180 MAANDAG 27 OCTOBEE 1947. Reglement Gemeentelijke Werkplaats; e.a. (Knol e.a.) van de Koninklijke Petroleum Maatschappij deze taak onmogelijk alleen kan volbrengen. Het standpunt van de heer Menken is absoluut juist. De heer Knuttel zegt, dat de woorden hun kracht ontlenen aan het gebruik. Aangezien nu eenmaal dit volgens het gebruik de taalkundige betekenis van „belast met" is, behoeft tegen deze term ook geen bezwaar te bestaan. De heer D. J. van Dijk legt zich, niet overtuigd, bij de door het College voorgestelde redactie van dit artikel neer. Artikel 19 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 20 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 21. De heer D. J. van Dijk had in dit artikel en in artikel 22 ter verduidelijking de woorden „door de Directeur" willen vervangen door „door of vanwege de Directeur". De Voorzitter zegt, dat dat hetzelfde is. Artikel 21 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 22 tot en met 30 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdeüjke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. VII. Voortzetting van de behandeling van het praeadvies op het adres van de Stichting R.K. Ambachtsschool „Don Bosco" om te verklaren, dat oprichting en instandhouding van een R.K. Ambachtsschool nodig wordt geoordeeld. (183) De heer Menken zet zijn rede voort en zegt, dat hij, uit gaande van de in de vorige raadszitting afgelegde verkla ringen, dat geen bezwaar van principiële aard tegen inwilli ging van het verzoek bestaat, en dat, wanneer het nodige van een tweede ambachtsschool wordt aangetoond, het dan ongetwijfeld een Eooms-Katholieke zal moeten zijn, meent zich voorlopig te mogen onthouden van een princi piële beschouwing van dit vraagstuk. Trouwens, anderen hebben deze reeds zo uitstekend voorgedragen, dat het slechts een spel van herhaling zou zijn. Niet anders dan overwegingen van sociale en economische aard hebben de minderheid van het College tot de slotsom gebracht, dat nu dit verzoek moet worden ingewilligd. In het huidig tijdsgewricht zijn genoeg feiten en cijfers voor handen, op grond waarvan deze Eaad er toe kan komen een daad van wijs beleid te stellen, een daad getuigende van een gezonde visie op de taak van een gemeente, die het centrum is van een belangrijke streek, een daad, die zeker niet is een luk-rake worp in de toekomst. De minderheid van het College, Wethouder van der Kwaak en spreker, gaat allereerst uit van het nuchtere feit, dat er is een ontstellend gebrek aan vaklieden. De grote massa der ongeschoolden is de grootste handicap voor het bedrijfs leven; bij enige aantrekking van de arbeidsmarkt stoot men direct op het tekort aan geschoolden. Spreker wijst op het resultaat van de psychologische test, verleden jaar door het Gewestelijk Arbeidsbureau op enige honderden mensen verricht, in overleg met het gemeentebestuur, om hen zo spoedig mogelijk in het bedrijfsleven te doen opnemen. Omscholing, herscholing, fabrieksscholing en stoomcursussen, het zijn alle consequenties van een ontstellend en schromelijk tekort, maar het zijn ook zeer gebrekkige hulpmiddelen. Wanneer in het Nederlandse bedrijfsleven de arbeidsproduc tiviteit volgens de laatste gegevens nog geen 80 is van de vóóroorlogse, dan is dat voor het grootste gedeelte te wijten aan de ongeschoolden, die de plaats moeten innemen van militairen en anderen. Het tekort aan geschoolden eist onze aandacht. Een tweede feit is de noodzaak van industrialisatie. De departementen van Sociale Zaken en van Economische Zaken houden dit het Nederlandse volk dagelijks voor en dit is ook zeer waarneembaar in de gedwongen emigratie van jonge boeren en tuinders. Ook deze streek van Zuid- Holland heeft reeds hiermede te maken. In tuindersstreken kan zo goed als niets meer verdeeld worden, omdat de meeste tuinders reeds moeten trachten op snipperbedrijven hun brood te verdienen. Wil Nederland, en met name het dicht - Stichting R.K. Ambachtsschool. (Menken.) bewoonde Westen, een redelijke toekomst hebben, dan moet niet gewacht worden, maar dan moet nu de grondslag gelegd worden voor dat onderwijs, waarop het ambachtsbedrijf en de industrie kunnen steunen, in de wetenschap, dat er jonge mensen gevormd worden met vakkennis en liefde voor het vak. Het momenteel gebrek aan enigszins geschoolde arbeids-» krachten wordt van maand tot maand duidelijker uit de cijfers van het Gewestelijk Arbeidsbureau. In het rayon Leiden kan maandelijks regelmatig aan 700 aanvragen om geschoolde arbeidskrachten niet worden voldaan. Alle kan toren van het Gewestelijk Arbeidsbureau verzekeren, dat het bedrijfsleven het gehele jaar door roept om arbeidskrachten. En dit noodzakelijk aan te vullen tekort aan productieve krachten, eist mede de aandacht, niet over een aantal jaren, maar nu. Nu moet gezorgd worden voor de jongeren, die de vele open plaatsen moeten vervullen. Men verlosse de maat schappij en ook Leiden van de grote groepen ongeschoolden, die het bedrijfsleven het laatst opneemt en het eerst uitstoot. Spreker komt hierbij op een terrein, dat de bijzondere aandacht van de Eaad mag hebben, en behoort tot de taak van elk gemeentebestuur. Het gaat niet aan, dat men zich er bij neerlegt, dat jongeren zonder enige vorming in het bedrijfsleven worden opgenomen. Men dient propaganda voor het ambachtsonderwijs te maken en de leerlingen der hoogste klassen klaar te maken voor het volle leven. Ouders en onderwijskrachten, die dit niet doen, gaan nimmer vrijuit. Het Eijksarbeidsbureau, dit ter dege begrijpende, heeft de leiders van de afdeling Jeugdbemiddeling opgedragen in verbinding te treden met het onderwijs, de aandacht van de jongens te vestigen op de schoonheid van het ambacht en hen te doen inzien, dat niet de fietsende loopjongen, maar de jongeman, die het vak zijner keuze leert, een toe komst heeft. Het gemeentebestuur kan daarbij niet ont komen aan de consequentie: uitbreiding van het ambachts onderwijs. Deze uitbreiding is nodig, omdat de bestaande school niet meer dan 600 leerlingen kan opnemen, daar zij voor dit aantal is gebouwd. Het her en der plaatsen van nog enkele leerlingen door het bijplaatsen van banken in sommige lokalen, beschouwt spreker als een theoretische uitlaatklep. Op grond van het feit, dat in de jaren 19301937 in totaal 508 candidaten werden afgewezen, besloot men de school zojuit te breiden, dat zij in plaats van 400 leerlingen 600 leerlingen kon opnemen. In de jaren 19401947 moest echter aan 1058 candidaten de toegang tot de vergrote school worden gewei gerd Uit deze cijfers blijkt, dat het verzoek van de Stichting op de juiste tijd is ingediend en deze school alweer te klein is. Aangezien niemand baat heeft bij een school voor 700 en meer leerlingen, staat het voor spreker onomstotelijk vast, dat een tweede ambachtsschool noodzakelijk is. De gemeente kan en mag zich niet onttrekken aan de taak van het geven van positieve leiding aan de jeugd via de ouders en het onderwijs. Die activiteit, welke op het ogenblik in een beginstadium is, zal reeds het volgend jaar meer ambachtsonderwijs vragen, terwijl in de thans afgelopen zeven jaar ruim 1000 candidaten werden afgewezen. Spreker kan niet aannemen, dat deze afwijzing heeft plaats gehad wegens een tekort aan de noodzakelijke grondslag bij de candi daten. Dat dit niet het geval is, kan blijken uit de niet weg te redeneren klachten van vele hoofden van scholen niet alleen van katholieke scholen die zich steeds met ver bazing afvragen, waarom verschillende van hun leerlingen zijn afgewezen, en uit het feit, dat medio September aan de meeste van de in Maart afgewezen candidaten werd mede gedeeld, dat weer de mogelijkheid bestond om te worden toegelaten, omdat aan de ambachtsschool een nieuwe afde ling, n.l. de opleiding voor de textielindustrie was toegevoegd. Wie een beetje bekend is met het textiel-onderwijs kan niet aannemen, dat juist hiervoor goed zijn al die sukkels, die het niet tot de ambachtsschool konden brengen. Textiel- onderwijs is ambachtsonderwijs en in de textielbedrijven is grote behoefte aan goed onderlegde arbeidskrachten. Gelukkig kunnen tot deze school worden toegelaten jongelui, voor wie in de andere afdelingen der school geen plaats was. Maar deze textielschool zal dan pas kunnen bloeien, indien in Leiden en daarbuiten meer belangstelling en liefde voor het textielbedrijf bestaat. Hier blijkt de noodzaak van het geven van voorlichting aan de jongens en hun ouders, waarbij alle bedrijfstakken als een boek worden opengelegd voor de jeugd, die een keuze voor de toekomst moet doen. Uit de cijfers van de enquête, door de verzoekster ingesteld, blijkt, dat dit voorjaar alleen reeds op de katholieke scholen 222 jongens waren, die volgens de betrokken hoofden van scholen na het zesde leerjaar de ambachtsschool wilden volgen. Neemt men in aanmerking, dat de katholieke scholen te zamen meer dan 7000 leerlingen tellen, dan kan men met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 4