30 die verlaging automatisch ten gevolge had, dat de ver goeding van de salarissen van het personeel van het bijzonder bewaarschoolonderwijs daalde. Die verandering in het salaris bestond hierin, dat de minima werden verlaagd en dat de tijd voor het bereiken van de maximum-wedde werd ver lengd. Intusschen is als gevolg van verschillende salaris- verhoogingen en in het bijzonder van de invoering van de garantiewedde van 1.400.voor de 21-jarigen, de ver laging in vele gevallen niet alleen geheel te niet gedaan, maar is de vergoeding van de jaarwedden van het personeel der gesubsidieerde scholen zelfs gestegen met niet minder dan 15.000.per jaar. Voor het op 1 Juli 1943 in dienst zijnde personeel was die verandering in de salarisregeling niet zoo belangrijk, omdat een overgangsbepaling dat personeel behoedde voor teruggang in salaris. Het is dan ook niet zoozeer met het oog op de belangen van dat, in dienst zijnde personeel, als wel voor het in den allerlaatsten tijd in dienst genomen en in de toekomst in dienst te nemen personeel (in het bijzonder geldt dit, zooals U uit het ter inzage gelegde overzicht der salarisregeling kan blijken, voor benoeming van hoofden van scholen met weinig of geen dienstjaren als zoodanig) dat o. i. en wel te rekenen met ingang van 1 Januari 1947 behoort te worden overgegaan tot herstel van de vóór 1 Juli 1943 geldende regeling, vanzelfsprekend met inacht neming van de na 1 Juli 1943 ingevoerde algemeene salaris- verhoogingen. Dit herstel zal, berekend naar den toestand van het oogenblik, een bedrag vorderen van rond 2.100.per jaar (openbaar onderwijs 800.en bijzonder onderwijs 1.220.—). Met verwijzing naar het advies van de Eaadscommissie voor het onderwijs, geven wij U thans in overweging te besluiten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te rekenen met ingang van 1 Januari 1947, het door den toen- maligen burgemeester genomen besluit van 29 Juni 1943 tot wijziging van de verordening, regelende het openbare bewaarschoolonderwijs, ongedaan te maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 40. Leiden, 22 Februari 1947. Van de centrale verwarmingsinstallatie in het gebouwen complex „Den Burcht" vertoont een der ketels zoodanige gebreken, dat vervanging hiervan noodzakelijk is. Na veelvuldig zoeken is het gelukt een gebruikten, passen den en in goeden staat verkeerenden Strebel-ketel te vinden, waarvan de koopprijs 2.300.bedraagt, welke prijs aan nemelijk is. Het plaatsen en installeeren zal in eigen beheer geschieden en de kosten biervan kunnen uit den normalen onderhouds- post worden bestreden. Wij stellen U derhalve voor, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, ten behoeve van den aankoop van een gebruikten Strebel-ketel voor herstelling van de centrale verwarmingsinstallatie in „Den Burcht" een bedrag van 2.300.beschikbaar te stellen en te bepalen, dat dit bedrag over 5 jaren, aanvangende met het jaar 1947, zal worden veideeld. Te zijner tijd zal deze aangelegenheid op de be grooting voor het dienstjaar 1947 worden geregeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 41. Leiden, 22 Februari 1947. Ten behoeve van de besproeiing van de sportvelden en de tennisbanen in het sportpark „Leidsche Hout", dienen enkele voorzieningen te worden getroffen tot een geraamd bedrag van 430.n.l. 1°. het aanbrengen van een meterput en sproei- punt voor de tennisbanen180. 2°. het aanbrengen van een cokesfilter in de sloot ten behoeve van de bestaande pompinstallatie 250. 430.— Wij stellen U derhalve voor, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, ten behoeve van deze voorzieningen een bedrag van 430.beschikbaar te stellen. Te zijner tijd zal dit bedrag op de begrooting voor het dienstjaar 1947 worden gebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 42. Leiden, 22 Februari 1947. Bij besluit van den tijdelijken Baad der gemeente dd. 2 September 1946 (Ingek. Stukken no. 129), goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de Provincie dd. 2 October 1946, werd op haar verzoek aan de gemeente Nieuwkoop op den ingevolge Baadsbesluit van 26 Augustus 1935 vast- gestelden contractprijs voor den vuilafvoer naar Nieuwkoop van 1 Juni 1945 af tot en met 31 December 1946 een toeslag verleend van 0.09 per inwoner per jaar. Bij schrijven van 31 December j.l. verzocht de gemeente Nieuwkoop den toeslag van 0.09 voorloopig te willen handhaven. Aangezien het verzoek alleszins billijk is, bestaat hiertegen bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College, bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering derhalve, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage en behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten dezer provincie, in overweging aan de gemeente Nieuwkoop op den ingevolge Baadsbesluit van 26 Augustus 1935 vastgestelden contract prijs voor den vuilafvoer naar Nieuwkoop ad 0.41 per inwoner per jaar ook voor het jaar 1947 een toeslag te ver- leenen van 0.09 per inwoner per jaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 43. Leiden, 22 Februari 1947. Op verzoek van Van der Eeyden's Meel- en Graanhandel, alhier, werd door ons College het gebouw van de voormalige bewaarschool aan de van der Werfstraat no. 96, hoek Oude Vest, van 1 Augustus 1945 af, van maand tot maand, aan haar in gebruik gegeven tegen een vergoeding van 80. per maand. Deze vergoeding werd in overleg met het Prijzen- bureau voor Onroerende Zaken in het ambtsgebied Leiden vastgesteld. De ingebruikgeving werd aanvankelijk dezerzijds beschouwd als van tijdelijken aard, in verband met de be langen, die de gemeente bij het bezit van dit gebouw heeft. Met het oog daarop heeft ons College, naar aanleiding van desbetreffende verzoeken, dan ook besloten den verkoop van het perceel niet te bevorderen. Van der Eeyden's Meel- ea Graanhandel heeft echter ver zocht om de tijdelijke ingebruikgeving onder dezelfde voor waarden te willen omzetten in een verhuring voor één jaar, met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, behoudens opzegging. Aangezien de gemeente zich het recht voor behoudt, zooals gebruikelijk is, om de huur te allen tijde met een termijn van drie maanden op te zeggen, bestaat tegen verhuring op langeren termijn geen bezwaar. Het perceel verkeert echter op het oogenblik in een ver vallen toestand. Zoolang aan het pand geen definitieve bestemming is gegeven, dient het in stand gehouden te worden. Tot verhuring op langeren termijn en tegen een behoorlijken huurprijs kan alleen worden overgegaan, nadat het zal zijn opgeknapt. Zoo zal de dakbedekking moeten worden vernieuwd, terwijl ook andere, zeer noodzakelijke voorzieningen, zooals het inzetten van ruiten, het herstel van ramen en verf werk, moeten worde a uitgevoe:d. Het laat zich aanzien, dat deze werkzaamheden, die uiteraard geheel voor rekening van de gemeente komen, en die naar schatting 2.400.zullen bedragen, met het oog op de materiaalpositie, in het voorjaar van dit jaar kunnen worden uitgevoerd. Met mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich met ons voorstel kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging: a. een bedrag xan 2.400.ter beschikking te stellen, ten behoeve van het in bruikbaren- en verhuurbaren staat brengen van de voormalige bewaarschool aan de van der Werfstraat no. 96, hoek Oude Vest, welk bedrag oxer 5 jaren zal worden verdeeld en t. z. t. op de begrooting voor het dienstjaar 1947, ten laste van den kapitaaldienst, zal worden gebracht b. het perceel van der Werfstraat no. 96, hoek Oude Vest (met uitzondering van het daarachter gelegen open terrein) met ingang van 1 Mei 1947 tot en met 30 April 1948 te ver huren aan van der Eeyden's Meel- en Graanhandel, te Leiden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1947 | | pagina 4