70
Abt. 4.
1. Het bestuur der stichting bestaat uit 5 leden. Eén lid,
tevens voorzitter, wordt door Burgemeester en Wethouders
van Leiden uit hun midden aangewezen en bekleedt deze
functie ambtshalve.
2. Als lid wordt voorts zoo mogelijk door Burgemeester
en Wethouders benoemd de secretaris van het College van
Curatoren van de Bijksuniversiteit te Leiden.
3. De overige leden van het bestuur worden benoemd door
Burgemeester en Wethouders, na ontvangst van een door
het bestuur voor elke vacature op te maken aanbeveling
van twee personen, te kiezen uit Leidsche ingezetenen en
wel zoodanig, dat de leden gezamenlijk de bevolking in haar
verschillende groepeeringen zooveel mogelijk vertegen
woordigen.
4. Aan het bestuur wordt door Burgemeester en Wet
houders een ambtenaar der gemeente toegevoegd als secretaris
penningmeester.
Abt. 5.
.1. De leden, bedoeld in het derde lid van artikel 4, hebben
zitting voor 4 jaren. De afgetredenen zijn terstond weder
benoembaar.
2. De ter vervulling van een tusschentijds opengevallen
plaats benoemden treden af op het tijdstip, waarop degene,
in wiens plaats zij zijn benoemd, moest aftreden.
Abt. 6.
1. Het bestuur heeft tot taak de verwezenlijking van de
in artikel 2 genoemde doeleinden door besteding van de uit
het vermogen van de stichting gekweekte baten of van andere
aan de stichting toevallende inkomsten.
2. Het bestuur is belast met het beheer van de geld
middelen der stichting en bepaalt, met inachtneming van
eventueel door schenkers of erflaters of bij het verkrijgen
van subsidies gestelde voorwaarden, welke middelen voor
de vorming van het vermogen en welke middelen voor directe
besteding zullen worden aangewend.
Abt. 7.
Het beheer van de geldmiddelen der stichting, de aan
wijzing van de in artikel 2 bedoelde personen en de vaststelling
van omvang en duur der ondersteuning geschieden volgens
nader door het bestuur onder goedkeuring van Burgemeester
en Wethouders te stellen regelen.
Abt. 8.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting zoowel in als
buiten rechte.
2. Alle uitgaande stukken moeten zijn geteekend door den
Voorzitter en den secretaris-penningmeester.
Abt. 9.
De secretaris-penningmeester voert de administratie en een
boekhouding, waaruit te allen tijde de rechten en verplich
tingen van de stichting blijken.
Abt. 10.
1. Het boekjaar loopt van 1 September tot en met
31 Augustus van het volgende jaar.
2. Ieder jaar vóór den eersten Juli wordt een begrooting
voor het komende boekjaar opgemaakt en na vaststelling
door het bestuur aan Burgemeester en Wethouders ter
goedkeuring aangeboden.
3. De secretaris-penningmeester draagt zorg, dat jaarlijks
vóór 1 November door het bestuur over het afgeloopen boek
jaar met overlegging van de daarvoor noodige bescheiden
rekening en verantwoording aan Burgemeester en Wethouders
kan worden afgelegd.
4. Goedkeuring dezer rekening en verantwoording strekt
tot volledige décharge, zoowel van het bestuur als van den
secretaris-penningmeester, voor het over dat boekjaar ge
voerde financieel en comptabel beheer, behoudens later
gebleken valschheid of andere onregelmatigheden.
Abt. 11.
1. Burgemeester en Wethouders kunnen te allen tijde de
boekhouding en alle overige op het financieel en comptabel
beheer betrekking hebbende bescheiden controleeren of door
een of meer door hen aan te wijzen ambtenaren of des
kundigen doen controleeren.
2. De secretaris-penningmeester is verplicht aan Burge
meester en Wethouders dan wel aan de in het eerste lid
bedoelde ambtenaren of deskundigen inzage te geven van
alle boeken en bescheiden, betrekking hebbende op het
geldelijk beheer en op de stand van het vermogen, en is
gehouden hun alle gewenschte inlichtingen betreffende dit
beheer, het vermogen of de besteding van de in artikel 6
bedoelde baten en inkomsten te Verstrekken.
Abt. 12.
1. Het bestuur vergadert zoo dikwijls de voorzitter of
tenminste drie van de leden dit wenschelijk achten.
2. Geen besluit van het bestuur is geldig dan met in
stemming van tenminste drie leden, blijkens de door hen
ter vergadering uitgebrachte stemmen, genomen.
3. De secretaris-penningmeester woont de vergaderingen
bij en houdt aanteekening van het daar verhandelde.
4. Het bestuur kan verder, onder goedkeuring van Burge
meester en Wethouders, een Huishoudelijk Reglement vast
stellen.
Abt. 13.
1. Bij besluit van het bestuur, genomen met algemeéne
stemmen en goedgekeurd door den Raad der gemeente Leiden,
kunnen deze statuten worden gewijzigd.
2. De stichting kan worden opgeheven bij besluit van het
bestuur, genomen met algemeene stemmen en goedgekeurd
door den Raad der gemeente Leiden. De Raad regelt alsdan,
voorzoover noodig, de liquidatie.
3. Bij opheffing zal het vermogen der stichting, na vol
doening van alle schulden, vervallen aan de gemeente Leiden
en, met inachtneming van eventueel door schenkers of erf
laters gestelde voorwaarden, een bestemming krijgen, zoo
veel mogelijk het doel der stichting nabijkomend.
1. In afwijking van het bepaalde in het derde lid van
artikel 4, nemen voor de eerste maal zitting in het bestuur
de heeren:
P. C. A. ten Broek, A. de Koster en H. W. Wittenaar.
2. De in het eerste lid genoemde personen treden af op
den eersten Dinsdag in September van het jaar 1949.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.
OVEBGANGSBEPALING.
I