stukken verzoeken wij Uwe Vergadering alsnu tot een be noeming over te gaan en daarbij te bepalen, dat de benoeming zal ingaan op een nader door ons College te bepalen datum. Aan Burg. -en Weth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 50. Leiden, 25 Mei 1946. Het is wenschelijk gebleken om, vooruitloopende op een algeheele herziening van het uitbreidingsplan der gemeente, dat plan te wijzigen met betrekking tot gronden c.a. gelegen in den Bosch- en Gasthuispolder, ten westen van den Trek vliet. Tri verband hiermede hebben wij een plan doen ontwerpen, dat, met intrekking van het geldende uitbreidingsplan voor zooveel dit bedoeld gebied betreft, als partieel uitbreidings plan voor dat gebied kan worden vastgesteld. Het ontwerp heeft gedurende vier weken ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage gelegen. De termijn van ter visielegging verstreek op 15 Maart j.l. Vóór 15 Juni a.s. zou Uwe Vergadering een beslissing omtrent het ontwerp moeten nemen. Uwe Vergadering is evenwel bevoegd die beslissing eenmaal voor ten hoogste drie maanden te ver dagen. Aangezien de voorbereiding nog niet zoodanig gevorderd is, dat het ontwerp in de eerstkomende Landsvergadering tér vaststelling kan worden aangeboden, geven wij U in over weging van die bevoegdheid gebruik te maken en Uwe beslissing nopens het ontwerp voor ten hoogste drie maanden te verdagen. Aan Burg. en Weth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 51. Leiden, 25 Mei 1946. Tusschen de Leliestraat en de Verlengde Bloemistenlaan ligt een strook grond, welke bestemd is voor den bouw van een badhuis. Deze strook grond werd gedurende de oorlogsjaren als teelgrond verhuurd; thans is dit niet meer mogelijk, omdat de vraag naar dergelijken grond is afgenomen. Aangezien de bouw van een badhuis met het oog op de materialenpositie voorshands niet aan de orde zal kunnen komen en de omwonenden hinder ondervinden van dit braak liggende stuk grond, is het gewenscht op dien grond een eenvoudig plantsoen aan te leggen. De kosten van dien aanleg worden geraamd op 1.000. Wij geven Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien in overweging om een bedrag van 1.000.beschikbaar te stellen ten behoeve van den aanleg van een plantsoen op den braak liggenden grond tusschen de Leliestraat en de Verlengde Bloemistenlaan. Aan Burg. en AVeth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 52. Leiden, 25 Mei 1946. In Uw vergadering van 25 Maart j.l. werd om prae- advies in onze handen gesteld een voorstel van Uw medelid, den heer C. J. Piena, in zake het geven van den naam „Dr. Gerrit Kastein" aan een der bestaande straten of pleinen. Naar aanleiding hiervan deelen wij U mede, dat wij in beginsel instemmen met het denkbeeld om den naam van een dergenen, die zich in het verzet tegen den vijand hebben onderscheiden, te verbinden aan een straat of een plein in deze gemeente. Naar ons gevoelen is het thans echter nog niet het juiste oogenblik voor de verwezenlijking van die denkbeeld. De mogelijkheid bestaat, dat de stichting van het oorlogs monument, waarvoor de plaats nog niet is bepaald, daartoe een goede gelegenheid zal bieden. Daarom zouden wij in elk geval willen wachten, totdat omtrent die plaats zeker heid zal zijn verkregen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het onderhavige voorstel thans als afgedaan te beschouwen. Te zijner tijd zullen wij dan op deze aangelegenheid terug komen. Aan Burg. en Weth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. N°. 53. Leiden, 25 Mei 1946. Op 13 Januari 1944 (Ingek. Stukken No. 8) besloot de Burgemeester, waarnemende de taak van den Gemeenteraad, de tot 31 December 1943 verlengde overeenkomst met de N.V. Gekro, inzake destructie van afgekeurd vee en vleesch, opnieuw te verlengen uiterlijk tot en met 31 December 1944. Tengevolge van de bijzondere omstandigheden is de ver lenging van het contract voor het jaar 1945 niet bij schrifte lijke overeenkomst geregeld ook voor het jaar 1946 dient nog tot verlenging te worden besloten. In verband met een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging de tot en met 31 December 1944 verlengde overeenkomst met de N.V. Gekro te Botterdam, in zake de destructie van afgekeurd vee en vleesch, te verlengen tot en met 31 December 1946. Aan den tijdelijken Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 54. Leiden, 25 Mei 1946. De onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van de brand weer worden zooveel mogelijk door eigen personeel verricht. Bovendien is de brandweer belast met de herstelling van het motormaterieel van de politie en van den gemeentelijken geneeskundigen- en gezondheidsdienst. Met het oog op die werkzaamheden behoeft de brandweer een draaibank. De Bijksinspectie van het Brandweerwezen en voor de Luchtbescherming biedt aan de gemeente ten dienste van de brandweer een draaibank te koop aan voor een bedrag van ƒ3.128. Die aanbieding komt ons aannemelijk voor. De aan den aankoop verbonden uitgave kan over 5 jaren worden verdeeld. Wij geven Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien in overweging voor den aankoop van een draaibank ten dienste van de brandweer een bedrag beschikbaar te stellen van 3.128.te verdeelen over 5 jaren, aanvangende met het dienstjaar 1946. Aan den tijdelijken Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 55. Leiden, 25 Mei 1946. De sterkte van het personeel van de brandweer is zoodanig, dat uit het dienstdoende personeel slechts de bemanning van twee motorspuiten kan worden betrokken. Wanneer twee spuiten naar een brand uitgerukt zijn, ontbreekt derhalve personeel om een derde spuit, welke gereed gehouden moet worden om een elders uitbrekenden brand te bestrijden, te bemannen. Hieraan kan worden tegemoet gekomen door het vrij van dienst zijnde brandweerpersoneel op te roepen om een derde spuit te bezetten. Voor deze oproeping is evenwel een alarmeerinrichting noodzakelijk. De Directie der Telegrafie en Telefonie heeft een alarmeer inrichting aangeboden, bestaande uit een wekinrichting, welke in de brandweerkazerne zou moeten worden geplaatst en uit alarmwekkers, die in de woningen van de brandweer lieden zouden moeten worden aangebracht. Per aangesloten wekker is een jaarlijksche vergoeding van 15.verschuldigd, benevens bij de ingebruikneming van de inrichting, als tegemoetkoming in de kosten van aanleg, een vergoeding voor eenmaal van 15.Voor de wekinrichting is geen afzonderlijke vergoeding verschuldigd. Het ten behoeve van den aanleg van het brandwekkernet noodige graaf-, straat- en breekwerk enz. moet vanwege de gemeente en op haar kosten worden uitgevoerd. De inrichting zal voorshands moeten omvatten 37 wekkers; de aanlegkosten zullen mitsdien bedragen 555.en de jaarlijksche vergoeding eveneens 555.De kosten van de vanwege de gemeente te verrichten werkzaamheden worden geraamd op 850. Aangezien wij het noodzakelijk achten om zoo noodig personeel voor een derde spuit te kunnen oproepen en ons de aanbieding van de Directie der Telegrafie en Telefonie aannemelijk voorkomt, geven wij Uwe Vergadering in over weging een bedrag van 1.960.— beschikbaar te stellen ten behoeve van het aanbrengen van een inrichting voor het alarmeeren van het brandweerpersoneel. Aan Burg. en AVeth. van Leiden, den tijdelijken Gemeenteraad. 20

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 2