MAANDAG 16 FEBRUARI 1948.
29
Ontslag van A. M. Vermaat als onderwijzer aan de o. 1.
(Voorzitter e.a.) school aan de Haverstraat; e.a.
(De heer Woudstra komt ter vergadering).
De Voorzitter wenst de heer Knol van harte geluk met zijn
verjaardag en spreekt de wens uit, dat hij nog jaren lang
in goede gezondheid deze dag zal mogen vieren.
De heer Knol dankt de Voorzitter zeer voor diens vriende
lijke woorden.
VI. Praeadvies op het verzoek van A. M. Vermaat, om
ontslag als onderwijzer aan de openbare lagere school aan
de Haverstraat. (19)
VII. Praeadvies op het verzoek van M. D. Bergman om
ontslag als onderwijzer aan de opleidingsschool voor Gym
nasium en H.B.S. aan de Aalmarkt. (20)
VIII. Voorstel tot het overplaatsen van de onderwijzer
P. Kruit van de openbare lagere school Zuidsingel A naar de
openbare lagere school Paul Krugerstraat. (21)
IX. Praeadvies op hetverzoek van het Bestuur van de Inrich
ting van Liefdadigheid voor Booms-Katholieken, alhier, om
medewerking tot het aanschaffen van leermiddelen enz. ten
behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de
Potgieterlaan. (22)
X. Praeadvies op het verzoek van het Bestuur van de
Inrichting van Liefdadigheid voor Booms-Katholieken, alhier,
om medewerking tot het aanschaffen van leermiddelen voor
de sehool voor gewoon lager onderwijs aan het Rapenburg 48.
(23)
XI. Voorstel inzake het opnieuw verhuren van het school
gebouw Picterskerkstraat No. 3 aan het Genootschap „Kennis
is Macht". (24)
XII. Voorstel inzake het verhogen van het voor 1947 ver
leende subsidie aan de Vereniging Openbare Leeszaal en
Bibliotheek „Reuvens". (25)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen VI tot en
met XII besloten.
(Tijdens de behandeling van punt 10 is de heer Hendriks
ter vergadering gekomen).
XIII. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden voor
de verbouwing en restauratic van de Stadstimmerwerf. (26)
De heer Seliiillcr, die door uitstedigheid de vergadering
van de Commissie van Fabricage niet heeft kunnen bijwonen,
heeft aan de Commissie zijn mening kenbaar gemaakt in
een uitvoerige brief, welke in de vergadering der Commissie
een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt. Spreker
had gaarne gezien, dat zijn afwijkende mening aan de Raads
leden was bekend gemaakt b.v. in de vorm van een nota,
welke bij de stukken in de leeskamer had kunnen zijn gedepo
neerd, althans dat aan de Raad was medegedeeld, dat in de
Commissie ook een minderheid was. In tegenstelling met de
vroegere gewoonte is dit thans niet geschied.
Bij de stukken in de leeskamer ontbrak ook de calculatie
van de Directeur der Gemeentewerken, Waarvan de Commissie
wel kennis heeft kunnen nemen. Naar sprekers mening
behoort ook een dergelijk stuk ter inzage van de raadsleden
te liggen.
Spreker juicht de restauratie van de gevel toe en heeft
geen enkel bezwaar tegen de noodzakelijke verbouwing
van de benedenwoning, maar heeft wel bedenkingen tegen
de ontworpen bovenwoning.
Volgens de bouwverordening behoort de hoogte van de
kamers 2.90 m te zijnBurgemeester en Wethouders kunnen
van deze bepaling ontheffing verlenen, maar de minimum
hoogte moet 2.70 m. zijn. Van de ontworpen bovenwoning
is de kamerhoogte ten hoogste 2.65 m De plankenzoldering
is echter op kinderbalkjes gelegd, die dicht bij elkaar liggen,
zodat de kamerhoogte in werkelijkheid 2.55 m is.
Indien de Raad het voorstel ongewijzigd aanneemt, zal
de gemeente zelf afwijken van de Verordening, die de Raad
heeft vastgesteld. Wat zal dit betekenen ten opzichte van de
particulieren, vraagt spreker.
De toevoer van licht en lucht is onvoldoende. De raampjes
zijn op zich zelf zeer mooi, maar voor een woonkamer te
Beschikbaarstellen van gelden voor de verbouwing en
(Schüller e.a.) restauratie van de Stadstimmerwerf.
klein. Lucht kan alleen toetreden door een raampje, dat
55 x 72 cm. is. Spreker heeft daarom in zijn brief aan de
Commissie gevraagd, of het niet mogelijk is, de bovenver
dieping tot archiefruimte in te richten.
Degene, voor wie de bovenwoning bestemd is, moet om
de andere dag dienst doen; er moet dus ook een hulpbewaarder
zijn. Is het nu niet mogelijk, vraagt spreker, om wanneer
de gemeente niet bij machte is een behoorlijke woning te
laten bouwen, woningruil te doen plaats hebben en de hulp
bewaarder een woning aan het Korte Galgewater te laten
betrekken? De woning ligt 25 m. van de werf verwijderd,
hetgeen niet bezwaarlijk is, omdat men haar des avonds
gemakkelijk kan bereiken, wanneer materiaal moet worden
gehaald en de bewaarder van de werf afwezig is.
Spreker meent, dat de kosten van de verbouwing meer dan
5.500.zullen bedragen en dat de Raadsleden een andere
indruk van de verbouwingskosten zouden hebben gekregen,
indien ook de calculatie van de Directeur der Gemeente
werken bij de overige stukken ter inzage had gelegen.
Spreker verklaart zich derhalve tegen dit voorstel wat
betreft de verbouwing van de bovenwoning en stelt voor,
deze achterwege te laten.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van de heer Schüller, luidende:
„Ondergetekende stelt voor, alleen de restauratie der
gevels en de verbouwing van de benedenwoning uit te
voeren."
De heer Jongelcen antwoordt de heer Schüller, dat het
gewoonte is, dat, bij afwezigheid van een lid van de Commissie
van Fabricage in een vergadering van die commissie, van
de mening Van dat lid geen melding wordt gemaakt. Hoewel
dus in de vergadering van de Commissie, waarin de heer
Schüller niet aanwezig was, een uitvoerige brief van hem
was ingekomen, waarin hij zijn bezwaren bad uiteengezet,
is van zijn mening in het advies van de Commissie geen mel
ding gemaakt. Zeer formeel gezien is aldus juist gehandeld.
Overigens zou spreker het ook prettiger gevonden hebben,
wanneer de mening van de heer Schüller op dit punt ook
in het advies van de Commissie aan het College was vermeld.
Voortaan zal, wanneer er in de Commissie van Fabricage
een lid van een afwijkende mening is, daarvan ook melding
gemaakt worden in het advies aan het College. Spreker
betreurt achteraf, dat dit thans niet geschied is.
Reden tot dit voorstel is allereerst, dat deze gevel moet
worden gerestaureerdspreker constateert, dat daarover geen
verschil van mening bestaat en dat daartegen geen] bezwaar
bestaat. Bij het aftreden van de heer Abspoel als bewaarder
van de Stadstimmerwerf is echter weer aan de orde gekomen
de vraag, of niet tegelijk eea hulpbewaarder aangesteld
moet worden en zo ja, waar deze moet wonen. Het gaat niet
aan, van dit huis, tot nog toe bewoond door de bewaarder,
twee woningen te maken; dat zou zelfs in deze tijd van
woningschaarste niet verantwoord zijn. Er is hier echter
een plan gemaakt, dat volkomen verantwoord is. Natuurlijk
zou spreker ook bever een verdiepinghoogte van, zo mogebjk
2.90 m. gehad hebben in plaats van een van 2.65 m., maar
de verdiepinghoogte is nu eenmaal 2.65 m. Niettegenstaande
de verdiepinghoogte slechts 2.65 m. is wordt dit toch een
zeer aantrekkehjke woning. Het betreft hier een zolder
van oud eikenhout, die thans geverfd is; het is de bedoebng
die verfhuid te verwijderen, en het te herstellen in de vroegere
toestand, nl. ongeverfd. Daardoor wordt de verdieping
hoogte wel niet groter gemaakt, maar de woning wordt
er wel aantrekkehjker door. Inderdaad is de mogelijkheid
van toetreding van lucht en bcht tot deze woning niet zo
groot, maar de heer Schüller moet toch uiet de zaak overdrijven.
De door de heer Schüller genoemde afmetingen van de
ramen zijn juist, met dien Verstande, dat de hoogte niet
is 55 cm maar 54 cm, dus zelfs nog kleiner, maar de heer
Schüller is niet juist, wanneer hij zegt dat er maar één paar
raampjes zijn. Volgens de tekening zijn er beneden één raam
met twee luiken en boven twee ramen. Het zijn zeer kleine
raampjes van oud geklemd glas; het is de bedoeling dat
glas in lood te vervangen door een glasraampje van grotere
afmetingen. Alles wordt er op gezet de toetreding van lucht
en licht zo groot mogebjk te doen zijn. De te geringe hoogte
der ramen is het eaige bezwaar; jammer genoeg kan die
niet vergroot Worden zonder de gevel aan te tasten. Spreker
heeft dit perceel bezocht op een zeer donkere dag, toen
het regende; alle ramen zijn toen open gezet en de toetreding
van lucht en bcht was voldoende voor een huiskamer. Een
nadelige omstandigheid was toen nog, dat twee wanden
van de toekomstige woonkamer donker waren; in de toe
komst zullen deze muren echter bcht worden, terwijl de