44 MAANDAG 16 FERUARI 1948. Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Mevrouw Braggaar e.a.) Al brengt spreekster deze lof, het werken als lid der com missie bevredigt haar toch niet, waarom zij hoopt, dat er verandering in zal komen. Naar aanleiding van de inlichtingen, welke het College op blz. 45 van het Algemeen Verslag omtrent de melk- verstrekking op de scholen geeft, vraagt spreekster, hoeveel scholen en hoeveel leerlingen thans aan de melkverstrekking deelnemen en hoe wordt gehandeld ten aanzien van leerlingen, wier ouders geen steun ontvangen, doch, wat him maat schappelijke omstandigheden betreft, met ondersteunden kunnen worden gelijkgesteld. Aangezien melk als tussen- voeding buitengewone waarde heeft en de schoolkinderen tijdens de oorlogsjaren veel aan voeding zijn te kort gekomen, is de melkverstrekking zeer gewenst, waarom spreekster er bij het College op aandringt de melkverstrekking op scholen, waar zij nog niet plaats heeft, te stimuleren. Ten slotte sluit spreekster zich aan bij de opmerkingen van de heer Vos over de schooltandverzorging. De heer Riedel wenst allereerst iets te zeggen over de maatregelen, welke met betrekking tot de financiën der gemeente zullen worden genomen. Hoezeer maatregelen in deze aangelegenheid ook op zich zelf geoorloofd moeten worden geacht, toch wordt de-stok- achter-de-deur van de kortingsregeling door de gemeenten als een ernstig bezwaar gevoeld. De belasting op de ver makelijkheden is er een sprekend voorbeeld van; deze zaak is de gemeente opgelegd, doch men weet niets van de gevolgen, welke deze hoge belasting in de komende jaren kan hebben. Op een herstel van de gemeentelijke autonomie gelijkt deze geste nog maar weinig, zij heeft een behoorlijk bureaucratische inslag en kan moeilijk naar sprekers smaak zijn. Men kan de wens uitspreken, dat, waar men nog slechts met een ont werp van wet te maken heeft, het laatste woord hierin nog niet is gesproken, maar spreker heeft niet de illusie, dat een passend sluitstuk op deze noodvoorziening zal worden gemaakt. Het zal wel uitermate moeilijk worden, naast de vaste, telkens wederkerende uitgaven voorzieningen te treffen van groter hygiënische en sociale zorg en sterker cultuur inspanning en -ontspanning. Overigens moet men erkennen, dat deze Noodwet de eerste stap in de juiste richting is; immers: hoe moeilijk dit het gemeentebestuur ook moge vallen, het zal de tering weer naar de nering moeten zetten, een goede eis na jaren van stuurloosheid. Deze zegswijze bezit niet alleen een economische, maar ook een morele en zedelijke strekking. Spreker wenst, dat men in 1948 een aanvang zal maken met het herstel der gemeentelijke auto nomie. Indien deze niet volkomen wordt hersteld, dan wordt elke vooruitstrevende arbeid in de gemeente aan banden gelegd met alle gevolgen van dien. De wijze, waarop de Noodwet wordt gepresenteerd, kan spreker te dien aanzien niet optimistisch stemmen. Men spreekt over het beleid van de Regering, maar bedenke wel, dat de aantasting van de gemeen telijke autonomie niet in 1945, doch reeds in 1920 is begonnen. Komende tot de bespreking van enkele onderdelen der begroting, merkt spreker in de eerste plaats op, dat volgens de Memorie van Antwoord ook een storting van 2 in de vernieuwingsfondsen der Lichtfabrieken bij lange na niet voldoende zou zijn voor financiering van de kosten van modernisering van het bedrijf. Allicht niet, zegt spreker, doch dit was ook niet de bedoeling van de in het sectie- verslag gestelde vraag, waarvan de strekking aan degene, die haar moest beantwoorden, blijkbaar is ontgaan. Voor buitengewone vernieuwingen moet worden gereserveerd en nu moet men niet aldus redenerenwaar deze vernieuwingen zozeer in prijs zijn gestegen, dat 2 toch te weinig is, zullen wij ons tot 1 beperken. Het kon weieens zijn, dat de Lichtfabrieken spoediger dan het gemeentebestuur lief is voor kostbare nieuwe aanschaffingen zullen komen te staan. Dan dient er een fonds te zijn, dat een behoorüjk deel van de kosten zal kunnen opvangen. Het vernieuwingsfonds is blijkbaar ingesteld als kabelfonds; dit verandert wel iets aan het door spreker gedane voorstel. Wanneer de Eaad de toe komst met betrekking tot de vernieuwingen rustig wil tegemoet kunnen zien, moet hij het College vragen een voorstel tot wijziging van de bestemming van het vernieuwingsfonds in te dienen, waardoor het voor materiële doeleinden in ruime zin kan worden gebruikt. Wanneer spreker de vroegere situatie, waarbij het percentage werd genomen over de boek waarde van het materieel, vergelijkt met de tegenwoordige situatie, waarbij het percentage wordt genomen over de aanschaffingswaarde van het materieel, is naar zijn mening een woord van lof aan het College en de betrokken commissie op zijn plaats; het betekent een aanmerkelijke vooruitgang en een verschil van 120.000. Gemeentebegroting Algemene beschouwingen. (Riedel.) Aanneming van sprekers voorstel zou betekenen een ver dubbeling van de storting in het Vernieuwingsfonds. Nu meent spreker het niet zover te moeten drijven. In de gegeven omstandigheden, nu de winsten van de Lichtfabrieken nog niet vaststaan, wil spreker niet blijven staan op de ver dubbeling van deze storting en trekt hij dus zijn voorstel terzake in. Spreker acht het verheugend, dat het gemeentebestuur heeft ingezien, dat het zonder utiliteitsbouw niet zal gaan verder. In Nederland hebben thans van elke drie gezinnen er niet meer dan twee een eigen woning. De gemeente trachte daarom ten aanzien van vrijkomende grotere gebouwen tot goed overleg te komen met het Eijk. Gebouwen als het Militair Hospitaal en dat van het Districts Bureau Voor ziening Oorlogsslachtoffers (D.B.V.O.) aan het Rapenburg zouden wellicht, wat de begane grond betreft, voor kantoor en wat de hogere verdiepingen betreft voor tijdelijke be woning geschikt gemaakt kunnen worden. De mogeüjkheid bestaat, dat binnenkort enkele grote gebouwen aan de Breestraat zullen worden ontruimd en vrij zullen komen voor bewoning. In het algemeen moeten dergelijke gebouwen voor woongelegenheid bestemd en benut worden. Nu zal men zeggen, dat een dergelijke bewoning een tijdelijk karakter zal hebben. In sommige gevallen zal dat juist zijn, maar dan nog: wat moet men onder „tijdelijk" verstaan? Toch zeker een periode van tenminste 15 jaren. Men kan niet realistisch genoeg denken over de verarming van Nederland, waarvan vooral het gebrek aan woonruimte de meest verwoestende en funeste gevolgen heeft. De basis van ons volksleven, van ons volksbestaan, het gezin wordt er door bedreigd. Daarom kome men minder spoedig dan vroeger met het stempel: ongeschikt voor tijdelijke verbetering. Het kan niet, maar het moet. Het door de oorlog reeds zozeer gedaald morele peil kan zich, mede door de afschuwelijke woningomstandigheden niet in redelijke mate opheffen. Het verheugt de fractie van de Partij van de Arbeid, dat het College zich bereid verklaart heeft, te overwegen de mogelijkheid om ten behoeve van het gemeentepersoneel contact te zoeken met de Stichting Kunst, Ontwikkeling en Ontspanning (blz. 26). Het College moge spoedig met een concreet voorstel komen. Aanstelling van een sociale werkster voor het gemeente- personeel acht spreker urgent. Het antwoord van het College op dit punt (Memorie van Antwoord blz. 25) doet de vraag rijzen, of het College wel op de hoogte is van de taak van een sociale werksterdit zou geen schande zijn, want dit instituut is nog jong. Het College informere eens bij enkele Leidse bedrijven en bij de Posterijen, Telegrafie en Telefonie. Een sociale werkster zal voor de gezinnen van de arbeiders en beambten der gemeentelijke diensten een belangrijke taak hebben. Het College wijzige zijn houding op dit punt en neme een voorbeeld aan de door spreker genoemde werk gevers. De Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest, Rhijngeest en Yoorgeest wordt in verscheidene opzichten in de plannen, die zij in overeenstemming met de voort varende Directie heeft, belemmerd. In de 50 jaren van haar bestaan heeft de materiële ont wikkeling en vernieuwing van deze gestichten geen gelijke tred gehouden met de eisen van de tijd. De tegenwoordige Commissie acht het niet langer oirbaar dat eventuele baten van dergelijke instellingen in de gemeentekas vloeien; deze dienen gereserveerd te worden. Anderzijds behoren ook eventuele tekorten niet langer door de gemeente gedragen te worden; allereerst dient er evenwicht te zijn tussen de kosten der verpleging en de te betalen vergoeding. De ge meente moet alleen opkomen voor de kosten van haar eigen armlastige patiënten. In de tweede plaats gevoelt de Commissie als een bezwaar, dat de Prijsbeheersing niet toestaat de kosten op het ogenblik van de verpleging te berekenen, doch eerst achteraf, na het gereedkomen van de jaarresultaten. Belangrijke bedragen zijn dan niet meer verhaalbaar. Overigens zal over 1948, blijkens de mededeling op blz. 15 van de Memorie van Antwoord, het subsidie van de Provincie met 38.016.Verminderd worden. Het zal op deze wijze moeilijk, zo niet onmogelijk worden de rekening sluitend te krijgen. Naar de mening van sprekers fractie is de vrije economie onhoudbaar geworden; een kracht van binnen uit, de econo mische omstandigheden, maakt een andere economie nood zakelijk; de voorwaarden voor het goed functionneren van een vrije economie waren niet langer aanwezig. Daarbij kwam in de tweede plaats een kracht van buiten af, de roep om sociale gerechtigheid, de strijd tegen het materialisme, de strijd om de mens. Nederland kan geen eiland vormen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1948 | | pagina 18