MAANDAG 4 MAART 1946. 15 Voorstel mevrouw Braggaar inzake verhooging steunnormen. (Voorzitter e.a.) De Voorzitter deelt mede, dat mevrouw Braggaar haar voorstel heeft gewijzigd in dezen zin, dat het thans komt te luiden: ,,De tijdelijke Gemeenteraad van Leiden, in Vergadering bijeen op 4 Maart 1946, van oordeel, dat door de aanzienlijke stijging van het levensonderhoud de positie van de gésteunden door den dienst van Gemeenschapszorg steeds stijgende moeilijkheden oplevert, spreekt als zijn meening uit, dat verhooging van de steun normen alleszins noodzakelijk moet worden geoordeeld, verzoekt mitsdien aan Burgemeester en Wethouders de normen te bepalen als volgt: voor man en vrouw op 18.per week voor alleenwonenden op 13.50 per week voor kostgangers op 11.25 per week voor elk kind op 2.50 per week". Mevrouw Braggaar, haar voorstel toelichtende, zegt het in het huidige tijdsgewricht niet zoo moeilijk te achten aan nemelijk te maken, dat het leven op het oogenblik buiten gewoon zwaar is, zelfs voor hen, die beschikken over een goed inkomen. Wanneer het echter voor personen met een behoorlijk inkomen moeilijk is rond te komen, hoeveel erger moet het dan niet zijn voor degenen, die moeten leven van het steun bedrag, dat op het oogenblik door den dienst voor Gemeen schapszorg wordt uitgekeerd. Op het oogenblik zijn de steunnormen in Leiden (per week) voor: gehuwden ƒ13.vermeerderd met 121 duurte- toeslag en. 0.50, d. i. 15.15, alleenwonenden 12.45 (met inbegrip van den duurtetoeslag ad 12| kostgangers 10.10. De toeslag per kind bedraagt 1.30, vermeerderd met 12£ duurtetoeslag en 0.50 d. i. 1.95. Van 27 October af wordt elke week 1.kolengeld gegeven. Bovendien worden af en toe aan de gesteunden levensmiddelen verstrekt, die voor dit doel uit het buitenland zijn verkregen. Zeggen deze cijfers op zich zelf reeds iets, ze worden nog sprekender, wanneer er naast worden gezet de bedragen der uitgaven, die in ieder gezin vereischt zijn. Voor deze bedragen heeft spreekster getallen gekozen, die niet aan vechtbaar zijn, in dien zin, dat men ze niet te hoog, misschien wel te laag kan noemen. Voor gehuwden kwam spreekster tot de volgende bedragen (per week)huur 4.50, gas (inclusief meterhuur) ƒ0.70, electriciteit ƒ0.50, fondsen ƒ0.74. Men kan opmerken, dat de ondersteunden zich voor genees kundige behandeling ook kunnen wenden tot den betrokken gemeentedienst, maar dan wordt per persoon 0.25 per week op het steunbedrag ingehouden. Daarbij komen de kosten voor een courant, die men moet lezen om op de hoogte te büjven van de distributie-maatregelen. De totale kosten van het levensmiddelenpakket bedragen 5.20 per week, waarbij er rekening mee is gehouden, dat sommige artikelen eens per maand of eens per 14 dagen verstrekt worden. Voor snoep en tabak wordt in totaal 1. besteed, waarbij spreekster opmerkt, dat de gesteunden het vroeger niet in hun hoofd hadden moeten halen om deze artikelen te koopenthans echter worden ze door de Regeering verstrekt, waaruit volgt, dat ieder ze noodig heeft en ze dus ook moet kunnen koopen. Voor aansluiting op de radio distributie, ten aanzien waarvan is uitgemaakt, dat een gesteunde die hebben mag, rekent spreekster 0.50 per week. De totale kosten voor levensonderhoud bedragen derhalve 15.72 per week. Thans de verdere benoodigdheden. Spreek ster noemt allereerst den aankoop van kleeding. Zelfs vele beter gesitueerden hebben zich in de laatste vijf jaren geen nieuwe kleeding kunnen aanschaffen, al was dit voor hen niet zoo erg als voor de gesteunden, daar zij bij het begin van den oorlog nog over behoorlijke kleeding beschikten. De gesteunden echter hadden toen nauwelijks twee stel kleeren, een om te dragen en een in de wasch. Doordat deze kleeren geregeld moesten worden gewasschen, waren ze in sterke mate aan slijtage onderhevig. De toestand in de ge zinnen van de gesteunden was zoodanig, dat de kinderen, wanneer ze verschoond werden, in bed moesten blijven. Dikwijls ook moesten de ouders hun eigen kleeren voor de kinderen laten vermaken. De toestand van de kleeding in de gezinnen van de gesteunden bleek dan ook dikwijls, b.v. bij spoedeischende opneming in een ziekenhuis, aller droevigst. Van het thans verhoogde steunbedrag moet dus ook nieuwe kleeding aangeschaft worden. Dit geldt ook voor het schoeisel; de toestand daarvan is over het algemeen zoo slecht, dat velen daarvan voetgebreken hebben gekregen. En al krijgen de gesteunden een schoenenbon, dikwijls zijn de prijzen van de schoenen voor hen veel te hoog om zich schoenen te kunnen aanschaffen. Voorstel mevrouw Braggaar inzake verhooging steunnormen. (Mevrouw Braggaar e.a.) Indien er iets slecht is, is het het beddegoed. Met de ligging en dekking was het in die gezinnen reeds voor den oorlog droevig gesteld; men behoeft niet te vragen, in hoevele gezinnen het thans allerbedroevendst is. Ook de vernieuwing van meubelen, keukengerei en huisraad is in die gezinnen hard noodig. Voor de reparatie van kleeding en schoeisel, de aanschaffing van garen en stopwol, het af en toe koopen van visch en fruit is geld noodig en daarom is het bedrag van 18.per week niet overdreven; het is gekozen om de kans van aanneming der motie te vergrooten. Voor alleenwonenden noteerde spreekster de volgende bedragen: woninghuur ƒ3.gas ƒ0.50, electriciteit ƒ0.50, fondsen 0.37, dagblad ƒ0.30, olie ƒ0.14, te zamen ƒ4.81. De kosten van het levensmiddelenpakket stelde zij op de helft van den prijs voor gehuwden (ƒ2.91). Bovendien trok zij uit voor rookartikelen 0.50 en voor radio 0.50. Ook deze menschen hebben geld noodig voor de aanschaffing van schoonmaakartikelen, kleeding en schoeisel, voor repa ratie, vernieuwing van huisraad enz. en voor visch en fruit. De kostgangers ontvangen 10.10. Het is echter onmogelijk voor dit bedrag iemand in den kost te nemen. Bovendien hebben zij uitgaven aan reparatie, moeten ook zij kleeding en schoeisel kunnen koopen, evenals fruit, dat zij niet kunnen verwachten in hun kosthuis te krijgen, terwijl ook zij even goed als anderen het noodig hebben. Het is dan ook meer dan noodzakelijk hun steunbedrag op 11.25 per week te stellen. De kosten van het levensmiddelenpakket voor kinderen tot 2 jaar bedragen in tothal 3.01 per week, waarbij spreekster niet in rekening heeft gebracht de melk, aangezien de Dienst voor Gemeenschapszorg voor deze kinderen apart 0.95 per week geeft voor 5 L. melk. Daarbij komen dan nog de uitgaven voor kleeding, reparatie schoeisel, fruit en visch. Voor de kinderen van 5 tot 13 jaar wordt 12| cent voor rijst minder uitgegeven, doch daarbij komt in plaats 11 cent voor extra brood. Voor kinderen van 4 tot 13 jaar wordt vanaf het derde kind 0.57 per week voor melk gegeven, welk bedrag spreekster niet in haar berekening heeft opge nomen. Wanneer spreekster dus de totale kosten voor het levensmiddelenpakket op 2.50 per week stelt, is dit zeer zeker aan den lagen kant. Blijkens een artikel in Het Vrije Volle van 22 Februari 1946 bedraagt de stijging van de loonen in de industrie thans reeds ongeveer 45 in den landbouw soms wel 100 terwijl de prijzen der kleinhandelsartikelen gestegen zijn met 75 tot 100 Tengevolge van deze prijs stijging is het leven voor de gesteunden onhoudbaar geworden. Uit een artikel in het blad „Wij vrouwen" van 15 Februari 1946 blijkt, dat een gezin met twee kinderen van 32.50 kan leven, distributiepakket en allernoodigste reparaties inbegrepen; de zoo noodzakelijke aankoop van nieuwe artikelen is dan echter niet mogelijk. Dit is toch wel een bewijs, hoe moeilijk de toestand is. Dat Leiden behoort tot de gemeenten, die de laagste steunbedragen geven, blijkt, indien men de normen van verschillende gemeenten, waaronder er zijn, die in grootte met Leiden ongeveer overeenkomen, met elkaar vergelijkt, Zij zijn (alle zonder franje) voor Alphen a/d. Rijn, Den Haag en Den Helder 15.Beverwijk, Gouda en Renkum 17.50. Amersfoort 17.Haarlem en Zaandam 18.Haarden 16.20, Rotterdam 13.60, Zwolle 15.50, Ylissingen 16. Voorburg, waar de duurtetoeslag 25 bedraagt, 13. De nood is in Leiden zoo hoog gestegen, dat spreekster aandringt op het betrachten van spoed bij de uitwerking van haar voorstel, indien dit, naar spreekster hoopt, door den Raad wordt aangenomen. De heer van Weizen acht het noodzakelijk, dat de normen voor de ondersteunden van den Dienst voor Gemeenschaps zorg, die stempelen aan het bureau Mare, worden verhoogd. De heer Wilmer heeft als Wethouder van Sociale Zaken een verhooging in uitzicht gesteld, maar tot dusverre is het bij deze aankondiging gebleven. Het betreft een groep van personen, die (dit geldt althans voor een groot gedeelte van hen) niet geheel en al valide zijn, maar toch ook weer niet zoo invalide, dat zij voor toe kenning van invaliditeitsrente in aanmerking komen. Het adres dient in zooverre te worden gecorrigeerd, dat vergoeding voor schoeisel op het oogenblik nog wel wordt gegeven. Voor kleeding zijn deze personen aangewezen op datgene, wat door Nederlands Volksherstel of de H.A.R.K. wordt verstrektde ervaring heeft geleerd, dat een belangrijk deel van deze groep hier buiten valt. De door mevrouw Braggaar genoemde bedragen toonen duidelijk aan, dat de gesteunden zelfs niet in staat zijn, zich het distributiepakket aan te schaffen. Op de vraag, waarvan deze menschen dan leven, moet men inderdaad het antwoord schuldig blijven; wanneer men bij de gesteunden eens een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1946 | | pagina 5