MAANDAG 2 SEPTEMBER 1946. 61 Benoeming tijdelijk leerares H.B.S. voor Meisjes. (Voorzitter.) Vd. Benoeming van een tijdelijk leerares in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (122) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen mej. Dra. M. L. W. Baron. Ve. Benoeming van een tijdelijk leerares in het Engelseh aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (122) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen mej. H. van Laar. Vf. Benoeming van een tijdelijk leerares in de scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (122) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen me). Ir. N. E. Hartmans. Vg. Benoeming van een tijdelijk Ieeraar in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (122) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einden van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen A. J. M. Bus. Vh. Benoeming van een tijdelijk Ieeraar in de aardrijks kunde en geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (122) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen J. van der Werf Vi. Benoeming van een tijdelijk Ieeraar in de wiskunde en mechanica aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. (123) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen Ir. A. M. Overeynder. Vj. Benoeming van een tijdelijk Ieeraar in de natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. (123) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen J. Stark. Vk. Benoeming van een tijdelijk leerares in het Engelseh aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. (123) Wordt tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, benoemd met algemeene (24) stemmen mevr. Dra. J. E. WissenburghRavesteyn. VI. Benoeming van een tijdelijk leerares in het Hebreeuwsch aan het Gymnasium. (124) Wordt tot wederopzeggens benoemd met algemeene (23) stemmen mej. Dra. C. L. J. Kooman, gerekend met ingang van 15 Maart 1946 tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 194647, met dien verstande, dat haar werkzaamheden binnen den cursus zullen eindigen, indien Mej. Dr. C. E. te Lintum eerder dan gecalculeerd is, zou terug- keeren, en wel met ingang van den dag van dien terugkeer. Vm. Voorstel inzake het verlengen van de tijdelijke aanstel ling van eenige leeraren en leeraressen aan het Gymnasium. (124) I. Wordt met 23 stemmen besloten de tijdelijke aanstelling van Mej. Dra. M. N. Baarslag als tijdelijk leeraares in het Fransch aan het Gymnasium te continueeren tot weder opzeggens, doch uiterlijk voor den duur van den cursus 1946—47; II. Wordt met 23 stemmen besloten de tijdelijke aanstelling van Mevr. Dra. J. M. Dutilhs' Jacob als tijdelijk leerares in het Nederlandsch en de Geschiedenis aan het Gymnasium te continueeren tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den duur van den cursus 194647 III. Wordt met 23 stemmen besloten de tijdelijke aanstel ling van Drs. P. H. L. Eggermont als tijdelijk Ieeraar in de Oude Talen aan het Gymnasium te continueeren tot weder opzeggens, doch uiterlijk voor den duur van den cursus 194647. Benoeming onderwijzer in het teekenen. (Voorzitter e.a.) Vp. Benoeming van een onderwijzer in het teekenen bij het u.I.o. (127) Wordt benoemd met algemeene (23) stemmen P. J. J. van Weerlee, met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. VI. Benoeming van een Directeur van de Gemeentelijke Volkscredietbank. (105) De heer Piena wil zich niet verzetten tegen de benoeming van den heer van Zanten tot Directeur van de Volkscrediet bank; daarvan was reeds vóór 1940 sprake, maar wel ver wondert spreker dat, waar zoo nadrukkelijk gezegd wordt, dat de heer van Zanten sinds 1945 de leiding van de Bank heeft, zijn benoeming ook niet zal ingaan op 5 Mei 1945. Spreker weet dat na de bevrijding zeer hard gewerkt is op de Volkscredietbank en stelt daarom voor de benoeming van den heer van Zanten te laten ingaan op 5 Mei 1945. De heer Menken zegt, dat het toch gebruikelijk is, dat in het algemeen een benoeming plaats heeft met ingang van een dag, welke gelegen is na de beslissing van den Raadwanneer daarvan afgeweken wordt zal dit natuurlijk zeer bijzondere gronden moeten hebben. Bij benoeming in een bepaalde functie van iemand, die toevallig ook deze functie waarge nomen heeft, vindt de benoeming ook niet altijd plaats met ingang van den dag, waarop men als vervanger in die functie in dienst getreden is. De zeer bijzondere grond, die voor het College gegolden heeft om voor te stellen, de benoeming te doen ingaan op 1 Januari 1946, is dan ook gelegen in het feit, dat men hier te doen heeft met een gevolg van de langzame zuivering. Wanneer de zuivering bij de Gemeentelijke Volks credietbank ten aanzien van den ontslagen directeur sneller had plaats gehad, dan zou, naar men wel veilig kan aannemen, deze benoeming zijn ingegaan in het najaar 1945, in elk geval niet op 5 Mei 1945. Een tijd van vervanging wordt toch in het algemeen aannemelijk en redelijk geacht. Daarom heeft het College gemeend, tusschen beide data in te moeten gaan staan, n.l. tusschen den datum van 5 Mei 1945, toen de ver vanging een aanvang nam en dien van 1 September 1946, met ingang van welken dag de benoeming tengevolge van de zuivering mogelijk werd, en het College heeft daarvoor den datum van 1 Januari 1946 gekozen. De Raad moet wel weten dat men steeds voorzichtig moet zijn met een praecedent te stellen en met het verleenen van terugwerkende kracht aan benoemingen tot op den dag, waarop een vervanging is inge gaan. Naar het oordeel van het College wordt hier bij een benoeming met ingang van 1 Januari 1946 volkomen billijk gehandeld, ook jegens den heer van Zanten, die min of meer de dupe is geweest van deze late zuivering. Namens het College in zijn geheel verklaart spreker dat dit zich dan ook wil houden aan het voorstel om deze benoeming te doen ingaan op 1 Januari 1946. Krachtens de verordening op de Gemeente lijke Volkscredietbank is natuurlijk in dit geval aan den Raad de beslissing. De heer Piena zegt, dat het in het geheel zijn bedoeling niet is een praecedent te scheppen. De zaak staat toch eenigs- zins anders. i Van de benoeming van den heer van Zanten was reeds sprake vóór den oorlog, vlak na het overlijden van den vorigen directeur. De heer van Zanten zou reeds in den bezettings tijd zijn benoemd, indien hij overeenkomstig den wensch van den toenmaligen burgemeester de Ruyter van Steveninck lid van den Nederlandschen Volksdienst was geworden. Waar de betrokkene zich financieel benadeeld acht door de hou ding, welke hij in den bezettingstijd heeft aangenomen, acht spreker het juist, dat de datum van ingang van deze benoe ming wordt bepaald op 5 Mei 1945. De heer Hendriks ondersteunt ten sterkste het amendement van den heer Piena. De logica van de voorlaatste alinea van het voorstel ontgaat spreker te eenen male. Juist omdat de heer van Zanten sedert 5 Mei 1945 onafgebroken met de leiding van de Volkscredietbank belast is geweest, acht spreker het volkomen logisch, dat de datum van ingang van deze benoeming wordt bepaald op 5 Mei 1945. De heer D. J. van Dijk ondersteunt het verzoek van de heer Piena, al erkent spreker, dat het gevaar bestaat, dat een praecedent wordt geschapen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 3