164
strekken van een telefoonaansluiting aan de raadsleden",
welke in d,e begroting voor 1947 op 1.000.werd uit
getrokken, is in verband met de hiertegen door Gedeputeerde
Staten gemaakte bezwaren, thans voorlopig voor Memorie
geraamd.
De posten wegens rente en aflossing van geldleningen
vertonen een stijging van resp. rond 150.000.en
217.000.—.
Tenslotte is als nieuwe post opgenomen „Bijdrage van de
Kapitaaldienst terzake van de aflossing op de geldlening
1947, groot 3.000.000.Blijkens de toelichting op dit
volgno. wordt het niet dienstig geoordeeld naast een bedrag
van 20.000.voor reservering van aflossingen van nog
niet in vaste leningen opgenomen kapitaalsuitgaven,
150.000.wegens aflossing op de onderhavige lening,
welke is aangegaan voor consolidatie van vlottende schuld,
e.q. voor financiering van toekomstige kapitaalsuitgaven,
ten laste van de gewone dienst te brengen. In verband
hiermede wordt thans laatstgenoemd bedrag ten laste van
de kapitaaldienst gebracht.
HOOFDSTUK XVI (Onvoorziene uitgaven).
Minder uitgaven 1.020.
Voordeliger. 1.020.
Met het oog op de onzekerheid van het prijspeil en de
groter geworden mogelijkheden van onverwacht opkomende
behoeften wordt voor 1948 voor „Onvoorziene Uitgaven"
100.000.uitgetrokken.
De kapitaaldienst sluit met een nadelig saldo van
3.230.333.welk bedrag wordt gedekt door opneming
van een post „Geldlening" tot dit bedrag.
De kapitaaldienst geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Zoals gebruikelijk, volgt hierachter nog een tweetal over
zichten betreffende de resultaten van de verschillende hoofd
stukken en paragrafen volgens de rekeningen 1943 en 1944
en de begrotingen voor 1947 en 1948.