36
den onderwijzer J. W. Veenhof verleend eervol ontslag,
hebben Burgemeester en Wethouders op 13 September 1945
het volgende besluit genomen:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden;
Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op
grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voor
ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten;
BESLUITEN:
Mej. A. V. H. Penn te Gorinchem, met ingang van een
nader te bepalen datum te benoemen tot onderwijzeres aan
de openbare school voor buitengewoon lager onderwijs, alhier.
N°. 92. Leiden, 20 September 1945.
In verband met de personeelsvoorzieningen, welke noodig
waren aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, hebben
Burgemeester en Wethouders op 20 September 1945 het
volgende besluit genomen:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden;
Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad op
grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke Voor
ziening Bestuur Provinciën en Gemeenten;
BESLUITEN
met ingang van den cursus 19451946, tot wederop-
zeggens, doch uiterlijk tot het einde van dien cursus, te
benoemen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, tot
tijdelijk leera(a)r(es) in:
het Duitsch A. J. M. Bus, het Engelsch Mej. J. van Huffel,
het Nederlandsch Mej. B. M. van de Haar, aardrijkskunde
en geschiedenis J. Dek, wiskunde J. Was, lichamelijke
oefening mej. N. H. Mak, wis- en natuurkunde J. B. Ubbink.
N°. 93. Leiden, 20 September 1945.
De gemeente ontving een aanbieding voor een 33-jarige
geldleening ad 875.000.tegen een rente van 3 tegen
parikoers en verder op de in de offerte vermelde voorwaarden.
De opbrengst van de leening kan worden bestemd tot
algeheele aflossing van het schuldrestant na aftrek van de
normale jaarlijksche aflossing over 1945 van een nog
33 jaren loopende 4£ leening; over conversie van deze
leening kon met den geldgever geen overeenstemming worden
bereikt.
Aangezien de aanbieding aannemeüjk was te achten, hebben
Burgemeester en Wethouders op 20 September 1945 het
volgende besluit genomen:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden;
Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad
op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke
Voorziening Bestuur Provinciën en Gemeenten;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUITEN:
behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten ten
laste van de gemeente Leiden bij de instelling in de overge
legde aanbieding vermeld, aan te gaan een 33-jarige geld
leening van 875.000.tegen parikoers en een rente van
3 en verder onder de voorwaarden mede in die aanbieding
omschreven.
N°. 94. Leiden, 28 September 1945.
In de in 1945 te houden algemeene vergadering van aandeel
houders van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij zal
o. m. aan de orde worden gesteld:
1°. de 'benoeming van een commissaris wegens periodieke
aftreding van den heer Th. M. W. Bergers;
2°. de benoeming van een commissaris in de plaats van
den heer B. Warners, nadat deze als zoodanig zal zijn ont
slagen.
Ingevolge de statuten van de vennootschap is de aftredende
commissaris herkiesbaar, terwijl de benoeming, ook die in de
tweede vacature, plaats heeft voor 3 jaren; de beide commis
sarisplaatsen moeten worden vervuld door candidaten, aan
te wijzen door den Gemeenteraad.
Mitsdien hebben Burgemeester en Wethouders op 28 Sep
tember 1945 het volgende besluit genomen:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden;
Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad
op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke
Voorziening Bestuur Provinciën en Gemeenten;
BESLUITEN:
aan te wijzen als candidaten, op wie de stemmen in de aandeel
houdersvergadering zullen worden uitgebracht voor de be
noeming van twee commissarissen der N.V. Leidsche Duin
water Maatschappij:
a. den Heer Th. M. W. Bergers in de vacature-Bergers;
b. den Heer Jhr. Mr. L. H. N. F. M. Bosch Ridder van
Rosenthal in de vacature-Warners, nadat deze als commis
saris zal zijn ontslagen.
N°. 95. Leiden, 28 September 1945.
Zooals bekend werd door de Vereeniging voor het houden
van tentoonstellingen in het algemeen en in het bijzonder van
vee, paarden, zuivel- en bodemproducten („Vebo") te Leiden,
gedurende eenige jaren vóór den oorlog, n.l. in de jaren
1936 t/m 1939 een tentoonstelling gehouden.
De gemeente verleende aan deze tentoonstellingen steeds
hare medewerking, o.a. ook door toekenning van een sub
sidie; (zie omtrent de subsidie ad 2.500.voor 1939, Ingek.
Stukken no. 88).
Met het oog op de plannen van de vereeniging om dit jaar
wederom een tentoonstelling, de eerste na de bevrijding van
ons vaderland, te organiseeren, verzocht het bestuur van de
vereeniging hiertoe wederom financiëele medewerking van
de gemeente.
Hoewel de kosten van een dergelijke tentoonstelling thans
belangrijk hooger zijn dan vóór den oorlog, heeft het bestuur
van de vereeniging niettemin haar verzoek om subsidie
beperkt tot het ook voor 1939 geldende bedrag van 2.500.
Behalve de voordeelen ten aanzien van de verbetering van
den veestapel, zijn bij deze tentoonstellingen eveneens de
belangen van de gemeente als centrum van een uitgebreid
district van landbouw en veeteelt gediend, terwijl voorts een
dergeüjke tentoonstelling stimuleerend werkt om de vee
markt alhier haar oude vooraanstaande plaats te doen her
krijgen.
Nadat, overeenkomstig de voor noodlijdende gemeenten
geldende bepalingen, omtrent het toekennen van de subsidie
overleg met Gedeputeerde Staten was gepleegd, hebben
Burgemeester en Wethouders op 28 September 1945 het
volgende besluit genomen:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden;
Uitoefenende de bevoegdheden van den Gemeenteraad
op grond van artikel 5, lid 1, van het Besluit Tijdelijke
Voorziening Bestuur Provinciën en Gemeenten;
BESLUITEN:
a. aan de Vereeniging voor het houden van tentoonstel
lingen in het algemeen en in het bijzonder van vee, paarden,
zuivel- en bodemproducten („Vebo") te Leiden, ten behoeve
van de te dezer stede te houden veetentoonstelling 1945 een
subsidie tot een vast bedrag van 2.500.te verleenen,
onder de gebruikelijke voorwaarden:
dat de rekening van de tentoonstelling de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders behoeft;
dat de Directeur van den Markt- en Havendienst als ge
delegeerde van de gemeente zitting in het bestuur van de
vereeniging heeft;
dat de gemeente het recht van volledige contröle van
boeken en kas heeft;
b. ten behoeve van de sub a vermelde subsidie vast te
stellen den overgelegden begrootingsstaat no. 4, model D,
dienst 1945.