86
Met verwijzing naar het terzake door de Commissie van
Fabricage uitgebrachte advies en naar de overige, in de
Leeskamer ter inzage gelegde stukken, geven wij Uw Ver
gadering in overweging de exploitatie van de buffetten van
de Stadsgehoorzaal bij verlenging wederom voor de tijd van
één jaar, van 1 Mei 1948 tot 1 Mei 1949, te verpachten
aan W. F. van Ingen Schenau Jr, te Leiden, tegen de huidige
pachtsom van 3.000 per jaar en verder onder de be
staande voorwaarden.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 99. Leiden, 24 Mei 1948.
Bij schrijven van 23 April j.l. verzochten Gedeputeerde
Staten het raadsbesluit dd. 22 Maart j.l., betreffende de
vaststelling van de nieuwe tarieven voor het huren van de
gemeentelijke gymnastieklokalen, in die zin aan te vullen,
dat de vaststelling geschiedt voor een termijn van ten hoogste
10 jaren.
Aangezien hiertegen bij ons College geen bezwaar bestaat
geven wij Uw Vergadering in overweging het bovenbedoelde
raadsbesluit aan te vullen met de volgende bepaling:
c. het onder a en b bepaalde geldt, behoudens eerdere
wijziging of intrekking, tot 1 April 1958.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 100. Leiden, 24 Mei 1948.
Bij schrijven van 24 April jl., No. 41485 E.W.W. (O),
deelde de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting
aan de gemeentebesturen mede, dat de Begering, in verband
met de sterk gestegen hosten voor onderhoud en de gebreken,
welke vele Woningwet-woningen ten gevolge van achter
stallig onderhoud vertonen, besloten heeft, ten einde een
verder verval van het onderpand van de leningen uit 's Eijks
kas te voorkomen, dienaangaande maatregelen te treffen.
Op een daartoe vóór 15 Juni a.s. tot genoemde Minister
gericht verzoek is deze bereid de aflossing op de schuld-
restanten van de door het Bijk aan de Gemeente verleende
bouwvoorschotten, voor zover deze vóór 9 Mei 1940 zijn
verstrekt, voor een termijn van 2 jaren, ingaande op de
a.s. vervaldatum (15 September) op te schorten. De daar
door beschikbaar komende gelden moeten worden gestort in
een in te stellen „Gemeentelijk fonds voor achterstallig onder
houd", welk fonds de Gemeente, na overleg met de besturen
van de desbetreffende woningbouwverenigingen, rekening
houdende met de sterkte van de bestaande onderhouds-
fondsen, naar behoefte zal aanwenden voor dekking van
de kosten van noodzakelijk achterstallig onderhoud, voor
komend bij de aan het fonds deelhebbende complexen.
De onderhavige regeling geschiedt geheel op basis van
vrijwilligheid, zodat het aan de besturen van de bouw
verenigingen vrij staat al dan niet aan de regeling hun
medewerking te verlenen. Een niet deelnemen aan de vorming
van het fonds zou echter tot de logische consequentie leiden,
dat voor het verrichten van onderhoudswerken geen bij
zondere middelen, ook geen aanvullende rijksvoorschotten,
ter beschikking komen. In een terzake met de besturen
gehouden bespreking verklaarden zich alle besturen bereid
tot medewerking.
Door de opschorting van de betaling van de bedoelde
aflossingsbedragen zal nu in het tijdsverloop van 2 jaren
over een aantal van 2.368 woningen een fonds worden ge
vormd van rond 344.000.Hoewel dit bedrag o. i. nog
niet toereikend zal blijken te zijn om daaruit al het nodige
achterstallige onderhoud te financieren, wordt het toch
mogelijk vele werkzaamheden te doen verlichten ter voor
koming van verder verval. Dat alle verenigingen mede
willen werken, wordt door ons dan ook zeer toegejuicht.
De onderhavige regeling komt uitsluitend ten goede aan
de onderscheidene woningcomplexen, welke gesticht zijn met
door het Bijk verleende voorschotten. De middelen van het
te stichten fonds mogen dus niet worden gebruikt voor
werkzaamheden aan de woningen, gesticht met gemeentelijke
voorschotten of waarvan de Bijksvoorschotten later door de
Gemeente zijn overgenomen.
Teneinde voor de hier bedoelde woningen ook over middelen
te beschikken om noodzakelijk achterstallig onderhoud te
kunnen laten verrichten, ware een zelfde gedragslijn als die
van het Bijk te volgen. In de bij het schrijven van de Minister
gevoegde richtlijnen wordt op het nemen van zulk een
maatregel gedoeld.
Indien de betaling van aflossing op de desbetreffende
voorschotten ook gedurende 2 jaren wordt opgeschort, zal
een bedrag van rond 75.400.op 1.251 woningen beschik
baar komen. Dit bedrag moet dan in een afzonderlijk in te
stellen fonds worden gestort.
Aangezien deze som, per woning gerekend, aanmerkelijk
minder is dan voor de Bijksvoorschotwoningen, zullen de
te verr'chten werkzaamheden slechts van beperkte omvang
kunnen zijn, maar toch menen wij U het nemen van deze
maatregel te moeten voorstellen.
In de aangeduide „richtlijnen" wordt nog medegedeeld,
dat ten aanzien van de verdeling van de middelen van het
Gemeentelijk fonds over de deelhebbende complexen het
gemeentebestuur beslist, rekening houdende met de gesteld
heid van de complexen en in overleg met de besturen der
belanghebbende woningbouwverenigingen. Ook ten aanzien
van het tweede fonds ware aldus te handelen.
Het ligt in onze bedoeling de besturen van de bouw-
\erenigingen uit te nodigen ons een opgave te doen
toekomen van de werkzaamheden, welke naar hun mening
tot instandhouding van de woningen noodzakelijk moeten
worden verricht en welke zij als achterstallig onderhoud
menen te moeten aanmerken. Nadat die opgaven door de
dienst van Gemeentewerken zijn beoordeeld, zouden wij in
verder overleg met de besturen de verdeling van de fondsen
willen doen plaats hebben.
Met het aanhangig maken van deze aangelegenheid bij
Uw Vergadering bedoelen wij voor het ogenblik alleen te
vernemen, of Uw Baad in principe bereid is aan de door het
Bijk getroffen regeling, voor zoveel de Gemeente daarbij is
betrokken, medewerking te verlenen en ten aanzien van de
gemeentelijke voorschotten een zelfde gedragslijn te volgen.
Bij de verdere uitvoering van de regelingen zullen nadere
besluiten van U worden gevraagd. De inkomsten en uit
gaven van beide fondsen moeten in de gemeente-begroting
en -rekening worden opgenomen, zodat daartoe een be
grotingswijziging aanhangig moet worden gemaakt. Verder
zal ten aanzien van de bijdragen in de exploitatie-tekorten,
welke de Gemeente indertijd aan onderscheidene bouw
verenigingen voor de tijd van 50 jaren heeft toegezegd,
moeten worden beslist, dat die bijdragen 2 jaren langer
zullen worden toegekend, terwijl ten slotte de termijn, waar
voor de bouwvoorschotten aan de verenigingen zijn toe
gekend, met 2 jaren moeten worden Verlengd.
Met verwijzing naar de volledige tekst van de Eijks-
regeling, in de Leeskamer ter inzage gelegd, geven wij Uw
Vergadering mitsdien in overweging te besluiten:
a. aan de regeling, door het Bijk getroffen inzake het op
schorten gedurende 2 jaren van de aflossing op de door het
Bijk verstrekte bouwvoorschotten, opgenomen in het schrijven
van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting dd.
24 April 1948, No. 41485 E.W.W. (O), voor zoveel de Gemeente
betreft, medewerking te verlenen;
b. ten aanzien van de door de Gemeente zelf toegekende
bouwvoorschotten een zelfde regeling toe te passen als is
opgenomen in het sub a genoemde schrijven.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 101. Leiden, 24 Mei 1948.
De gebouwen van de gestichten Endegeest c.a. zijn slechts
gedeeltelijk voorzien van een bliksembeveiligingsinrichting,
terwijl een deel van de aanwezige installatie in zo slechte
staat verkeert, dat vernieuwing noodzakelijk is. Het is
nodig de installaties op de paviljoens van Voorgeest te ver
nieuwen en op het kasteel Endegeest een installatie aan
te brengen.
De kosten van deze voorzieningen zullen, met inbegrip
van die, wegens door de Stedelijke Fabrieken, van Gas en
Electriciteit op de werkzaamheden uit te oefenen toezicht,
in totaal 5.262.bedragen. Dit bedrag kan worden ge
financierd uit het afschrijvings- en vernieuwingsfonds en
ware in 10 jaren uit de exploitatie af te schrijven.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
voor de gestichten Endegeest c.a., hetwelk bij de stukken
is gevoegd, geven wij U in overweging, behoudens goed
keuring van Gedeputeerde Staten, een bedrag van 5.262.
uit de middelen van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds van
de gestichten Endegeest c.a. beschikbaar te stellen voor het
vernieuwen, resp. aanbrengen van bliksembeveiligingsinstal
laties aan enige gebouwen van die gestichten, te bepalen, dat