4 BUITENLAND. De Erfgenamen van Judas. BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. Ie Jaargang. No. 29. Bureau OUDE SINGEL. 54, LEIDEN. luiere. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent. Donderdag November 1909. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 centj ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop^ (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Frankrijk. Sinds eenige jaren schijnt het de ge- iüvoonte te zijn geworden,- dat in den nacht vóór Allerheiligen het kerkhof van /het dorpje Pessac bij Bordeaux bezocht Vordt door lieden, die een razzia houden onder de kransen en bloemkorven, op de graven geplaatst door de treurende bloed- verwanten. Dit jaar nu had de Raad besloten daar eens voor goed een einde aan te maken idrie gemeenteraadsleden ^werden in het vertrouwen genomen en belast met de be daking van de rustplaats der dooden. In alle stilte trokken zij, toen het donker was geworden, gewapend met twee geweren en een revolver naar de begraafplaats, stelden zich verdekt op, en wachtten op de dingen, die zouden komen. De twee gendarmen echter, die van de maatregelen onkundig waren gelaten? voelden zich ook bezwaard door die jaar lijks terugkeerende ontheiliging en beslo ten de gravenschenders te betrappen. Met den revolver in de vuist slopen zij naar het kerkhof, hoorden achter den muur stem men" en het schuifelen van voetstappen en Stieten elkaar aanze hadden ze in de fuik. Behoedzaam beklommen zij den muur, maar nauwelijks zaten zij er als ruiters te paard op, of er weerklonk een salvo de rustbewaarders schoten terug en geduren de een paar minuten werd een volslagen .vuurgevecht geleverd. Het gevolg was, dat een der gendarmen een schot in het hoofd kreeg, de ander in de dij. Het parket van Bordeaux is ter plaatse óm een onderzoek in te stellen. (H.) Italië. 's Pausen jubilé. Naar uit Rome aan de „Köln. Volksztg" .Wordt gemeld, heeft de Pauselijke major- domus, mgr. Bisleti, bekend gemaakt, dat de Paus zijn zilveren bisschops-jubilé op 16 November in alle stilte vieren wil en daarom van alle bijzondere plechtigheden is afgezien. Alleen zal de H. Vader in de St. Pieter een plechtige H. Mis opdragen. Reeds hadden zich voor de audiënties pp dien dag een Fransche en een Italiaan- sche pelgrimstocht aangemeld. De Paus zal die pelgrims wel ontvangen, maar in verschillende afdeelingen in de zalen van het Vaticaan. Japan. De begrafenis van prins Ito. Maandag in den namiddag is het stoffe lijk overschot van prins Ito te Yokosoeka, de voorhaven van Tokio, ontscheept, en ,tnet groote praal naar Tokio overgebracht. Vijf prinsen uit het huis van den mikado ;en talrijke autoriteiten wachtten de lijk- baar af, die te midden van een groote me nigte in rouw naar het huis van den over ledene werd overgebracht. FEUILLETON. 29) Er kwam een dag, waarop het leven ondraaglijk werd voor deze beide echt- igenooten. Met den godsdienst hielden zij weinig rekening. Toen zij zich voor het leven vereenigd hadden, vergaten zij God in hun woning binnen te voeren. Er moest eene scheiding komen. Zij had plaats zonder gerucht, zonder proces. De verdeeldheid ontstond om mij. Mijn vader wilde mij niet afstaan aan mij ne .moeder en mijne moeder wilde mij niet verlaten. De quaestie werd door mijn 'grootvader opgelost. Hij verklaarde aan mijn vader, dat zijne reizen en avonturen hem niet veroorloofden zorg te dragen ,voor 'n kind dat elk uur zorg vereischte. {Tegen mijn moeder toonde hij zich veel strenger. Het was zijn dochter: hij had het recht haar streng toe te spreken'. Daar gij u, zeide hij haar, niet in staat getoond hebt gelHkkig met uw echtgenoot te leven, acht ik u niet waardig dit kind op te voeden. Ik zal zorg dragen voor Juliana. Mijne moeder boog het hoofd en ver- Wijderde zichmijn vader was naar (Senegal vertrokken, ik bleef alleen met taijn grootvader.... ik wist het .overige^.. Engeland. De eind uitslag der gemeenteraads verkiezingen te Londen en in de provincie is voor de sociaal-demokraten een tegen slag. Overal werden zij verslagen. Amerika. De president van Nikaragua heeft ge seind, dat de regeeringstroepen de revo lutionairen en opstandelingen te Boca San Carlos een zware nederlaag hebben toegebracht. Spanje. Het noodweer in Noord- en Midden- Spanje blijft aanhouden. Enorme verwoes tingen zijn aangericht. Alle rivieren zijn buiten hare oevers getreden en de trein verbindingen zijn onderbroken. Hulde van den Landbouw aan den heer Lovink. De rede van den heer de Bruine, her haaldelijk door applaus onderbroken, werd aan het slot daverend toegejuicht, door de overtalrijke aanwezigen, onder wie zich bevonden de heeren Talma, de oud-Minister de Marez Oyens en de voorzitter der Tweede Kamer, mr. graaf van By landt. De heer Lovink, die met zijn echtge- noote en kinderen aan den ingang van het gebouw was ontvangen aan mevr. en jongejuffrouw Lovink waren bloe men aangeboden was tijdens de rede van den voorzitter van het Uitvoerend Comité blijkbaar zeer aangedaan. En die aandoening kon hij nauwelijks bedwin gen toen hij het podium beklom, om woorden van dank te spreken. Hoe meer het oogenblik nadert, zeide hij, waarop ik den vaderlandschen bo dem zal moeten verlaten, des te zwaar der valt het mij. Maar nog zwaarder was het voor mij hierheen te gaan om afscheid te nemen van zoovele vrienden, met wie ik persoonlijk zooveel goeds on dervinden mochtdie mij in de moei lijke dagen die wij hebben gehad, zoo krachtig hebben gesteund. Er zijn er van hen hier nog aanwezig met wie ik in de kleine woning van een huurprijs van f 75 te Wageningen bijeenkwam, om te beginnen in een werk kring bij de Heidemaatschappij, waarin ik alleen de deskundige was, waarin ik alles doen moestvan boekhouden tot boomensnoeien, van brievenschrijven tot nota's maken. En wanneer ik dan thans op de Heidemaatschappij terug zie en op mijn daar vervulde taak, waar bij ik zooveel steun ondervond, dan moet mij dank van het hart voor de steeds verleende groote medewerking. Toen kwam er voor mij weder een verandering van werkkring, maar ik zou verkeerd doen wanneer ik niet dacht aan den steun, de medewerking en de krachtige hulp, die ik bij mijn taak on- „Wat is er van mijn vader geworden? vroeg ik. Hij heeft de geheele wereld doorge reisd, terwijl hij reisartikels zond aan re vue's en dagbladen. rr- Schrijft hij u wel eens? Elk jaar. En antwoordt gij hem? Ik houd hem op de hoogte vuu uwe vorderingen en uwe gezondheid. Waar bevindt hij zich op 't oogen blik? In Algerië. En mijne moeder? Uwe moeder heeft Florence niet ver laten. Informeert zij nog naar mij?, Ja, meer dan uw vader. Heeft zij er nooit over gesproken om mij te komen bezoeken? Ik heb het haar verboden; tot den dag, waarop zij de grieven tegen uw vader zal vergeten hebben en hem zal terug roe pen wil ik niet, dat zij den drempel van dit huis overschrijdt. De stem van mijn grootvader trilde; ik giste dat hij zich geweld aan deed om zijn smart te verbergen. Ik beproefde een goed woord ten gun ste van mijn moeder te spreken. Neen, zeide hij, dat is niet mogelijk, Uw moeder heeft haar post van eer ver laten, zij heeft de familie verraden. Het huwelijk is eene ernstige za,ak. ijejj heeft dervond van opvolgende regeeringen. Zij moesten vertrouwen schenken aan den betrekkelijk jeugdigen ambtenaar, en dat is in het bijzonder gedaan, en ik breng hun daarvoor dank, door een oud-minister, die thans hier aanwezig is. (Luid applaus). Spreker dankte ook de hoofdambtena ren en herdacht den steun en de mede werking die hij steeds van de leiders op landbouwgebied heeft ondervonden. Spr. zeide te hoopen in de gelegen heid te zijn binnenkort, wanneer hij tot meer rust gekomen is, alles nog eens op schrift te stellen, wat hem op het hart ligt en dat, eenmaal teruggekerd in Nederland, de Nederlandsche land bouw hém weer zal vinden midden on der de strijders voor zijn belangen. Het huldeblijk den heer Lovink aange boden bestond uit een gedenkpenning in goud, zilver en brons. Aan de voorzijde vertoont zich de beel tenis van den heer Lovink gemodelleerd door Toon Dupuis. De gelijkenis is bijzonder treffend. On der de beeltenis de woorden Herms. Johannes Lovink Directeur-Generaal van den Landbouw 1901—1909. De keerzijde van den penning vertoont naar een model van den heer v. Goor, de attributen van land-, bosch- en tuinbouw en het onderschrift: Hulde aan den man wien Nederland zooveel verplicht is. De penning werd vervaardigd in de be kende fabriek van Begeer te Utrecht. Koninklijke besluiten. Met ingang van 15 November zijn benoemdtot inspecteur der registratie en domeinen van de tweede kl. in de 40 divisie te Leeuwarden, P. de Jonchee- re, thans inspecteur voor den ambulan- ten diensttot inspecteur in de 28e divisie te Tiel, C. Schut, thans inspec teur van de derde klasse in die divisie. Benoemd zijn tot officier in de Orde van Oranje-Nassau G. J. Boon, oud-gezagvoerder in de groote stoom vaart te 's Gravenhage, en C. F. van Linden Tol, oud-gezagvoerder der Ned.- Indische Stoomvaart-Mij en der Kon. Pa- ketvaart-Maatschappij te Bussumbei den oud-lid van den Raad van Tucht voor de Koopvaardij, en J. H. Mijer, gepensionneerd Kapt.-Luit. ter zee, oud- plaatsvervangend Lid van voormelden Raad te Amsterdam. Aan mr. J. J. B. van Eyk van Voorthuysen is met ingang van 1 Januari 1910 eervol ontslag verleend als grif fier bij het Kantongerecht te Zaandam. Aan mr. J. Ten Bosch is met in gang van 16 November eervol ontslag verleend als griffier der Rechtbank te Tiel. Aan Mr. J. M. Isebree Moens is mét ingang van 16 November eervol ontslag verleend als kantonrechter te Zierikzee. Benoemd zijn tot Rechter in de zijne klippen, zijn strijd, zijne beproevin gen. De vereeniging van den man en de vrouw, door God gezegend, kan niet ver broken worden. Hij, die het aangenomen juk afwerpt, is lafhartig als een verrader. Zeker, het kan hard zijn, zich vergist te hebben in zijne keuze, moeilijk de beproe vingen van het leven te dragen met een gezel, of gezellin, die onze genegenheid verloren heeft, maar het is een plicht er in te berusten. Uw vader en moeder zijn schuldig, om dat zij in hun teederheid voor u niet de kracht vonden bij een wieg te waken. Ik veroordeel hem als vader. Ik sloeg mijn armen om den hals van mijn grootvader. Ik betreur hen altijd, zeide ik hem, zal ik hen dan nooit terugzien? God weet het, antwoordde hij mij. Veroorlooft gij mij hun te schrijven? Hij aarzelde een oogenblik. Toen ant woordde hij Weer een engel des vredes. Denzelfden dag zond ik een brief naar Florence, en de volgende pakketboot nam een lang schrijven mede voor mijn vader. Maar voor deze brieven aan de post toe te vertrouwen, had ik daarvoor de be krachtiging van boven gewild. Ik ging 's morgens naar de Notre-Dame des Vic- toires, en ik verkreeg dat men mijne brie ven legde in de handen van de overwin nende Maagd, ik hoorde de H. Mis met jleqq yurigheid^ die ik nogij ha,d geype|d4 Rechtbank te 's Gravenhagemr. C. W. Schlingemann, thans rechter te Leeuwar den en mr. J. van Gelein Vitringa, doctor in de Staatswetenschap, thans rechter te Tielen is bepaald, dat de door bovengemelde benoemingen te ont stane vacatures van rechter in de Recht banken te Leeuwarden en Tiel niet zul len worden vervuld. Een leelijke Uitwas. Het studentenweekblad Minerva wijst op een leelijken uitwas van ons vrijheid minnend volkskarakter, die zeker door den geest des tijds meer wordt bevorderd dan tegengegaan en waar alle opvoeders wel eens hun aandacht op mogen vestigen. Het blad schrijft: „Van de tien Hollanders, rijk of arm, jong of oud, zijn er negen geboren anar chisten. Men begrijpe mij goed. Ik bedoel hier geenszins een anarchist, die met zijn sombere vrienden in obscure herbergen conspireert tegen den staat, tegen den ko ning, of de koningin, die in zijn linker broekzak een lydietbom, in zijn rechter broekzak een Mauserrevolver, aan zijn hart eenige greinen van een snelwerkend vergif draagt. Neen, neen, zóó een bedoel ik niet. Hij is meestal een goedmoedige beer op sokken, iemand die zijn maat schappelijke plichten naar behooren ver vult of vervullen zal, iemand die er een tamme politieke meening op na houdt, die voor Oranje door een vuur zou gaan en het woord „revolutie" slechts uit zijn krantje kent. Toch is hij een anarchist volgens aard en bestemming; of als gij liever wilt een baldadige in hart en nieren. Eens wandelde ik met iemand die lan gen tijd in het buitenland had geleefd. Een jongen had aan een kar op straat een pisang gekocht en liet de gladde schillen op straat vallen. Mijn metgezel klopte hem op den schouder: „Waarom gooi je die schillen niet op den rijweg?" vroeg hij, zoo kunnen de menschen er over uitglij den". Antwoord: „Lillike schooier, be moei je met je eige". In de straat, waarin ik woon, staat een huis sinds eenigen tijd leeg. Somtijds ver zamelen zich vóór dat huis jongetjes van de grootte van twee turven en ook wel grootere. Zij gooien dan met steenen de ruiten in, trekken aan de bel, schrijven met krijt woorden op de dichte blinden. Niemand die het hen belet. In Duitschland heb ik wel eens een fietstocht gemaakt. De kinderen op den weg groetten steeds beleefd en riepen „All heil!" Dan dacht ik weemoedsvol aan Hol land. Hebt ge wel eens buiten geroeid en zijt ge toen onder een brug doorgeko men? Hebt ge u wel eens met een hoogen hoed onder het volk bewogen? Afgeluisterd gesprek van twee straat jongens in zakformaat voor het Vonder park te Amsterdam, op vrijen Woens dagmiddag. „Sè jó, ga je mee de swane peste? In den tijd van den cholera-angst en doortinteld met een gevoel, waarvan ik mij nauwelijks rekenschap gaf, maar dat ik beschouwde als een inspiratie van bo ven, deed ik een gelofte in het klooster te treden na den dood van mijn grootva der, indien ik van God de toenadering tusschen mijn vader en moeder verkreeg. Ik begrijp het, stotterde Ephraïm. ;r- Acht dagen later kreeg ik van mijn moeder een langen brief. Zij vroeg mij vergiffenis voor de eenzaamheid, waarin zij mij gelaten had, zij beschuldigde zich te kort geschoten te zijn aan de verplich tingen van het huwelijk en niet geduldig den toorn van haar echtgenoot verdragen te hebben uit liefde voor haar dochter; zij zegende mij, omdat ik er aan gedacht had mij als een vredesengel te plaatsen tusschen haar en mijn vader; eindelijk verklaarde zij zich bereid, als mijn groot vader er niets tegen had, haar plaats in den familiekring weder in te nemen. De helft van de overwinning was be haald en zoo groot was mijn geloof, dat ik de vervulling van het wonder verwacht te. Het gebeurde. Mijn vader, moe van het reizen en de afzondering, smeekte op zijn beurt mijn moeder, het verleden te vergeten, en vroeg mij, hem weder als vader te beminnen. Mijne vreugde was groot. Ik ging van vertrek tot vertrek om het huis voor mijn ouders in orde te brengen. En te midden van dit geluk kwam deze gedachte bij mij op kwam een schip van de binnenvaart met Maaswater aan boord in den Amstef te Amsterdam te liggen. De gezond heidscommissie bezocht het schip, liet de vaten leegloopen, alles schoonmaken,- verschafte den schipper kosteloos zoo veel duinwater hij wilde. Toen de com missie na volbrachte taak aan wal zou; gaan, liet de schipper zijn ankertje in den Amstel zakken, dronk het voor hun oogen leeg tot den bodem, zei uitda gend „Dat kun je me toch niet be- letten hè?" Eens zag ik een deftige oude-heer, die in een drukke winkelstraat de lin kerzijde hield. Een agent van politie; verzocht hem beleefd rechts te gaan. De oude-heer zei: „ik zal loopen, waar ik wil" en vervolgde zelfvoldaan den weg links. De Kamer van Koophandel te Utrecht, door B. en W. dier gemeente om advies gevraagd omtrent de verzoeken tot af schaffing der kermis aldaar, heeft zich in hare gistermiddag gehouden vergade ring met 6 tegen 1 st. uitgesproken ten gunste van het behoud der kermis. LEIDEN, 4 November. De gewone maandelijksche vergade ring van de Maatschappij der Nederland sche letterkunde alhier is uitgesteld tot Vrijdag 12 November a.s., des avonds te half acht. De agenda vermeldt: Voordracht van den heer dr. J. H. Holwerda Jr.: „De Romeinsche nederzetting op Arentsburg bij Voorburg." Voordracht van den heer mr. S. Gra- tama: Wat men vroeger daarover meende en thans meent te weten. Notaris mr. J. A. F. Coebergh al hier, herdenkt 26 dezer zijn 40-jarig no tarisambt. Al dien tijd oefende hij het te dezer stede uit. De gemeenteraad van Hoorn heeft zonder hoofdelijke stemming een voor stel van B. en W. aangenomen om het maken van de brug over de OosteN poortsgracht in den toegangsweg naar de nieuwe R. H. B. S. onderhands aan, te besteden aan de N. V. Wernink's betonfabriek alhier. De fourier-instructeur J. Kempe naar, vanh et 2e Bat., 4e Reg. Infanterie alhier, is aangewezen om met ingang van 5 dezer den dienst te verrichten van sergt.-majoor-administrateur bij het 4e Bataljon van dat korps ,ter vervanging) van den sergeant-majoor, W. F. H. Guij- ken, die naar Gouda in verplaatst. De milicien P. J. de Wolf uit Lei den, die in September jl. bij het 4e <Reg. Infanterie alhier was ingedeeld, is door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor den militairen dienst afgekeurd en naar zijne haardstede teruggezonden. „Mijn gebed heeft den hemel geweld aangedaan, het geluk der mijnen is de prijs van mijn offer. Ik heb dit geheim nooit aan mijn groot vader geopenbaard. Mijne dierbare ouders kwamen! Ik drukte hen in mijne armen. Gij begrijpt niet, gij kunt niet begrijpen, wat de zes maanden waren, die op deze verzoening volgden. Mijn vader en moeder bewon derden mijne schoonheid en mijne ken nis. Zij wisten mijn grootvader niet ge noeg te danken voor mijne opvoeding. Helaas! Ik leerde spoedig, dat God ons deze uren overzendt om ons tot nieuwe beproevingen voor te bereiden. Mijn va der werd ziek. Mijn moeder en ik verzorg den hem met de grootste teederheid s maar ook de gezondheid van mijn moeder werd geschokt, zij werd ziek van uitput ting, de koorts deed haar bloed koken. weldra stonden er twee ziekbedden in de kamer waar mijn vader lag en mijn groot vader en ik gingen van het eene bed naar het andere. Het leven mijner ouders, ge durende tien jaren gescheiden, eindigde; in hetzelfde uur en ik was dubbel wees. Mijn smart was groot, maar bijna zonder tranen. Ik had de zekerheid, dat zij ge storven waren in de vrede van Christus (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1909 | | pagina 1