MAANDAG 22
MAART 1948.
Ill
(D. J. van l)ijk e.a.)
in Nederland, waarvan slechts hun buitenlandse opdracht
gevers zouden kunnen profiteren.
Spreker eindigt met een citaat uit de geschriften van een
groot democraat, dat de kern van sprekers betoog, beter dan
hij het zelf kan, onderstreept en samenvat:
„Het sterkste argument voor de democratie is het geloof
aan de mens, aan zijn waarde, zijn geest en zijn onsterfelijke
ziel. Ethisch wordt de democratie gerechtvaardigd door de
poütieke verwezenlijking van de naastenliefde. Ik vat staat,
staatsleven en politiek, evenals het ganse menselijke leven
sub specie aeternitatis (in het licht der eeuwigheid) op.
De echte democratie is een discussie, een gesprek tussen
gelijken, de gedachtenwisseling in het openbaar van vrije
burgers. Dit is slechts daar mogelijk, waar de mensen elkaar
vertrouwen en de waarheid kunnen zeggen. De democratie is
een gesprek tussen gelijken; maar daarom vormt de demo
cratie niet enkel een politiek, maar ook een sociaal en econo
misch ideaal. Ware democratie betekent de overwinning der
ellende en het verbod der uitbuiting."
Dit schreef Thomas Masaryk, wiens zoon slechts door
zelfmoord getuigen kon van de toestand, waarin de democratie
zich in zijn land bevindt na de communistische staatsgreep.
De heer van Weizen legt de volgende verklaring af:
1°. dat de Communistische Partij Nederland zich beschouwt
als een Nederlandse partij2°. dat daaruit voortvloeit, dat
zij op grond van de parlementaire democratie dezelfde rechten
opeist, als elke andere partij meent voor zich te kunnen
opeisen; 3°. dat de aantijgingen tegen sprekers partij, in de
verklaring van de heer D. J. van Dijk gedaan, slechts blijk
geven van een totale verdraaiing der feiten en slechts de weg
effenen voor het neo-fascisme (dat zich reeds in verschillende
vormen begint te openbaren). Tegen de nieuwe aanval, welke
op sprekers partij wordt gedaan wegens de politiek, die zij
in Nederland voert, moet spreker met kracht protesteren.
II. Mededelingen.
De Voorzitter deelt mede, dat:
1°. Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het besluit
van de Raad d.d. 26 Januari 1.1., inzake het aangaamvan een
geldlening bij de Stichting „Spaarfonds voor personeel van
de Rotterdamse Lloyd".
2°. Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het besluit
van de Raad d.d. 19 Februari 1.1., inzake het aangaan van
een geldlening bij de Coöperatieve Levensverzekering Maat
schappij Concordia.
3°. Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het besluit
van de Raad d.d. 27 October 1947, inzake wijziging van het
uitbreidingsplan 1907 met betrekking tot de ontworpen
straat tussen de Rijnsburgersingel en de Aloëlaan.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten de mededelingen voor kennisgeving aan te nemen.
III. Ingekomen Stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Een schrijven van de heer C. T. Tielenburg, waarbij hij
mededeelt ontslag te nemen als lid van de Gemeenteraad.
2°. Een schrijven van de Voorzitter van het hoofdstem
bureau, aangewezen in artikel 34, tweede lid, der kieswet,
houdende toezending van zijn besluit, waarbij J. H. Riemens
benoemd is verklaard tot lid van de Raad.
3°. Een schrijven van Burgemeester en Wethouders van
Beerta, houdende verzoek om adhaesie te betuigen aan een
door de Raad dier gemeente aangenomen motie inzake de
lonen en de slechte toestanden, die heersen in de D.U.W.-
objecten.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens besloten deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen.
4°. Een schrijven van het bestuur der Vereniging voor
Christelijk Onderwijs te Leiden, houdende verzoek om mede
werking te verlenen aan de stichting van een schoolgebouw
voor gewoon lager onderwijs in het Zuidoosten van Leiden
buiten de Zoeterwoudse Singel.
(Voorzitter e.a.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten het schrijven te stellen in handen van Burgemeester
en Wethouders om praeadvies.
5°. Verslag van de werkzaamheden der Zuider-Commissie
tot Wering van Schoolverzuim te Leiden voor het jaar 1947.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten het schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
6". Een schrijven van Burgemeester en Wethouders van
Haarlemmermeer, ten geleide van een besluit van de Raad
dier gemeente inzake het voornemen van de Stichting
Nationaal Sportgebeuren om in het kader van de feestelijk
heden ter gelegenheid van het gouden regeringsjubileum van
Hare Majesteit de Koningin een z.g. ronde van Nederland
te houden, waarvan een gedeelte van het parcours op Zon
dagen zal worden afgelegd.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten het schrijven voor kennisgeving aan te nemen, daar
niet door de gemeente Leiden gereden wordt.
7°. Sollicitatie van de heer J. Bruins te Hilversum, als
onderwijzer aan de openbare school voor u.l.o.
8°. Een schrijven van de Inrichting van Liefdadigheid voor
Rooms-Katholieken, te Leiden, houdende verzoek mede
werking te verlenen voor het aanschaffen van leermiddelen
ten behoeve van haar school aan de Pelikaanstraat.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens besloten deze stukken te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders om praeadvies.
9°. Verzoek van Mevrouw J. M. Vijlbrief om verlof tot het
stellen van vragen aan Burgemeester en Wethouders betref
fende te verrichten reparaties aan woningen, gelegen aan de
Prinsenstraat en omliggende straten.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten het gevraagde verlof te verlenen en de interpellatie
te doen houden in de volgende vergadering.
IV. Onderzoek van de geloofsbrief van liet nieuw benoemde
lid van de Gemeenteraad, de heer J. H. Riemens (vacature
de heer C. T. Tielenburg).
De Voorzitter benoemt de heren Aalders, Smit en Balkestein
tot leden van de Commissie van Onderzoek en schorst ver
volgens de vergadering.
Na hervatting van de vergadering deelt de heer Aalders
namens de Commissie mede, dat de Commissie de geloofsbrief
in orde heeft bevonden, weshalve zij tot toelating van de
heer Riemens adviseert.
Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming besloten.
IVa. Voorstel tot liet vaststellen van een verordening,
houdende wijziging van die, regelende de samenstelling en de
werkwijze van de Commissie van Advies, bedoeld in artikel 8
van de Woonruimtewet 1947, Staatsblad No. H 291. (59)
De heer Riedel constateert, dat dit Ingekomen Stuk
achterna is gekomen, waardoor de Raadsleden niet in de
gelegenheid zijn geweest, het rustig te bestuderen. Men dient
of de stukken tijdig toe te sturen of het daarbij betrokken
punt eerst in een volgende vergadering aan de orde te stellen.
Indien spreker het goed ziet, is het de bedoeling, de
wijzigingen, welke door de Minister van Binnenlandse Zaken
zijn aangegeven, te omzeilen en door de instelling van een
gewijzigde commissie, die zou bestaan uit de leden, bedoeld
in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947 deze zaak te regelen
op de wijze, welke het College het best acht. Spreker acht
het van belang, dat het College daaromtrent enige toelichting
geeft.
De heer Knetseh onderschrijft volkomen het bezwaar van
de heer Riedel tegen de late toezending der stukken. Ook
spreker heeft de indruk, dat men eigenlijk langs een omweg
ongedaan wil maken, hetgeen door de Minister wordt voor
geschreven. In het verslag van een gemeenteraad van een
naburige gemeente heeft spreker gelezen, dat haar burge
meester heeft gezegd: ministeriële circulaires, die niet be-