GEMEENTE LEIDEN. 59 INGEKOMEN STUKKEN N°. 160. Leiden, 16 November 1946. Tegen inwilliging van bet verzoek van Dr W. P. Jorissen om ontslag als Curator van het Gymnasium alhier, bestaat bij ons College geen bezwaar. Met verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage gelegd advies van Curatoren van het Gymnasium geven wij U mitsdien in overweging aan Dr W. P. Jorissen, met ingang van 1 December 1946, eervol ontslag te verleenen als Curator van het Gymnasium, met dankbetuiging voor de gedurende een reeks van jaren als zoodanig bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 161. Leiden, 16 November 1946. Door het bedanken van den heer Ir H. A. van Oerle als lid van de Monumentencommissie is een vacature in die commissie ontstaan. De heer A. J. M. van Dijk is lid van de N.S.B. geweest en dient door een ander lid te worden vervangen. Gehoord de Monumentencommissie, geven wij U mitsdien in overweging: 1° ontslag te verleenen aan den heer A. J. M. van Dijk als lid van de Monumentencommissie; 2° over te gaan tot benoeming van twee leden van de Monumentencommissie, tot welk einde wij U aanbevelen: a. Vacature-van Oerle: 1. Ir JAN A. VAN DER LAAN; 2. J. C. VAN ECK. b. Vacature-van Dijk: 1. A. BICKER CAARTEN 2. N. J. SWIERSTRA. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 162. Leiden, 16 November 1946. Aangezien tegen het in de Leeskamer ter inzage gelegde verzoek van Mej. W. M. Nijkamp, om ontslag als hoofd van de bewaarschool aan het Elizabethshof, bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging haar, met ingang van een nader door ons te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit genoemde betrekking. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 163. Leiden, 28 October 1946. Tengevolge van het aftreden van de heeren Prof. Mr R. P. Cleveringa en Dr W. P. Jorissen als curatoren van het Gymnasium dient in de vervulling van een tweetal vacatures in ons college te worden voorzien. Geeft de huidige samenstelling van ons college eenerzijds aanleiding ten aanzien van één der vacatures de gedachten wederom bij een hoogleeraar van de juridische faculteit te bepalen, anderzijds kunnen wij ons met de opvatting ver eenigen, dat het curatorschap van een predikant, met groote belangstelling voor het jeugdwerk, van beteekenis is te achten. Met de handhaving van het aantal vertegen woordigers der natuurwetenschappelijke richting, zullen wij het op prijs stellen, gezien het groote aantal meisjesleer lingen, een dame in ons college op te nemen. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 25 van de verordening betreffende de inrichting en het bestuur van het Gymnasium, hebben wij derhalve de eer Uw Vergadering de volgende niet-alphabetische aanbevelingslijst aan te bieden. Voor de vervulling van de vacature Prof. Mr R. P. Cleveringa. Prof. Mr H. F. W. D. FISCHER. Ds P. M. LUCA. Voor de vervulling van de vacature Dr W. P. Jorissen. Mevrouw C. G. DE JAGER—GALAVAZ1. Dr P. TH. OOSTERHOFF. Curatoren van het Gymnasium, B. A. van Groningen, President- Curator, R. Streng, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. N°. 164. Leiden, 6 November 1946. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Daar Prof. Mr R. P. Cleveringa bedankt heeft voor het lidmaatschap van het bestuur van onze vereenigingis er een vacature waarin door Uwen Raad dient te worden voorzien. Het bestuur biedt U hiervoor het volgende tweetal aan: 1. Prof. Mr C. WESTRATE, 2. Prof. Mr H. F. W. D. FISCHER. Namens het Bestuur P. A. van Toorenburg, Secretaris. N°. 165. Leiden, 16 November 1946. Ingevolge het bepaalde in de Verordening, regelende het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden en de verdeeling van hun werkzaamheden, behooren o.a. aanwezig te zijn vier ambtenaren, bestemd om den ambte naar, belast met alle aan den ambtenaar van den Burger lijken Stand opgedragen werkzaamheden, bij onstentenis of bij afwezigheid om andere redenen, te vervangen. Ter vervulling van de vacature, ontstaan wegens het aan den heer J. J. Aalbersberg verleende ontslag, bevelen wij U ter benoeming als zoodanig aan den Heer C. J. M. Montanus, ambtenaar op de Afdeeling Burgerlijke Stand en Bevolking der Gemeentesecretarie. In verband met het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13/23 Maart 3 935, G. S. N°. 35/2, tot nadere regeling van de jaarwedde van de ambtenaren van den Burgerlijken Stand in de gemeenten met 25000 en meer inwoners in deze provincie, is aan deze functie geen afzonderlijke bezol diging verbonden. Wij verzoeken Uwe Vergadering thans tot deze benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 166. Leiden, 16 November 1946. Door het overlijden van Mej. Dr C. M. de Haas, leerares in het Duitsch, op 23 Juni 1946 en door het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd door Dr A. A. van Rijnbach, leeraar in het Nederlandsch en de Geschiedenis, op 16 Augustus 1944 zijn vacatures voor deze betrekkingen ontstaan, waarin tot op heden nog niet kon worden voorzien. In overeenstemming met het advies van den Inspecteur der Gymnasia bieden wij derhalve Uw Vergadering, met overlegging der stukken, voor de vervulling van de vacature Nederlandsch en Geschiedenis en van de vacature Duitsch de volgende aanbevelingen aan. A. Voor de vervulling van de vacature Nederlandsch en Geschiedenis 1. Dr J. F. HEYBROEK, leeraar aan de Rijks H.B.S. te Coevorden 2. Dr B. v. d. BERG, leeraar aan het Rotterdamsch Lyceum en de H.B.S. te Rotterdam. B. Voor de vervulling van de vacature Duitsch: 1. Drs J. H. DREWES, leeraar aan de U.l.o. Kopschool te Leiden; 2. J. F. BAKKER, leeraar aan het Prinses Beatrix Lyceum, Glion sur Montreux, Zwitserland. 1) Van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werk manswoningen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 1