WOENSDAG 11 SEPTEMBER 1946. 77 Rondvraag. (Riedel e.a.) ondervinden van de Wethouders, van den loco-Secretaris mr. Rowaan eerst, later van den Secretaris, mr. Bool, en van den Voorzitter zelf. In zijn dank betrekt spreker ook de amb tenaren van het Stadhuis van hoog tot laag, die in den oorlogs tijd onder zeer moeilijke omstandigheden hebben moeten werken, en daarvan hun leed en zorg gehad hebben. Spreker heeft in het Stadhuis een ambtenarencorps mogen ontmoeten, waarvoor hij zeer veel respect heeft gekregen. Als Wethouder komt men immers in veel meer direct contact met de ambte naren dan als raadslid. Spreker betuigt derhalve zijn erkentelijkheid aan het College in zijn geheel en aan de ambtenaren, van hoog tot laag, van het Leidsche Stadhuis en van de verschillende Gemeentelijke Diensten. De heer Frohwein vestigt de aandacht op de toeneming van het aantal gevallen van dronkenschap tengevolge van het gebruik van spiritus en verzoekt er bij de ambtenaren van de Drankwet op aan te dringen, scherpere controle uit te oefenen op de qualiteit van de verstrekte dranken, speciaal Rondvraag. (Frohwein e.a.) wat betreft de kleinere café's, die hoofdzakelijk door minder gegoeden worden bezocht. De Voorzitter zal daarnaar een onderzoek doen instellen. De heer Frohwein heeft van een van de groote fabrikanten in Leiden vernomen, dat de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit bij hem doodgewoon een briefje in de bus hadden gestopt, dat zijn fabriek het electriciteitsrantsoen had over schreden en zou worden afgesneden. Dit heeft toen wel niet plaats gehad, maar spreker acht dat tegenover de industrie toch geen juiste wijze van handelen en verzoekt dan ook de bedrijven in dienst van den wederopbouw hiermede niet lastig te vallen. De Voorzitter zal ook daarnaar een onderzoek doen instellen. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 11