22 N°. 61. Leiden, 25 Mei 1946. Teneinde vernieling van plantsoenen en andere gemeente en particuliere eigendommen door de schooljeugd als gevolg van de tijdens de bezetting nog toegenomen baldadigheid, tegen te gaan, is op initiatief \an den Wethouder van Onderwijs een comité gevormd, met het doel de schooljeugd van 615 jaar in de a.s. zomervacantie op nuttige wijze bezig te houden. In dit comité hebben behalve vertegen woordigers van de speeltuinvereenigingen, een vertegen woordiger van den ouderraad en van de Federatie van buurtvereenigingen zitting, terwijl uit onderwijskringen en uit de jeugdbeweging adviseurs zijn aangewezen. Bij zijn verzoek om beschikbaarstelling van gelden uit de gemeentekas, heeft het comité overgelegd een werkprogramma en een begrooting van inkomsten en uitgaven. Blijkens deze be grooting bedraagt het geraamde tekort 1980.Gezien het groote belang, dat hierbij zoowel voor de jeugd als voor de gemeenschap is betrokken, zijn wij van meening, dat het comité in staat moet worden gesteld het werk programma uit te voeren, hetgeen alleen mogelijk is, indien de gemeente het tekort voor haar rekening neemt. Wij stellen U daarom voor, om, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten dezer Provincie, een bedrag van ƒ1980.voor dit doel op de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1946 te brengen. Aan Burg. en Weth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 62. Leiden. 25 Mei 1946. Van den Inspecteur van de Volksgezondheid voor Zuid- Holland heeft ons College de mededeeling ontvangen, dat ter voorziening in het hier ter stede bestaande groote woning tekort, in dit jaar 60 permanente woningen kunnen worden gebouwd, waarbij hij tevens berichtte, dat die bouwplannen de voorkeur zouden verdienen, die het snelst tot uitvoering kunnen komen. Voorts wees genoemde Inspecteur er op, dat voor den bouw van woningen door particulieren nog geen nadere financieele regeling is vastgesteld, zoodat het in de gegeven omstandigheden noodzakelijk zal zijn, dat óf woningbouw- vereenigingen óf gemeenten bouwen met voorschotten inge volge de Woningwet. Daarom heeft ons College nagegaan welk bouwplan der woningbouwvereenigingen het snelst in uitvoering kan komen. Dit is het geval met het bouwplan van de Woningbouw- vereeniging ,,Ons Belang", betreffende den bouw van 84 woningen op de aan de gemeente toebehoorende terreinen ten Zuiden van de Tomatenstraat. Reeds vóór den oorlog waren plannen ontworpen voor den bouw van een aantal arbeiderswoningen door woning bouwvereenigingen, w.o. het 6e bouwplan van ,,Ons Belang", op terreinen aan en nabij de Marnixstraat, waarvoor Rijks- steun in beginsel reeds was toegezegd. Aan deze plannen kon, wegens den inmiddels ingetreden oorlogstoestand, geen gevolg worden gegeven. In het begin van den oorlog, toen bleek, dat de uitvoering van voren bedoelde plannen wegens de materiaalpositie, aldaar niet mogelijk was (er moet daar n.l. geheid worden), werd besloten het 6e bouwplan van „Ons Belang" te doen uit voeren op de hierboven reeds genoemde voor arbeiders woningen bestemde gronden ten zuiden van de Tomaten- straat, waarvoor de aarden straatbanen met rioleering enz. reeds zijn aangelegd. Het bouwplan omvat 84 woningen. In verband daar mede hebben wij nader overleg gepleegd met den Inspecteur van de Volksgezondheid die later mededeelde, dat er z.i. geen bezwaar tegen bestaat het geheele plan van „Ons Belang", uit te voeren, mits het bouwplan zoo mogelijk reeds in de eerste week van Juni a.s. zou kunnen worden aanbesteed. Aan dezen eisch kan worden voldaan. Inmiddels wordt met den Inspecteur nader overleg ge pleegd over de definitieve vaststelling van dit plan. Zoodra dit overleg is beëindigd, de voorwaarden bekend zijn, waarop het Rijksvoorschot kan worden aanvaard en is komen vast te staan op welke wTijze het Rijk in het te verwachten exploitatie-tekort van deze woningen zal bij dragen, zullen wij de daarvoor vereischte definitieve voor stellen bij Uw Vergadering indienen. Wij merken hierbij nog op, dab de bevordering van den bouw van arbeiderswoningen door particulieren een punt van ernstige overweging en onderzoek bij ons College uitmaakt. Met het oog op de hiervoren geschetste bijzondere om standigheden verzoeken wij Uw Vergadering, in overeen stemming met het Advies van de Commissie van Fabricage en met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, in afwachting van onze definitieve voorstellen, in beginsel goed te keuren, dat het op de gemeentelijke terreinen bezuiden de Tomatenstraat ontworpen 6e bouwplan van 84 arbeiderswoningen der Woningbouwvereeniging „Ons Belang" thans zoo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. Aan Burg. en Weth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 63. Leiden, 25 Mei 1946. De zeer groote moeilijkheden op het gebied van de huis vesting, waarmede ons College en het Gemeentelijk Bureau voor Evacuatie-aangelegenheden, dat in deze gemeente met de verdeeling van de beschikbare ruimte onder de woning zoekenden is belast, hebben te kampen, deden ons besluiten Uw Vergadering een uiteenzetting te geven van de wijze, waarop thans te werk wordt gegaan en in het bijzonder van de werkwijze, die wij ons voorstellen in de toekomst te volgen, ten einde tot een verbetering van dezen ernstigen toestand te geraken. Het woningtekort is zoowel hier als elders in het land een sociaal probleem van de eerste orde. Weliswaar zijn wij te Leiden gespaard gebleven voor verwoestingen op groote schaal, doch ook hier heeft het oorlogsgeweld zijn sporen achtergelaten. Reeds op 31 December 1941 bestond er een tekort van 79 woningen en sindsdien kon niet meer worden gebouwd. In de periode 1 Januari 19421 April 1946 werden 2937 huwelijken gesloten, waren er 4009 sterfgevallen en bedroeg het vestigingsoverschot 1042, terwijl 209 woningen werden gesloopt, verwoest of onbewoonbaar verklaard. Uit deze gegevens kan een direct tekort van 1926 woningen worden afgeleid, terwijl het werkelijk tekort, waarbij rekening is gehouden met een aantal onbewoonbaarverklaringen en een noodzakelijke reserve van 2 op 2604 woningen moet worden gesteld. Dit wil dus zeggen, dat, wanneer 2604 woningen zouden kunnen worden gebouwd, ieder gezin over een eigen woning zou beschikken. Bij het Evacuatiebureau waren in November 1945 inge schreven 1364 woningzoekenden, terwijl sinds de bevrijding in rond 200 gevallen hulp kon worden geboden. Van November 1945 tot 1 Mei 1946 konden nog 390 gevallen worden af gewerkt; desniettegenstaande is het aantal woningzoekenden gestegen tot 1832, welk getal niet belangrijk afwijkt van het theoretische directe woningtekort (1926). Volledigheidshalve zij vermeld, dat Leiden rond 5000 ge- evacueerden heeft geherbergd. Hiervan is een vrij groot aantal spoedig na de bevrijding afgevloeid, doch thans bevinden zich hier nog 1463 personen, verdeeld over 610 „gevallen", grootendeels afkomstig uit Den Haag en Katwijk. Ons oogmerk blijft er op gericht deze personen naar hun oorspronkelijke woonplaats te doen terugkeeren, doch hierbij doen zich vele moeilijkheden voor. De hier vermelde cijfers geven den omtrek van het pro bleem; daarbinnen liggen alle moeilijkheden op sociaal, economisch en cultureel gebied. Kinderrijke gezinnen be schikken over een te gering aantal kamers, huwelijken moeten bij gebrek aan een woning worden uitgesteld, ernstige zieken (t.b.c.-patiënten!) kunnen niet naar een gezondere omgeving worden overgebracht, ambtenaren, hoogleeraren, doktoren, predikanten, specialisten en leidende figuren in belangrijke industrieele bedrijven kunnen niet in functie treden, omdat zij geen onderdak kunnen vinden, enz. Uiteraard is deze noodtoestand geleidelijk gegroeid en er zijn ook reeds in bezettingstijd door de Overheid ver schillende maatregelen genomen, teneinde regelend te kunnen optreden. Zij mogen hier in het kort worden vermeld. Een algemeen verbod tot onttrekking van wToonruimte aan haar bestemming, zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders. Een Yestigings- en Verhuisverbod, dat ook voor Leiden van toepassing is, waarbij vestiging in de gemeente afhankelijk is van een vergunning van het Provinciaal Bureau voor de Verzorging van Oorlogsslachtoffers en verhuizing binnen de gemeente van een vergunning van den Burgemeester. Een Vorderingsbesluit Woonruimte, dat den Burgemeesters de bevoegdheid geeft ten behoeve van burger-personen, die uit welken hoofde ook woonruimte behoeven, in geval van dringende noodzaak het gebruik van woonruimte, e. d. te vorderen, van welk besluit onlangs een wijziging bij de wet is tot stand gekomen. Een (gemeentelijke) Woningbeursverordening, waarbij o.m. den verhuurders de verplichting wordt opgelegd van het te huur komen van een woning aangifte te doen bij de gemeentelijke woningbeurs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 4