73
6. de algemeene regelen met betrekking tot uitgaven van
werkloozenzorg
c. de regeling van de Rijksbij dragen terzake van de
schoolgelden voor het lager onderwijs over de schoolgeld
jaren 1942/1943 en 1943/1944;
II. den staat no. 41, model D, tot wijziging van de
gemeentebegrooting, dienst 1944, terzake van de verant
woording van de Rijksbijdragen in de schoolgelden voor
het lager onderwijs over de schoolgeldjaren 1942/1943 en
1943/1944, alsmede ten aanzien van de ondernemings-
belasting.
N°. 158. Leiden, 12 October 1944.
De vrees, dat de Leidsche Duinwater Mij. N.V. genood
zaakt zal zijn binnen afzienbaren tijd de waterlevering stop
te zetten, heeft er tal van inwoners toe gebracht op hun
terreinen nortonpompen e.d. te doen slaan. Hieraan dient
onverwijld leiding te worden gegeven, aangezien in de eerste
plaats het water, dat hier aan den bodem kan worden ont
trokken, op verscheidene plaatsen van zeer slechte hoedanig
heid is en in de tweede plaats in verband met het materiaal
gebrek het gevaar bestaat, dat in bepaalde wijken een groot
aantal van dergelijke middelen tot watervoorziening worden
aangebracht, terwijl andere wijken daarvan geheel verstoken
blijven. Het is mitsdien noodzakeüjk terstond het aan
brengen, doen aanbrengen, in werking stellen en in werking
doen stellen van een middel tot onttrekking van water aan
den bodem afhankelijk te stellen van een vergunning van den
Burgemeester.
Het bovenstaande overwegende heeft de Burgemeester op
12 October 1944 het volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT:
I. vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING
op het aanbrengen en in werking stellen van een middel tot
onttrekking van water aan den bodem.
Abt. 1.
1. Het is behoudens goedkeuring van den Burge
meester, waarnemende de taak van Burgemeester en Wet
houders verboden eenig middel tot onttrekking van
water aan den bodem, zooals nortonpompen en putten,
aan te brengen, te doen aanbrengen, in werking te stellen
of in werking te doen stellen.
2. Aan de in lid 1 bedoelde vergunning kunnen voor
waarden worden verbonden.
3. Handelen zonder inachtneming van of in strijd met de
gestelde voorwaarden wordt gelijkgesteld met handelen
zonder vergunning.
Abt. 2.
Overtreding van het bepaalde in of krachtens artikel 1
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden
of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden, alsmede
met verbeurdverklaring van de voorwerpen, waarmede de
overtreding is gepleegd, voorzoover zij den veroordeelde
toebehooren.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking, onmiddellijk nadat
zij is afgekondigd.
II. de sub I genoemde verordening te doen afkondigen
onmiddellijk nadat zij is vastgesteld.
N°. 159. Leiden, 13 October 1944.
Tengevolge van de brandstoffenschaarste tracht de be
volking zich in het bezit te stellen van hout. Daartoe wor
den thans op groote schaal boomen en heesters gerooid of
van takken ontdaan, veelal in parken en plantsoenen en
langs openbare wegen. Het is meestal niet mogelijk deze
diefstallen ter plaatse te constateeren, terwijl bij vervoer
van den buit evenmin kan worden vastgesteld, vanwaar
deze afkomstig is. Het eenige middel om deze plundering
en vernieling van het natuurschoon voldoende tegen te
gaan, is een onmiddellijk ingaand vervoerverbod van z.g.
groen hout en van de gereedschappen, waarmede dit hout
kan worden verkregen. Dit verbod zal een plaats kunnen
vinden in de verordening op de straatpolitie. Van deze
gelegenheid kan tevens worden gebruik gemaakt om een
paar kleine verbeteringen in deze verordering aan te brengen.
Mitsdien heeft de Burgemeester op 13 October 1944 het
volgende besluit genomen:
De BURGEMEESTER van LEIDEN;
Op grond van artikel 3 van de verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied
No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad
en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening;
BESLUIT
I. vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 2 Mei 1912
(Gemeenteblad N°. 17) op de Straatpolitie, laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 11 Mei 1944
(Gemeenteblad N°. 17).
Artikel I.
Na art. 55bis van bovengenoemde verordening wordt
ingevoegd een nieuw artikel 55ter, luidende:
Art. 55ter.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van
den Burgemeester, waarnemende de taak van Burgemees
ter en Wethouders:
a. op den openbaren weg te vervoeren stammen, takken
of wortels van pas gerooide of behakte boomen en andere
houtachtige gewassen of deelen van deze voorwerpen;
b. op den openbaren weg te vervoeren bijlen, zagen of
andere voor het hakken of rooien van boomen bestemde
of geschikte gereedschappen.
Art. II.
In art. 73 worden in het eerste lid de woorden ,,een
maand" vervangen door „twee maanden", terwijl in het
tweede lid tusschen „52a" en „en" wordt ingevoegd „55ter".
Art. III.
In art. 78, sub a, wordt in plaats van „en 476;" gelezen:
„476, 55, 556is en 55fer;".
Art. IV.
Deze verordening treedt in werking, onmiddellijk nadat
zij is afgekondigd.
II. de sub I genoemde verordening te doen afkondigen,
onmiddellijk nadat zij is vastgesteld.
N°. 160. Leiden, 26 October 1944.
Tengevolge van de stopzetting van de levering van gas
en van electrischen stroom moest de ontsmettingsinstallatie
van den Gemeentelijken Ontsmettingsdienst buiten werking
worden gesteld.
Vermits de Directeur van den Gemeentelijken Genees
kundigen- en Gezondheidsdienst het, met het oog op de
volksgezondheid, hoogst noodzakelijk achtte, dat de ont
smettingsoven en de desinsectiekasten weder zoo spoedig
mogelijk in bedrijf werden gesteld, werd, na ingewonnen
advies van de Directie der Stedelijke Lichtfabrieken, be
sloten om de gasinstallatie tijdelijk door een stoominstallatie
te vervangen.
Dit voornemen heeft de volledige instemming van den
Inspecteur van de Volksgezondheid.
De kosten van vervanging, welke op den dienst 1944 een
uitgaaf van ƒ2.000.zullen vereischen, waarmede het na-
deelig saldo van den Ontsmettingsdienst moet worden ver
hoogd, kunnen worden gedekt door verlaging van het
nadeelig saldo van den Reinigingsdienst.