96 MAANDAG 21 OCTOBER 1946. Wederopbouwplan Stationsweg en omgeving. (Jongeleen e.a.) Kamer van Koophandel met den grond gelijk te maken; het College zal dat gebouw rustig laten staan. Het staat nog niet geheel en al vast, dat het gebouw, dat achter den Morschsingel is geprojecteerd, daar inderdaad zal worden gezet. Deze vraag moet opnieuw onder de oogen worden gezien, hetgeen mogelijk is, omdat dit een z.g.n. plan in hoofdzaak is, waarvan de onderdeelen later zullen worden vastgesteld. Naar aanleiding van het betoog van den heer Lombert zegt spreker, dat het College de voorkeur heeft gegeven aan een plan, waarbij de geheele zaak van den Stationsweg wordt bekeken en met de plannen van de Spoorwegen rekening wordt gehouden. Natuurlijk zijn bij dit plan zeer veel belangen van ingezetenen betrokken; heel wat inge zetenen zullen door de uitvoering er van worden gedupeerd. Het College zal echter een open oog voor de belangen van deze menschen hebben; bij de her-verkaveling zullen zij, wier panden aan den Stationsweg zijn vernield, in de eerste plaats aan bod komen. Spreker meent met een zekere vrijmoedigheid dit plan bij den Raad te mogen aanbevelen en vertrouwt, dat deze zijn instemming er mede zal betuigen. Het plan, waarbij zeer ernstig rekening is gehouden met de ontwikkeling van de stad, is ontworpen in nauw verband met de spoorweg plannen, die zullen volgen. Wie thans als Leidenaar, komende van het station, den Stationsweg tracht te bereiken, moet heel pienter zijn, wil hij veilig en wel tusschen de auto's en trams door komen; hoeveel moeilijker is dit niet voor den vreemdeling, die Leiden voor het eerst bezoekt. De huidige toestand moge goed zijn voor een gemeente als Surhuisterveen, een stad als Leiden is hij onwaardig. Thans staat men voor de noodzakelijkheid, de obstakels aan den Rijnsburgerweg uit den weg te ruimen en een behoor lijke verbinding met het tunnelplan aan de Gevangenlaan te maken. Niet alleen is het voor de gemeente van belang een tunnel aan de Gevangenlaan te krijgen voor aansluiting op den Rijksweg Den HaagAmsterdam, maar deze is ook van belang voor de verbinding door de stad zelf. En dan prijst spreker zich gelukkig, dat bij dit plan volledig intact wordt gelaten het zoo aantrekkelijke gedeelte van den Rijnsburger singel bij den molen De Valk. Niet alleen wordt dit intact gelaten, het wordt zelfs verbeterd doordat de rijweg, die van het station komt, en die thans vóór den molen om loopt, nu daarachter is geprojecteerd, zoodat de molen en de geheele omgeving daar meer tot hun recht zullen komen. Het is niet alleen deze gedachte, die spreker doet hopen, dat de Raad zijn instemming zal betuigen met de in dit plan neergelegde gedachten, het is ook de wensch Leiden op te heffen van zijn plaats als provinciestad en het een plaats te geven te midden van de groote gemeenten van Nederland. Het gaat er hier dus om, niet alleen om Leiden te maken tot een aantrekkelijke woonplaats of om met de belangen van de Academie rekening te houden, dit plan beoogt ook rekening te houden met het lied van den arbeid, zonder welken Leiden als woonplaats niet wel mogelijk is. Spreker geeft dus den Raad in overweging, zijn instemming te betuigen met het plan. Namens het College van Burge meester en Wethouders stelt spreker nog voor dit plan, dat oorspronkelijk was bedoeld als een onteigeningsplan in twee étappes, in één étappe te doen uitvoeren. De heer Vos dankt den Wethouder zeer voor zijn uitvoerig antwoord op sprekers opmerkingen. Spreker heeft uitdrukke lijk gezegd, dat hij het College er geen grief van maakt, dat de Raad dit plan op zoo korten termijn moet bezien, maar dat men zich daarvoor moet richten tegen het College van Algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw. De Raad moet toch blijven oppassen, dat hem niet van boven af regelingen worden opgelegd, waarbij hij niet voldoende gelegenheid heeft zulk een plan te bezien. Het doet spreker genoegen te vernemen, dat het College, zooals uit het ant woord van den Wethouder bleek, deze zaak met den meesten spoed heeft behandeld en den Raad niet meer tijd kon toe- bedeelen voor de beraadslaging. Spreker had daaraan ook niet getwijfeld. Spreker wil echter het volgende punt rechtzetten. Hij heeft n.l. zeker niet betoogd, dat het gebouw van de Leidsche Duinwater-Maatschappij en de daaraan belendende ge bouwen weg moeten. Wanneer alleen een oplossing te vinden zou zijn door het wegnemen van die gebouwen, dan zou spreker liever zijn bezwaren laten varen. Spreker zou onder alle omstandigheden die gebouwen willen laten staan omdat naar zijn oordeel zoo weinig mogelijk belang rijke, nuttige gebouwen verwijderd moeten worden, die bewaard kunnen blijven. Spreker heeft den Wethouder alleen in overweging gegeven, den voorgevel van het nieuwe Wederopbouwplan Stationsweg en omgeving. (Vos e.a.) flatgebouw naar voren te brengen, zoodat die in één lijn komt te liggen met de punt van het gebouw van de Leidsche Duinwater-Maatschappij. Spreker zou niet het odium op zich willen laden, dat hij zou verdedigen, om gebouwen, die nog goed zijn, te verwijderen. Wat het wegnemen van de scherpe hoeken van gebouwen in bochten van wegen betreft, zegt spreker den Wethouder dank voor de uiteenzetting van de nieuwe zienswijze. Spreker dacht, dat afgeknotte hoeken, die het mogelijk maken de bocht geheel te overzien, voor het verkeer beter waren, maar geeft zijn meening gaarne prijs voor de nieuwe ziens wijze. De heer Froliwein heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag, of het geheele plan hoofdzakelijk met binnen- landsch of met buitenlandsch materiaal zal worden uit gevoerd. De heer Hendriks handhaaft zijn bezwaren tegen het doen verdwijnen van een gedeelte van den Morschsingel. Spreker heeft de mogelijkheid gesuggereerd om voorloopig met een bescheidener profiel te volstaan. In de omschrijving, welke aan de leden is toegezonden, wordt gesproken van een wegverbreeding, terwijl in feite slechts van een profiel wijziging en niet van een verbreeding sprake is. De rijbaan is geprojecteerd op 12 meter en het trottoir op 6 meter, terwijl er ook een eigen stoep van 1 meter is. Wanneer men den stoep laat vervallen, de breedte van het trottoir terug brengt tot 4-|- meter en voorloopig volstaat met een rijbaan van 9 meter, kan de singel blijven bestaan met een rij boomen aan den waterkant, wat heel iets anders is dan boompjes voor de huizen. Voorloopig is men aan het verkeer langs den Morschsingel niet toedaarvoor dient eerst de door-verbinding gereed te zijn. Blijkt de singel later voor het verkeer te smal te zijn, dan kan hij nog altijd worden verbreed. Bovendien is een verkeersweg van 20 meter langs het water allesbehalve royaal. Mettertijd zal men toch tot verbreeding daarvan overgaan, maar dan is de singel ook verdwenen. De groote consequentie van deze dingen is, dat de be bouwing langs den Morschsingel moet verdwijnen, hetgeen zeer zeker op het oogenblik geweldige financieele gevolgen zal hebben; het is echter de vraag, of men in de toekomst ook niet voor die groote uitgaven komt te staan. De heer Jongeleen onderschrijft datgene, wat de heer Vos heeft gezegd. Het College staat volledig op het standpunt, dat de zaak, zoo mogelijk, in eigen hand moet worden ge houden; men zal zich echter aan de bestaande voorschriften dienen te onderwerpen. Langzamerhand moet het afgeloopen zijn, dat aan de gemeente van boven af alles wordt voor geschreven. Wat betreft het naar voren verleggen van de rooilijn van den voorgevel van het flatgebouw, deelt spreker mede, dat het College dit punt in overweging zal nemen en bij de vaststelling van de onderdeelen van het plan door de technici zal laten bekijken. Men zal zeer ernstig moeten rekening houden met het feit, dat het karakter van den Stationsweg geheel anders zal worden; het snelverkeer en het doorgaande verkeer zal n.l. van den Stationsweg verdwijnen en overgaan naar den nieuw ontworpen weg over het Schuttersveld naar den molen De Valk; op den Stationsweg zal men alleen behouden het tramverkeer en het reizigersverkeer naar en vanaf het nieuw ontworpen station. Bovendien is het College daarop is de ontworpen verbetering van den Morschsingel gebaseerd van meening, dat het verkeer zooveel mogelijk van den Stationsweg af-gehouden moet worden en geleid moet worden in de richting Morschsingel; daarom is in het plan ook op genomen een verbreeding van een gedeelte van den Morsch singel. Doet men dit niet, behoudt men daar zoo'n nauwe afsluiting, dan zullen vele auto's rechtdoor gaan, langs den Stationsweg en afbuigen naar den geprojecteerden weg naar de Gevangenlaan. Dat nu moet men juist niet hebben. Het verkeer uit de binnenstad moet langs den Morschsingel over het nieuw ontworpenkruispunt, door den tunnel aan de Gevangenlaan heen. De heer Hendriks handhaaft zijn bezwaar ten aanzien van de verbreeding van den Morschsingel. Hij wees er daarbij op, dat daar zijn geprojecteerd een rijweg van 12 m, een trottoir van 6 m en nog een strook van 1 m. Hij vergeet daarbij echter, dat dit wel zoo in het plan is opgenomen, maar tengevolge van het vervallen van de voorgevelrooilijn op den Morschsingel overeenkomstig het voorstel van de Commissie van Fabricage vervalt ook deze strook van 1 m breedte voor de huizen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 6