198 MAANDAG 24 NOVEMBER 1947. Rondvraag. (A. van Dijk e.a.) straat No. 40 en vraagt, of het misschien huiseigenaren- N.S.B.-ers is toegestaan, huizen in een dergelijke toestand te laten verkeren. Voorts zegt spreker, dat de huisvesting van het gezin, dat het perceel Haarlemmerstraat 205 bewoont, zo deplorabel is, dat hij zich gedrongen gevoelt de Voorzitter te verzoeken als Burgemeester onmiddellijk ten behoeve van dit gezin in te grijpen. De Voorzitter zegt, dat deze aangelegenheden zullen worden onderzocht. Mevrouw Vijlbrief vestigt de aandacht van het College op de toestand van de Zijlstraat hij de Haven. Bij het schoon maken van de daar gevestigde stalhouderij wordt de mest in een wagen geschept, die er soms uren lang blijft staan en waarvan bij het wegrijden mest valt, die later tegen een muur wordt geveegd, waardoor kleine kinderen niet in de Rondvraag. (Mevrouw Vijlbrief e.a.) straat kunnen spelen, daar zij bij het vallen in die mest terecht komen. Spreekster vraagt, of de stalhouders niet kunnen worden verplicht de zaak beter schoon te houden. De heer Jongeleen zal aan deze kwestie de nodige aandacht schenken en daaromtrent overleg plegen met de directeur van de Gemeentelijke Reinigingsdienst. De heer Key verzoekt het College veiligheidshekken te plaatsen op de Oude Rijn tegenover de Vestestraat en op de Zuidsingel tegenover de Langestraat; de weg langs het water is daar zo smal, dat er ongelukken kunnen gebeuren. De heer Jongeleen zal doen onderzoeken, hoe de toestand daar ter plaatse is. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel inzake het aankopen van enige percelen weiland, gelegen nabij de Haarlemmertrekvaartweg (zie blz. 197). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. -V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 6