155 komende kosten bedroegen ƒ43.een be drag van 21.was uitgetrokken. Volgn. 739a. Kosten van instandhouding van het Gemeentelijic Filmarchief nieuw volg nummer) 25. Tot de toevoeging aan de begroting voor 1946 van bovenstaande post met de daar achter vermelde som van 25.werd door Gedeputeerde Staten bij schrijven van 29 Mei/6 Juni 1946, B no. 13493/11 (3e afd.), G.S. no. 2 machtiging verleend. Volgn. 739b. Kosten van deelneming in het door de vereniging tot ijsbestrijding bijeen gebracht garantiefonds ten behoeve van de ijs bestrijding op de vaarwegen in en om Leiden (nieuw volgnummer)1.203. Het aandeel der gemeente over het winter seizoen 1946/1947 bedroeg 1.203.waarin door de Stedelijke Lichtfabrieken 750. werd bijgedragen. Zie de verhoging van volgn. 217 der ont vangsten „Overige inkomsten ter zake van handel en nijverheid" met 750. Volgn. 748. Kosten van toezicht op en van invordering van de plaatselijke belastingen a. Jaarwedden2.464.38 De uitgaven hebben bedragen 9.967.38, zodat de beschikbaar gestelde som ad 7.503.met 2.464.38 moet worden ver hoogd. Het bedrag van ƒ2.464.38 kan worden afgeschreven van volgn. 820 A „Kosten van salaris- en loonsverhoging van het gemeente- personeel". b. Verdere kosten op de invordering vallende 883.77 De uitgaven ter zake hebben bedragen ƒ4.630.77; een bedrag van 3.747.was uitgetrokken. Deze overschrijding is in hoofdzaak een gevolg van de hoge kosten van invordering van de belasting op toneelvertoningen enz. De opbrengst van deze belasting, welke was uitgetrokken op 100.000.bedroeg 343.095.96. In verband hiermede waren de drukwerkkosten voor registers van toegangs bewijzen enz. uiteraard belangrijk hoger dan geraamd was. Volgn. 749a. Restitutie aan het Rijk van te veel op voorschot ontvangen uitkering be treffende de opcenten op de winstbelasting (nieuw volgnummer)957.94 Ter zake moest een bedrag van 975.94 aan het Kijk worden gerestitueerd. Volgn. 749b. Restitutie aan het Rijk van te veel op voorschot ontvangen uitkering wegens opcenten op de hoofdsom der grond belasting op de ongebouwde, eigendommen (nieuw volgnummer)3.83 Een bedrag van 3.83 moest worden terugbetaald. Volgn. 749c. Restitutie aan het Rijk van te veel op voorschot ontvangen uitkering tvegens opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen (nieuw volg nummer)500. Een bedrag van 500.moest worden terugbetaald. Volgn. 749d. Restitutie aan het Rijk van te veel op voorschot ontvangen uitkering wegens ondernemingsbelasting (nieuw volgnummer) 14.008.05 Een bedrag van 14.008.05 moest worden terugbetaald. Volgn. 752. Aandeel van het Rijk in het hotelvergunnings- en verlofsrecht1.12.50 Het aandeel van het Kijk bedroeg 687.50 een bedrag van 575.was uitgetrokken. Volgn. 752a. Uitkering aan Hoofdstuk I van de gewone dienst van het aandeel in de achterstandsuitkering wegens ondernemings- belasting over de dienstjaren 1942 tfm 1945 642.837.52 Op volgn. 221 van Hoofdstuk XII van de gewone dienst, welk volgnummer voor „me morie" is uitgetrokken, is 1.279.963.14 ver antwoord wegens ontvangen ondernemings belasting, in welk bedrag 1.055.280.is begrepen aan achterstandsuitkering wegens ondernemingsbelasting over de jaren 1942 t/m 1946. Overeenkomstig de circulaire van Ged. 364.02 174.87 Staten van 18/21 Maart 1947, B no. 4781/45 (3e Afd.) G. S. no. 303/1 is bij Raadsbesluit van 2 Augustus 1948 (Ingek. Stukken Xo. 137) het in laatstgenoemd bedrag begrepen gedeelte ad 642.837.52 wegens achter standsuitkering over de jaren 1942 t/m 1945 op Hoofdstuk I van de gewone dienst 1946 in ontvang gebracht. Van dit bedrag is 601.044.85 aangewezen ter dekking van het (vermoedelijK) nadelig exploitatie-saldo van de gewone dienst .1944, terwijl het restant ad 41.792.67 is bestemd ter gedeeltelijke dekking van het (vermoedelijk nadelig ex ploitatie-saldo ad ƒ3.143.405.27 van de ge wone dienst .1945. De uitkering door Hoofdstuk XII aan Hoofdstiik I van het bedrag van 642.837.52 moet echter alsnog op eerstgenoemd hoofd stuk worden geregeld. Zie ook de verhoging van volgn. 221 der ontvangsten „Uitkering van het Bijk wegens ondernemingsbelasting" met 1.279.963.14. Hoofdstuk XIII 4 Openbaar Slachthuis Volgn. 785. Uitkering aan het bedrijf wegens b. Rente van in rekening-courant bij de Gemeente-Ontvanger gedeponeerde gelden f De uitgaaf ter zake bedroeg ƒ364.02; de post was op „nihil" uitgetrokken. Hoofdstuk XIII 5 Grondbedrijf Volgn. 790. Uitkering aan het bedrijf wegens b. rente van in rekening-courant bij de Gemeente-Ontvanger gedeponeerde gelden De uitgaaf ter zake heeft bedragen ƒ5.124.87; een bedrag van ƒ4.950.was uitgetrokken. Hoofdstuk XIII 6 Reinigings- en Ont- smettingsdienst Volgn. 797. Uitkering aan het bedrijf wegens c. rente van in rekening-courant bij de Gemeente-Ontvanger gedeponeerde gelden De uitgaaf ter zake bedroeg ƒ34.41; een bedrag van 5.was uitgetrokken. Volgn. 798. Bijdrage aan Hoofdstuk XIII 6 van de kapitaaldienst De aflossing van de Reinigings- en Ont- smettingsdienst bedroeg over 1946 ƒ14.776.36, d.i. ƒ683.36 meer dan de ge raamde som ad 14.093.volgn. 798 moet derhalve met 683.36 worden verhoogd. Zie in verband hiermede de verhoging van volgn. 240b der ontvangsten van de gewone dienst „Aflossing" en op de kapi taaldienst van volgn. 953 „Bijdrage van Hoofdstuk XIII 6 van de gewone dienst", beide met 683.36. Aangezien op het ogenblik voor de Reini gings- en Ontsmettingsdienst niet behoeft te worden geleend, kan de ontvangst ad 683.36 niet in mindering van de post „Geldlening" worden gebracht. Volgn. 806. Voorschotten aan ambtenaren der gemeente ten einde daaruit voorlopige betalingen ten behoeve der gemeente te doen 29.973. Aan de Distributiedienst werd een extra voorschot van 40.000.verleend in ver band met de betaling van salarisverhogingen. Aangezien enkele andere uitgetrokken voorschotten niet behoefden te worden uit gekeerd, o.a. 10.000.voor de Lucht beschermingsdienst, is een verhoging van de post met 29.973.voldoende. Zie de verhoging van volgn. 245 der ont vangsten „Teruggave van voorschotten aan ambtenaren verstrekt, voor het doen van uitgaven ten behoeve van de gemeente" met eveneens 29.973. Volgn. 808. Rente en provisie van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen gelden26.393.62 De uitgaven ter zake hebben bedragen ƒ92.893.62, d.i. 26.393.62 meer dan de uitgetrokken som van 66.500. De oorzaak van deze overschrijding is, dat aan kasgeld belangrijk meer moest worden opgenomen dan geraamd was. Volgn. 809. Kosten van aanschaffing van 29.41 683.36

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 13