GEMEENTE LEIDEN.
15
Of GEKOMEN STUKKEN.
N°. 2. Leiden, 25 Januari 1947.
Naar aanleiding van zijn daartoe gedaan verzoek geven
wij Uwe Vergadering in overweging H. van Woudenberg,
alsnog met ingang van 1 Januari 1947, ontslag te verleenen
als lid van de Zuider-Commissie tot Wering van School
verzuim.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 3. Leiden, 25 Januari 1947.
Met overlegging van de stukken der sollicitanten naar de
open gekomen betrekking van ontvanger dezer gemeente,
doen wij U hierbij de ingevolge artikel 113, tweede lid, der
gemeentewet door ons opgemaakte aanbeveling toekomen:
1°. F. VERSTEGEN, hoofdadministratief ambtenaar ten
kantore van den gemeente-ontvanger, waarnemend
gemeente-ontvanger, te Leiden;
2°. J. MEIJER DREES, gemeente-ontvanger, te Rijs
wijk (Z.-H.).
Wij geven Uwe Vergadering in overweging tot de be
noeming van een ontvanger over te gaan.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 4.
Leiden, 25 Januari 1947.
Bij Uw besluit van 25 November 1946 werd aan B. M.
Noach, wegens het bereiken van den pensioengerechtigden
leeftijd, met ingang van 1 Januari 1947 eervol ontslag
verleend als leeraar in de Nederlandsche taal aan de
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus.
Aangezien het wensehelijk is dat de heer Noach nog tot
het einde van den loopenden cursus voor het onderwijs in
dat vak aan die school verbonden blijft, geven wij U, met
verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van
de Commissie van Toezicht op en den Inspecteur van het
Middelbaar Onderwijs, in overweging B. M. Noach, alsnog
met ingang van 1 Januari 1947, tot wederopzeggens, doch
uiterlijk voor den verderen duur van den cursus 1946
1947, te benoemen tot tijdelijk leeraar in de Nederlandsche
taal aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 5.
Leiden, 25 Januari 1947.
Met ingang van 5 September 1946 werd door ons College,
voorloopig voor den tijd van drie maanden, aangesteld tot
tijdelijk leerares in de Nederlandsche taal aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes, mej. Dr. S. Hofker.
Aangezien de in vasten dienst benoemde leerares, mej. E.
D. van Maren, eerst op 1 Januari j.l. in functie kon treden
was het noodig dat de tijdelijke werkzaamheid van mej.
Hofker tot dien datum voortduurde.
In verband daarmede en met verwijzing naar de bij de
stukken gevoegde adviezen van de Commissie van Toezicht
op- en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, geven
wij U mitsdien in overweging, alsnog te rekenen met ingang
van 5 September 1946 tot en met 31 December 1946, de
aanstelling van mej. Dr. S. Hofker tot tijdelijk leerares in
de Nederlandsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes, te bekrachtigen.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 6.
Leiden, 26 Januari 1947.
Teneinde te voorzien in de vacature van hoofd van de
school voor buitengewoon lager onderwijs verbonden aan
het zwakzinnigengesticht „Voorgeest" te Oegstgeest, bieden
wij U, met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken, de volgende voordracht aan:
1°. M. ISRAËL, thans tijdelijk hoofd van genoemde school,
wonende alhier;
2°. C. VAN HUIJZEN, onderwijzer aan een school voor
buitengewoon lager onderwijs te Haarlem.
Wij verzoeken Uwe Vergadering over te gaan tot be
noeming, met ingang van een nader door ons College te
bepalen datum.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 7.
Leiden, 25 Januari 1947.
Ter voorziening in de vacature welke in de Zuider-
Commissie tot Wering van Schoolverzuim zal ontstaan,
nadat het door den heer H. van Woudenberg gevraagde
ontslag zal zijn verleend, bieden wij U de navolgende aanbe
veling van twee benoembaren aan, opgemaakt in overeen
stemming met het gevoelen van voornoemde Commissie:
1°. Mevr. J. I. BODENSTAF—VAN ZIJP,
2°. Mevr. J. VAN LIE NEN—VALK.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 8.
Leiden, 25 Januari 1947.
Prof. Mr R. P. Cleveringa heeft verzocht hem ontslag te
verleenen als regent van het Heilige Geest- of Arme Wees-
en Kinderhuis.
Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat noch bij het
Bestuur van genoemd wees- en kinderhuis, noch bij ons
college bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Prof. Mr R. P. Cleveringa, op zijn verzoek, eervol ontslag
te verleenen als regent van het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis te Leiden, met dankbetuiging voor
de als zoodanig door hem bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 9.
Leiden, 25 Januari 1947.
Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven ver
zoekt Dr D. Brouwer ontslag als leeraar aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus.
Aangezien tegen inwilliging van dit verzoek bij ons College
geen bezwaar bestaat, geven wij U, met verwijzing naar de
ter inzage gelegde adviezen van de Commissie van Toezicht
op en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, in
overweging Dr D. Brouwer, met ingang van 1 September
1947, eervol ontslag te verleenen als leeraar aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 10.
Leiden, 25 Januari 1947.
Teneinde te voorzien in de vacature welke, tengevolge
van het aan den onderwijzer M. van Zwieten de Blom ver
leende ontslag, is ontstaan aan de school voor Buitengewoon
lager onderwijs, geven wij U, met verwijzing naar de in de
Leeskamer ter inzage gelegde stukken, in overweging den
onderwijzer J. K. van der Valk, met ingang van een nader
door ons College te bepalen datum, over te plaatsen van
de Opleidingsschool voor U.L.O. aan de Drie Octoberstraat
naar de school voor Buitengewoon lager onderwijs.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.