BUITENLAND.
De Erfgenamen van Judas.
BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van 6 November.
Frankrijk.
De ondergang van een volk.
De liberale Fransche economist Paul
Leroy Beaulieu maakt zich bezorgd over
de ongunstige cijfers betreffende ge
boorte en sterfte in Frankrijk in het
jeerste halfjaar van 1909.
Er zijn in dat eerste halfjaar ruim
128.000 Franschen meer overleden 'dan
(geboren.
Sedert 1390 Js dit nu al het zevende
Ijaar, dat het bedrag van de stertfe
dat der geboorte overtreft.
In de eerste jaren na '90 was die
johgunstige verhouding toe te schrijven
jaan de sterfte tengevolge van de influ
enza.
In den laatsten tijd neemt echter de
sterfte aanmerkelijk af, en komt de on
gunstige 'verhouding geheel voor re
kening van de voortdurende verminde
ring der geboorten.
Dit verschijnsel, waarvan wij de oor
zaak niet nader behoeven aan te duiden,
jvil de heer Leroy Beaulieu o.a. bestrij
den met het geven van premiën voor
igroote gezinnen.
Waarom, vraagt hij, zou de Staat de
geboorte van Franschen niet aanmoedi
gden, waar hij voor allerlei andere doel
einden premiën toekent?
Dat de schrijver hierbij niet aarzelt
te verwijzen naar het geld, dat besteed
jvordt ter vermenigvuldiging van.... het
[paardenras, wijst erop, hoe plat mate
rieel hij deze zaak beschouwt, en hoe
zeer elk hooger motief laan zijn pleidooi
ontbreekt.
Op die wijze redt men Frankrijk niet.
Met stoffelijke middelen vermag men
geen zedelijk kwaad uit te roeien, en het
bevolkingsvraagstuk is in de eerste
plaats een kwestie van moreelen aard.
Dat men huisvaders met groote ge
zinnen in finantieelt;n zin, bij belasting
heffing bijv., iegemoet komt niets ra-
.tioneeler dan dat.
Maar daarmede wordt het vraagstuk
[niet opgelost, dat zich steeds dreigen
der in Frankrijk openbaart.
Er moet verandering komen in de ze
den, verbetering in de levensbeschou
wing, wil het sombere verschijnsel, dat
de natie met ondergang bedreigt, af
doende worden tegengegaan.
Alleen de christelijke leer, zoo
hardnekkig in Frankrijk vervolgd
kan hier heil en uitkomst brengen.
Centr.
Mtusilarad.
De tsaar naar St. Petersburg.
Naar aan de „Times" uit St. Petersburg
Jvvordt gemeld heeft de tsaar opdracht
gegeven het Winterpaleis voor het ver
blijf. van de keizerlijke familie in orde te
brengen.
Wanneer de go^dn keer, die zich in den
gezondheidstoestand van de tsaritsa heeft
voorgedaan, voortduurt, dan zal het kei
zerlijk echtpaar binnen twee weken naar
de hoofdstad vertrekken. In ieder geval
moet de tsaar het verlangen te kennen ge
geven hebben om het Kerstfeest te St.
Petersburg te vieren.
Sedert de feesten van Poltava zou de
tsaar er naar streven, nog altijd volgens
den man van de „Times" tenminste, om
in nauwe connectie te komen met zijn on
derdanen. De spontane huldebetuiging
van het volk zouden hem toen ten zeerste
verblijd hebben en zijn daaropvolgende
bezoek aan Sebastopol zou hem volkomen
overtuigd hebben, dat afzondering geheel
onnoodig en stootend is. Zijn verblijf in
het Winterpaleis zou nu een teeken zijn
van zijn veranderde gezindheid en zou te
vens de beste tegenspraak wezen van de
aanhoudende geruchten, die er loopen om
trent nieuwe reactionnaire planneen te
gen de Doema beraamd.
FEUILLETON.
31)
Na .de eerste proef ondergingen zij een
tweede. De ongelukkige, dien het God
behaagde te beproeven, verheugt zich dik-
ivvijis in de gedachte, dat hij eindelijk de
kalmte in het gebed zal terug vinden,-
imaar dan begint voor hem de bekoring
tvan den geest.
De stem, die Eva verleidde in het Pa
risijs, fluistert hem allerlei twijfel in.
In de kleinste bijzonderheden schetste
hij den strijd en kwellingen, die de deugd
jondergaat.
ilet slot van zijn redevoering was een
smeekgebed tot den verlosser. Hij zwoer
[Hem bij al zijn smarten medelijden te heb
ben met de bekoorde menschen, en hen
te hulp te komen, om hun kruis te helpen
dragen, gelijk Simon van Cyrene het zijne
hielp dragen.
1 oen zijn rede geëindigd was, had zijn
hand nauwelijks de kracht zich op te hef
fen om het volk te zegenen, hij bleef een
.oogenblik staan tegen den pilaar die den
kansel ondersteunde, toen ging hij wan
kelend de trappen af.
Veel bewijzen van zijn veranderde ge
zindheid en van grootere toenadering tot
zijn onderdanen heeft de tsaar anders
nog niet getoond. .Tot dusver leeft hij
nog en reist hij nog tusschen scheidsmu
ren van gewapende soldaten.
Italië.
Allerzielen te Messina.
De meest treffende en smartelijke too-
neelen hebben zich Maandag en Dinsdag
j.l. afgespeeld in Messina. De overlevende
bevolking, geheel in 't zwart gekleed, ging
in massa naar het kerkhof, waar sedert
zeven maanden zoovele aan de ingestorte
aarde en de ruïnen ontworstelde lijken
waren heengebracht. Maar helaas! Velen
zijn er onder de puinhoopen gebleven.
Toch hebben ook zij de eerbewijzingen
van bloedverwanten en vrienden ont
vangen.
Na het bezoek aan den Campo Santo,
keerden de inwoners naar de stad terug
en organiseerden ommetochten langs de
meest geteisterde straten. Vele andere
personen waren uit Palermo, Catanie en
het vasteland gekomen en allen hadden
kransen en bloemen medegebracht. Die
hebben zij nedergelegd op de plek waar
ieder veronderstelde dat de dooden zich
bevonden die hij beweende. Zoodoende
waren er straten waar op de in puin
liggende huizen pyramiden van bloemen
zich stapelden. Kolossale zwarte drape
rieën hingen langs de straten. Processies
gingen langzaam voorbij, doodenzangen
zingend onder het snikken der knielende
vrouwen.
Afrika.
Te Rome in het Vatikaan volgt men
met eenige onrust de berichten uit Abes-
sinië. Men vreest, dat de dood van Me-
nelik een tijdperk van binner.landsche
anarchie ten gevolge kan hebben, waar
bij de abessinische geestelijkheid haar
haat zal kunnen luchten tegen de Ka
tholieke missionarissen en de Europee-
sche inwoners. De berichten den laat
sten tijd door dezen gezonden, schijnen
althans niet zeer geruststellend.
Koninklijke besluiten.
Benoemd zijn tot griffier bij het kan
tongerecht te Eist: mr. F. J. M. I. ba
ron van Hövell tot Westerflier, advo
caat en procureur te Arnhemte Appin-
gedammr. G. Felix, advocaat en pro
cureur te Heerenveente Haarlem
mermeer mr. D. J. Kuipers, thans
substituut-griffier bij de rechtbank te
Breda.
Benoemd tot griffier bij het Ge
rechtshof te Arnhem, mr. J. F. Ingen-
housz, thans substituut-griffier bij het
Gerechtshof te 's Hertogenbosch en ar-
rondissements schoolopziener aldaar.
Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Haarlem ter standplaats
Haarlem A. van der Poest Clement,
candidaat-notaris te Baarn.
A Aan den gewezen tijdelijk ge-
pensionneerden 2e luitenant der Infan
terie E. R. Boumeester, is ter zake van
lichaamsgebreken, gerekend van 8 Sept.
bij vernieuwing een tijdelijk pensioen
voor den tijd van vijf jaren verleend
ad f 550 's jaars.
Met ingang van 1 Nov. is le. aan
den heer D. Duursma te Amsterdam, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als
expert bij de scheepvaartinspectie en 2e.
benoemd tot expert bij de scheepvaart
inspectie de heer A. Kruk, expert te
Amsterdam.
Benoemd zijn tot substituut-griffier bij
de Rechtbank te 's Bosch mr. E. J. M.
Sassen, thans plaatverv. griffier bij den
Raad v. Beroep (Ongevallenverz.) te
Breda te A'dam mr. J. A. E. Bevers,
thans griffier van den Raad van Beroep
(Ongevallenverzekering) te Groningen
mr. W. M. G. Jolles, thans kantonrech-
ter-plaatsvervanger te Amsterdam mr. D.
M. Paré, advocaat en procureur te. Am
sterdam, en mr. dr. H. H. Boas, thans
adj.-cominies bij het Dep. van Landb.,
Toen hij het koor voorbij ging om zich
naar de sacristie te begeven, legde een
blinde priester eerst zijn handen op zijn
pij.
Pas op, zeide hij, pas op
Pater Amselmus stond even stil en
scheen niet verrast, dat de blinde priester
had gegist,- wat er omging in zijn ziel:
hij mompelde echter: Bid voor mij.
Een oogenblik later viel hij bijna in be
zwijming tusschen de armen van twee
diakens en men bracht hem naar zijn
klooster.
Den volgenden dag begaf hij zich weder
naar de kapel.
Verscheiden personen wachtten reeds
om den biechtstoel. Onder hen die het vu
rigst de troost en de kracht van het H.
Sacrament van boetvaardigheid verlang
den bevond zich ook Juliana.
Zij had den vorigen avond in de rede
van den monnik slechts een zwakke echo
gehoord van haar eigen smarten; zij bleef
voör den biechtstoel geknield, haar gelaat,
in haar hand verborgen, zich onderhou
dend met God die weldra tot haar zou
spreken door den mond van zijn dienaar.
Sedert den vorigen avond had Juliana
veel geleden.
Voordat Ephraïm aan Juliana zijn ge
heim openbaarde,- had het jonge meisje
altijd vriendschap voor hem gevoeld. Zij
Avisj; d,at zijn gezelschap aan haar grootva-
Nijverheid en Handel, te 's-Gravenhage
te Rotterdam: mr. dr. G. W, van Viers-
sen Trip, thans redacteur der „Nieuvve
Rotterdamsche Courant, te Rotterdam;
en te 's-Gravenhage mr. J. van Kuijk.
Benoemd zijn in de provincie Noord-
Holland tot heemraad van den polder
Westzaan E. Ch. C. Dekker te Zaandam,
tot dijkgraaf van het ambacht van West-
Friesland genaamd De Vier Noorder Kog
gen J Winkel te Medemblik; en tot
heemraad van het ambacht vanwege de
Medemblikkerkpgge, C. Stapel Pz., te
Twisk, en vanwfege de Hoogwouderkogge
S. Zijp Jz., te Abbekerk; tot heemraad
van het waterschap De Dertig Gemeen
schappelijke Polders op Texel, J. Keij-
ser Sz.,- te Texel; tot heemraad van het
waterschap De Beemste'r ,- F. Olij, te
Beemster.
De Staatsloterij.
De Amsterdamsche briefschrijver der
Prov. Gron. Crt. klaagt over de mis
bruiken, die zich bij de Staatsloterij voor
doen. Collecteurs en debitanten van 'de
loten dezer staatsinstelling, zegt hij,
voeren hun bedrijf zonder eenige con
trole. Van de loten die zij voor den
verkoop in handen krijgen, leveren zij
slechts een klein gedeelte af aan het
groote publiek, een ander deel verschaf
fen ze, vermoedelijk niet zonder pre
mie aan trouwe klanten en begunstig
den, de rest houden ze in eigen handen.
Daarmede spelen ze zelf in de eerste
vier klassen der loterij. Valt er een prijs
op dan is dat meegenomen, worden dè
loten niet uitgeloot, dan brengen ze de
ze, tegen dat de vijfde klasse gaat trek
ken, aan den man, maken er den vollen
verkoopprijs van en blijven dus, hoe men
de zaak bekijkt, steeds aan de winnende
hand. al hebben ze geen kans op de
30-, de 50- of de 100-duizend gulden.
„Die ergerlijke toestanden hebben ten
gevolge, dat het een toer is voor een
gewoon mensch om een lot of een deel
van een lot in de Staatsloterij, te be
machtigen, en dit heeft tengevolge, dat
we thans voor de kantoren der collec
teurs ,enz. liefhebbers van loten zien
verschijn^p uren vóór dat het kantoor
opengaat. Achttien uren vóór dat het
groote kantoor der firma Cretier en
Kramp op den Dam zou opengaan, stond
reeds een file kooplustigen voor de
deur en de politie moest er bij te pas
komen om onderlinge standjes onder de
wachtenden te voorkomen. En of al die
menschen, die uren gewacht hebben, nog
een lot hebben kunnen bemachtigen,
hangt enkel af van de wijze, waarop deze
collecteurs der Staatsloterij hun taak op
vatten. Doen ze dat op de wijze die
ik hierboven aangaf, dan zal menigeen
vergeefs gewacht hebben..."
Bedrog met „staats-pensioen".
Men herinnert zich de politieke be
hendigheden, die zich de Unie-liberalen
in den laatsten zomer permitteerden.
Allerwegen beloofden zij staats-pen-
sioen.
De sociaal-democraten riepen dan ook
terecht uitnu komt Mr. Borgesius in.
ons schuitje
Maar het was „volksbedrog".
Mr. Treub schreef toornig over het
bedrijf der „politieke slimmelingen".
Evenwel ,het spel mislukte.
De kiezers lieten zich niet misleiden.
En nu krijgen Mr. Borgesius c .s.
eens een flinke afstraffing in het Voor-
loopig Verslag, waar wij lezen: „'Som
mige leden beschouwden het als een
belangrijk moment, dat de pogingen der
Liberale Unie, om de verkiezingen te
haren gunste te doen uitvallen door aan
bevelingen van liet stelsel van Staats-
pensionneering mislukt zijn".
En nog krasser klinkt het straks
„Men had met ingenomenheid gezien,
dat de mingegoede kiezers zich door
deze voorstellingen niet hebben laten
verleiden".
Natuurlijk zal Mr. Borgesius straks
in de Kamer bij de groote debatten
wel komen verklaren: „Ik weet van den
Prins geen kwaad."
der aangenaam was, zij schatte zijn ken
nis hoog. Nooit had zij daarbij aan de toe
komst gedacht.
Toen Ephraïm haar hand vroeg, gevoel
de zij hoe dierbaar Ephraïm haar was;
zij gevoelde een wond in haar hart...,.
Zonder twijfel behield zij de kracht om
zich staande te houden, maar de mond
bewaarde het geheim van haar zwakheid,
niemand zag het gelaat van deze maagd
blozen, maar als christin moest zij
erkennen, dat zij op dit uur leed als de
zwakste der vrouwen.
Zij liet echter niets van haar strijd blij
ken. Toen zij naar de kerk ging om de
kalmte te vinden, die haar ontbrak, drong
het woord van Pater Amselmus diep tot
haar hart door; zij verliet de kerk, vast
besloten tot den strijd maar bevreesd voor
de overwinning. Zij sliep niet.
Met den dageraad stond zij op en ging
weder kerkwaarts.
Had zij zich bedrogen? Had zij niet
eene bekoring van hoogmoed gehad?
En toen de deur van den biechtstoel
zich opende, beving haar een groote angst.
Mijn vader! zeide zij met tranen, red
mij, ik ben bevreesd
Pater Amselmus, die den vorigen avond
zelf zoo geschokt scheen, vond plotseling
tegenover deze ziel allen moed terug, die
hem zelf ontbrak. De monnik vernederde
den mensch door de geheime kracht yan
Maar dan loopt hij kans, dat men
het hem nog wat hartiger zegt. (Rott).
De Anti-Revolutionaire partij en het
Kabinet.
In het Voorloopig Verslag over het
eerste Hoofdstuk der Staatsbegrooting
wordt twijfel geopperd, zegt de Stand
aard, of het Kabinet wel op den steun
van de Anti-Rev. Kamerclub zou kunnen
rekenen.
Het blad komt daartegen óp en zegt
o.m.
Geheel accoord met ons Program, is
de verplichte verzekering, de Tariefs-
verhooging en de zorg voor het Bij
zonder Onderwijs thans 'in de Ope
ningsrede opgenomen, terwijl de komen
de Grondwetsherziening kans biedt, dat
men ons ook in het kiesrecht in het
gevlij komt.
De oppositie kan dan ook veilig van
het fantaseeren van haar luchtkasteelen
afzien. Zelfs van. zekere spanning tus
schen de Anti-rev. partij en het Kabinet
is geen sprake meer. Van heeler harte
zal de Anti-rev. Kamerclub het Kabinet
steunen, al weet ze, dat ze te doen heeft
met een Kabinet, dat leven moet van
de samenwerking van drie partijen.
Natuurlijk zal onze Club ook pleiten
voor wat ons meer in 't bijzonder ter
harte gaat. Maar we weten, dat we
slechts één van de drie zijn, en zullen
ons daarom wel wachten, onze eïschen
hooger te stellen, dan strookt met pnze
positie.
Beschaving niet gewaardeerd.
Aan het slot van een beoordeeling
van een opvoering door de Hagespelers
zegt de critikus van „Het Volk"
„Een speciale aantrekkelijkheid van
het gezelschap is, dat men er echte
dames en heeren op het tooneel ziet,
met echte ,niet aangeleerde of nage
bootste „manieren". Maar daarvoor voe
len onze lezers misschien minder..."
Prachtige ideeën. Voor beschaafde
„manieren" voelen de Volks-lezers mis
schien minder. Voelen zij 'dan meer voor
vlegelachtigheden? (L. enV.)
Prinses Juliana.
H. M. de Koningin vertoeft dage
lijks met Prinses Juliana in het Ko
ninklijk Park op mooie beschutte plek
jes, en voor het vervoer daarheen wordt
meermalen gebruik gemaakt van een
gesloten kinderwagen.
Naar men verneemt, rust de Prinses
des nachts in haar eigen kamer, met
de verpleegster, terwijl hare hofdame in
haar kamer in de nabijheid slaapt.
Des morgens 8 uur, zeer geregeld,
wordt de Prinses naar de Koningin ge
bracht: eene der verpleegsters gaat
vooruit, en de andere draagt de Prin
ses op een kussen, terwijl de hofdame
volgt.
LEIDEN, 6 November.
Overplaatsing.
De heer P. A. Hibma, sedert 1
October 1905 hoofd der openbare school
3e klasse no. 1 (Binnenvestgracht) heeft
zich tot den Gemeenteraad gewend met
het verzoek om, in verband met de ont-
slagvrage van den heer W. Cramer over
geplaatst te worden aan het hoofd der
Jongensschool 2e klasse.
In hun praeadvies zeggen B. en W., dat
de heer Hibma alleszins berekend mag
worden geacht voor de betrekking van
hoofd der jongensschool 2e klasse. En dat
hij daartoe ook de geschiktheid bezit, dur
ven B. en W., gelet op de wijze waarop
hij thans gedurende 4 jaren de Plantsoen-
school heeft bestuurd, met gerustheid ver
klaren. De heer Hibma heeft, zich in die
jaren doen kennen als een ernstig, degelijk
hoofd, vol lust en ijver voor de taak hem
opgedragen en vol toewijding voor de
belangen der leerlingen, die aan zijn zor
gen zijn toevertrouwd.
Mitsdien geven B. en W. den raad in
overweging te besluiten het bij art. 29 7e
een goddelijk sacrament. Onuitsprekelijk
wonder, zonder ophouden herhaald, won
der, ontsnapt aan het menschelijk oog
om slechts bewonderd te worden door de
engelen.
Juliana sloeg op haar borst.
Ik heb gezondigd door hoogmoed,
zeide zij. Toen vertelde zij, wat den vo
rigen avond was voorgevallen, haar zoo
duur gekochte overwinning, vervolgens
de zwakheid, die haar overvallen had.
Lijd, zeide hij haar, met mannelijke
energie. Verre van mij over deze beproe
ving te bedroeven, verheug ik mij er over.
De Heer wil wéten hoezeer gij Hem be
mint.
Wordt hij dan niet beleedigd door
onze tranen?
Deze tranen verheerlijken Hem.
Het zou toch veel volmaakter zijn
met vreugde te gehoorzamen.
Gelooft gij, dat de Heer zich belee-
digt gevoelde over de vaderlijke smart
van Abraham?.... Vrees niets,- mijne doch
ter, gij hebt gedaan, wat uw plicht was....
Ga in vrede, en bewaar dezen vrede,
dien men zelfs in tranen smaakt....
Juliana hoorde met stille aandacht de
woorden van Pater Amselmus aan, toen
zij de kapel verliet, verdween de monnik
in de diepte der kerk.
Na aan beproefde zielen de goddelijke
kalmte te helden teruggegeven, ging Pa-
lid der wet op het Lager Onderwijs be
doelde overleg met den districts-schoolop-
ziener te openen, ten einde tot de over
plaatsing van den heer Hibma van de
school 3e klasse no. 1 naar de jongens
school 2e klasse te geraken.
Eervol ontslag.
B. en W. stellen voor aan den heer W.
Cramer op zijn verzoek met ingang van 1
Mei 1910 op de meest eervolle wijze ont
slag te verleenen uit zijne betrekking van
hoofd der openbare Jongensschool 2e kl.
Eveneens wordt voorgesteld aan mej,
C. P. Gesink in verband met haar aan
staand huwelijk op haar verzoek eervol
ontslag te verleenen als onderwijzeres aan
de openbare lagere school 3e klasse no.:
1 (Binnenvestgracht) met ingang van 1
Februari 1910.
Nog wordt geadviseerd op zijn verzoek
eervol ontslag te verleenen aan J. F. van
Hes als onderwijzer aan de openbare la
gere school 3e klasse no. 6 (Paul Krüger-
straat) met ingang van 1 Januari 1910.
Aankoop van grond.
Commissarissen der stedelijke fabrieken
van gas en electriciteit hebben aan B. en
W. medegedeeld, dat weldra tot den
bouw van een nieuw kantoor zal moeten
worden overgegaan, omdat de bestaande
kantoren reeds lang te klein zijn en ook
het thans in gebruik zijnde magazijn moet
worden gesloopt, zoodat binnenkort tot
uitbreiding van de electrische centrale
wordt overgegaan. Behalve een nieuw
kantoor zal dus spoedig een nieuw maga
zijn noodig zijn. Het terrein hiervoor is
aanwezig. Teneinde evenwel de nieuwe
gebouwen een behoorlijken toegang te
kunnen verschaffen is het wenschelijk tot
aankoop over te gaan van twee perceel
tjes aan de Langegracht Sectie B no.'s
538 en 539, resp. voor f 2500 en f 2000.
Daarom stellen zij den raad voor daartoe
over te gaan en met inbegrip van de
kosten van overdracht f4682.50 ter hun
ner beschikking te stellen.
Een ander voorstel tot aankoop van
grond betreft de school in de Brandewijn-
steeg. Aan een harer zijden is deze slechts
door eenige kleine huisjes aan de Lange
Vrouwekerksteeg afgescheiden. De ge
legenheid biedt zich aan een 4tal dezer
huisjes te koopen.
B. en \V. meenen, dat het ook met het
oog op een eventueel noodige uitbreiding
van de school in de toekomst van het
grootste belang is, dat de gemeente over
de aangrenzende perceelen kan beschik
ken, en dat te meer, wanneer, zooals hier,
die perceeltjes tusschen de school en den
openbaren weg liggen.
Ofschoon de gevraagde koopprijs ad
f600 niet laag is, is hij toch niet van dien
aard om van den aankoop terug te hou
den en stellen zij mitsdien den raad voor
tot aankoop te besluiten en een bedrag
ad f 2496 ter hunner dispositie te stellen.
De korporaal J. H. Roridags, ge
detacheerd bij het Militair Hospitaal al
hier, wordt met ingang van 11 Nov.
a.s. tot sergt.-ziekenopzichter benoemd
bij het nieuw op te richten Mil. Hospit
te Harderwijk en blijft voorloopig te
Leiden werkzaam.
Aan het bij het 4e Reg. Inf. alhier
gehouden examen voor Sergt.-Majoor-
instructeur hebbén 13 onderofficieren
deelgenomen, 6 candidaten werden af
gewezen. Voldaan hebben de sergean
ten J. A. van Gijs, C. M. Langeslag,
H. W. Marks, W. Meilof, W. A. Beuk-
man, M. H. M. Bakker en li. de Roos.
Bij referendum is beslist, dat dit jaar
een algemeene vergadering van den Bond
van Ncd. Onderwijzers zal worden ge
houden, en wel te Leiden op 28 en 29
Dec. a.s.
AALSMEER. In de vergadering van
den gemeenteraad werd de Gemeentebe-
greoting voor 1910 behandeld. Enkele
jaarwedden van ambtenaren in dienst der
gemeente werden verhoogd. Besloten
werd de benoodigde schoolbehoeften van
de O. L. scholen in het vervolg openbaar
te doen aanbesteden.
Een voorstel van den heer Spaargaren
Dz. om den onderwijzers aan den cur
sus m. u. 1. o. in plaats van 90 cent f 1
ter Anselmus naar zijn cel terug.
Hij had nauwelijks den drempel over
schreden of de uitdrukking van zijn gelaat
veranderde spoedig.
Zijn kamer was kaal, gelijk die van de
meeste kloosterlingen. Op een tafel van
wit hout bevonden zich boeken en ontel
bare papieren. Een krib van verweert}
hout waarin een stroozak en een versleten
deken lag, stond naast zijn bidstoel. Een
kruisbeeld hing aan den muur. En toch
sprak deze cel minder van stille overpein
zing dan van strijd. Hij wierp een blik naar
den Zaligmaker aan het schandhout ge
kluisterd, toen liep hij naar zijn krib t
schudde de stroozak op en nam een boek,-
dat hij bevend op tafel legde.
Het boek was getiteld:
Martin Luther.
Pater Anselmus nam een blaadje pa
pier om aanieekeningen te maken bij zijn
lectuur, opende de lade van zijn
klein tafeltje en een heldere klank van
zilver deed zich hooren.
De monnik nam eerst de pen, waarvan
hij zich gewoonlijk bediende, en stak toeq
zijn hand in de lade en haalde een klein
voorwerp te voorschijn, dat hij neerlegde
of liever dat hij op tafel liet vallen met
een soort sclirik.
(Wordt vervolgd).