MAANDAG 24 NOVEMBER 1947.
193
Vergadering van de Gemeenteraad van
Maandag 24 November 1947.
Geopend te veertien uur.
Voorzitter: de Burgemeester, de heer Jhr Mr F. H. VAN
KINSCHOT.
Secretaris: de heer Mr J. BOOL.
Te behandelen onderwerpen:
1° Notulen van de vorige vergadering.
2° Mededelingen.
3° Ingekomen Stukken.
4° Onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde
lid van de Gemeenteraad, de heer J. J. van Weerlee
(vacature mevrouw J. C. de Cler-de Bruin).
5° Benoeming van een Directeur van de Gemeentelijke
Accountantsdienst. (186)
6° Benoeming van een tijdelijk leraar in de scheikunde aan
de Hogere Burgerschool voor Meisjes. (187)
7° Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten
behoeve van de verdere inrichting van het gymnastiek
lokaal van de Opleidingsschool voor ILL.O. aan de
Maresingel. (188)
8° Voorstel inzake het verhogen van het ten behoeve van
de Sportstichting voor 1947 verleende subsidie. (189)
9° Voorstel inzake het verhogen van het aan het Comité
LeidenOxford voor 1946 verleende subsidie en het
verlenen van subsidie aan dat Comité voor 1947. (190)
10° Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten be
hoeve van de verruiming van het in de rijksweg No. 4a
over de spoorbaan LeidenWoerden ontworpen viaduct.
(191)
11° Voorstel inzake het beschikbaarstellen van gelden ten
behoeve van het verrichten van herstelwerkzaamheden
aan het perceel Oude Rijn No. 138. (192)
12° Voorstel tot het opnieuw verhuren van enige percelen
grond en water langs de Haarlemmertrekvaartweg en het
Poelmeer aan G. Willems, te Oegstgeest. (193)
13° Voorstel tot het opnieuw verpachten van het visrecht in
een gedeelte van de Haarlemmertrekvaart gedurende het
jaar 1948. (194)
14° Voorstel inzake het verhogen van het bedrag, beschikbaar
gesteld voor het aanschaffen van een draaibank ten
behoeve van de Brandweer. (195)
15° Voorstel inzake het verhogen van het ten behoeve van
de Leidse Politiesportvereniging voor 1947 verleende
subsidie. (196)
16° Voorstel tot het vaststellen van een verordening, regelende
de toekenning van een vergoeding van verplaatsings
kosten aan van elders in vaste of tijdelijke dienst van de
gemeente aangesteld personeel. (197)
Tegenwoordig zijn 35 leden, te wetende heren van Schaik,
Jongeleen, van der Kwaak en Menken, Wethouders, alsmede
mevrouw Braggaar, de heren Robbers, D. J. van Dijk, Smit,
mevrouw deCJer, de heren A. van Dijk, Perquin, Balkestein,
Riemens, van Iterson, Schüller, Knol, Woudstra, Frohwein,
Riedel, Lombert, Vos, Piena, Aalders, van Weizen, Cats,
mevrouw van Staveren, de heren Goslings, Ligtvoet, Wilmer,
Knetsch, mevrouw Vijlbrief, de heren Knuttel, Hendriks,
Key en Kortmann.
Afwezig zijn de heren Stolp en van Oijen, beiden wegens
verhindering.
De Voorzitter gelooft de tolk te zijn van alle raadsleden,
wanneer hij de heer Knol hartelijk gelukwenst met de
Koninklijke onderscheiding, die hem verleend is, en spreekt
de wens uit, dat de heer Knol dit blijk van waardering
van Regeringswege nog vele jaren in gezondheid zal mogen
dragen.
Tekenen van algemene instemming.)
De heer Knol dankt de Voorzitter zeer voor diens vriende
lijke woorden.
(Perquin.)
I. Notulen van de vorige vergadering.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
27 October 1947 worden vastgesteld.
II. Mededelingen.
De Voorzitter deelt mede, dat:
Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het besluit van
de Raad van 8 September 1947 tot wijziging van de ver
ordening van 17 Januari/30 Mei 1938, regelende het verlenen
van wachtgeld en pensioen aan de Wethouders, alsmede het
verlenen van pensioen aan hun weduwen en wezen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de mededeling voor kennisgeving aan te nemen.
III. Ingekomen Stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Een schrijven van mevrouw J. C. de Clerde Bruin,
waarbij zij haar lidmaatschap van de Gemeenteraad ter
beschikking stelt.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
2°. Een schrijven van de voorzitter van het hoofdstem
bureau, aangewezen in artikel 34, tweede lid, der kieswet,
houdende toezending van een afschrift van zijn besluit,
waarbij J. J. van Weerlee benoemd is verklaard tot lid van
de Raad.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten het schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
3°. Een schrijven van de Gereformeerde Schoolvereniging,
houdende verzoek om medewerking, ingevolge artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920, tot stichting van een lagere school
te Leiden, op een terrein, gelegen in de omgeving van de
Van den Brandelerkade en de Lorentzkade.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het schrijven te stellen in handen van Burgemeester
en Wethouders om praeadvies.
IV. Onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde
lid van de Gemeenteraad, de heer J. J. van Weerlee (vacature
mevrouw J. C. de Cler-de Bruin).
De Voorzitter benoemt de heren Woudstra, Schüller en
Lombert tot leden van de Commissie van Onderzoek en
schorst vervolgens de vergadering.
Na hervatting van de vergadering deelt de heer Woudslra
namens de Commissie mede, dat de Commissie de geloofsbrief
in orde heeft bevonden, weshalve zij tot toelating van de
heer van Weerlee adviseert.
Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming besloten.
V. Benoeming van een Directeur van de Gemeentelijke
Accountantsdienst. (186)
De heer Perquin heeft de aanbeveling en de daarop gegeven
toelichting bij kennisneming er van ongelofelijk genoemd.
Als lid van de Commissie van Financiën heeft spreker het
een en ander medegemaakt van wat zich om deze benoeming
heeft afgespeeld en op grond van de besprekingen in deze
Commissie kon spreker een aanbeveling als deze niet ver
wachten. Hoewel spreker buiten zijn boekje zou gaan, indien
hij bijzonderheden van deze besprekingen mededeelde, meent
hij wel te mogen verklappen, dat volgens een relatieve
meerderheid der Commissie alleen de heer Sommeling voor
de eerste plaats op de aanbeveling in aanmerking kan komen.
Tegen de woorden „waarbij wij overleg hebben gepleegd met
de Commissie van Financiën" in de toelichting, maakt spreker
bezwaar, omdat zij de indruk kunnen vestigen, dat het
College met de adviezen der Commissie rekening heeft
gehouden, hetgeen geenszins het geval is.
De toelichting wekt de indruk, dat alle leden van het
College zich met deze aanbeveling verenigen; spreker zou
echter bijna durven beweren, dat slechts één persoon in de
Raad de heer Rigter onmiddellijk als zijn favoriet heeft
erkend en geen der andere candidaten acceptabel acht.