MAANDAG 18
OCTOBER 1948.
191
Schoonhouden van schoollokalen in het v.m. Centraal
(Jongeleen.) Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis; e.a.
het gesticht Endegeest was een Leidenaar (Kukler) de
laagste inschrijver. In het overleg met de Chef van de Tech
nische Dienst drong deze er op aan, het werk niet aan de
Leidse firma, waarover hij vele klachten had vernomen, te
gunnen, maar aan de N.V. „Cemsto". Spreker heeft verklaard,
daartoe niet bereid te zijn. Op het ogenblik is het werk van
de Leidse firma tamelijk goed.
Spreker moet nu en dan de juistheid van klachten over
het werk van de N.V. „Cemsto" erkennen; hij geeft steeds
de klachten door aan de opzichter, die op het daarbij betrokken
onderdeel toezicht houdt.
Er zijn ook personen, die vol lof zijn over de wijze, waarop
de N.V. „Cemsto" haar zaken behartigt.
Spreker heeft er overwegend bezwaar tegen, een paar
schoollokalen nit het geheel te nemen en aan een particulier
het schoonhouden daarvan op te dragen. Bovendien weet
spreker niet, of dehesteksvoorwaarden van de N.V. „Cemsto"
dit zouden toelaten.
In elk geval wordt hier door de N.V. „Cemsto" een zeer
voordelig aanbod gedaan, waarmee het College geheel accoord
kan gaan, en spreker heeft er overwegend bezwaar tegen,
deze gang van zaken nu plotseling te doorbreken en hierbij
particuliere werksters aan te stellen. Trouwens, toen er in
Leiden inderdaad particuliere werksters bij de scholen werk
zaam waren, waren er ook verschillende klachten. Daarbij
heeft zich eens het typerende geval voorgedaan, dat het hoofd
van een bepaalde school een werkster, die op die school
werkzaam en zeer goed voor haar werk was, in eigen particu
liere dienst heeft overgenomen; deze werkster heeft toen
ontslag genomen bij de N.V. „Cemsto" en is op die school
vervangen door een andere werkster, over wie wel klachten
rezen. Soms zijn er inderdaad wel eens redenen om zich
kwaad te maken over deze werksters, maar anderzijds ver
dient de N.V. Cemsto" ook wel waardering voor de wijze,
waarop zij dit werk heeft uitgevoerd. De N.V. „Cemsto"
ondervindt grote moeilijkheden ten aanzien van het personeel,
de materialen en hulpmiddelen, welke moeilijkheden zij
vroeger niet had. Spreker wijst dus het denkbeeld van de
heer van Oijen af.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(Tijdens de behandeling van dit agendapunt zijn de heren
Hendriks en Kortmann ter vergadering gekomen.)
X. Voorstel tot liet verlenen van medewerking aan het
bestuur van de Inrichting voor Liefdadigheid voor U.K. tot
aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
gewoon lager onderwijs aan het Rapenburg 48. (178)
XI. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het
bestuur der Gereformeerde Schoolvereniging tot aanschaffing
van leermiddelen voor zijn school voor gewoon lager onderwijs
aan de Hooglandse Kerkgracht 20a. (177)
XII. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het
bestuur van de Gereformeerde Schoolvereniging tot aan
schaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
uitgebreid lager onderwijs aan de Hooglandse Kerk
gracht. (178)
XIII. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het
bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid" tot uitbreiding
van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan het
Levendaal 54. (179)
XIV. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het
bestuur van de Gereformeerde Schoolvereniging tot verbetering
van de verwarming van zijn schoolgebouw aan de Hoog
landse Kerkgracht en tot het afwijzen van zijn verzoek om
medewerking tot het aanbrengen van een dubbele beglazing
van vier lokalen van zijn school voor U.L.O. aan de Hoog
landse Kerkgracht. (190)
XV. Voorstel inzake het toekennen van vergoedingen ten
behoeve van het bijzonder lager onderwijs en van bijdragen in
de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs over het jaar
1945. (i81)
XVI. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden ten
behoeve van de bestrijding der kosten verbonden aan een te
Gent gehouden kunsttentoonstelling Leiden-Nijmegen. (182)
Beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van een
(Knetseh e.a.) te Gent gehouden tentoonstelling; e.a.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen X tot en
met XVI besloten.
(Tijdens de behandeling van punt 13 is de heer de Hosson
ter vergadering gekomen.)
XVII. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden ten
behoeve van het schoonmaken van een aantal grachten en
sloten. (183)
De heer Knetscli zegt, dat blijkens de stukken, die ter
visie hebben gelegen, het grondloon 0.60 per uur bedraagt.
De post arbeidslonen zal bij dit werk in totaal 18.000.
bedragen. Spreker acht deze raming echter te laag. Het is
niet juist dat het grondloon ƒ0.60 per uur bedraagt; dit
bedrag wordt verhoogd, als algemene verhoging, met 10
en wordt dus ƒ0.66; bovendien wordt in Leiden een stand
plaatstoelage verstrekt ad 0.70 per dag aan de daar werk
zame arbeiders, zodat - het totale loonbedrag zeker ruim
4.000.hoger zal zijn dan het in het Ingekomen Stuk
geraamde bedrag van 18.000.Het weekloon zou dus
ruim 30.kunnen bedragen. Het is echter ook mogelijk,
dat het werk in accoord wordt uitgevoerd, zoals het tot nog
toe de gewoonte is geweest. In dat geval mag het uurloon
van 0.66 met 20 worden verhoogd, waardoor het weekloon
kan stijgen tot 42.46, waartegenover staat, dat het werk
dan in minder tijd gereed kan zijn.
Volgens spreker zijn de kosten wegens arbeidslonen
4.000.te laag geraamd.
Mevrouw van Staveren heeft uit de stukken, welke in de
leeskamer ter inzage hebben gelegen, vernomen, dat aan
dit object 30 arbeiders gedurende 20 weken tegen een uurloon
van 0.60 zullen werken. Bij een 48-urige werkweek betekent
dit, dat de te werk gestelde arbeiders aan loon nog geen
29.zullen verdienen, bij een volle werkweek. Spreekster
verwacht geen tegenspraak in de Raad, wanneer zij zegt,
dat onder de huidige omstandigheden dit loon te enen male
als onvoldoende moet worden beschouwd om in de meest
elementaire levensbehoeften te voorzien. Gaarne zal spreekster
vernemen, of het niet mogelijk is het loon te verhogen door
de toekenning van toeslagen voor kleding en schoeisel,
hetgeen in verband met de aard van deze werkzaamheden
zeker dringend nodig is.
De heer Jongeleen zegt, dat het bedrag van 18.000.
de raming van het grondloon is. Het is het College niet bekend,
met welke som dit geschatte bedrag moet worden verhoogd,
wanneer het werk in accoord wordt uitgevoerd. Het is
mogelijk, dat het werk dan in minder dan de geraamde tijd
gereed zal zijn. Het College kan dan ook niet zeggen, of het
gevraagde crediet zal worden overschreden dan wel te groot
zal blijken te zijn.
Spreker is het met mevrouw van Staveren eens, dat de
lonen aan de lage kant zijn. Het werk zal echter worden uit
gevoerd als een D.U.W.-object; de lonen van de D.U.W.
zijn nu eenmaal zo; de gemeente mag daarop geen toe
slagen geven.
Een andere vraag is, of de gemeente niet kan pogen, deze
lonen verhoogd te krijgen. Spreker vreest, dat dit niet zal
gelukken, waarom hij te dien aanzien geen enkele toezegging
kan doen.
De heer Knetscli kan zich in het geheel niet verenigen met
het betoog van de Wethouder. Volgens de thans bekend
zijnde cijfers staat het vast, dat het uurloon 0.66 zal be
dragen, en dat ook in Leiden 10 standplaatstoelage tot
een maximum van 0.70 per dag wordt toegekend.
Volgens de op het ogenblik bekende gegevens zal het loon
dus ongeveer ƒ38.01 per week bedragen; dat staat als een
paal boven water. Bovendien zal, wanneer in accoordloon
wordt gewerkt, het totale loonbedrag niet stijgen, aangezien
dan het aantal werkuren verminderd zal worden. Door
accoordloon zullen wel de bijkomende kosten verlaagd
worden, maar de vaste kosten blijven even hoog. De bewering
van de Wethouder, dat er alleen 0.60 per uur betaald
wordt, is dus onjuist; er wordt in elk geval betaald ƒ0.66
per uur plus 0.70 standplaatstoelage per dag.
De heer Jongeleen ontkent tegenover mevrouw van
Staveren te hebben toegegeven dat het loon in de door de
Dienst Uitvoering Werken (D.U.W.) uitgevoerde objecten
ƒ0.60 bedraagt; hij heeft alleen beweerd, dat hij persoonlijk
het loon ook niet zo hoog vindt, maar hij heeft over de
bedragen van het uurloon niet gesproken. Ook spreker is