GEMEENTE LEIDEN,
107
IN6EKOMEN STUKKEN.
N°. 173. Leiden, 6 October 1947.
Met het oog op de afsluiting van het dienstjaar 1944
moeten de volgende posten van de gemeentebegroting
voor 1944 met de daarachter vermelde bedragen worden
verhoogd, terwijl verschillende nieuwe posten aan die be
groting moeten worden toegevoegd.
De te verhogen of toe te voegen posten zijn
Volgn. 266. Achterstallige uitgaven van
vorige dienstjaren46.469.99
1°. een bedrag van 194.97 wegens over
name van het Rijk van een gedeelte van de
inventaris van de voormalige centrale werk
plaats voor jeugdige werklozen;
2°. een bedrag van 500.wegens uitkering
aan de Vereniging Herstellingsoord ,,de
Leidse Buitenschool" van de laatste termijn
van de subsidie over 1941
3°. een bedrag van 282.wegens uit
kering aan het Rijk van de alsnog over 1943
geïnde bijdragen in de kosten van ver
pleging van krankzinnigen, die voor rekening
van het Rijk werden verpleegd;
4°. een bedrag van 1.744.44 wegens be
taling aan de Raad van Arbeid van premie
ingevolge het Ziekenfondsenbesluit voor het
personeel van de gestichten Endegeest c.a.
over het tijdvak van 16 Augs. 194331 Dec.
1943;
Genoemd bedrag werd van de gestichten
terugontvangen.
(Zie de verhoging van volgn. 3 der ont
vangsten „Achterstallige inkomsten van
vorige dienstjaren" met ƒ1.744.44);
5°. een aan de vereniging „Christelijke
Jeugdhulp" uitgekeerd bedrag van 176.50
in verband met de afrekening van de subsidie
over de jaren 1939, 1940 en 1941;
6°. een bedrag van 6.078.84 wegens het
aandeel van de gemeente in de door het Rijk
aan de firma Tieleman en Dros toegekende
extra-vergoeding terzake van de kosten van
voedselbereiding voor de centrale keuken,
t.w. over 1942 5.402.91 en over de maanden
Januari en Februari 1943 675.93;
7°. een aan de voorm. Commissie voor
Ontwikkeling en Ontspanning van Werk
lozen uitgekeerd bedrag van 713.95 wegens
een vordering over 1943 op de Stichting tot
werkverschaffing aan jeugdige werklozen;
8°. een bedrag van 555.02 wegens uit
kering aan L. Bruins van hem toekomende
installatiekosten van perceel Meuwstraat
no. 31 in verband met de in beslagneming
door de bezettende macht van het hem toe
behorende perceel Rapenburg no. 8;
Het bedrag van 555.02 is van de betref
fende instantie terugontvangen.
(Zie de verhoging van volgn. 3 der ont
vangsten met 555.02).
9°. een bedrag van 520.wegens over
boeking op volgn. 909 van de kapitaaldienst
1943 van de kosten over 1943 van de all-
risque verzekering van de schilderijen enz. in
het Stedelijk Museum „de Lakenhal";
10°. een bedrag van 268.97 wegens resti
tutie aan het Rijk van over 1942 te veel op
voorschot ontvangen ondernemingsbelasting
11°. een bedrag van 32.073.13 wegens uit
kering van het Grondbedrijf van een gedeelte
van het exploitatieverlies over 1943.
In verband met een opmerking van Gede
puteerde Staten moest echter het gehele exploi
tatieverlies van het Grondbedrijf over 1943
ten laste van de reserve van dat bedrijf worden
gebrachtdoor het Grondbedrijf is daarop dit
bedrag weer in de gemeentekas teruggestort,
zodat een en ander slechts van administra
tieve betekenis is.
(Zie voor de terugontvangst de ver
hoging van volgn. 3 der ontvangsten met
ƒ32073.13)
12°. een bedrag van 1.852.20 wegens be
taling van de aan de brandweer verschuldigde
gelden terzake van gedurende het jaar 1943
in de Stadsgehoorzaal gehouden brandwacht
en toezicht bij uitvoeringen.
Ook dit betreft slechts een administratieve
regeling aangezien het bedrag van 1.852.20
door de brandweer in de gemeentekas is
teruggestort.
(Zie de verhoging van volgn. 3 der ont
vangsten met 1.852.20).
13°. een bedrag van 1.023.69 wegens ge
durende de jaren 1941 t/m 1943 aangeschaft
voeder voor het pluimvee in de volière in het
Plantsoen enz. Dit voeder werd door de ge
meente betrokken van een handelaar, die op
de zwarte lijst van de N. S. B. stond en waar
mede was overeengekomen dat de betaling
van deze leveranties eerst na de bevrijding
van ons land zou geschieden.
14°. een bedrag van 486.28 ter betaling
van een 20-tal posten van uiteenlopende aard,
welke betrekking hebben op vorige dienst
jaren.
Een verhoging van de post met in totaal
46.469.99 is derhalve nodig.
Zie de verhoging van volgn. 3 der ontvang
sten met 1.744.44 555.02 32.073.13
ƒ1.852.20 ƒ36.224.79.
Volgn. 270. Jaarwedden van de Wethouders 2.840.82
De uitgaven terzake, geraamd op 12.200.-
hebben bedragen 15.040.82, d.i. 2.840.82
meer.
Met ingang van 1 Juni 1943 werd ontslag
verleend aan de wethouder J. J. van Stralen,
terwijl in diens plaats tot wethouder werd be
noemd de heer J. van Duyn (£7. S. B.). Laatst
genoemde ontving een jaarwedde berekend
naar 7.920.per jaar, eerstgenoemde naar
3.050.per jaar.
Over het tijdvak van 1 Juni31 December
1943 betekende dit een hogere uitgaaf van
ƒ2.840.82.
Volgn. 274. Jaarwedde van de Archivaris 149.75
De uitgaaf, geraamd op 5.118.be
draagt 5.267.75.
De overschrijding is een. gevolg van de toe
kenning van kindertoeslag.
Volgn. 275. Jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden der gemeente-secretarie, de con
cierge en de boden en van het kantoor van de
gemeente-ontvanger2.608.21
De uitgaven ter zake, geraamd op
181.564.bedragen 184.172.21, d.i.
2.608.21 meer.
De jaarwedden van de ambtenaren ter ge
meente-secretarie, welke waren geraamd op
145.640.vereisten een uitgaaf van
145.960.58, d.i. 320.58 meer.
Hiertegenover staat de terugontvangst ad
ƒ1.771.44 van het salaris van een commies
aan de afdeling „Bevolking en Militaire
Zaken", die in den Haag was gedetacheerd,
over de maanden Januari t/m Juli 1944.
Zie de verhoging van volgn. 27 der ont
vangsten „Overige inkomsten ter zake van het
algemeen beheer" met 1.771.44.
De voor jaarwedden van de concierge en de
boden en voor de bewaking van het Stadhuis
uitgetrokken som van 19.268.werd met
990.46 overschreden.
Deze overschrijding is in hoofdzaak een ge
volg van de hogere uitgaven voor assistent
boden en voor de bewaking van het Stadhuis.
Vervolgens overtroffen de uitgaven, voor
de jaarwedden van de ambtenaren ten kantore
van de gemeente-ontvanger de beschikbaar
gestelde som van 16.656.met 1.297.17.
In deze hogere uitgaaf zijn o.a. begrepen de
kosten ad 732.68 van de uitkering voor de
waarneming van de functie van de gemeente
ontvanger, gedurende diens verblijf in een
interneringskamp, de uitkering van een hu
welijkstoelage ad. 360.aan een der ambte
naren enz.
Een verhoging van de post met 320.58
990.46 1.297.17 2.608.21 is derhalve
nodig.
Volgn. 276. Schrijflonen5.247.24
De uitgaven ter zake, geraamd op 10.000.-,
bedragen 15.247.24.