93
N°. 115. Leiden, 21 Juni 1948.
Het Bestuur van de Avondtekenscliool van de Nederlandse
Booms-Katholieke Volksbond, afdeling Leiden, verzoekt in
verband met het voornemen zijn school uit te breiden met
een cursus voor de ceramische bedrijven de daarvoor nodige
verklaring te willen verstrekken.
Aangezien wij met de Commissie voor het Onderwijs van
mening zijn, dat het verzoek dient te worden ingewilligd,
geven wij U, met verwijzing naar de ter inzage gelegde
adviezen van de werkgevers- en werknemersorganisaties, in
overweging te verklaren, dat uitbreiding van de Avond-
tekenschool van de Nederlandse Booms-Katholieke Volks
bond, door toevoeging van een cursus voor de ceramische
bedrijven, nodig wordt geacht.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 116. Leiden, 21 Juni 1948.
Bij besluit van de tijdelijke Gemeenteraad d.d. 22 Juli 1946
(Ingek. Stukken No. 89) werd o. m. een crediet van 400.
beschikbaar gesteld voor het inrichten van een tijdelijk
speelterrein op het Schuttersveld, ten behoeve van de Ver
eniging „Maredijkkwartier".
Het speelterrein werd ingericht op het gedeelte van het
Schuttersveld, dat grenst aan het bestrate parkeerterrein.
Bij het gebruik is gebleken, dat de huidige plaats van het
speelterrein moeilijkheden oplevert.
In verband hiermede heeft de Leidse Bond van Speeltuin
verenigingen namens de Vereniging „Maredijkkwartier"
verzocht om de speeltuin te willen verplaatsen naar het
gedeelte van het Schuttersveld aan de zijde van de Maredijk,
op de kaart met groene arcering aangegeven, welk terrein
hiervoor meer geschikt is.
De kosten van verplaatsing en inrichting van het nieuwe
tijdelijke speelterrein worden geraamd op 2.200.welk
bedrag ten laste van de kapitaaldienst zal worden gebracht
om, aanvangende met het jaar 1948, in drie jaren te worden
afgeschreven. Onder deze kosten zijn o. m. begrepen het
maken van een eenvoudige brug met afsluithek over de
sloot aan de Maredijk, dienende voor toegang tot het terrein,
en het maken van een zandbak.
Hoewel wij met de Commissie van Fabricage betreuren,
dat thans opnieuw gelden voor dit speelterrein moeten wor
den beschikbaar gesteld, zijn wij toch van oordeel, dat tot
de verplaatsing van het terrein dient te worden overgegaan.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde
stukken en in overeenstemming met het advies van genoemde
commissie, geven wij Uw Vergadering mitsdien in over
weging om, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
een bedrag van 2.200.beschikbaar te stellen ten behoeve
van de verplaatsing en inrichting van het tijdelijke speel
terrein op het Schuttersveld, ten behoeve van de Vereniging
„Maredijkkwartier" en daartoe vast te stellen de hierbij
overgelegde begrotingsstaat, model D, No. 23, tot wijziging
van de gemeentebegroting, dienstjaar 1948.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 117. Leiden, 21 Juni 1948.
Van de 51 bij raadsbesluit van 19 December 1938
onbewoonbaar verklaarde woningen werd laatstelijk bij
besluit van Uw Vergadering van 2 Juni 1947 (Ingek. Stukken
No. 100) voor 6 woningen de termijn van ontruiming met
een jaar verlengd, en wel tot 3 Juli 1948.
Aangezien de bewoners van deze woningen, in verband met
het nijpende woninggebrek in deze gemeente, nog steeds geen
andere passende woning hebben kunnen verkrijgen en het
niet te verwachten is, dat binnenkort met de uitvoering van
het saneringsplan ter plaatse een aanvang kan worden
gemaakt, dient de genoemde termijn wederom te worden
verlengd. Onder de huidige omstandigheden kan o. i., met
toepassing van het bepaalde in art. 25, lid 5, van de Woning
wet, de termijn van verlenging weder worden bepaald op
één jaar.
Wij geven Uw Vergadering derhalve in overweging, be
houdens goedkeuring van Gedeputeerde Staten der provincie
Zuid-Holland, te bepalen, dat uiterlijk 3 Juli 1949 moeten
zijn ontruimd de woningen 4e Binnenvestgracht No. 45,
Geerestraat No. 3 en le Gortestraat Nos. 13, 31, 35 en 37.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 118. Leiden, 21 Juni 1948.
In Uw Vergadering van 22 Maart 1948 (Ingek. Stukken
No. 52) werd besloten, om zo nodig gedurende het 2e kwartaal
1948 kasgeldleningen aan te gaan tot een maximum bedrag
van ƒ2.500.000.—.
Met het oog op de gedurende het 3e kwartaal 1948 aan de
gemeentekas te stellen eisen is het nodig, dat ook in dat
kwartaal tot opneming van kasgelden kan worden over
gegaan.
De kaspositie van de gemeente is momenteel van die aard,
dat verwacht mag worden, dat voor het 3e kwartaal 1948
eveneens met een maximum bedrag van 2.500.000.voor
kasgeldleningen zal kunnen worden volstaan.
Wij geven Uw Vergadering in overweging, behoudens
goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te besluiten gedurende
het 3e kwartaal 1948 zo nodig kasgeldleningen aan te gaan
tot zodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal
de kasschuld, met inbegrip van het in rekening-courant bij
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten op te nemen
bedrag, de som van 2.500.000.te boven gaat, onder de
voorwaarden als door ons College zullen worden gesteld, met
dien verstande, dat de voorgeschreven maximum rente
normen worden in acht genomen en verder dat geen hogere
provisie dan berekend naar 1/8 per jaar zal worden betaald.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 119. Leiden, 21 Juni 1948.
Het is nodig met de gemeenten Leimuiden en Bijnsater-
woude overeenkomsten aan te gaan omtrent de levering van
electriciteit.
De ontwerp-overeenkomsten, welke in de leeskamer ter
inzage liggen, bevatten geheel overeenkomstige bepalingen
als contracten, aangegaan met de gemeenten Alkemade,
Leiderdorp, Noord wij ker hout en Warmond (Ingekomen
Stukken 1947 No. 203) en met de gemeente Valkenburg
(Ingekomen Stukken 1948 No. 54).
In overeenstemming met het advies van Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, stellen wij
U voor te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
levering van electriciteit met de gemeenten van Leimuiden
en Bijnsaterwoude, overeenkomstig de hierbij overgelegde
ontwerpen.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 120. Leiden, 21 Juni 1948.
In 1945 werd, in verband met de onrustbarende omvang
van de tuberculose en het grote tekort aan verpleegruimte
ten behoeve van lijders aan die ziekte, de Stichting voor
Tuberculosebestrijding te Leiden opgericht, welke stichting,
daartoe in staat gesteld door de offervaardigheid van instel
lingen en burgers, in het voormalige hotel „Sole Mio" te
Noord wijk een herstellingsoord van die naam voor lijders
aan tuberculose inrichtte.
In het sanatorium worden patiënten opgenomen uit het
gebied, over hetwelk zich de bemoeiingen van het Districts-
Consultatiebureau Leiden uitstrekken.
Het sanatorium voorziet in een grote behoeftede patiënten
genieten er een uitstekende verpleging. Het heeft echter met
ernstige financiële moeilijkheden te kampen. Over 1947
bedroeg de kostprijs per verpleegdag 6.71. Vanwege het
Directoraat-Generaal voor de Prijzen mocht echter slechts
een bedrag van ten hoogste 5.per dag in rekening worden
gebracht. Aangezien de Stichting slechts over zeer geringe
inkomsten, andere dan verpleeggelden, beschikt, is dienten
gevolge een belangrijk tekort op de exploitatie over dat jaar,
n.l. van 1.68 per verpleegdag, ontstaan.
Het bestuur van de stichting heeft aan de gemeenten, uit
welke de in het sanatorium verpleegden afkomstig zijn, om
een bijdrage verzocht, gelijk aan het tekort op de verpleging
van de uit elk dier gemeenten afkomstige patiënten.
Ons College is van oordeel, dat aan dat verzoek, voor wat
Leiden aangaat, gevolg dient te worden gegeven, evenwel
voor zoveel het patiënten uit deze gemeente betreft, die door
tussenkomst van de Vereniging tot Bestrijding der Tuber
culose in het sanatorium zijn opgenomen. Gelijk Uw Ver
gadering bekend is, worden de kosten van verpleging van
die patiënten, voor zoveel zij financieel niet in staat zijn