MAANDAG 20 DECEMBER 1948. 225 Financiële regeling van de bouw van Woningwet- (Knol e.a.) woningen nabij de Julianakade; e.a. Tegen stemmen de beren Frohwein, Knol, van Oijen, Lombert, van Weerlee, Balkestein, van Iterson, Hordijk, Riemens, Wilmer, Aalders, Schiiller, Riedel, Ligtvoet, van der Kwaak, Jongeleen, van Schaik, Menken, Knetscb, A. van Dijk, D. J. van Dijk, Woudstra, de Hosson, Piena, Goslings, Hendriks, Kortmann, Vos, Key, mevrouw Braggaar en de heer Smit. Vóór stemmen de heer Eigeman, mevrouw van Staveren en de heren van Weizen en Knuttel. (De heren Kortmann, Vos en Key waren inmiddels ter vergadering gekomen.) Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIII. Voorstel tot het verkopen van grond, gelegen aan de Kanaalweg, aan de Leidse Textielfabrieken Gebrs. van Wijk en Co. X.V. te Leiden. (226) XIV. Voorstel lot het aankopen van grond, gelegen aan de Meloenstraat, van H. I'. Jansen te Leiden. (229) XV. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegroting voor het jaar 1946, voor zoveel betreft de ramingen der ontvangsten en uitgaven ter zake van de ondersteuning van belioeftigen en werklozen. (230) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XIII tot en met XV besloten. XVI. Voorstel tot het verhogen van enige ramingen wegens „Verificatie" op de begroting der gemeente en die van de lleinigings- en Ontsmettingsdienst en van de Gemeentelijke Volkseredietbank, een en ander voor het jaar 1946. (231) De heer Knol verzoekt nadere inlichtingen omtrent de sterke overschrijding van de ramingen wat betreft de kosten van de contróle van de Gemeente-Ontvanger en van de Reinigings- en Ontsmettingsdienst. Voorts wijst spreker er op, dat het vroeger gewoonte was, dat de accountant, die deze controle-werkzaamheden ver richtte, vooraf een prijsopgave moest doen en dan deze werkzaamheden in dat jaar voor de door hem opgegeven prijs moest verrichten. Nu verwondert het spreker niet alleen, dat deze ramingsposten overschreden zijn, maar ook dat hier blijkbaar geen prijsopgave is gevraagd betreffende deze werkzaamheden. Men kan toch precies nagaan hoeveel werk hieraan verbonden is en men kan nauwkeurig prijsopgave doen. Is er dan niet, zoals vroeger placht te gebeuren, prijs opgave gevraagd? Vroeger ontving de accountant voor deze werkzaamheden in geen geval meer dan het bedrag, waarvoor hij het had aangenomen. Voorts vraagt spreker: waarom is deze overschrijding van de raming zo groot? Kon het Verifi catiebureau deze kosten tevoren niet schatten? De heer van der Kwaak zegt, dat bet College begin 1948, bij de werkzaamheden op het kantoor van de Gemeente- Ontvanger en bij bepaalde diensten, tegen een bepaald tarief wel een zekere accountantscontrole kon doen plaats vinden, doch het Verificatie-Bureau achtte het gewenst die controle tot meerdere punten uit te strekken. Mede met het oog op de Gemeentelijke Accountantsdienst heeft het College toen geantwoord, dat het een controle op alle punten zeker op prijs stelde. In verband daarmede zijn deze posten ver hoogd. Bovendien heeft het College juist dezer dagen bericht ontvangen, dat alle tarieven 30 verhoogd moesten worden. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVII. Voorstel tot liet aangaan van kasgehlleningen ge durende het le kwartaal 1949. (232) XVIII. Voorstel tot het beleggen van kasgelden gedurende het jaar 1949. (233) XIX. Voorstel tot liet beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van het instellen van een onderzoek naar de mogelijk heid van uitbreiding der koelruimten bij hel Openbaar Slacht huis. (234) Uitbreiding der koelruimten bij het Openbaar Slachthuise.a. (Frohwein e.a.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XVII tot en met XIX besloten. XX. Praeadvies op het voorstel van de raadsleden A. O. Frohwein en Mr M. II. Vos tot aanvulling van artikel 4 van de Verordening, regelende de samenstelling en de werkkring van de Commissie van Bijstand voor de Financiën. (235) De beer Frohwein zegt, dat de heer Vos en spreker het in verband met de grote veranderingen t.a.v. het financieel beleid, welke naar hun oordeel sinds 7 Februari 1948 te constateren zijn, het momenteel niet noodzakelijk achten dit voorstel te handhaveu. De Voorzitter constateert dat het voorstel van de heren Frohwein en Vos ingetrokken is. Aangezien het voorstel is ingetrokken, maakt dit agenda punt geen onderwerp van beraadslaging meer uit. XXI. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van het verlenen van een bijdrage aan de stichting K. en 0. in verband met deelneming van leden van het ge- meentepersoneel. (236) De heer Hordijk zegt, dat het hem, hoezeer hij de goede bedoelingen van het College met dit voorstel kan waarderen, onmogelijk is daarvoor te stemmen. Natuurlijk niet omdat spreker de kunst vijandig gezind zou zijn of niet de noodzake lijkheid van ontspanning na de arbeid zou inzien; spreker waardeert de kunst als een goede gave Gods, die het leven zeer kan verrijken. Ook zonder ontspanning kan men niet leven. Spreker is altijd bijgebleven het wijze woord van een dichterlijk philosoof dat hij eens gehoord heeft: wij leven bij de gratie van de variatie. Met dit voorstel is men echter op de verkeerde weg; de tijd voor het verstrekken van dergelijke hulp aan de arbeiders is voorbijde gemeente- bestoren hebben in dit opzicht geen taak meer. Het is nog niet zo heel lang geleden, dat de arbeiders in naamloze sociale ellende verkeerden, doordat zij geheel en al aan de willekeur van de werkgevers waren overgeleverd, die met hen naar welgevallen konden handelen, die er alleen op uit waren de lonen zo laag mogelijk te houden en aan kunst en ontspanning voor de arbeiders zelfs in het geheel niet dachten. Door het optreden van de bonafide vakverenigingen is de positie van deze arbeiders echter zozeer gewijzigd, dat zij deze hulp van de Overheid niet meer behoeven; ter verrijking van kennis en geest (algemene ontwikkeling, kunst, enz.) kunnen de arbeiders in eigen kring (vakbeweging), en naar eigen be hoefte, allerlei cursussen volgen, behoorlijke concerten en toneelvoorstellingen bijwonen, gewoon uit eigen zak. Pijnlijk is spreker getroffen door het feit, dat aan het personeel van werkgevers, die aan deze Stichting een bijdrage verlenen, z.g. „groene kaarten" worden uitgereikt; dit stuit spreker tegen de borst aangezien dit in feite een herleving is van de z.g. „werkmanskaart" van vroeger. Op de uitvoeringen van deze Stichting komen nl. ook personen met kaarten van een andere kleur, zodat kaarten met een afwijkende kleur zullen opvallen. Spreker kan dus niet met dit voorstel aceoord gaan. De heer Riedel antwoordt de heer Hordijk, dat de „groene kaarten" het recht geven alle uitvoeringen bij te wonen, de gele kaarten slechts een beperkt aantal voorstellingen. Een gele kaart betekent, dat de bezitter daarvan een iets ruimere beurs heeft en over meer geld beschikt. De werkzaamheid van de Stichting K. en O. heeft voor Leiden goede gevolgen gehadin het geven van voorstellingen en uitvoeringen op cultureel gebied en tot ontspanning staat Leiden in ver gelijking met andere gemeenten aan de spits. Het grote aantal leden, dat een groene kaart heeft, bewijst wel dat aan deze soort kaarten grote behoefte bestaat. De arbeiders verkeren tegenwoordig, wat betreft de mogelijkheid Voor hen om van cultuur en ontspanning te genieten, inderdaad in veel betere toestand dan vroeger; er is in deze tijd echter ook een ver derf elijke ontspanning, nl. bioscoop en radiodeze hebben ook goede kanten, maar het grootste deel van hetgeen zij presen teren is voor zeer scherpe critiek vatbaar. Wanneer de arbeiders nu de gelegenheid hebben, te genieten van een goede film of van een goed toneelstuk, dan moet men nu niet de klok terugzetten en zijn steun daaraan weigeren, maar dan moet men er aan medewerken, om ook het personeel van de gemeente in staat te stellen deze voorstellingen bij te wonen, mede omdat ook de gemeente door een subsidie daartoe medewerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 7