GEMEENTE LEIDEN. 65 I^GËKOMEK iTVKKEN. N°. 185. Leiden, 21 November 1946. In ons voorstel dd. 28 September 1946 (Ingek. Stukken No. 139) tot aanwijzing van eandidaten voor de benoeming van drie commissarissen van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, gaven wij met betrekking tot de vacature van gemeentelijken commissaris te kennen, dat ons College het gewenscht achtte, dat ook in deze commissarisplaats wordt voorzien en de mogelijkheid werd opengelaten om in deze plaats iemand buiten den Baad te benoemen. Hoewel de functie van gemeentelijken commissaris ten opzichte van vroeger is gewijzigd, doordat thans nagenoeg alle aandeelen in handen van de gemeente zijn en aan deze functie thans geen belooning meer is verbonden, acht ons College het wel van belang, dat evenals tot nog toe, in deze plaats iemand buiten den Eaad met breede zakelijke en commercieele kennis wordt benoemd. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging over te gaan tot benoeming van een gemeentelijken commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, ingevolge art. 18, sub b, der concessie en art. 10 der statuten, zulks voor den tijd van drie jaren, met ingang van een door ons College nader te bepalen datum, waartoe wij Uwe Vergadering aanbevelen, den heer J. G. J. Verhey van Wijk, Directeur van de Leidsche Textielfabrieken Gebr. van Wijk Co. N.V. alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 186. Leiden, 14 December 1946. Met ingang van 1 September j.l. werd door ons College, voorloopig voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in het Nederlandsch aan het Gymnasium de heer Dr J. J. Mak. Aangezien de in vasten dienst benoemde leeraar nog niet in functie kon treden, is het noodig, dat de werkzaamheid van genoemden tijdelijken leeraar na het verstrijken van bedoelden termijn voortduurt. Met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gymnasia, geven wij U mitsdien in overweging Dr J. J. Mak, alsnog te rekenen met ingang van 1 September 1946, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 1946/1947, te benoemen tot tijdelijk leeraar in het Neder landsch en de Geschiedenis aan het Gymnasium, met dien verstande, dat zijn werkzaamheden zullen eindigen op den datum van in dienst treding van den in vasten dienst be noemden leeraar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 187. Leiden, 14 December 1946. Door het bedanken van Mej. G. van der Brug, die in Uwe Vergadering van 25 November j.l. werd benoemd tot hoofd van de bewaarschool aan het Elisabethshof, dient alsnog eene voorziening te worden getroffen in de daardoor onvervuld gebleven vacature. De bij ons voorstel van 36 November j.l. (Ingek. Stuk no. 167) onder no. 2 voorgedragene werd door U benoemd tot hoofd der bewaarschool aan de Atjehstraat. Aangezien een nieuwe oproeping van sollicitanten onvermij delijk tot veel tijdverlies zou leiden en een spoedige voorziening in evenbedoelde vacature gewenscht is, dragen wij U thans ter benoeming, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, voor tot hoofd van de bewaarschool aan het Elisabethshof, mej. D. van Minnen, onderwijzeres aan een openbare bewaarschool te Assen. "Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 188. Leiden, 14 December 1946. Bij besluit van 21 December 1944 van den Burgemeester, waarnemende de taak van den Gemeenteraad, werden de artsen P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman, S. A. de Graaff en Dr J. H. F. Lahr ingaande 1 Januari 1945 voor den tijd van twee jaren benoemd tot stadsgeneesheer. Genoemde artsen hebben verzocht in die betrekking te worden bestendigd. Aangezien tegen inwilliging van dit verzoek bij ons college geen bezwaren bestaan, geven wij U in overweging de artsen P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman, S. A. de Graaff en Dr J. H. F. Lahr wederom in hun betrekking van stads geneesheer te bestendigen, voor het tijdvak 1 Januari 1947 1 Januari 1949. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 189. Leiden, 14 December 1946. Teneinde te voorzien in de vacatures in het onderwijzend personeel der o. 1. scholen aan den Zuidsingel B en de Paul Krugerstraat wenschen wij een tweetal onderwijzeressen over te plaatsen. Met verwijzing naar het bij de Stukken gevoegde advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, geven wij U mitsdien in overweging, de onderwijzeressen J. C. Korswagen en A. M. Balk, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, over te plaatsen, respectievelijk van de o. 1. school aan de Duivenbodestraat naar de o. 1. school aan den Zuidsingel B en van de o. 1. school aan het Schuttersveld naar de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 190. Leiden, 14 December 1946. Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven, ver zoekt de Directeur der Gem. H.B.S. met 5-j. c. over te gaan tot het aanschaffen van een draaibank ten behoeve van de werkplaats van den amanuensis dier school, zulks ter ver vanging van een draaibank, welke in het voorjaar 1945 door de Duitsehe Weermacht is gestolen. De draaibank, waarvan de kosten met inbegrip van die voor een electro-motor, onderdeelen en gereedschap ƒ2.800.bedragen, zal dienen voor het repareeren en ook voor het vervaardigen van instrumenten en toestellen, hoofd zakelijk ten dienste van het onderwijs in natuur- en schei kunde. Door de aanschaffing van een dergelijke draaibank wordt de mogelijkheid weer geschapen verschillende reparaties op school te verrichten en nieuwe toestellen te maken. Naar raming zal hierdoor een besparing van 300.a 350. per jaar worden verkregen. Ook in verband hiermede achten wij de aanschaffing van een draaibank voor deze school volkomen verantwoord. De kosten van aankoop kunnen ten laste van den gewonen dienst over een periode van 10 jaren worden verdeeld. Met mededeeling, dat de Commissie van Toezicht op het M. O., alsmede de Eaadscommissie voor het Onderwijs zich met den aankoop van een draaibank kunnen vereenigen en dat de levering van de draaibank in het begin van 1947 kan plaats vinden, geven wij U in overweging, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, ons College een crediet te verleenen van 2.800.ten behoeve van den aankoop van een draai bank voor de H.B.S. met 5-j. c. en te bepalen, dat dit bedrag over een periode van 10 jaren, aanvangende met het jaar 1947, zal worden verdeeld. Op de begrooting voor het dienst jaar 1947 zal deze aangelegenheid nader worden geregeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 191. Leiden, 14 December 1946. De Morschstraat, welke vroeger was voorzien van een straatverlichting, mist thans deze verlichting tengevolge van de omstandigheid, dat de gaslantaarns in deze straat door handelingen van den bezetter verloren zijn gegaan. Het weder aanbrengen van verlichting in deze straat achten wij noodzakelijk. In de Morschstraat zijn de gasbuizen nog aanwezig, doch, in verband met het streven naar geleidelijke vervanging der gasverlichting door electrische verlichting, komt het ons gewenscht voor ook in deze straat de verlichting te doen geschieden door middel van electriciteit. De kosten van het aanleggen van een straatverlichting,s-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 1