MAANDAG 13 SEPTEMBER 1948.
177
Benoeming lerares in de Engelse (aal aan de H.B.S.
(Woudstra.) met 5-jj. cursus; e.a.
VIII. Benoeming van een lerares in de Engelse laai aan de
II. B. S. met 5-jarige cursus. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen mevr. J. E.
WissenburghRavesteyn, zulks met ingang van 1 September
1948.
IX. Benoeming van een leraar in de wiskunde en de mecha
nica aan de II. B. S. met 5-jarige cursus. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen de heer
ir. J. B. Grandjean, zulks met ingang van 1 September 1948.
X. Benoeming van een lijdelijk leraar in hel Nederlands aan
de II. B. S. met 5-jarige cursus. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen de heer
B. M. Noach, zulks met ingang van 1 September 1948, tot
wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van de cursus
1948/1949.
XI. Benoeming van een lerares in de muziek aan de II. B. S.
voor Meisjes. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen mej. S.
Kruyt, zulks met ingang van 1 September 1948.
XII. Benoeming van een lerares in de Engelse laai aan de
II. B. S. voor Meisjes. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen mej. H. van
Laar, zulks met ingang van 1 September 1948.
XIII. Benoeming van een lijdelijk lerares in de plant- en
dierkunde aan de H. B. S. voor Meisjes. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen mej. M. L. W.
Baron, zulks met ingang van 1 September 1948, tot weder
opzeggens, doch uiterlijk voor de duur van de cursus 1948/1949.
XIV. Benoeming van een tijdelijk leraar in het Duits aan
de II. B. S. voor Meisjes. (145)
Wordt benoemd met algemene (34) stemmen de heer
Dr A. J. M. Bus, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor de
duur van de cursus 1948/1949.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de
genomen moeite.
XV. I*i •aeadvies op het verzoek van F. A. Schildluizen Sr
om ontslag als ambtenaar van de burgerlijke stand. 14(>)
XVI. V oorstel om aan T. L. Groenendijk, onderwijzer aan
de opleidingsschool voor Gymnasium en II. B. S. aan de
Kernstraat, op zijn verzoek ontslag (e verlenen. (147)
XVII. V oorstel om liet hoofd van de opleidingsschool aan de
Medusastraat te stellen aan het lioofd van de opleidingsschool
voor u. 1. o. aan de Eangehrug A. (1411)
XVIII. Voorstel tot liet overplaatsen van mej. E. E. K.
Scholz, onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium
en II. B. S. aan de Kernstraat naar de opleidingsschool voor
Gymnasium en H. II. S. aan de Cronesteinkade. (149)
XIXa. Voorstel tot het beschikhaarstellen van gelden ten
behoeve van de centrale verwarmingsinstallaties van enige
schoolgebouwen en het politiebureau. (19,r>)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achter
eenvolgens overeenkomstig de voorstellen XV tot en met
XlXa besloten.
XIXb. Voorstel inzake het beschikbaar slcllen van gelden
voor de verdere inrichting van de afdeling voorbereidend lager
onderwijs van de Montessorischool aan het Schuttersveld.
(Kill)
De heer Woudstra zal zich met dit voorstel verenigen, al
is het in feite een doorbreking van het vroegere raadsbesluit,
geen nieuwe openbare scholen voor kleuteronderwijs te
stichten c.q. geen nieuwe bijzondere scholen voor kleuter
onderwijs te subsidiëren. Spreker heeft zich destijds niet
tegen het voorstel inzake de Montessori-kleuterschool verzet
en zal zich op-die grond niet tegen het thans aan de orde zijnde
Beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van de
(Woudstra e.a.) Montessorischool a. h. Schuttersveld e.a.
voorstel verzetten. Spreker herhaalt echter de destijds door
hem gemaakte opmerking, dat gelden gevraagd werden voor
een nieuwe openbare kleuterschool, terwijl er vier niet-ge-
subsidieerde bijzondere kleuterscholen zijn. Het is spreker
bekend, dat de positie van het kleuteronderwijs de aandacht
van de Wethouder heeft; het gevolg daarvan is o.a. geweest,
dat deze zaak naderhand in de Commissie voor het Onderwijs
is besproken. Het resultaat is echter tot nu toe steeds uitge
bleven.
De positie van het bijzonder kleuteronderwijs is zeer
zorgwekkend, de verenigingen kampen met buitengewoon
grote financiële zorgen. Spreker verzoekt de Wethouder met
aandrang, deze zaak met alle energie bij de hogere instanties
te verdedigen, opdat aan deze toestand, die een toestand van
onrecht is, een einde kome.
De heer van Schaik deelt niet de mening van de heer
Woudstra, dat in deze sprake is van een doorbreking van een
indertijd genomen besluit. Het voorstel is een noodzakelijk
gevolg van de omzetting van een openbare school voor ge
woon lager onderwijs in een openbare school voor Montessori-
onderwijs. Aan een school voor Montessor-i-onderwijs be
horen namelijk klassen voor voorbereidend Montessori-
onderwijs verbonden te zijn.
Deze school is dan ook geen Montessori-voorbereidende
school, doch aan deze school is thans een Montessori-voor
bereidende klasse verbonden. Dat is het verschil in standpunt
tussen de heer Woudstra en spreker.
Spreker is verder te dezer zake diligentzodra dit mogelijk
is, kan men van hem een voorstel ten aanzien van het voor
bereidend onderwijs verwachten. Het ligt spreker in het
geheel niet, wanneer hij met zaken, ten aanzien waarvan een
spoedige behandeling nodig is, moet wachten. Een voorstel
op dit punt zal zo spoedig mogelijk aan de orde gesteld worden
spreker zegt met de grootst mogelijke nadruk toe, dat hieraan
al het mogelijke gedaan zal worden.
De heer Woudstra deelt het standpunt van de Wethouder
ten aanzien van het karakter van deze school niet.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter doet thans de deuren sluiten.
Xa enige tijd wordt de openbare vergadering hervat.
XXXI. V oorstel:
a. tot liet bouwen van 120 montagewoningen ten Zuid-
Westen van de Lage Morsehweg
I». inzake het onderhands opdragen van de bouw van de
sub a bedoelde woningen aan de X. V. Montagebouw
Houtindustrie in oprichting te Amersfoort. (19-)
De heer Lomhert onderschrijft de opmerking, door het
College in het Ingekomen Stuk gemaakt, dat de bouw van
deze 120 montagewoningen niet in alle opzichten kan worden
toegejuicht. In de eerste plaats omdat hier een woningtype
wordt ingevoerd, dat geheel- afwijkt van het tot nu toe in de
steden toegepaste systeem van woningbouw. Dit zou op
zich zelf nog geen bezwaar behoeven te zijn, ware het niet,
dat dit woningtype een belangrijke achteruitgang betekent,
wegens het ontbreken van een aparte keuken en het invoeren
van de z.g. woonkeuken. Een dergelijke bouwwijze moge in
sommige plattelandsgemeenten en dan nog in hoofdzaak bij
de boeren worden gewaardeerd, ook ten plattelande, en vooral
bij de arbeiderswoningbouw, heeft deze z.g. woonkeuken reeds
lang plaats moeten maken voor de aparte keuken, hetgeen
overigens zeer begrijpelijk is.
Van de andere aan dit systeem klevende fouten noemt
spreker allereerst het verloren gaan van veel nuttige ruimte
op de bovenverdieping, al geeft hij toe dat veel van het archi
tectonisch aspect verloren zou gaan wanneer de voorgevels
hoger werden opgetrokken.
Of dit woningtype zal voldoen, zal de toekomst leren.
Xaar sprekers mening verdient het aanbeveling, tot verdere
toepassing van deze montagebouw niet over te gaan dan nadat
men met dit woningtype ervaring heeft opgedaan. Spreker
vreest nl. dat in de pra-ctijk zal blijken dan aan de normale
bouw verre de voorkeur gegeven zal moeten worden. Het is
voor spreker ook nog een open vraag, of deze in de fabriek
gemaakte binnenmuren ook maar enigszins zullen voldoen
aan redelijke eisen van geluids- en warmte-isolerend vermogen.
Spreker wijst ook nog op de veel te kleine en veel te ondiepe
gootsteen.
Waarom prefereert de Dienst van de Wederopbouw dit