158 In d eze hogere uitgaaf tan worden voorzien 1°. door verhoging of toevoeging van de volgende ontvangstposten Volgn. 3. Achterstallige inkomsten van vorige dienstjarenf 2.859.24 Zie de toelichting bij volgn. 266, sub 13°, der uitgaven. Volgn. 6. Verrekening der uitkering uit de eerste afdeling van het Gemeentefonds over eenkomstig artikel 3, onder c, der wet van J5 Juli 1929, sedert gewijzigd, juncto artikel 5, sub 2 en 6 van het besluit van 15 Juli 1943 (Ned. Stort no. 167), betreffende de financiële verhouding tussen het Rijk en de Gemeenten ter zake van vroegere uitkeringstijdvakken (de in het kalenderjaar ontvangen uitkeringen) 87.955.96 Over 1943 werd alsnog een bedrag van ƒ87.955.96 ontvangen; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 12. Bijdragen voor bijzondere doel einden door het Rijk, Provincie, instellingen of bijzondere personen verstrekt voor zover niet vallende onder een der volgende hoofd stukken 4.759.32 Zie de toelichting bij volgn. 289a der uitgaven. Volgn. 12a. Bijdrage van het Rijk in de kosten van reconstructie van de bevolkings registers 1.115.75 Zie de toelichting bij volgn. 293a der uitgaven. Volgn. 26. In te houden en te ontvangen loonbelasting ingevolge het „Besluit op de Loonbelasting 1940124.035.72 Zie de toelichting bij volgn. 327 der uit gaven. Volgn. 27. Overige inkomsten ter zake van het algemeen beheer5.000. De ontvangsten op d,it volgnummer, ge raamd op 1.750.hebben rond 6.750.— of 5.000.meer bedragen. Aan dividend van de Bank voor Neder landse Gemeenten werd over 1946 2.500. ontvangen; dit onderdeel van de post was voor „memorie" uitgetrokken. De restitutie ad. 1.802.34 van door arbeidscontractanten genoten salaris be tekende een niet-voorziene ontvangst. Voorts waren de ontvangsten wegens restitutie van ziekengeld., van de kosten van voor andere diensten verricht cyclostylewerk enz. hoger dan geraamd was. Volgn. 27 kan derhalve met 5.000. worden verhoogd. Volgn. 28. Bijdrage door het Rijk, Pro vincie, Gemeenten, instellingen of bijzondere personen verstrekt 6.853.50 Zie de toelichting bij volgn. 336 der uit gaven. Volgn. 28a. Tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van detachering van enige politie agenten bij de Prijsbeheer sing11.381.19 Zie de toelichting bij volgn. 331 der uit gaven. Volgn. 28b. Restitutie van betaalde bezol digingen enz. aan politie-agenten, die ge detacheerd zijn geweest bij de Politieke Re cherche Dienst42.361.64 Zie de toelichting bij volgn. 331 der uit gaven. Volgn. 33. Ontvangsten ter zake van de door de brandweer verrichte diensten. 1.710.83 Zie de toelichting bij volgn. 341 der uit gaven. Volgn. 48. Rechten als bedoeld in art. 3 juncto art. 2, van het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1937 (Stbl. no. 850), tot uitvoering van de artikelen 13, lid 2 en 33 van de Waren wet (Stbl, 1935, no. 793)363.25 Zie de toelichting bij volgn. 383 der uit gaven. Volgn. 59. Terugontvangst van de woning bouwverenigingen van te veel uitgekeerde voor schotten op de bijdragen ingevolge de Woning wet 4.989.28 Zie de toelichting bij volgn. 403 der uit gaven. Volgn, 85. Overige inkomsten ter zake van openbare werken13.908.78 De ontvangsten, geraamd op 16.500.-—, hebben 30.408.78 bedragen, d. i. 13.908.78 meer. Het aandeel in de algemene kosten enz. begrepen in de door particulieren en be drijven aan de gemeente verschuldigde be dragen ter zake van de voorbereiding en de uitvoering van werken, dat bij de begroting was geraamd op 15.000.bedroeg 26.155.d. i. 11.155.:meer. Voorts werd aan „diverse ontvangsten" 2.753.78 meer ontvangen dan de raming ad 1.500.o. a. in verband met de terug storting van ontvangen uitkeringen inge volge de ongevallenwet en dè ziektewet. Volgn. 86. Huur van huizen en andere gebouwen Zie de toelichting bij volgn. 461 der uit gaven. Volgn. 100. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijs wet 1920 (O.G.L.O.) Zie de toelichting bij volgn. 472 der uit gaven. Volgn. 108. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet 1920 (O.V.G.L.O.) Zie de toeb'chting bij volgn. 495 der uit gaven. Volgn. 119. Vergoeding van het Rijk: a. krachtens art. 56 der Lager Onderwijs wet 1920 O.U.L.O Zie de toelichting bij volgn. 520 der uit gaven. Volgn. 127. Vergoeding van het Rijk in gevolge art. 71 der Lager Onderwijswet 1920 (O.Buitengew.L.O.) Zie de toelichting bij volgn. 542 der uit gaven. Volgn. 157a. Overige inkomsten ter zake van het bijzonder voorbereidend lager onder wijs (nieuw volgnummer). Op dit volgnummer werd o. a. verant woord de ontvangen vergoeding voor het bezoeken van een bijzondere bewaarschool door leerlingen uit andere gemeenten. Volgn. 179a. Ontvangsten ter zake van de bedrijfssport (nieuw volgnummer) Zie de toelichting bij volgn. 661a der uitgaven. Volgn. 184. Subsidie van de Provincie in de kosten van verpleging van behoeftige krank zinnigen en zwakzinnigen Zie de toelichting bij volgn. 693 der uit gaven. Volgn, 186. Bijdragen van particulieren in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen Zie de toelichting bij volgn. 693 der uit gaven. Volgn. 188. Subsidie van de Provincie in de kosten van de gemeentelijke voor- en nazorg- dienst Zie de toelichting bij volgn. 695 der uit gaven. Volgn. 217Overige inkomsten ter zake van handel en nijverheid Zie de toelichting bij volgn. 7396 der uitgaven. Volgn. 220. 150 opcenten op de hoofdsom der personele belasting: b. betreffende het vorige belastingjaar De verantwoording van het bedrag van 107.153.13 op dit voor „memorie" uitge trokken onderdeel is een gevolg van de wijziging bij Kon. besluit van 15 Augustus 1945 (Stbl. F 139) Van het belastingjaar van de Personele belasting. Volgn. 221. Uitkering van het Rijk wegens ondernemingsbelasting a. betreffende het op het dienstjaar be trekking hebbende belastingjaar Zie de toelichting bij volgn. 752a der uitgaven. Hoofdstuk XIII 6. Reinigings- en Ont- smettings dienst. Volgn. 240. Uitkering van het bedrijf wegens: b. Aflossing Zie de toelichting bij volgn. 798 der uit gaven. 24.525.49 141.043.— 10.037.74 41.992.42 8.868.92 336.27 1.284.- 25.401.23 10.535.92 521.34 750.— 107.153.13 1.279.963.14 683.36

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 16