70 WOENSDAG 11 SEPTEMBER 1946. Benoeming van vijf leden van de Commissie voor liet (H. van Weizen e.a.) Onderwijs; e.a. De heer H. van Weizen vestigt de aandacht op den heer Knuttel. De heer Frohwein stelt den heer Vos candidaat. Worden benoemd: de heer mr G. J. Woudstra met 34 stemmen; de heer mr M. B. Vos met 32 stemmen; de heer D. J. van Dijk met 29 stemmen; de heer Th. B. J. Wilmer met 28 stemmen; de heer drJ.A. N. Knuttel met 24 stemmen. De heeren Woudstra, Vos, D. J. van -Dijk, Wilmer en Knuttel verklaren de benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. De heer D. J. van Dijk stelt den heer Ligtvoet voor. De heer Woudstra noemt den heer Stolp. De heer Wilmer beveelt den heer A. van Dijk aan. De heer van Weizen stelt zichzelf candidaat. Worden benoemd: de heer A. van Dijk met algemeene (35) stemmende heer 8. M. Stolp met 34 stemmende heer G. D. Ligtvoet met 30 stemmen; de heer H. van Weizen met 24 stemmen. De heeren A. van Dijk, Stolp, Ligtvoet en van Weizen verklaren de benoeming aan te nemen. XIII. Benoeming van vier leden van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest". De heer D. J. van Dijk beveelt aan den heer Riedel. De heer Woudstra stelt voor den heer Hendriks. De heer Wilmer noemt den heer Kortmann. De heer van Weizen vestigt de aandacht op zichzelf. Worden benoemd: de heer H. M. J. W. J. Kortmann met algemeene (35) stemmen; de heer D. Hendriks met 34 stem men; de heer J. A. Riedel met 32 stemmen, de heer H. van Weizen met 29 stemmen. De heeren Hendriks, Riedel en van Weizen verklaren de benoeming aan te nemen. XIV. Benoeming van vier leden van de Commissie voor den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. De heer D. J. van Dijk stelt dr Keij voor. De heer Woudstra beveelt den heer Robbers aan. De heer Wilmer noemt den heer Kortmann. De heer van Weizen vestigt de aandacht op mevrouw Vijlbrief. Worden benoemd: de heer H. M. JW. J. Kortmann met algemeene (35) stemmen; de heer L. Robbers met 34 stemmen; de heer dr M. Keij met 29 stemmen; mevrouw J. M. Vijlbrief met 25 stemmen; de heer dr. J. Goslings verkreeg 1 stem. De heeren Robbers, Keij en mevrouw Vijlbrief verklaren de benoeming aan te nemen. XV. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, uit de leden van den Raad. Mevrouw Rraggaar beveelt den heer D. J. van Dijk aan. De heer Woudstra vestigt de aandacht op den heer Knol. Worden benoemdde heer mr dr H. D. M. Knol met 34 stem men; de heer D. J. van Dijk met 31 stemmen; de heer dr J. A. N. Knuttel verkreeg 1 stem. De heeren Knol en D. J. van Dijk verklaren de benoeming aan te nemen. Benoeming leden Commissie voor het Stedelijk Museum (D. J. van Dijk e.a.) „de Lakenhal; e.a. XVI. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", uit de leden van den Raad. De heer D. J. van Dijk beveelt den heer Knuttel aan. De heer Woudstra vestigt de aandacht op den heer Hendriks. De heer Wilmer stelt den heer A. van Dijk candidaat. Worden benoemd: de heer D. Hendriks met 34 stemmen; de heer A. van Dijk met 33 stemmen; de heer dr J. A. N. Knuttel met 24 stemmen; de heeren D. J. van Dijk en A. C. Frohwein verkregen ieder 1 stem. De heeren Hendriks, A. van Dijk en Knuttel verklaren de benoeming aan te nemen. XVII. Benoeming van drie Commissarissen der Gemeente lijke Volkscredietbank, uit de leden van den Raad. De heer Vos vestigt de aandacht op den heer Frohwein. De heer D. J. van Dijk beveelt mevrouw de Cler aan. De heer Wilmer zag gaarne benoemd den heer Lombert. De heer Woudstra stelt den heer Stolp candidaat. Uitgebracht worden op den heer A. O. Frohwein 20, op mevrouw J. C. de Cler 29, op den heer S. M. Stolp 30 en op mevrouw Braggaar 4 stemmen. Bij de tweede vrije stemming worden benoemd: de heer 8. M. Stolp en mevrouw J. G. de Gier ieder met 33 stemmen; de heer A. O. Frohwein met 18 stemmen; de heeren H. Lom- bert en H. van Weizen verkregen resp. 15 en 2 stemmen. De heer Stolp, mevrouw de Cler en de heer Frohwein ver klaren de benoeming aan te nemen. XVIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor Sociale Zaken, uit de leden van den Raad. De heer D. J. van Dijk beveelt mevrouw Braggaar aan. De heer Woudstra stelt candidaat den heer Knetsch. De heer van Weizen vestigt de aandacht op zichzelf. Uitgebracht worden op mevrouw C. P. Braggaar 29, op den heer A. Knetsch 33, den heer J. A. M. van Oijen 19 en den heer H. van Welzen 18 stemmen. Bij de tweede vrije stemming worden benoemdmevrouw G. P. Braggaar met 33 stemmen; de heer A. Knetsch met 29 stemmen; de heer H. van Welzen met 19 stemmen; de heer J. A. M. van Oijen verkreeg 15 stemmende heeren mr dr H. D. M. Knol en L. Robbers ieder 1 stem. Mevrouw Braggaar en de heeren Knetsch en van Welzen verklaren de benoeming aan te nemen. XIX. Benoeming van vijf leden van de Commissiën, be doeld in art. 2, le lid, sub 3, der verordening, houdende Regle ment voor de Commissiën van Advies, betreffende de arbeids- en dienstvoorwaarden van het personeel in dienst van de gemeente Leiden. De heer D. J. van Dijk vestigt de aandacht op mevrouw de Cler en den heer Schüller. De heer Woudstra beveelt den heer Knetsch aan. De heer Wilmer noemt den heer van Oijen. De heer van Welzen stelt zichzelf candidaat. Worden benoemd: de heer J. A. M. van Oijen met alge meene (35) stemmen; de heer A. Knetsch met 34 stemmen; de heer J. H. Schüller met 32 stemmenmevrouw J. G. de Gier met 29 stemmen; de heer H. van Welzen met 24 stemmen; de heer D. Hendriks verkreeg 1 stem. De heeren van Oijen, Knetsch, Schüller en van Welzen verklaren de benoeming aan te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 4