GEMEENTE LEIDEN,
149
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 210. Leiden, 25 November 1947.
Door uitbreiding van de ontsmettingsinrichting aan de
Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst moeten
aan de verordening, regelende de heffing en invordering
van rechten onder de benaming van besmettelijke-ziekten-
gelden, enige tarieven worden toegevoegd, terwijl andere
tarieven moeten vervallen of worden gewijzigd.
Behalve de daardoor noodzakelijk geworden wijziging
van artikel 2 der verordening moet ook wijziging worden
gebracht in artikel 4, waarin de vrijstelling en verminderingen
zijn geregeld. Deze zijn namelijk gebaseerd op de zgn. gemengde
hoofdsom, d.w.z. het totale bedrag van de hoofdsommen
der gemeentefonds- en vermogensbelasting. Na de opheffing
der gemeentefondsbelasting werd bepaald, dat voor de gemeen
telijke belastingen, welke naar draagkracht worden geheven,
inplaats van de gemengde hoofdsom als basis voor de heffing
zal kunnen gelden de in het Besluit schoolgeld middelbaar
en voorbereidend hoger onderwijs 1942 opgenomen school
geldmaatstaf, d.w.z. het totale bedrag der verschuldigde
loon- of inkomstenbelasting en vermogensbelasting. Na dit
Besluit is op 20 November 1945 verschenen het Tijdelijk
Besluit schoolgeld lager onderwijs 1945, waarin (art. 4)
een nieuwe omschrijving van de schoolgeldmaatstaf wordt
gegeven.
Het thans voorgestelde tarief van vrijstelling en ver
minderingen in artikel 4 is ontleend aan een schrijven van
de Minister van Binnenlandse Zaken aan Gedeputeerde
Staten der provincie Drente, dd. 13 November 1946 ter kennis
van de gemeentebesturen in die provincie gebracht, waarin
werd medegedeeld, dat het aanbeveling verdiende om voor
de heffing van besmettelijke-ziektengelden gebruik te maken
van genoemde schoolgeldmaatstaf en waarbij tevens een
bepaald tarief voor het verlenen van ontheffingen werd in
overweging gegeven. Wij menen, dat het doelmatig is dit
tarief, dat o.i. zeker aanvaardbaar is, in de verordening over
te nemen.
Het gewijzigde artikel 8 geeft een opsomming van de
besmettelijke-ziektengelden, welke door de Kassier van de
Reinigings- en Ontsmettingsdienst moeten worden geïnd.
Art. 11 is in overeenstemming gebracht met de in de meeste
geldende belasting verordeningen voorkomende bepaling.
Yan het Directoraat-Generaal van de Prijzen is bericht
ontvangen, dat het zich met de voorgestelde tariefswijzi
gingen kan verenigen.
In overeenstemming met het advies van de Commissiën
van Fabricage en van Financiën en met verwijzing, voor
zoveel nodig, naar de ter visie liggende stukken, geven wij
Uw Vergadering in overweging over te gaan tot vaststelling
van de volgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 12 December 1938
(Gemeenteblad No. 27), regelende de heffing en invordering
van rechten onder de benaming van besmettelijbe-ziehten-
gelden, gewijzigd bij verordening van 30 November
1944.
Artikel I.
Art. 2, lid 1, onder J. K. en L, wordt gelezen als volgt
J. ontsmetten van goederen met hete lucht:
a. een gehele kastvulling 6.
b. een tweede gehele kastvulling van tot één partij beho
rende goederen f 5.
c. elke volgende gehele kastvulling van tot één partij
behorende goederen 4.50
d. minder dan een gehele kastvulling, doch niet minder
dan 3/4 gedeelte van een kastvulling ƒ4.50;
e. minder dan 3/4 gedeelte van een kastvulling, doch niet
minder dan een halve kastvulling ƒ3.
minder dan een halve kastvulling, doch niet minder
dan V4 gedeelte van een kastvulling ƒ1.50;
g. minder dan J gedeelte van een kastvulling 1.
K. ontsmetten of reinigen van woningen en andere gebou
wen, woonwagens, vaartuigen en rij- of "voertuigen, "voor elke
beschikbaar gestelde man, met inbegrip van de eventueel
nodige gereedschappen, per uur of een gedeelte daarvan
ƒ2.verhoogd met de kostprijs van de hierbij verbruikte
materialen.
L. afhalen en bezorgen van ter ontsmetting aangeboden
goederen
in de gemeente per m3 of een gedeelte daarvan 1.
b. buiten de gemeente per m3 of een gedeelte daarvan
1.zomede per k.m. afgelegde afstand of een gedeelte
daarvan 0.25.
Art. II.
Art 4, wordt gelezen als volgt:
1. De besmettelijke-ziektengelden zijn niet verschuldigd
door on- en minvermogenden; als zodanig worden aange
merkt de belanghebbenden, voor wie de schoolgeldmaatstaf
minder dan 26.bedraagt.
2. De in art. 2 genoemde bedragen worden verminderd
met:
a. 90 indien de schoolgeldmaatstaf 26.of meer,
doch minder dan 105.bedraagt;
b. 85 indien de schoolgeldmaatstaf 105.of meer,
doch minder dan 164.bedraagt;
c. 75 indien de schoolgeldmaatstaf 164.of meer,
doch minder dan 243.bedraagt;
d. 60 indien de schoolgeldmaabstaf 243.of meer,
doch minder dan ƒ342.bedraagt;
e. 40 indien de schoolgeldmaatstaf 342.of meer,
doch minder dan ƒ443.bedraagt;
20 indien de schoolgeldmaatstaf 443.of meer,
doch minder dan 557.bedraagt.
3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten
toepassing, zolang de belanghebbende in gebreke is gebleven
aan de Inspecteur der Gemeentebelastingen op diens verzoek
een verklaring over te leggen van de Inspecteur der Rijks
belastingen, aangevende het bedrag van de schoolgeld maat
staf.
4. Onder schoolgeld maatstaf wordt Verstaan de door de
belastingdienst van het Rijk vastgestelde maatstaf, bedoeld
in art. 4 van het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs
1945 (Stbl. No. F. 291), waarbij voor de vaststelling van deze
maatstaf het kalenderjaar waarin de besmettelijke-ziekten
gelden zijn verschuldigd, in de plaats treedt van het in
genoemd besluit bedoelde schoolgeldjaar.
Art. III
Art. 8 wordt gelezen als volgt:
De inning van de besmettelijke-ziekten-gelden, verschul
digd wegens ontsmetten en reinigen van goederen, woningen
en andere gebouwen, woonwagens, vaartuigen en rij- of
voertuigen, geschiedt door de Kassier van de Gemeentelijke
Reinigings- en Ontsmettingsdienst.
Art. IY.
Art. 11 wordt gelezen als volgt:
De invordering der besmettelijke-ziektengelden geschiedt
overigens overeenkomstig de bepalingen der gemeentewet.
Art. V.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1948.
Aan de Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 211. Leiden, 25 November 1947.
Zoals in ons voorstel omtrent de wijziging van de ver
ordening, regelende de heffing en invordering van rechten
onder de benaming van besmettelijke-ziektengelden (zie
Ing. St. No. 210) is uiteengezet, moet de zgn. gemengde
hoofdsom, als basis voor de gemeentelijke belastingen naar
draagkracht, worden vervangen door de schoolgeldmaatstaf,
opgenomen in het Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onder
wijs 1945.
In de verordening, regelende de heffing en invordering van
rechten voor diensten, door de Gemeentelijke Reinigings- en
Ontsmettingsdienst bewezen, moet derhalve artikel 3, waarin
de vrijstelling en de verminderingen zijn geregeld, in dier
voege worden gewijzigd.
Van deze gelegenheid kan gebruik worden gemaakt om in
de verordening ook andere in verband met de uitbreiding
van de ontsmettingsdienst noodzakeüjke wijzigingen aan te
brengen. In verband daarmede achten wij het wenselijk, dat
een nieuwe verordening ter zake wordt vastgesteld.
Ter toelichting, voor zover nodig, van de voorgestelde
wijzigingen diene het volgende.
Voor artikel 1 is een nieuwe redactie voorgesteld, waarbij
de in de nieuwe verordening te behandelen onderwerpen in
volgorde worden opgenoemd.
Artikel 2, onder C en D, is gewijzigd in verband met de
uitbreiding van de ontsmettingsdienst. Nieuw is de bepaling
van artikel 2, onder F, omtrent zuiveren van woningen enz.
van ongedierte.