voor beiden de beteekenis van
een grenspaal; men zou kunnen zeggen
dat de liefde en dus ook het onderzoek
van den een begon, waar dat v|tn deD
ander eindigde. De Bont was een man
van een zeer geprononceerde overtui
ging; zijn sympathieën lagen in de Mid
deleeuwen; daaraan heeft hij met geest
drift en geestkracht gewerkt. Egmond,
Hollands oudste vrome fundatie, heeft
hij in letterlijken en figuurlijken zin wil
len doen herrijzen. Ook voor Amster
dams Katholiek verleden, dat hem bo
ven alles ter harte ging, heeft De Bont
zeer veel gedaan. Bijna geen kerk of
klooster van Amsterdam, of hij heeft
er de geschiedenis van naar de bronnen
gegeven. Zoo was hij ook in ons Bestuur
een man van beteekenishij vertegen
woordigde daar een richting en metho
de van onderzoek ,die geheel de zijne
waren. Ook hem zullen wij niet spoedig
vergeten".
Kerknieuws.
Mgr. Van Baars.
Nu Mgr. van Baars den 12en Nov.
niet naar de missie van Curasao vertrekt
zal Z. D. H. den 23 Nov. hier in het
St. Antoniusgesticht den dag herdenken
dat hij voor 12i/-> jaar, te Trinidad, Bis
schop werd gewijd.
Reeds 16 jaar was hij als missionaris
werkzaam in de missie, toen zijn pries
terlijke arbeid een hoogere wijding ont
vingals Vicarius-Apostolicus aan het
hoofd der missie van Curasao geplaatst
heeft Mgr. van Baars jaren gekend van
moeitevolle werkzaamheid, tegenspoed,
vaak ook van tegenwerking; in den vol
len zin van het woord heeft hij de volle
hitte van den dag gedragen en zich een
eervolle plaats verzekerd onder onze Ne-
derlandsche bisschoppen.
Moge de gezondheidstoestand van Z.
D. H. het hem veroorloven, dezen blij
den herinneringsdag, zij het ook nog zoo
bescheiden, in de stille eenzaamheid te
mogen Vieren. Msb.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 11 November.
Duitsehland.
De verloving van Johann Albrecht.
Hertog Johann Albrecht van Mecklen-
,burg-Schwerin regent van Brunswijk,
heeft zich gisteren verloofd met prinses
Elisabeth von Stolberg-Rossla, op het
kasteel Wernigerode.
Hertog Johann Albrecht, de halve
broeder van den prins der Nederlanden,
jwas in 1886 gehuwd met prinses Elisa
beth van Saksen-Weimar-Eisenach, die
10 Juli 1908 overleed. Het huwelijk
bleef kinderloos. Hertog Johann Al
brecht die op 8 December a.s. 52 jaar
oud wordt, heeft zich nu opnieuw ver
loofd zijne bruid, prinses Elisabeth von
Stolberg-Rossla, is geboren op 23 Juni
1886, en dus 24 jaar oud. Zij is de
zuster van den regeerenden vorst van
Stolberg-Rossla, Jost Christian.
Frankrijk.
Behalve de gedenkteekenen ter eere
van Jeanne d'Arc opgericht, wil men
haar nu ook een museum wijden en wel
in liet slot te Eu. De legende vertelt
namelijk dat de Maagd van Orleans in
1430 op haar lijdensweg naar Rouaan in
een toren, die den naam van Leeuwenkuil
droeg, een nacht, opgesloten zat. Op die
plaats zal hare gedachtenis dus blijven
bewaard. De tegenwoordige bezitter
Graaf van Eu heeft het initiatief voor
dit museum genomen. Hij heeft op zich
genomen van de kunstwerken die aan
haar gewijd zijn, de beste te veriameien
en naar het slot te Eu te brengen. Ver
der wil men alle beelden, reliefs, me
daillons schilderijen en gedachtenisstuk
ken van haar leven bijeen zoeken voor
het museum.
Eveneens zal geschieden met aanden
ken uit haar leven en oude en moderne
werken die haar ter eere geschreven
zijn. Graaf Eu heefUreeds in een muur
eer. steen laten aanbrengen ,die vermeldt
dat de Martelares van Rouaan daar een
nacht doorbracht.
Ofschoon de regeering de gehate
kloosterlingen in Frankrijk niet duldt,
kan zij toch niet blind zijn voor hunne
verdiensten. Dit getuigt het volgende uit
de Journal officiel (Fransche Staats
courant). Daarin worden als gedeco
reerd vermeld wegens buitengewone
diensten aan den staat bewezen 3 Zus
ters (1 met gouden en 2 met zilveren
'medaille.)
Engeland.
Met groote voldoening lazen de En-
gelschen de rede, door Lord Kitchener
gehouden bij zijn aftreden als onderko
ning van Indië. Tot hun verwondering,
echter lazen zij iets later dat het dezelf
de rede was die zijn voorganger Lord
Curzon had gehouden. Het feit is dat
Lord Kitchener die zelf geen oratorisch
risch talent bezit, het samenstellen van
zijn rede aan zijn secretaris overliet en
deze, misschien ook niet gedisponeerd,
schreef de andere rede gewoonweg over.
Rusland.
Gevaar van de lucht voor den Tsaar.
in het Winterpaleis te St. Petersburg
zouden geheel bijzondere voorzorgen
zijn genomen voor het verblijf aldaar van
den Tsaar, die er met zijn gezin het!
geheele* winterseizoen denkt door te
brengen. Men had er vernomen, wordt
gezegd, dat de revolutionnairen in het
schild voerden ,zich van de middelen
der moderne luchtvaart te bedienen, om
een aanslag tegen het keizerlijk gezin
te plegen. Het gold dus het paleis te
gen de bestuurbare luchtschepen en de
aëroplaans te beschermen. Te dien einde
zijn op de kanteelen der torens eenige
wachten geplaatst, voorzien van sterke
verrekijkers, waarmee zij voortdurend de
FEUILLETON.
35)
XVII. DE LAATSTE VRIEND.
Het huis te Asnières, bekend' onder
;den nacjm van „Pomona" was te huur.
.Het was bewoond geweest door den
graaf van Bonvell,- die met zijn zoon naar
Italië vertrokken was.
Een oude knecht bewoonde op het
oogenblik liet huis en beantwoordde de
personen, die het huis kwamen bezichti
gen.
Sedert acht dagen verwachtte Loyseau
bezoek van een Parijzenaar toen op een
namiddag de bel zich deed hooren.
Loyseau haastte zich de deur te ope
nen.
Ik zou het huis met den tuin gaarne
villen zien, zeide de nieuwgekomeiie.
Wil mijnheer mij volgen, zeide hij.
Ziehier de voorzaal; De graaf heeft al
les laten maken volgens den smaak van
mijnheer Anatole.... mij'nheer kan zien
overal zijdetwee salonseen rook
zaal.
De toekomstige huurder bekeek alles
zonder een woord to.t vader Loyseau te
zeggen.
De eerste étage bestond uit vier kamers
lucht moeten onderzoeken. Bovendien is
elke proeve van luchtreis op een afstand
van minder dan 2000 M. van het paleis
verboden. Vóór elke opstijging moet de
politie acht dagen te voren verwittigd
worden. Eindelijk zijn de "luchtschippers,
alsmede de leden der Aëro-club, het
voorwerp van een speciaal toezicht.
Koninklijke besluiten.
Met ingang van 8 Nov. is benoemd
tot directrice van het Rijksopvoedingsge
sticht voor meisjes te Zeist J. J. G. E.
Snethlage, thans te Montfoort.
Met ingang van 1 Dec. is benoemd
tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Vlijmen, W. M. J. Achter-
bergh, thans te Ootinarsunitot directeur
van het telegraafkantoor te Nieuwediep
E. van Driesten, thans te Maastricht.
Bij het personeel van den genees
kundigen dienst van het leger in Ned.-
Indië is benoemd en aangesteld tot offi
cier van gezondheid der 2de klasse de
arts H. L. Kruseman.
Benoemd zijn tot adj.-inspecteur van
den arbeid J. L. M. Asselbergs, werk
tuigkundig ingenieur te Amsterdam, en
J. Th. Eschbach, civiel-ingenieur te
's-Gravenhage.
Met ingang van 5 November is de
tweede assistent bij de directie van de
Rijkspostspaarbank J. C. Brugman als zoo
danig ontslagen.
Bij het Departement van Marine is
met ingang van 1 Jan. 1910: lo. aan den
hoofdcommies G. F. Gravelotte, eervol
ontslag verleend, onder toekenning van
den persoonlijken rang van referendaris;
2o. bevorderd tot referendaris de hoofd
commies A. W. de Groot, tot hoofdcom
mies de commies M. C. A. Muller, tot
commies, de adj.-commies E. H. Schmidt,
en 2o. benoemd tot adjunct-commies, de
eerste klerk P. Riemens.
Aan E. G. W. Piper, inspecteur van
den waarborg en de belasting der gouden
en zilveren werken bij het Departement
van Financiën, is met ingang van 1 Ja
nuari 1910, eervol ontslag verleend, on
der dankbetuiging voor de diensten, door
hem aan den lande bewezen, en is met
ingang van laatstgemelden datum, L. J.
Huber, controleur van den waarborg en
de belasting der gouden en zilveren wer
ken te Leeuwarden, benoemd tot inspec
teur van dat dienstvak.
Met ingang van 1 Dec. is W. J.
Schaafsma, tijdelijk belast met de waar
neming der betrekking van hoofdcommies
ter directie der dir. belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Arnhem, defini
tief als zoodanig benoemd.
Met ingang van 16 Nov. zijn be
noemd tot surnumerair der directe be
lastingen, invoerr. en accijnzenA. C,
Otter, M. de Beer, J. N. Valkhoff, C.
W. Vreede, H. J. Volkmaars, S. M. Wol-
dringh, D. P. W. Van Heuven, J. Zwart
en W. S. Noordhof.
Het Hof op reis.
Naar de Parijsche „Univers" meldt,
zullen onze Koningin en de Prinsgemaal
volgend -jaar een reis maken, gedurende
welke ze verschillende groote steden zul
len bezoeken. Zij zullen op hun reis Lon
den aandoen en waarschijnlijk te Parijs,
waarvan onze Koningin van vier jaar ge
leden de aangenaamste herinnering be
waart, eenige dagen yertoeven. Dit ver
blijf te Parijs zal echter geen officieel ka
rakter dragen.
Burgemeester van Leeuwen.
Naar wij vernemen zal de burgemees
ter van Amsterdam, mr. v. Leeuwen, niet
met 1 Januari zijn ambt neerleggen, doch
in ieder geval aanblijven tot 1 Mei.
Tevens kunnen wij nog mededeelen,
dat mr. van Leeuwen Donderdag in au
diëntie zal worden ontvangen door H.
M. de Koningin. De mogelijkheid is niet
buitengesloten, dat de burgemeester daar
na nog op zijn besluit van heengaan te
rugkomt. („L. en V.")
Burgemeester Sweerts de Landas.
Naar aanleiding van de loopende ge
ruchten, als zou de burgemeester van
met slaapkamers; daar boven bevonden
zich de vertrekken der dienaren.
Nooit had vader "Loyseau een huurder
gezien, die zoo weinig sprak.
Het is goed, zeide de bezoeker, toen
hij het geheele huis gezien hadinet wien
moet ik onderhandelen.
Ik heb al het vertrouwen van den
graaf, ik mag in zijn naam handelen. Maar
mijnheer weet de huurprijs nog niet.
Hoeveel is de huur? vroeg de Parij
zenaar.
Zes duizend franc per jaar antwoord
de Loyseau.
Maak een huurcontract voor een jaar.
'oen haalde de huurder van „Porno-
na" uit zijn portefeuille een bankbil
jet van honderd franc te voorschijn en
gaf het aan Loyseau.
Deze bedankte en vroeg verder.
Welken naam zal ik op de acte zet
ten
fude Maloeuvre, uit Moncey.
-AÜes zal in twee uren gereed zijn,
mijnheer.
Kan ik het reeds dezen avond .be-
i trekken.
Het huis is schoongemaakt en ge
lucht; ik verwacht mijnheer.
Dus tot vanavond, zeide Maloeuvre
bij het verlaten van het huis.
Hij riep Morse, die in den tuin achter
gebleven was.
Maloeuvre had veel moeite gehad om
zich van dien hond te laten vergezellen.
Het scheen alsof hij van Maloeuvre niets
wilde weten.
Toen Maloeuvre Pomona verlaten had,
ging hij niet rechtstreeks naar Parijs, maar
volgde de boorden der Seine.
Het bezoek had veel tijd in beslag ge
nomen en hij had honger gekregen. Daar
om trad hij een restaurant binnen, be
stelde zijn diner, las de dagbladen en
hij verzorgde het menu van Morse zoo
goed, dat het arme dier hem zijn
dankbaarheid betuigde door zich meer
gemeenzaam dan gewoonlijk te betoonen.
Daarna stak hij een sigaar op en begaf
zich weder op weg. Na een uur geloo-
pen te hebben, zette hij zich neder op
een boomstam en keek naar de onder
gaande zon.
Men hoorde op deze eenzame plaats
nauwelijks de stervende echo van vroo-
lijke gezangen. Maloeuvre bleef daar zit
ten, met zijn elleboog gesteund op een
van zijn knieën. Aan zijn voeten sliep
Morse.
Toen haalde hij een scherp mes te voor
schijn en drukte het in de borst van Morse
Deze stiet een vreeselijk gehuil uit,
wilde zich nog oprichten maar viel weer
neer.
/Maloeuvre keek eens rond en zette zijn
iyeg langs de koorden der Seine yoort.
Een uur daarna was hij in Parijs.
Eenige minuten nadat Morse was ge
troffen, klonk het refrein van een lied
door de lucht. Het refrein werd herhaald
door verschillende heldere sonore stem
men heHwas ongetwijfeld een hcele fa
milie, want helder gelach van kinderen
gaven zilveren klank aan het gezang der
mannen.
Er v aren drie mannen. Twee gingen
vroo: ;k vooruit, de derde volgde hen wan
kelend.
Verlaat mij niet, zeide hij, wees
mijn vriend, breng mij naar de herberg,
riep hij nu en dan uit.
Gij zijt al dronken genoeg, hernam
de krachtigste der gezellen. Wij hebben
al moeite genoeg om u naar uw vrouw
te brengen.
De arme Rosalie zit er maar mee,
zeide Zidor, een der gezellen.
Mijn vrouw! zeide de dronkaard,
als zij niet kahn is, zal ik haar wel klein
krijgen.
Aan de zijde van den man, die het eerst
gesproken had, Rossignol genaamd, liep
een vrouw, schamel gekleed. Een heel
klein meisje sliep in hare armen, de twee
de hield haar rok vast, twee anderen
volgden haar, terwijl een kleine iongen
van zes a zeven op den schouder
van zijn vader g w:;J. Li Ja had
dien avond tot taak Amadou op den
Rechtszaken.
Diefstal in een zusterschool.
Op den 9 October j.l. drongen een 3-
tal 20-jarige personen, allen te Maastricht
geboren, en ter slechter naam en faam
bekend, in eene zusterschool te Wijk. Vaq
te voren had het illustre drietal een vol
ledig plan de campagne opgemaakt. Door
een deur te forceeren drongen zij de
school binnen en doorzochten er de di
verse lokalen. Uit een lessenaar, die met
geweld moest worden geopend, namen
zij de aanwezige gelden, circa 30 gulden,-
de spaarpenningen der kinderen. De buit
werd onder hun drieën verdeeld, en ieder,
hunner verborg zijn deel, na eenig geld
ervan te hebben gebruikt, hetzij in dep
grond, hetzij in den schoorsteen.
Beklaagden, die gedetineerd waren f
moesten zich voor de rechtbank te Maas
tricht verantwoorden wegens bovenge-
noemden diefstal met braak. Allen ver
bleven reeds meerdere malen in tucht
scholen en gevangenissen. In verband met
hunne ongunstige antecedenten werd te
gen ieder der beklaagden, resp. H., Q
en S., 18 maanden gevangenisstraf ge-
eischt.
PRINS HENDRIK ALS DOOLHOFGIDS;
Op den eersten Zondag van elke maand
hebben de employé's aan het Kon. Pa
leis en Staldepartement verlof, om met
hun gezin in het Kon. Park te gaan wan
delen.
Geen wonder, dat met het prachtige
najaarsweer van j.l. Zondag velen van
dit voorrecht gebruik maakten.
't Was ongeveer vijf uur in den middag
toen een tweetal koetsiers, de een van
zijn echtgenootee vergezeld, alvorens het
Park te verlaten, nog even een bezoek
aan den „Doolhof" bracht.
Er in te gaan, ging gemakkelijk genoeg
doch er weer uit te komen, bleek met
geen praatje gedaan. Inmiddels begon 't
te schemeren, en reeds maakte men zich
ongerust, toen, tot aller verademing, een
wielrijder naderde.
De redding was nabij!
Dichterbij gekomen, bleek het Z. Kt
H. de Prins te zijn, die zich niet weinig
verkneukelde in de verlegenheid waarin
zich het drietal bevond.
De Prins, die den Doolhof op een
prikje kent, wees zeer goedmoedig een
richting, die men kon inslaan.
„Maar, Koninklijke Hoogheid," was 't
antwoord, „dien kant zijn we al vijfmaal
uit geweest."
„O, dat is nog lang geen tienmaal",-
was 's Prinsen wederwoord„hebben de
heeren nog dienst vanavond?"
„Ja, K. H. H., om zeven uur is hef
paardenvoederen."
„Nu, dan heb jullie nog wel anderhalf
uur tijd te wandelen," antwoordde de
Prins en verwijderde zich lachend.
Een eindje verder ontmoette Z. K. H.
een collega van de Dooihofbezoekers. De
Prins gaf dezen in overweging zijn vrien
den uit den nood te helpeen. Gaarne had
de Prins zeker gezien, dat de laatstaan-
gesprokene ook in de val was geloopen;
deze was echter zoo verstandig den bui
tenkant te houden.
Na lang zoeken en scharrelen en met
behulp van hun collega gelukte het den
dolenden eindelijk een uitweg te vinden.
Nog lang zullen zij met genoegen aan
dit avontuurtje denken en daarbij voor
al de goede voorlichting van den Prins
niet vergeten. (»H.")
KINDERVERLAMMING.
Te Groningen doet zich een geval van
vermoedelijke kinderverlamming voor bij
een kind van bijna één jaar: Het is naar
het ziekenhuis gebracht. Maatregelen tot
ontsmetting zijn genomen.
EEN DROEVIG ABUIS.
In één van de nieuwe buurten 't
Westen, 't Noorden, 't Oosten, wat doet
het er toe, 't geval wordt er niet minder
droevig om waren zij komen wonen,-
de jonggehuwden, de gelukkigen.
rechten weg te houden. Plotseling legde
Zidor de hand op den arm van den jongen
huisvader.
Parasol, zeide hij, hebt gij niets ge
hoord?
Niets, antwoordde de werkman.
Ik heb een klagend geluid gehoord.
Zij bleven allen stil staan.
Op dat oogenblik klonk een dof ge
kreun door de lucht en zag Parasol op
den grond bij een boomstam iets wits.
Zidor ging er heen.
Hij knielde neer op het gras, boog zicli
voorover, en zich tot Parasol wendend,
zeide hij.
Een hond, het is een hond.
Parasol kwam er bij.
Een prachtig beest, zeide hij.
Op hetzelfde oogenblik bemerkte hij
het mes dat Maloeuvre in de wonde ge
laten had.
Verschrikkelijk, men heeft hem met
een mes willen dooden.
Ook de jonge vrouw met het meisje
kwam naderbij.
Vader, red hein, zeide de laatste.
Ik zou het wel willen, maar het is
niet zoo gemakkelijk, zeide Parasol.
Morse hief zijn kop weer wat op, be
proefde zijn pooten uit te steken en zicli
op te richten, maar het gelukte hem niet
Wat te doen zeide Parasol.
(Wordt .vervolgd).